Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lisse

Aanwijsregels voor bomen per statuscategorie, gemeente Lisse

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLisse
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAanwijsregels voor bomen per statuscategorie, gemeente Lisse
CiteertitelAanwijsregels voor bomen per statuscategorie, gemeente Lisse
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, artikel 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2016Nieuwe regeling

22-12-2015

gmb-2015-128898

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Aanwijsregels voor bomen per statuscategorie, gemeente Lisse

Burgemeester en wethouders hebben de kaders en richtlijnen voor het beschermen van het bomenareaal zoals door de gemeenteraad in mei 2014 vastgesteld in het bomenbeleid laten uitwerken naar aanwijscriteria voor de statuscategorieën Waardevol, Structureel en Functioneel. Dit in samenhang met de ‘Bomenverordening 2016 Lisse’.

 

Ter uitvoering van het in de verordening gehanteerde beleid, willen burgemeester en wethouders van Lisse een beleidsregel, als bedoeld in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, vaststellen.

Hoofdstuk 1 Algemeen

In het bomenbeleid zoals vastgesteld in mei 2014 worden kaders en richtingen gegeven voor het gedifferentieerd beschermen van het bomenbestand van Lisse.

 

In deze beleidsregels zijn deze kaders en richtlijnen verder uitgewerkt naar aanwijscriteria voor de 3 statuscategorieën Waardevol, Structuur en Functioneel. De regels ten aanzien van kapverbodontheffing voor de categorie Waardevol staan uitgewerkt in de ‘Bomenverordening Lisse 2015’. De regels ten aanzien van besluiten tot handhaving of vellen met herplant staan uitgewerkt in de ‘Beleidsregels voor bescherming van het bomenareaal van gemeente Lisse’.

 

Alle bomen en houtopstanden waarvoor de aanwijscriteria gelden, zijn vastgelegd in het gemeentelijke boomgegevensbestand. Bij elke volgende inspectie van de bomen en houtopstanden wordt dit bestand geactualiseerd. De waardevolle bomen en houtopstanden van de gemeente Lisse zijn daarnaast vastgelegd op de ‘Lijst van waardevolle bomen’ die door de gemeenteraad wordt vastgesteld en periodiek wordt geactualiseerd. De structuurbomen zijn als lijnen en vlakken vastgelegd in de ‘Groenvisie 2008-2017’, en de bomen binnen deze structuren die zijn aangewezen als structuurbomen zijn vastgelegd op een gemeentelijke structuurkaart. De functionele bomen in eigendom van de gemeente Lisse zijn vastgelegd in het gemeentelijke boomgegevensbestand. Structuur en Functionele bomen van derden vallen buiten de gemeentelijke registratie.

Hoofdstuk 2 Waardevolle bomen (categorie 1)

Artikel 2.1 Relevante aspecten

Aanwijscriteria:

  • 1.

    Beeldbepalendheid

  • 2.

    Ecologische waarde

  • 3.

    Cultuurhistorische waarde

  • 4.

    Zeldzaamheid, uniciteit of dendrologie

  • 5.

    Duurzame groeiplaats

 

Randvoorwaarden:

  • 6.

    Plantjaar en boomgrootte

  • 7.

    Technische levensduur

 

De 5 aspecten beeldbepalendheid, ecologische waarde, cultuurhistorische waarde, zeldzaamheid, uniciteit of dendrologie, en duurzame groeiplaats zijn de redenen of specifieke kenmerken voor aanwijzing. De randvoorwaarden voor aanwijzing bepalen of aangewezen bomen of houtopstanden ook daadwerkelijk op de bomenlijst kunnen worden opgenomen.

 

Hierna volgt een toelichting op de verschillende aspecten.

Artikel 2.2 Aanwijscriteria waardevolle bomen

De boom of houtopstand dient tenminste 1 van de volgende specifieke kenmerken te hebben.

 

Beeldbepalend

Een boom of houtopstand is beeldbepalend indien deze voor de beeldkwaliteit van de leefomgeving van grote waarde is of indien de boom of houtopstand een belangrijke positieve bijdrage levert aan het karakter en de herkenbaarheid op straat-, wijk‐ of dorpsniveau. Bij particuliere terreinen gaat het veelal om bomen of houtopstanden in voor‐ en zijtuinen, die in het straatbeeld van Lisse een grote rol spelen doordat de habitus (vorm van de boom) zichtbaar is vanuit openbaar toegankelijk gebied. In sommige gevallen gaat het om bomen in achtertuinen die een beeldbepalende bijdrage leveren aan het groene karakter van de wijk of straat.

