Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lisse

Nadere regels jeugdhulp Lisse 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLisse
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels jeugdhulp Lisse 2016
CiteertitelNadere regels jeugdhulp Lisse 2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening Jeugdhulp Lisse 2015 , artt. 3 lid 2, 14, lid 2 en 3, 21 lid 4, 23 lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201607-09-2018Nieuwe regeling

24-11-2015

gmb-2015-128855

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels jeugdhulp Lisse 2016

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lisse;

 

gelet op artikel 3 lid 2, artikel 14, lid 2 en 3, artikel 21 lid 4 en artikel 23 lid 2 van de VerordeningJeugdhulp Lisse 2015;

 

besluit

 

vast te stellen de Nadere regels jeugdhulp Lisse 2016.

Hoofdstuk 1 Begrippen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    begeleiding: activiteiten aan de jeugdige met een somatische, psychiatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap die matige of zware beperkingen hebben op het terrein van: de sociale redzaamheid, het bewegen en verplaatsen, het psychisch functioneren, het geheugen en de oriëntatie, of die matig of zwaar probleemgedrag vertonen. De activiteiten zijn gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en kunnen strekken tot voorkoming van opname in een instelling of verwaarlozing van de jeugdige. De activiteiten bestaan uit het ondersteunen bij of oefenen met vaardigheden of handelingen, het ondersteunen bij of oefenen met het aanbrengen van structuur of het voeren van regie, of het overnemen van toezicht op de jeugdige;

  • b.

    belangenbehartigers: personen of organisaties die de belangen van kwetsbare inwoners vertegenwoordigen, niet zijnde personen uit het sociale netwerk;

  • c.

    dagactiviteit: daghulp en dagopvang met als functie passende zorg die wel noodzakelijk is maar niet in de thuissituatie kan worden geboden in de directe omgeving van de jeugdige en/of ouders;

  • d.

    dagdeel: een dagdeel is vier uren;

  • e.

    gezinsplan: een gezinsplan zoals genoemd in artikel 10 van de verordening;

  • f.

    kortdurend verblijf: logeren in een instelling gedurende maximaal drie etmalen per week, gepaard gaande met persoonlijke verzorging, verpleging of begeleiding voor een jeugdige met een somatische of psychiatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, indien de jeugdige aangewezen is op permanent toezicht en de persoon die gebruikelijke zorg of mantelzorg aan de jeugdige levert ontlast moet worden;

  • g.

    persoonlijke verzorging: het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging in verband met een somatische, psychiatrische aandoening, of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid;

  • h.

    persoonsgebonden budget: persoonsgebonden budget (pgb) als bedoeld in artikel 8.1.1 van de Jeugdwet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die in de vorm van een individuele voorziening is toegekend van derden te betrekken;

  • i.

    professional: een MBO/HBO opgeleid persoon met algemene deskundigheid en brede kennis van jeugdhulp;

  • j.

    specialist: een HBO/WO opgeleid persoon met specifieke deskundigheid en diepgaande kennis op een beperkt terrein op het gebied van jeugdhulp;

  • k.

    verordening jeugdhulp Lisse 2015: de verordening jeugdhulp Lisse 2015.

Hoofdstuk 2 pgb

Hoofdstuk 2a Voorwaarden pgb

Artikel 2 Voorwaarden pgb

  • 1.

    Het college verstrekt een pgb aan jeugdigen en/of hun ouders indien:

    • a.

      de jeugdige en/of de ouders samen met het jeugd- en gezinsteam een gezinsplan hebben opgesteld, waarin onder andere benoemd is:

      • 1)

        dat een individuele jeugdhulpvoorziening benodigd is,

      • 2)

        hoe het pgb besteed gaat worden,

      • 3)

        welke resultaten worden behaald met het pgb;

      • 4)

        wanneer en hoe het gezinsplan, inclusief het gebruik van het pgb, door de jeugdige en/of de ouders en een medewerker van het jeugd- en gezinsteam geëvalueerd wordt.

    • b.

      de jeugdige en/of de ouders kunnen motiveren dat de door het college gecontracteerde individuele jeugdhulpvoorzieningen niet passend zijn in zijn specifieke situatie;

    • c.

      de jeugdige en/of de ouders volgens het advies van het jeugd- en gezinsteam voldoende in staat worden geacht om – al dan niet met ondersteuning van het sociale netwerk, een curator, bewindsvoerder, mentor of gemachtigde - de taken, die aan het pgb zijn verbonden, op verantwoorde wijze uit te voeren.

    • d.

      de jeugdhulp die met het pgb wordt ingekocht volgens het advies van het jeugd- en gezinsteam van voldoende kwaliteit is.

  • 2.

    Het pgb is bedoeld om jeugdhulp in te kopen. Jeugdige en/of ouders die met een pgb jeugdhulp inkopen, mogen dit pgb niet besteden bij tussenpersonen of professionele belangenbehartigers. Het pgb mag niet besteed worden aan reiskosten, administratiekosten of bemiddelingskosten. Vervoerskosten van de jeugdige naar en van dagactiviteiten kunnen onderdeel zijn van het pgb conform artikel 6 lid 4 en zijn in dat geval onderdeel van het tarief.

  • 3.

    In het geval dat een pgb voor een periode langer dan 1 jaar wordt verstrekt, vindt de evaluatie, conform artikel 2 lid 1a.4, ten minste 1 keer per jaar plaats.

  • 4.

    Bij wijzigingen van zorgverlener, stelt de budgethouder de medewerker van het jeugd- en gezinsteam hiervan op de hoogte.

Artikel 3 Voorwaarden pgb sociaal netwerk

  • 1.

    De jeugdige en/of ouders aan wie een pgb wordt toegekend, kunnen alleen jeugdhulp betrekken van personen die tot het sociale netwerk behoren, als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

    • a.

      de inzet van het sociaal netwerk is aantoonbaar beter;

    • b.

      de geboden jeugdhulp is passend, adequaat en veilig;

    • c.

      de personen uit het sociaal netwerk die de hulp gaan verlenen, hebben zich voldoende op de hoogte gesteld van de verantwoordelijkheden die aan het bieden van jeugdhulp verbonden zijn, en

    • d.

      er is bij de personen uit het sociaal netwerk die de hulp gaan verlenen geen sprake van overbelasting.

  • 2.

    De jeugdige en/of ouders aan wie een pgb wordt toegekend kunnen alleen jeugdhulp betrekken van personen die tot het sociale netwerk behoren voor begeleiding, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf. Dagactiviteiten kunnen niet geleverd worden door het sociaal netwerk.

  • 3.

    In aanvulling op het eerste lid onder a, wordt inzet van het sociaal netwerk met een pgb in ieder geval aantoonbaar beter geacht, indien één of meerdere van de volgende omstandigheden aan de orde zijn:

    • a.

      de hulp is vooraf niet goed in te plannen;

    • b.

      de hulp moet op ongebruikelijke tijden geleverd worden;

    • c.

      de hulp moet op veel korte momenten per dag geboden worden;

    • d.

      de hulp moet op verschillende locaties worden geleverd;

    • e.

      de hulp moet 24 uur per dag en op afroep beschikbaar zijn;

    • f.

      de hulp moet vanwege de aard van de beperking worden geboden door een persoon met wie hij vertrouwd is en goed contact heeft.

