Organisatie | Brummen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en de subsidie voor de BIZ Eerbeek 2016 |
Citeertitel | Verordening BI-Zone Eerbeek 2016-2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | kaart afgebakende BI-zone Centrum Eerbeek |
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016 en vervalt met ingang van 1 januari 2021. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2021 | Nieuwe regeling | 26-11-2015 | RB15.0088 |
Artikel 2 Aanwijzing vereniging
De BIZ-vereniging Eerbeek (hierna: de Vereniging) wordt aangewezen als vereniging als bedoeld in artikel 7 van de wet.
Artikel 3 Aard van de belasting
Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de economische versterking van het centrum van Eerbeek.
Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht
Voor de toepassing van het tweede lid wordt:
gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.
Als een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken, die niet in hoofdzaak tot woning dient.
gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek ten dienst van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag moet worden betaald in één termijn en vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
Artikel 11 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.
Artikel 12 Buiten toepassing algemene subsidieverordening
Op de subsidie als bedoeld in artikel 7 van de wet is de Algemene subsidieverordening gemeente Brummen niet van toepassing.
Het college kan de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren, indien de subsidie niet of in onvoldoende mate zal worden besteed aan activiteiten zoals overeengekomen in de Uitvoeringsovereenkomst.
De subsidie wordt in twee termijnen uitbetaald. Uiterlijk 1 april van het betreffende subsidiejaar wordt 90% van de in artikel 16 bedoelde verleende subsidie overgemaakt aan de Vereniging.
Artikel 20 Delegatie van de bevoegdheid tot intrekken of wijzigen subsidievaststelling
Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigingen van de subsidievaststelling bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet Bestuursrecht.
Artikel 21 Ontheffing wegens bijzondere omstandigheden
Van de toepassing van de bepalingen in deze verordening kan door het college worden afgeweken indien strikte toepassing ervan wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zou zijn in verband met het met deze bepalingen te dienen doel.
Deze verordening wordt zo spoedig mogelijk ingetrokken indien daarvoor voldoende steun is als bedoeld in artikel 6, eerste lid van de wet.