 

De boom of houtopstand dient in ieder geval ofwel een zodanige omvang te hebben dat deze reeds vanuit 1 windrichting beeldbepalend is voor de omgeving, ofwel de boom of houtopstand is vanuit alle windrichtingen beeldbepalend, waarbij de omvang geen rol speelt.

 

Een bijzondere, opvallende of aansprekende locatie van de boom of houtopstand kan mede bepalend zijn voor opname op de Bomenlijst. Een boom op een markante plek wordt eerder aangewezen dan eenzelfde boom op een achteraflocatie.

 

Soms is de manier waarop een boom is geplant of is gegroeid, bijvoorbeeld ten opzichte van andere bomen, van invloed op de manier waarop een boom zich manifesteert. In specifieke gevallen geldt dit ook voor bomen in groepen, waarbij niet zozeer de individuele boom maar de groep als geheel van beeldbepalende waarde is. Zoals bij een groep van 2 of 3 bomen die tezamen één kroon vormen.

 

Ecologische waarde

Bomen en houtopstanden kunnen een belangrijke functie hebben voor het voortbestaan van bepaalde flora en fauna. Het gaat hierbij om een structurele functie voor een bepaalde dier- of plantensoort. Een kolonieboom van blauwe reigers bijvoorbeeld die al jarenlang zo wordt gebruikt. Of een groeiplaats voor een bijzondere korstmossoort, maretak of andere bijzondere plantensoorten. Ook kunnen bomen en houtopstanden als geleiding of verblijfplaats dienen voor vleermuizen. Daarnaast kunnen streekeigen, inheemse soorten van belang zijn vanwege de waarde als autochtoon plantmateriaal door hun genetische oorspronkelijkheid.

 

Cultuurhistorische waarde

Bomen en houtopstanden kunnen onderdeel zijn van de lokale geschiedenis of een bepaalde cultuurhistorische betekenis hebben. Het meest bekend zijn de herdenkingsbomen die ter gelegenheid van bijzondere gebeurtenissen zijn geplant. Maar ook kan gedacht worden aan groene elementen die essentieel zijn voor een bepaald landschapstype. Oude knotbomen of houtwallen in het bebouwde gebied bijvoorbeeld markeren vaak vroegere erf- en perceelgrenzen.

 

Onder cultuurhistorische eigenschappen vallen onder andere:

  • Herdenkingsboom

  • Grensboom

  • Markeringsboom

  • Bakenboom

  • Ensemble met historisch pand

  • Boom in historische houtwal

  • Verzetsboom

  • Buurtboom

  • Karakteristieke snoeivorm

  • Ooggetuigeboom

 

Zeldzaamheid, uniciteit of dendrologie

Zeldzaamheid: Een boomsoort is voor Lisser begrippen zeldzaam als er vermoedelijk minder dan 5 volwassen exemplaren van voorkomen binnen de gemeentegrenzen. Het gaat hierbij om boomsoorten en niet om variëteiten.

Uniciteit: Bomen kunnen uniek zijn binnen Lisse vanwege hun grootte en/of groeivorm, bijvoorbeeld de grootste, dikste of scheefste boom van de wijk of dorp.

Dendrologie: Bijzondere soorten kunnen boomkundig (dendrologisch) gezien waardevol zijn. Denk aan een exotische boomsoort of een bijzondere kweekvorm of variëteit.

In ‘Dendrologie van de lage landen’ van J. de Koning en W. van den Broek (voorheen: ‘Nederlandse dendrologie’ van dr. B.K. Boom) staat aangegeven welke soorten en variëteiten voor Nederland zeldzaam zijn. Deze kunnen aangevuld worden met specifiek voor Lisse zeldzame en bijzondere boomsoorten.

 

Duurzame groeiplaats

Indien de plek/groeiplaats, zowel boven- als ondergronds, zodanig gunstig is dat de boom verder kan uitgroeien, kan dit bepalend zijn voor het aanwijzen van een boom. Het gaat dan om een boom die op grond van de duurzame groeiplaats in potentie kan uitgroeien tot een waardevolle boom. De normen voor groeiplaatsen zoals gesteld in het Handboek Bomen 2014 zijn hierbij leidend. Ondergronds is er dan voldoende vocht, zuurstof, voeding, doorwortelbare ruimte en een lage verdichtingsgraad van de bodem. Bovengronds gaat het om voldoende ruimte voor het door ontwikkelen van de kroon, stam en stamvoet.