  • 4.

    De jeugdige en/of ouders dragen de verantwoordelijkheid voor het bewaken van de kwaliteit van de jeugdhulp die zij betrekken van personen die tot het sociale netwerk behoren.

Artikel 4 Kwaliteitseisen professionele aanbieders

Professionele en specialistische jeugdhulpaanbieders die uit een pgb worden betaald, moeten voldoen aan de eisen die bij Jeugdwet aan de aanbieders van jeugdhulp in natura worden gesteld.

Hoofdstuk 2b Hoogte pgb

Artikel 5 Bepalen hoogte pgb

  • 1.

    De hoogte van het pgb:

    • a.

      wordt bepaald aan de hand van het gezinsplan en toereikende maximale tarieven;

    • b.

      is toereikend om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede jeugdhulp in te kopen;.

    • c.

      wordt berekend volgens de tarieven genoemd in artikel 6;

    • d.

      bedraagt niet meer dan de maximale kosten van de door het college gecontracteerde individuele jeugdhulpvoorzieningen in natura.

  • 2.

    Indien voor de aangevraagde individuele jeugdhulpvoorziening geen tarief is bepaald in artikel 6, dan bedraagt de hoogte van het pgb maximaal de kosten van de door het college gecontracteerde individuele jeugdhulpvoorzieningen in natura.

  • 3.

    Indien het in het gezinsplan is opgenomen, kan het pgb gedurende het jaar naar behoefte flexibel worden ingezet.

Artikel 6 Tarief pgb

  • 1.

    De aard van de benodigde jeugdhulp voor de jeugdige en/of ouders is leidend voor het bepalen van tarief. Jeugdhulp geboden uit het sociaal netwerk komt niet in aanmerking voor het tarief van een professional of een specialist, uitgezonderd de gevallen waarbij een professional of specialist nodig is en de beoogde zorgverlener uit het sociaal netwerk van de jeugdige en/of ouders komt.

  • 2.

    Het maximale tarief voor begeleiding is:

    • a.

      € 20 per uur, wanneer het geboden wordt door het sociaal netwerk;

    • b.

      € 34 per uur, wanneer het geboden wordt door een professional;

    • c.

      € 51 per uur, wanneer het geboden wordt door een specialist.

  • 3.

    Het maximale tarief voor dagactiviteiten is:

    • a.

      een tarief voor dagactiviteiten geboden door het sociaal netwerk is niet van toepassing;

    • b.

      € 42 per dagdeel, wanneer het geboden wordt door een professional en de groepsgrootte moet vijf personen of meer zijn;

    • c.

      € 52 per dagdeel, wanneer het geboden wordt door een professional dan wel specialist en/of de groepsgrootte kleiner dan vijf personen moet zijn vanwege de aanwezige problematiek.

  • 4.

    Voor vervoer van en naar dagactiviteiten kan een bedrag van maximaal € 5 per dag aan het budget worden toegevoegd.

  • 5.

    Het maximale tarief voor kortdurend verblijf is:

    • a.

      € 67 per etmaal, wanneer het geboden wordt door het sociaal netwerk;

    • b.

      € 101 per etmaal, wanneer het geboden wordt door een professional;

    • c.

      een tarief voor een specialist is niet van toepassing bij kortdurend verblijf.

  • 6.

    Het maximale tarief voor persoonlijke verzorging is:

    • a.

      € 20 per uur, wanneer het geboden wordt door het sociaal netwerk;

    • b.

      € 26 per uur, wanneer het geboden wordt door een professional;

    • c.

      € 37 per uur, wanneer het geboden wordt door een specialist.

Hoofdstuk 3 Nader benoemen vrij toegankelijke voorziening

Artikel 7 Diagnostiek en behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie

  • 1.

    De behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie is een vrij toegankelijke jeugdhulpvoorziening, mits deze wordt geboden door een door het college gecontracteerde aanbieder.

  • 2.

    De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) maakt namens het college met aanbieders afspraken over de voorwaarden waaronder zij de diagnostiek en behandeling voor Ernstige Enkelvoudige Dyslexie in natura mogen verlenen in opdracht van het college.

  • 3.

    Toeleiding naar de diagnostiek en behandeling voor Ernstige Enkelvoudige Dyslexie geschiedt altijd via het Onderwijs, nadat het Onderwijs een zorgvuldige afweging heeft gemaakt.

Hoofdstuk 4 Medezeggenschap

Artikel 8 Medezeggenschap

  • 1.

    De [Wmo-adviesraad] kan het college voorstellen doen voor het beleid betreffende jeugdhulp, en het college adviseren bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp. Het college voorziet hierbij de [Wmo-raad] van ondersteuning om zijn rol effectief te kunnen vervullen.

  • 2.

    Het college nodigt minimaal eenmaal per jaar ingezetenen, cliënten en vertegenwoordigers van cliënten uit voor overleg over beleid betreffende jeugdhulp en de uitvoering daarvan. Het college maakt dit overleg minimaal 6 weken van te voren openbaar bekend. Daarbij worden genodigden op geroepen punten voor de agenda aan te dragen.

  • 3.

    Het college kan het in lid 2 genoemde overleg organiseren in samenwerking met de colleges van andere gemeenten van de regio Holland Rijnland.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 9 Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Nadere regels jeugdhulp Lisse 2016.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2016.

Artikel 11 Overgangsbepaling

Op de aanvragen die tot en met 31 december 2015 zijn ingediend en waarvan de beschikking op of na 1 januari 2016 wordt afgegeven, zijn de Nadere regels jeugdhulp 2016 van toepassing.

Op de aanvragen waarvan de beschikking voor 1 januari 2016 is afgegeven en de beschikking doorloopt in 2016 en verder, zijn de Nadere regels jeugdhulp 2015 van toepassing.

 

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders op

24 november 2015.

Toelichting nadere regels jeugdhulp 2016

De Jeugdwet, Algemene wet bestuursrecht en de Verordening Jeugdhulp Lisse 2015 worden bij de lezer als bekend verondersteld en niet herhaald.

 

In de bijlage van de Nadere regels jeugdhulp Lisse 2016 is een afwegingskader opgenomen. Het afwegingskader gebruiken de professionals van het JGT om tot een besluit voor pgb te komen. Het afwegingskader is onderdeel van de Nadere regels jeugdhulp Lisse 2016.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In artikel 1 worden de begrippen gedefinieerd die cruciaal zijn voor het begrip van deze nadere regels.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen een professional en een specialist, om onderscheid te kunnen maken in de pgb tarieven. Een specialist wordt ingezet indien de aard van de zorgvraag hierom vraagt.

 

Bij de tarieven pgb (artikel 6) worden soorten van jeugdhulp genoemd die niet in de verordening staan, daarom worden deze hier gedefinieerd. Voor de definities is geput uit de percelen van inkoop. Dat betekent dat de definities voor begeleiding, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf overgenomen zijn uit de “CIZ Indicatiewijzer versie 7.0; Toelichting op de Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2014” zoals vastgesteld door het ministerie van VWS).

Bij dagactiviteiten wordt nog opgemerkt dat de verscheidenheid aan zorgvormen groot is en wordt bepaald door de vraag. Daghulp en dagopvang kunnen gerelateerd zijn aan (speciaal) onderwijs.

 

Artikel 2 Voorwaarden pgb

Lid 1 geeft aan dat er een gezinsplan moet zijn. In de regionale visie Jeugdhulp “Iedereen doet mee” en het beleidsplan “hart voor de jeugd”, wordt het toepassen van één gezin, één plan, voor jeugdhulp, als één van de belangrijke instrumenten genoemd. Een plan, door aanvrager samen met het Jeugd- en gezinsteam opgesteld, moet ook de basis zijn voor het verstrekken individuele jeugdhulpvoorziening. Dit geldt ook voor het pgb.

In dit artikel wordt als voorwaarde gesteld dat een plan ten grondslag ligt aan het toekennen van een pgb. In het plan moet worden benoemd welke resultaten worden nagestreefd (stabilisatie problematiek, ontwikkelen vaardigheden etc.). Door periodiek het plan te gebruiken om vast te stellen wat de ondersteuning/jeugdhulp heeft opgeleverd, wordt ook de kwaliteit en doelmatigheid van de verleende jeugdhulp inzichtelijk gemaakt. Dat betekent ook dat de budgethouder het JGT informeert, indien de budgethouder een andere zorgverlener wil gaan inzetten.

Het pgb kan overigens onderdeel uitmaken van een totaalarrangement, waarbij onderdelen van ondersteuning/jeugdhulp in natura (vrij toegankelijke voorziening of individuele voorziening) wordt ingezet en waarbij voor onderdelen een pgb wordt ingezet.

De jeugdwet stelt dat, om in aanmerking te komen voor een pgb, de aanvrager zich gemotiveerd op het standpunt moet stellen dat het door de gemeente gecontracteerde aanbod niet passend is in zijn situatie. Het kan hierbij gaan om de aard van de hulpvraag (de benodigde ondersteuning is bijvoorbeeld vooraf niet goed in te plannen of de ondersteuning moet op verschillende locaties worden geleverd), of om levensbeschouwelijke, culturele of godsdienstige overwegingen. De aanvrager heeft dus een motiveringsplicht. Wanneer de aanvrager dit heeft beargumenteerd, kan deze voorwaarde geen grond zijn voor het college om een pgb te weigeren

De ouders en/of de jeugdige voldoende in staat moet zijn zijn/haar belangen te behartigen. Wettelijk is bepaald dat een pgb alleen wordt verstrekt, als de cliënt (bij jeugdigen tot 16 jaar gaat het om de ouders van de cliënt) naar het oordeel van het college op eigen kracht “voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk dan wel van een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde, in staat is te achten de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren”. Het gaat hierbij om twee delen:

  • Kan hij/zij een juiste beoordeling maken van zijn belangen ten aanzien van de zorgvraag?

  • Kan hij/zij de aan het pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uitvoeren? Het gaat hierbij o.a. om kiezen van zorgverlener, het aangaan van een contract en het aansturen van de zorgverlener. De cliënt mag hierbij ondersteund worden door mensen uit zijn sociale netwerk, dan wel door een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde.

 

Wat wel van belang is, dat een pgb-houder die voor 4 dagen of meer per week ondersteuning of jeugdhulp inkoopt, een werkgever is, met de werkgeversplichten die daarbij horen. Denk hierbij onder meer aan het overeenkomen van een redelijk uurloon, het doorbetalen van loon bij ziekte en het hanteren van een redelijk opzegtermijn. De bekwaamheid voor het hebben van een pgb wordt in samenspraak met de aanvrager getoetst, maar het oordeel van het college is leidend. Als de gemeente van mening is dat de aanvrager niet bekwaam is, dan kan het college het pgb weigeren. Tegen dit besluit staat bezwaar en beroep open.

 

Lid 3 gaat over de termijn van het pgb. Een gangbare termijn van een pgb is een jaar. Immers kinderen zijn in ontwikkeling en de hulpvraag kan veranderen. Echter, voor sommige kinderen is de hulpvraag voor langere tijd vast te stellen. Bijvoorbeeld voor kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking. Rekeninghoudend met die gevallen, is er geen maximale termijn aan een pgb gesteld.

Indien een pgb een termijn heeft van langer dan een jaar, wordt wèl jaarlijks het gezinsplan, inclusief het gebruik van het pgb, geëvalueerd  door de jeugdige en/of de ouders en het jeugd- en gezinsteam.

 

Artikel 3 Voorwaarden pgb sociaal netwerk

In de Jeugdwet is opgenomen dat de gemeente kan bepalen in welke gevallen en onder welke voorwaarden de persoon aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, de mogelijkheid heeft om ondersteuning/hulp van een persoon die deze anders dan in de uitoefening van een bedrijf of beroep levert. Het gaat hier bijvoorbeeld om situaties waarin iemand zijn baan opzegt of minder gaat werken om kinderen intensief te ondersteunen of waarin het veiliger/praktischer is dat een naaste uit het gezin de zorg levert.

Als iemand vanuit het sociaal netwerk de ondersteuning gaat bieden, moet dat gepaard gaan met een wijziging in de bestaande situatie, omdat uit het gesprek/plan blijkt dat vanuit de bestaande situatie de inzet van het sociale netwerk ontoereikend is. Er is dus extra inzet nodig.

 

De inzet van het sociaal netwerk is aantoonbaar beter, belang zorgvrager centraal

Het uitgangspunt is dat het pgb voor niet-professionele zorgverleners beperkt moet blijven tot die gevallen waarin dit aantoonbaar tot betere en effectievere ondersteuning leidt. Het belang van de cliënt staat hierbij centraal. Het gaat om argumenten zoals:

  • zorgcontinuïteit: partner of ouder kan zorgen voor permanent toezicht. Een professional kan dit niet;

  • emotionele binding: ouder of andere familie/kennis heeft een emotionele band, die bijdraagt aan de effectiviteit van de ondersteuning/hulp. Er mag geen sprake zijn van hechtings- of contactproblemen;

  • een praktische reden: partner of ouder kan taken flexibel combineren die anders door meerdere professionals op verschillende tijdstippen/locaties worden uitgevoerd.

 

Ondersteuning/jeugdhulp moet passend, adequaat en veilig zijn

Als iemand vanuit het sociale netwerk de ondersteuning/jeugdhulp gaat bieden, moet diegene wel de juiste competenties en expertise hebben:

  • bereidheid tot het volgen van trainingen/cursussen waar nodig;

  • bereidheid tot samenwerken met professionals waar nodig, en

  • de inzet mag niet leiden tot overbelasting. Tijdig aan de bel trekken indien nodig.

Een periodiek gesprek tussen het jeugd- en gezinsteam en de budgethouder (1 keer per jaar of met meer regelmaat) moet inzicht geven in de kwaliteit van de geboden ondersteuning.