Artikel 2.3 Randvoorwaarden waardevolle bomen

Plantjaar en boomgrootte

Een aansprekende omvang of leeftijd vergroot de waarde van een boom of houtopstand. In eerste instantie geldt het plantjaar van de boom als criterium hiervoor. Van niet alle bomen is het plantjaar bekend, er is dan geselecteerd op basis van de stamdiameter en -omvang.

Een boom wordt in de gemeente Lisse waardevol genoemd als het plantjaar meer dan 80 jaar geleden is (vergelijkbaar met een stamdiameter van meer dan 80 centimeter op 1,3 meter boven maaiveld in geval van een onbekend plantjaar).

OF

als er zodanig is of kan worden aangeplant (groeiplaats, ondergrondse en bovengrondse ruimte) dat de ambitieleeftijd van 120 jaar redelijkerwijs haalbaar is.

 

Technische levensduur

De boom dient een resterende technische levensduur te hebben van meer dan 5 jaar. Bomen met een zeer slechte levensverwachting komen niet in aanmerking voor aanwijzing.

De technische levensduur dient op deskundige wijze te worden bepaald door een boomspecialist (European Tree Technician of gelijkwaardig niveau). Voor het bepalen van de technische levensduur zijn de volgende aspecten van belang:

  • De conditie van de boom in relatie tot het herstelvermogen van de boomsoort;

  • De mate waarin er sprake is van mechanisch onherstelbare veiligheidsproblemen;

  • De mate waarin er sprake is van parasitaire ziekten of aantastingen die het voortbestaan van de boom bedreigen;

  • De mate waarin er sprake is van een afname in kwaliteit en/of kwantiteit van de ondergrondse groeiruimte.

Hoofdstuk 3 Structuurbomen (categorie 2)

Artikel 3.1 Relevante aspecten

Aanwijscriteria:

  • 1.

    Stedenbouwkundige betekenis

  • 2.

    Verbinding tussen groenelementen

  • 3.

    Historische structuur

 

Randvoorwaarden:

  • 4.

    Plantjaar en boomgrootte

  • 5.

    Technische levensduur

  • 6.

    Groenatlas 2008-2017

 

De 3 aspecten Stedenbouwkundige betekenis, Verbinding tussen groenelementen en Historische structuur zijn de redenen of specifieke kenmerken voor aanwijzing. De 3 randvoorwaarden voor aanwijzing bepalen of een boomstructuur uiteindelijk kan worden opgenomen op de bomenlijst als aangewezen structuur.

Hierna volgt een toelichting op de verschillende aspecten.

Artikel 3.2 Aanwijscriteria structuurbomen

De boom heeft als onderdeel van een structuur tenminste 1 van de volgende specifieke kenmerken.

 

Stedenbouwkundige betekenis

Bomen in een lijnvormige structuur (hierna te noemen ‘lijnvormige structuur’) kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het karakter van de gemeente. Ze kunnen stedenbouwkundige structuren accentueren of versterken. Deze bomenstructuren begeleiden bijvoorbeeld wegen binnen de hoofdinfrastructuur of markeren een wijk- of gebiedsontsluiting. Een goed geplaatste structuur begeleidt het verkeer en kan ook verkeersremmend werken.

 

Verbinding van groenelementen

Lijn- of vlakvormige structuren kunnen een belangrijke meerwaarde geven aan andere groenelementen. Door bijvoorbeeld parken en bosgebieden door bomenrijen met elkaar te verbinden neemt de ecologische betekenis ervan toe. Zo ontstaat er een natuurlijke migratieroute voor vogels en andere diersoorten. Ook kunnen lijnvormige elementen een belangrijke rol vervullen in de verbinding tussen dorp en buitengebied.

 

Historische lijnen

Lijnvormige structuren kunnen verwijzen naar de geschiedenis van Lisse. Zoals rijbeplantingen langs oude invalswegen of een laanbeplanting langs de oprijlaan van een reeds verdwenen buitenplaats.

Artikel 3.3 Randvoorwaarden structuurbomen

Plantjaar en boomgrootte

Een aansprekende omvang of leeftijd vergroot de waarde van een bomenstructuur. In eerste instantie geldt het plantjaar van de bomenrij of -groep als criterium. Van niet alle bomen is het plantjaar bekend, er is dan geselecteerd op basis van de stamdiameter en -omvang.