 

Netwerk moet zich bewust zijn van de consequenties

De persoon die vanuit het netwerk ondersteuning/jeugdhulp biedt moet zich bewust zijn van de verantwoordelijkheid die hij, mogelijk langdurig, op zich neemt. Vraag die daarbij gesteld moet worden is, kan de degene die de hulp levert een keer overslaan als hij ziek is of op vakantie gaat, en hoe wordt de hulp dan geleverd?

 

Geen pgb bij onvoldoende opvoedvaardigheden of dreigende overbelasting

Wanneer jeugdhulp/ondersteuning wordt ingezet in situaties waarin sprake is van onvoldoende opvoedvaardigheden of bij (dreigende) overbelasting, kan geen pgb worden ingezet voor het netwerk. Het is aan de professional (JGT) om dit te beoordelen.

 

Bewaken van kwaliteit van jeugdhulp uit sociaal netwerk.

De pgb-houders is zelf verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van de jeugdhulp die hij in het eigen sociaal netwerk betrekt. Voor de jeugdhulp uit het sociale netwerk worden niet in de wet en ook niet door de gemeente specifieke kwaliteitseisen gesteld. Het jeugd- en gezinsteam doet een toets bij de aanvraag van een pgb. Er is ook geen controle op kwaliteit zoals dat geregeld is voor professionele jeugdhulpaanbieders. De pgb-houder is zelf verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit.

 

Artikel 4 Kwaliteitseisen

In principe heeft de budgethouder zelf de regie over de ondersteuning of jeugdhulp die hij met het pgb inkoopt. Daarmee heeft hij ook de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit. Tegelijkertijd is voor professionele jeugdhulpaanbieders ook de Jeugdwet van toepassing.

In hoofdstuk 4 van de Jeugdwet zijn kwaliteitseisen opgenomen, die worden gesteld aan jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen. Het gaat hierbij om o.a. verantwoorde hulp, het toepassen van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, het in het bezit hebben van een verklaring omtrent gedrag (VOG) en het gebruik van een hulpverleningsplan. Deze kwaliteitseisen worden aan alle professionele jeugdhulpaanbieders gesteld, dus ook zij die op basis van een pgb jeugdhulp verlenen.

Ook de jeugdhulpaanbieders die alleen met pgb’s worden gefinancierd, bijvoorbeeld bepaalde zorgboerderijen, moeten aan deze kwaliteitseisen voldoen. Naar verwachting kan dit voor alle eisen die zijn genoemd in de Jeugdwet. Ook voor de norm van verantwoorde hulp. Dat kan omdat de norm van verantwoorde hulp niet dwingend oplegt dat  altijd een geregistreerde professional ingezet moet worden. De memorie van toelichting op de Jeugdwet (paragraaf 6.5) stelt dat professionals en het management van organisaties (jeugdhulpaanbieders) kunnen bepalen wanneer wel en wanneer niet een geregistreerde professional moet worden ingezet. De inspectie zal beoordelen of de norm van verantwoorde hulp juist wordt geïnterpreteerd.

 

Artikel 5 Bepalen hoogte pgb

In de Jeugdwet is opgenomen dat in de verordening moet worden bepaald op welke wijze de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld. Gemeenten hebben zo de vrijheid om zelf de hoogte van het tarief voor het pgb te bepalen. In de Verordening Jeugdhulp is aangegeven dat dit wordt uitgewerkt in de nadere regels. In dit artikel is deze uitwerking opgenomen. In het eerste lid is aangegeven wat de regels zijn voor het vaststellen van het pgb. Het tweede lid geeft aan hoe de hoogte van het pgb bepaald moet worden, als geen tarief is opgenomen in de nadere regels. Het derde lid geeft aan dat het mogelijk is om tussen de toegekende budgetten te schuiven indien dit in het gezinsplan is opgenomen. In sommige situaties moet het mogelijk zijn om het pgb op verschillende momenten naar behoefte van de betrokkene in te zetten.  

 

Het pgb is alleen bedoeld voor de financiering van de jeugdhulp. Van het pgb kunnen dan ook geen kosten worden betaald zoals administratiekosten, bemiddelingskosten of een feestdagenuitkering. Ook wordt geen vrij besteedbaar gedeelte opgenomen binnen het budget.

 

Artikel 6 Tarief pgb

Dit artikel beschrijft de hoogte van het uurtarief per vorm van jeugdhulp. Dit zijn maximum tarieven.

Bij de afweging tussen basis en specialistische jeugdhulp is de aard van de benodigde jeugdhulp bepalend. Basis jeugdhulp wordt geleverd door een professional. Specialistische jeugdhulp wordt geleverd door een specialist. 

Jeugdhulp geboden uit het sociaal netwerk komt niet in aanmerking voor het tarief van een professional of een specialist, uitgezonderd de gevallen waarbij een professional of specialist nodig is voor de jeugdige en de beoogde zorgverlener uit het sociaal netwerk van de jeugdige en/of ouders komt. De voorwaarden aan de inzet van het sociale netwerk, zoals beschreven in artikel 3 lid, spelen dan geen rol bij de levering van de jeugdhulp.

 

Ondersteuning/jeugdhulp

Informeel

Individuele begeleiding

€ 20 per uur

Persoonlijke verzorging

€ 20 per uur

Dagactiviteiten

nvt

Kortdurend verblijf

€ 67 per etmaal

 

Ondersteuning/jeugdhulp

Professioneel (basis)

Individuele begeleiding

€ 34 per uur

Dagactiviteiten (begeleiding groep)

€ 42 per dagdeel

Dagactiviteiten met vervoer

€ 47 per dagdeel

Kortdurend verblijf

€ 101 per etmaal

Persoonlijke verzorging

€ 26 per uur

 

Ondersteuning/jeugdhulp

Professioneel (specialistisch)

Individuele begeleiding

€ 51 per uur

Dagactiviteiten (begeleiding groep)

€ 52 per dagdeel

Dagactiviteiten met vervoer

€ 57 per dagdeel

Persoonlijke verzorging

€ 37 per uur

 

Artikel 7 Diagnostiek en behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie

De samenwerkende partners bij dyslexiezorg zijn gemeente, scholen en zorgaanbieders. Scholen zijn verantwoordelijk voor de signalering en begeleiding van kinderen met dyslexie. Gemeente is verantwoordelijk voor dyslexiezorg bij Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED); dyslexie zonder bijkomende stoornissen die belemmerend zijn voor de behandeling. De Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) maakt namens het college met aanbieders afspraken over de voorwaarden waaronder zij de diagnostiek en behandeling voor EED in natura mogen verlenen in opdracht van het college.

De nadere regels wordt Ernstige Enkelvoudige Dyslexie aangewezen als vrij toegankelijke voorziening. Dit kan op grond van artikel 4 lid 2 van de verordening, waarin staat dat het college individuele jeugdhulpvoorzieningen in de nadere regels kan aanwijzen als vrij toegankelijk.

Door EED-zorg aan te wijzen als vrij toegankelijk kan deze zorg in natura worden ingezet op voordracht van de school, na afstemming in het ondersteuningsteam van de school. Hiervoor is gekozen omdat bij EED in principe sprake is van enkelvoudige problematiek, waarbij het inschakelen van het Jeugd- en Gezinsteam als een onnodige extra schakel wordt gezien. Het is aan de gecontracteerde EED-zorgaanbieder om aan de hand van het “Protocol Dyslexie Diagnostiek & Behandeling” te bepalen of aan de criteria voor EED-zorg die de gemeente heeft gesteld wordt voldaan. Indien sprake is van meervoudige problematiek en/of bijkomende gezinsproblematiek, schakelt de zorgaanbieder – in overleg met de cliënt - het betreffende Jeugd- en Gezinsteam in. Na beëindiging van de EED-zorg informeert de zorgaanbieder – in overleg met de cliënt - het ondersteuningsteam van de school.

 

Artikel 8 Medezeggenschap

Artikel 21 lid 4 van de verordening noemt dat het college nadere regels stelt over het betrekken van burgers bij het beleid. In dit artikel wordt daar invulling aangegeven.

Elke gemeente heeft een inspraakverordening. Deze is ook van toepassing op de jeugdhulp. Dit is al in de verordening Jeugdhulp geregeld.

De verordening Jeugdhulp stelt dat het college aanvullend daarop nadere regels stelt over:

  • -

    participatie van cliënten en cliëntvertegenwoordigers bij beleidsvorming en advies over beleidsvoorstellen.

  • -

    periodiek overleg met ingezetenen.

Artikel 1 regelt dat de Wmo-adviesraad ook over jeugdhulp zaken kan adviseren. Voorheen was informatie en advies over opgroeien en opvoeden opgenomen in de Wmo. Dat is nu niet meer het geval. Daarom wordt dit nu expliciet opgenomen in de nadere regels. Er hoeven in deze nadere regels geen afspraken worden gemaakt over de werkwijze van de Wmo-adviesraad. Daarover bestaan al afspraken.

Artikel 2 beschrijft dat het college minimaal eenmaal per jaar klankbordbijeenkomsten organiseert. Deze bijeenkomsten worden in de krant en/of website bekend gemaakt. Zodat alle belanghebbenden hieraan kunnen deelnemen. Dit sluit overigens niet uit dat, het college ingezetenen die bekend zijn bij de gemeente ook persoonlijk uitnodigt.

Aangezien op dit moment dergelijk overleg in regionaal verband plaats vindt, kunnen deze bijeenkomsten samen met andere gemeenten worden georganiseerd. Hiermee wordt het mogelijk voldoende gesprekspartners te vinden. Het artikel legt dit echter niet dwingend op.

 

Artikel 9 Citeertitel

Deze nadere regels wordt aangehaald als: Nadere regels jeugdhulp Lisse 2016.

 

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2016.

Bijlage 1 Afwegingskader PGB Jeugd 2016

Tegen de achtergrond dat professionals van de jeugd en gezinsteams zelfstandig samen met de cliënt, een oordeel moeten vormen over te doen wat nodig is om het kind gezond en veilig op te laten groeien, te laten groeien naar zelfstandigheid en voldoende redzaam te zijn en maatschappelijk te participeren, rekening houdend met de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van het kind, wordt hier een afwegingskader geschetst als bijlage van de nadere regels.

Het afwegingskader heeft betrekking op verschillende kwesties die bij PGB’s aan de orde komen. Het gebruik van het afwegingskader door de professionals van het JGT is niet vrijblijvend.

Nr

Afweging

1.

een andere reguliere financiering is een uitsluitingsgrond voor pgb-financiering

2.

zorg in aanvullende verzekering is een uitsluitingsgrond.

3.

pgb is geen alternatieve vluchtroute bij bijvoorbeeld wachtlijstproblemen bij een ZiN-aanbieder

4.

pgb of  Zorg in Natura

5

budgethouder is bekwaam voor taken pgb

6.

pgb: niet voor gebruikelijke zorg, wel voor bovengebruikelijke zorg

7.

vrije tijd en vakantie: pgb voor bovengebruikelijke zorg in vrije tijd en vakantie kan onderdeel zijn van een pgb, mits het jeugdhulpdoelen dient

8.

respijtzorg kan belangrijk zijn om ouders te ontlasten en langdurige opnamen te voorkomen

9.

geen maximum aantal uren voor een pgb

10.

criteria voor kwaliteit van hulp vanuit eigen netwerk

11.

pgb’s voor 18+

12.

wees zorgvuldig bij de inzet van minderjarigen als zorgverlener

13.

hoe wordt het tarief van de zorgverlener bepaald?

14.

één pgb budget kan, maar controle hierop is beperkt (integraal budget, code 00)

 

 

Toelichting Afwegingskader pgb Jeugd 2016

1. Een andere reguliere financiering is een uitsluitingsgrond voor pgb-fianciering

Een pgb voor bijvoorbeeld het volgen van een cursus is geen onderdeel van de jeugdhulp. Zodra er sprake is van een voorliggende financieringsbasis (Wlz, Zvw) dient daarvan gebruik gemaakt te worden.

 

2. Zorg in aanvullende verzekering is een uitsluitingsgrond

Zorg die valt onder de aanvullende verzekering wordt uitgesloten van een pgb-financiering. Deze zorg heeft het Rijk niet overgeheveld naar de gemeenten. Als ouders kiezen om (eigen) risico te lopen, kan dit risico kan niet worden afgedekt door de Jeugdwet.

 

3. Pgb is geen alternatieve vluchtroute bij bijvoorbeeld wachtlijstproblemen bij een ZiN-aanbieder

Een pgb kan (onder voorwaarden) worden toegekend als de gecontracteerde jeugdhulp (ZiN) niet passend of beschikbaar is. Een wachtlijst bij een gecontracteerde aanbieder kan geen aanleiding zijn om een pgb toe te kennen.

Door de bezuinigingen in de komende jaren zullen er meer wachtlijsten ontstaan bij Zin aanbieders, omdat de schaarste moet worden verdeeld. Sommige instellingen zullen overgaan tot een cliëntenstop.

Gecontracteerde aanbieders hebben de plicht om actief mee te zoeken naar alternatieve inzet van hulp bij derden of door te schuiven met productvolumes binnen de eigen instelling. Voor uitzonderlijke noodsituaties is er een voorziening getroffen.

Medewerkers van het JGT kunnen de aanbieder, die een wachtlijst of cliëntenstop heeft, wijzen op hun plicht om zorg te bieden, dan wel actief mee te zoeken naar alternatieven. Indien dit tot onvoldoende resultaat leidt, kan de Tijdelijke werkorganisatie (TWO) van Holland Rijnland worden benaderd. Het is van belang dat TWO, voor een goede inkoop, zicht houden op de uitputting van de ingekochte hulp.

 

4. PGB of Zorg in Natura

De zorgvraag is leidend. Dus niet de vraag: een pgb of hulp via Zorg in Natura?

Kiest men vanwege de zorgvraag voor hulp die geboden wordt  door een gecontracteerde zorgaanbieder dan betekent dat de zorg bij voorkeur in Zorg in Natura wordt verleend, mits de beoogde budgethouder goed kan onderbouwen waarom een pgb meer geschikt is dan Zorg in Natura .