Een bomenrij of -groep geldt in de gemeente Lisse als structuurversterkend als het plantjaar meer dan 40 jaar geleden is (vergelijkbaar met een stamdiameter van meer dan 40 centimeter op 1,3 meter boven maaiveld in geval van een onbekend plantjaar).

OF

als er zodanig is of kan worden aangeplant (groeiplaats, ondergrondse en bovengrondse ruimte) dat de ambitieleeftijd van 80 jaar redelijkerwijs haalbaar is.

 

Technische levensduur

De boom dient een resterende technische levensduur te hebben van meer dan 5 jaar. Bomen met een zeer slechte levensverwachting komen niet in aanmerking voor aanwijzing.

De technische levensduur dient op deskundige wijze te worden bepaald door een boomspecialist (European Tree Technician of gelijkwaardig niveau). Voor het bepalen van de technische levensduur zijn de volgende aspecten van belang:

  • ·

    De conditie van de boom in relatie tot het herstelvermogen van de boomsoort;

  • ·

    De mate waarin er sprake is van mechanisch onherstelbare veiligheidsproblemen;

  • ·

    De mate waarin er sprake is van parasitaire ziekten of aantastingen die het voortbestaan van de boom bedreigen;

  • ·

    De mate waarin er sprake is van een afname in kwaliteit en/of kwantiteit van de ondergrondse groeiruimte.

 

Groenatlas 2008-2017 Lisse

Lijn- of vlakvormige structuren zijn van grotere betekenis wanneer er een onderlinge samenhang is. Dit houdt in dat de afzonderlijke lijnstructuren aansluiten op andere lijnstructuren of groengebieden. Tezamen vormen de lijnstructuren een aansluitend netwerk, de groene dooradering van het dorp.

In de Groenatlas is dit netwerk van alle boomstructuren als lijnen en punten vastgelegd, zowel de bestaande als de gewenste structuren (2017). Bomen die op basis van de aanwijscriteria voor structuurbomen redelijkerwijs aan deze structuurlijnen en -punten gekoppeld kunnen worden, worden gelabeld als structuurboom.

Bomen die op basis van de aanwijscriteria tezamen in aanmerking zouden komen als bomenstructuur maar niet zijn opgenomen in de Groenatlas, kunnen worden voorgedragen als potentiële nieuwe bomenstructuur bij de volgende actualisering van de Groenatlas.

Hoofdstuk 4 Functionele bomen (categorie 3)

Artikel 4.1 Relevante aspecten

Randvoorwaarden:

  • 1.

    Groeiplaats

  • 2.

    Eigendom van gemeente

 

Hierna volgt een toelichting op de verschillende aspecten.

Artikel 4.2 Randvoorwaarden functionele bomen

Groeiplaats voor 30 jaar

Een boom dient in de gemeente Lisse zodanig te worden aangeplant (groeiplaats, ondergrondse en bovengrondse ruimte) dat de ambitieleeftijd van 30 jaar redelijkerwijs haalbaar is. De normen voor groeiplaatsen zoals gesteld in het Handboek Bomen 2014 zijn hierbij leidend.

 

Eigendom van gemeente

Functionele bomen zoals geregistreerd binnen de gemeente Lisse zijn eigendom van gemeente Lisse. Bomen die eigendom zijn van derden en die niet vallen binnen categorie 1 of 2, zijn niet geregistreerd. Dit zijn daarmee ook geen functionele bomen zoals bedoeld in dit document.

Artikel 4.2 Snelgroeiende boomsoorten

Voor een aantal boomsoorten gelden strengere eisen voor aanwijzing. Het gaat hier om bomen die snel groeien en zeer algemeen zijn. Door deze eigenschappen verdringen zij andere bomen. Bovendien hebben zij vaak ook een beperktere levensduur en raken ze sneller in verval.

Aanwijzing van deze snelgroeiende soorten op basis van dezelfde criteria als die gelden voor andere soorten moet met enige terughoudendheid gebeuren.

De boomsoorten die in dit document gelden als snelgroeiend zijn:

  • Populier

  • Wilg

  • Zilveresdoorn

  • Amerikaanse eik

 

Stamdiameter voor deze soorten wijkt af en kan niet gebruikt worden als indicatie voor de leeftijd.

Hoofdstuk 5 Inwerkingtreding

Artikel 5.1 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2016, gelijktijdig met de ‘Bomenverordening 2015 Lisse’.

 

Aldus vastgesteld op 22 december 2015

Burgemeester en wethouders van Lisse,

De burgemeester,

Mw. L. Spruit.

De secretaris,

J.Schellevis