 

5. Budgethouder is bekwaam voor taken pgb

De professional beoordeelt of de beoogde budgethouder voldoende bekwaam is om de bijbehorende taken uit te voeren. Taken van een budgethouder zijn: kiezen van een zorgverlener, regelen van een zorgovereenkomst, de zorgovereenkomst aan de SVB versturen of digitaal uploaden, aansturen van de zorgverlener, voortgang van de hulp bewaken, kwaliteit van zorg bewaken, facturen en declaraties afhandelen. Op de website van Per Saldo is een test beschikbaar voor potentiele budgethouders om te testen of een pgb wat voor hen is, zie www.pgb-test.nl/.

Het antwoord op de vraag of een budgethouder met schulden een pgb kan aanvragen verschilt per gemeente. Mensen kunnen in de schulden raken door oorzaken die niet samenhangen met de vraag of zij wel of geen pgb kunnen beheren. Denk aan een scheiding. Met het trekkingsrecht is er geen risico meer dat geld voor zorg door schuldeisers wordt opgeëist, omdat het geld niet op de eigen rekening wordt overgemaakt. Wel kan na betaling van facturen pgb aan de zorgverlener, beslag worden gelegd op deze gelden van de zorgverlener. Net zoals er op loon uit werk beslag gelegd kan worden.

Indien de budgethouder ook zorgverlener is, is het belangrijk om te waken voor belangenverstrengeling.

 

6. Pgb: niet voor gebruikelijke zorg, wel voor bovengebruikelijke zorg

Jeugdhulp is niet bedoeld om gebruikelijke zorg van ouders over te nemen. Hieronder volgt een richtlijn voor het bepalen van gebruikelijke en bovengebruikelijke zorg en is het kader waarop het professionele oordeel over met name het aantal uren “begeleiding individueel en persoonlijke verzorging” gebaseerd moet worden. Het uitgangspunt van de richtlijn is de zorg die ouders volgens heersende maatschappelijke opvattingen moeten kunnen bieden aan hun kinderen zonder beperkingen.

 

Gebruikelijke Zorg

Gebruikelijke zorg is de dagelijkse zorg die ouders aan kinderen geacht worden te bieden, ook als de ouder de gebruikelijke zorg vanwege eigen aandoening, beperking, stoornis of handicap niet kan bieden. Gebruikelijke zorg omvat:

  • het door ouders aan kinderen bieden van een woonomgeving waarin hun fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en hen een passend pedagogisch klimaat wordt geboden en hen zorg in de zin van verzorging, begeleiding en stimulans wordt geboden nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Gebruikelijke zorg bij kinderen kan ook zorg omvatten die niet standaard bij alle kinderen voorkomt. Het gaat dan om zorg die gebruikelijke zorg vervangt zoals sondevoeding in plaats van eten, of om zorg die in samenhang met reguliere zorg kan worden geboden zoals het geven van medicijnen.

  • 24 uur per dag zorg in de nabijheid. Hiermee wordt bedoeld dat zorg en toezicht gedurende het gehele etmaal in de nabijheid nodig is zonder dat daarbij permanente actieve observatie nodig is. Het gaat hier om een vorm van beschikbaarheid van zorg die voor een groot deel bestaat uit meer passief toezicht. De zorg is wel nodig op zowel geplande als ongeplande momenten, en ook voortdurend in de nabijheid. Dit is gebruikelijke zorg omdat ook een kind met een normaal ontwikkelingsprofiel tot een bepaalde leeftijd [1] niet zelf de noodzaak van zijn behoefte aan de inzet van zorg kan inschatten, of [2] niet zelf in staat is om op relevante momenten adequaat hulp in te roepen om ernstig nadeel te voorkomen, of [3] ook vaak op ongeplande momenten zorg in de zin van begeleiding of overname van zelfzorg nodig heeft.

 

Gebruikelijke zorg omvat niet:

  • permanent toezicht’ in de zin van onafgebroken toezicht en actieve observatie gedurende het gehele etmaal, waardoor tijdig kan worden ingegrepen. Het gaat om toezicht dat geboden moet worden op basis van actieve observatie die als doel heeft dreigende ontsporing in het gedrag of de gezondheidssituatie van de verzekerde vroegtijdig te signaleren, waardoor altijd tijdig ingegrepen kan worden en escalatie van onveilige, gevaarlijke, (levens)bedreigende gezondheids- en/of gedragssituaties voor het kind kan worden voorkómenExterne link. Bij kinderen die een behoefte hebben aan permanent toezicht kan elk moment iets (ernstig) mis gaan.

 

 

Kinderen van 0 tot 3 jaar

  • hebben 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig, omdat zij niet in staat zijn om op relevante momenten hulp in te roepen om ernstig nadeel voor henzelf te voorkomen;

  • hebben voortdurend, dat wil zeggen op geplande èn ongeplande momenten overname van zelfzorg nodig;

  • hebben een woonomgeving nodig waarin hun fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd, een passend pedagogisch klimaat wordt geboden en hen zorg in de zin van verzorging, begeleiding en stimulans wordt geboden nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid.

 

Kinderen van 3 tot 5 jaar

  • hebben overdag zorg in de nabijheid nodig, omdat zij niet in staat zijn om op relevante momenten hulp in te roepen om ernstig nadeel voor henzelf te voorkomen;

  • hebben overdag voortdurend begeleiding en overname van zelfzorg nodig,

  • hebben ’s nachts soms nog begeleiding en overname van zelfzorg nodig;

  • hebben een woonomgeving nodig waarin hun fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd, een passend pedagogisch klimaat wordt geboden en hen zorg in de zin van verzorging, begeleiding en stimulans wordt geboden nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid.

NB: deze zorg voor kinderen van 3 tot 5 jaar is geen gebruikelijke zorg als is vastgesteld dat het gaat om een kind met ernstige meervoudig complexe handicaps waaronder een verstandelijke handicap en een blijvend zeer laag ontwikkelingsperspectief.

 

Kinderen van 5 tot 8 jaar

  • hebben tot 8 jaar overdag zorg in de nabijheid nodig omdat zij niet in staat zijn om op relevante momenten hulp in te roepen om ernstig nadeel voor henzelf te voorkomen;

  • hebben tot 8 jaar overdag nog voortdurend begeleiding nodig;

  • hebben tot 8 jaar overdag op geplande en soms op ongeplande momenten hulp bij of overname van zelfzorg nodig;

  • hebben een woonomgeving nodig waarin hun fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd, een passend pedagogisch klimaat wordt geboden en hen zorg in de zin van verzorging, begeleiding en stimulans wordt geboden nodig bij de ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid.

 

Kinderen vanaf 8 tot 18 jaar

  • hebben vanaf 8 jaar geen zorg in de nabijheid nodig omdat zij in staat zijn om op relevante momenten hulp in te roepen om ernstig nadeel voor henzelf te voorkomen;

  • hebben tot 18 jaar een woonomgeving nodig waarin hun fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd, een passend pedagogisch klimaat wordt geboden en hen zorg in de zin van verzorging, begeleiding en stimulans wordt geboden nodig en passend bij hun ontwikkeling naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid.

 

7. Vrije tijd en vakantie: pgb voor bovengebruikelijke zorg in vrije tijd en vakantie kan onderdeel zijn van een pgb, mits het jeugdhulpdoelen dient

In het gezinsplan kunnen jeugdhulpdoelen staan, die te maken hebben met de vrijetijdsbesteding van het kind. Activiteiten die overeenkomen met vormen van vrije tijdsbesteding (zoals paardrijden, roofvogelclub, boksen, scouting, zwemles e.d. ) kunnen ook jeugdhulpdoelen dienen zoals het reguleren van emoties, het vergroten van zelfvertrouwen en het doorbreken van isolement. Ook hier dient de afweging te worden gemaakt wat gebruikelijk is en wat in het kader van het gezinsplan een noodzakelijk boven gebruikelijke zorg is.

De normale contributie (lidmaatschap) of activiteitkosten zijn niet uit jeugdhulpmiddelen te bekostigen; de boven gebruikelijke zorg die aan deelname gekoppeld is wel. Bij het normaliseren van de hulp betekent dat de basiskosten van vrije tijdsbesteding voor rekening van de ouders komt.

 

Vakantie is een bijzondere vorm van vrije tijdsbesteding. Tijdens de vakantie bevat gebruikelijke zorg dat ouders er immers simpelweg voor de kinderen zijn en voor elkaar. Begeleiding vanuit eigen netwerk moet feitelijk extra oppas / begeleiding inhouden en niet de inzet van een ouder. In een vakantieperiode kan er, indien mogelijk, minder ingezet  worden op jeugdzorgdoelen. Het aantal uren dat per week aan begeleiding door derden wordt ingezet, kan ook in de vakantie worden voortgezet

 

8. Respijtzorg kan belangrijk zijn om ouders te ontlasten en langdurige opnamen te voorkomen

Respijtzorg biedt ouders de mogelijkheid hun zorgtaken voor hun kind tijdelijk aan een ander over te dragen. Hierdoor kunnen zij af en toe vrijaf nemen van de zorg voor hun kind en kunnen zij de zorg voor hun kind beter volhouden. Respijtzorg is een belangrijk middel om overbelasting van ouders te voorkomen. Respijtzorg kan aangevraagd worden d.m.v. een pgb.

 

9. Geen maximum aantal uren voor een pgb

Ouders zijn in de eerste plaats verantwoordelijk voor hun kind. Van ouders wordt inzet gevraagd op ten minste gebruikelijke zorg. Aan de hand van de richtlijn voor gebruikelijke zorg, kan het aantal uren begeleiding –in alle redelijkheid- vastgesteld worden. Het aantal uren pgb is afhankelijk van de situatie en het professionele oordeel gebaseerd op wat nodig is voor de jeugdige en/of ouders. Daarom wordt is er geen maximaal aantal uren gesteld aan een pgb.

 

Bij kortdurend verblijf kan afhankelijk van de problematiek van de jeugdige dagactiviteiten en/of individuele begeleiding worden geïndiceerd. Hieronder volgt een toelichting:

 

Een pgb wordt opgebouwd uit een aantal (mogelijke) onderdelen:

  • 1.

    Het aantal etmalen logeren. Dit onderdeel komt altijd voor. Het aantal wordt bepaald door het aantal etmalen (24 uur) af te ronden. Een logeerweekend bestaat meestal uit twee etmalen.

  • 2.

    Daaraan wordt een aantal dagdelen en/of uren begeleiding toegevoegd. De hulpvraag van de cliënt bepaalt welke begeleiding (groep of individueel, professioneel of specialistisch) en hoeveel begeleiding nodig is. Één dag bestaat uit drie dagdelen: ochtend, middag en avond. De som van alle begeleiding samen kan per dag niet meer kan zijn dan drie dagdelen.

  • 3.

    In een enkel geval kan er daarnaast nog een paar uur verzorging worden toegevoegd. Dit is alleen het geval als het kind duidelijk meer behoefte heeft aan persoonlijke verzorging dan in een groep kan worden gegeven.

 

Voorbeeld 1: Logeerweekend van 2 dagen vrijdag 17 uur tot zondag 19 uur voor een kind van 14 jaar met beperkte behoefte aan begeleiding.

 

Toelichting:

het kind heeft niet veel begeleiding nodig dus, begeleiding groep professioneel (groep groter dan 5 pers) is voldoende.

De rekensom:

 

 

 

 

aantal eenheden

kosten per eenheid

subtotaal

Onderdeel logeren aantal etmalen

2

 € 101,00

 € 202,00

Onderdeel begeleiding

 

 

 

Dagdelen Begeleiding groep professioneel

6

 € 42,00

 € 252,00

Dagdelen Begeleiding groep specialistisch

0

 € 52,00

 € -

Uren Individuele begeleiding professioneel

0

 € 34,00

 € -

Uren Individuele begeleiding specialistisch

0

 € 51,00

 € -

Onderdeel verzorging

 

 

 

verzorging professioneel

0

 € 26,00

 € -

verzorging specialistisch

0

 € 37,00

 € -

Totaal PGB

 

 

 € 454,00

 

Voorbeeld 2: Logeerweekend van zaterdag 9 uur tot zondag 17 uur voor een kind dat permanent toezicht nodig heeft, aansturing op gedrag en veel hulp bij persoonlijke verzorging.

 

Toelichting:

het kind heeft veel begeleiding nodig, daarom 4 dagdelen begeleiding specialistisch (groep kleiner dan 5 pers) en 4 uur begeleiding individueel professioneel. In totaal 5 dagdelen.

De rekensom:

 

aantal eenheden

kosten per eenheid

subtotaal

Onderdeel logeren aantal etmalen

2

 € 101,00

 € 202,00

Onderdeel begeleiding

 

 

 

Dagdelen Begeleiding groep professioneel

0

 € 42,00

 € -

Dagdelen Begeleiding groep specialistisch

4

 € 52,00

 € 208,00

Uren Individuele begeleiding professioneel

4

 € 34,00

 € 136,00

Uren Individuele begeleiding specialistisch

0

 € 51,00

 € -

Onderdeel verzorging

 

 

 

verzorging professioneel

2

 € 26,00

 € 52,00

verzorging specialistisch

0

 € 37,00

 € -

Totaal PGB

 

 

 € 598,00

 

10. Criteria voor kwaliteit van hulp vanuit eigen netwerk

De inzet van het eigen netwerk is op zich een goede aangelegenheid. Deze inzet komt immers voort uit de eigen kracht van mensen. Er worden geen formele kwaliteitseisen gesteld aan deze vorm van hulp. De budgethouder is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg.

In de nadere regels staat het uitgangspunt dat begeleiding passend, adequaat en veilig moet zijn. Dat wordt voorafgaand getoetst. De beoogde zorgverlener heeft zich voldoende op de hoogte gesteld van de rechten en plichten als zorgverlener. De beoogde persoon die vanuit het netwerk jeugdhulp wil gaan bieden, moet zich bewust zijn van de verantwoordelijkheid die hij, mogelijk langdurig, op zich neemt Vragen zijn: Hoe gaat het als de zorgverlener ziek is of op vakantie gaat? Hoe scheidt de budgethouder zakelijke afspraken van onderlinge familieverhoudingen? Hoe zeg je nee tegen een familielid? Door het pgb verandert de zorgrelatie van een puur persoonlijke relatie naar een meer zakelijke relatie. Beide partijen accepteren de rollen van opdrachtgever en opdrachtnemer en zijn zich bewust dat de relatie verandert.

In situaties waarbij sprake is van onvoldoende opvoedvaardigheden of bij (dreigende) overbelasting van de beoogde zorgverlener, kan de betreffende persoon niet worden ingezet als zorgverlener.

 

11. Pgb 18+

JGT’s geven pgb beschikkingen af tot het 18e jaar. Soms is het wenselijk dat ondersteuning nog even doorloopt. Met andere woorden: de ondersteuningsvraag is nog aanwezig als iemand 18 wordt. De begeleiding kan dan doorlopen. Wel moet het jeugd-pgb worden omgezet naar een pgb voor volwassenen. Inhoudelijke afweging, betrokken partijen zijn hiervoor leidend. Afspraken naar overgang volwassen ondersteuning kunnen worden gemaakt. Afstemming tussen de cliënt, het Sociaal (Wijk)team (SWT) en JGT is dan ook van belang. Er zijn qua benadering cliënt drie mogelijkheden als de jongere 18 wordt:

  • 1.

    Ouders / jong volwassene nemen contact op, omdat na het 18e jaar het budget afloopt en ze dat niet wenselijk vinden.

  • 2.

    De zorg is al bekend is bij het JGT, en JGT neemt contact op met de jongere/de ouders, samen en/of afgestemd met het betrokken SWT.

  • 3.

    Indien het een nieuwe zorgvraag betreft, pakt het S(W)T de vraag op.

 

12. Wees zorgvuldig bij de inzet van minderjarigen als zorgverlener

Bij de inzet van minderjarigen uit het eigen netwerk (broer en zus) is extra zorgvuldigheid nodig, omdat de wet-en regelgeving over arbeid voor minderjarigen strenger is èn gewaakt moet worden voor de ontwikkeling van de beoogde minderjarige zorgverlener. De ontwikkeling van een minderjarige door deelname aan vrije tijdsvoorzieningen en kleine bijbaantjes moet niet in het gedrang komen door de inzet in eigen kring. Ga er daarom terughoudend en zorgvuldig mee om.

 

13. Hoe wordt het tarief van de zorgverlener bepaald?

 

Jeugdhulp

Professional

 

Specialist

 

 

Professional is een MBO/HBO opgeleid persoon met algemene deskundigheid en brede kennis van jeugdhulp.

Specialist is een HBO/WO opgeleid persoon met een specifieke deskundigheid en diepgaande kennis op een beperkt terrein op het gebied van jeugdhulp.

 

Bij de afweging tussen basis en specialistische begeleiding is de aard van de benodigde jeugdhulp (wat de jeugdige en/of ouder(s) nodig heeft/hebben) bepalend.

Individuele begeleiding

34,- per uur

De begeleiding die het kind en/of de ouder(s) nodig heeft, kan worden geboden vanuit een algemene deskundigheid op het gebied van jeugdhulp.

Begeleiding is hulp aan het kind in het dagelijks leven om zo zelfstandig mogelijk te (leren) leven. De begeleiding is veelal gericht op ondersteuning, ontlasting of het ondernemen van activiteiten, het aanleren van nieuwe vaardigheden en het leren omgaan met de stoornis of handicap.

51,- per uur

De begeleiding/behandeling die het kind en/of de ouder(s) nodig heeft, vereist het inzetten van specifieke interventies en/of programmatische/methodische aanpak, vanuit een specialistische deskundigheid.

Behandeling van psychische problemen en stoornissen.

Begeleiden van kinderen met gedrags- en/of sociaal emotionele problemen, anders (meer) dan bij professioneel basis. Begeleiden van kinderen met psychiatrische problemen, anders of meer dan professioneel basis.

Kwesties rondom opvoeden kind, ouders, leerkrachten, iedereen die betrokken is bij het kind begeleiden en ondersteunen

Dagactiviteiten begeleiding groep

42,- per dagdeel

Zorg geboden door professional en groepsgrootte is vijf personen of meer.

52,- per dagdeel

Zorg geboden door specialist en groepsgrootte is kleiner dan vijf personen vanwege de aanwezige problematiek.

Dagactiviteiten met vervoer

47,- per dagdeel

Zorg geboden door professional en groepsgrootte is of kan meer dan vijf personen zijn.

57,- per dagdeel

Zorg geboden door specialist en groepsgrootte is kleiner dan vijf personen vanwege de aanwezige problematiek.

Persoonlijke verzorging

26,- per uur

Persoonlijke verzorging is lichaamsgebonden zorg, zoals hulp bij: opstaan, douchen, aankleden, toiletgang, tandenpoetsen.

37,- per uur

Persoonlijke verzorging van kinderen die vanwege de aanwezige problematiek specialistische begeleiding nodig hebben.

 

Jeugdhulp geboden uit het sociaal netwerk komt niet in aanmerking voor het tarief van een professional of een specialist, uitgezonderd de gevallen waarbij een professional of specialist nodig is voor de jeugdige en de beoogde zorgverlener uit het sociaal netwerk van de jeugdige en/of ouders komt. De voorwaarden aan de inzet van het sociale netwerk, zoals beschreven in artikel 3 lid, spelen dan geen rol bij de levering van de jeugdhulp.

 

De tarieven in de nadere regels zijn maximale tarieven en geen normtarieven. De budgethouder en de zorgverlener komen met elkaar een tarief overeen. Wanneer het overeengekomen tarief hoger is, zal de budgethouder moeten aanvullen. Indien het tarief van de zorgverlener lager ligt dan het maximale tarief, wordt wèl voor het maximale tarief beschikt, ervan uitgaande dat de budgethouder niet meer dan het aantal beschikte uren afneemt.

 

Voorbeeld

 

Het JGT besluit 4 uur per week individuele begeleiding professioneel in te zetten voor een jaar.

Het maximale tarief is €34,-. Het JGT beschikt 4*34*52= €7.072,-.

Dat bedrag wordt ook doorgegeven aan de SVB.

 

Indien het tarief van de zorgverlener € 27,- is, dan declareert de budgethouder maximaal 4*27* 52= €5.616,-. Het verschil tussen €7.072 - €5.616 = 1456,- stort de SVB na afloop van de beschikte periode terug naar de gemeente.

 

 

14. Eèn pgb budget kan, maar controle hierop is beperkt (integraal budget, code 00)

De SVB maakt een onderscheid per hulpvormen en legt per hulpvorm het budget vast. Deze budgetten niet onderling uitwisselbaar.

In sommige gevallen kan het wenselijk zijn dat de budgetten wèl uitwisselbaar zijn. Bijvoorbeeld als de zorgvraag fluctueert. Met code 00 is het mogelijk om bij de SVB een integraal budget te registreren.

 

Het nadeel van een integraal budget is dat de controle mogelijkheden beperkt zijn. Daarom zal een afweging moeten worden gemaakt of een noodzakelijke controle op de toepassing de flexibele inzet rechtvaardigt.