De raad van de gemeente Someren;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d. 10 november
2015;
overwegende dat sinds de Algemene subsidieverordening Someren 2009 die
op 1 januari 2009 in werking is getreden zich een aantal ontwikkelingen
hebben voorgedaan waardoor aanpassing gewenst is;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet
bestuursrecht
b e s l u i t :
vast te stellen de Algemene subsidieverordening Someren 2016;
in te trekken de Algemene subsidieverordening Someren 2009
Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente
Someren,
de raadsgriffier,
J.Laurens Janse-Oostdijk
de voorzitter,
A.P.M. Veltman
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
- 1.
- 2.
- 3.
subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de wet, inhoudende de aanspraak op
financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog
op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling
voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten;
- 4.
subsidieverlening: de beschikking waarbij de aanspraak op subsidie
ontstaat mits aan alle daarbij behorende verplichtingen wordt
voldaan;
- 5.
subsidievaststelling: de beschikking waarbij het bedrag van de
subsidie wordt vastgesteld en waarbij een aanspraak op betaling
ontstaat;
- 6.
gemeente: de gemeente Someren;
- 7.
het college: het college van burgemeester en wethouders van de
gemeente Someren:
- 8.
de raad: de raad van de gemeente Someren.
Artikel 2. Reikwijdte
- 1.
Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies
door het college op de volgende beleidsterreinen, met uitzondering
van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende
regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de wet (subsidies
waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is):
- a.
welzijn, waaronder sociaal cultureel werk, opbouwwerk,
ouderenwerk en jeugd- en jongerenwerk;
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
- g.
- h.
bouwen, wonen en monumenten;
- i.
- j.
openbare orde en veiligheid;
- k.
- 2.
Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig
is kan het college bepalen dat deze verordening geheel of
gedeeltelijk van toepassing is.
Artikel 3. Subsidieregelingen
Het college stelt bij nadere regeling (hierna te noemen:
subsidieregeling) vast welke activiteiten in aanmerking kunnen komen
voor subsidie. Voor zover van toepassing, wordt hierin tevens bepaald
welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie
wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.
Artikel 4. Subsidieplafond
- 1.
De raad stelt in de gemeentebegroting de budgetten vast die maximaal
voor subsidiëring beschikbaar zijn (subsidieplafond).
- 2.
In dat geval bepaald het college bij subsidieregeling de wijze van
verdeling van de betrokken subsidie.
- 3.
De raad kan een subsidieplafond verlagen:
- a.
als het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het
betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; of
- b.
als de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond
betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de
begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of
goedgekeurd.
- 4.
Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd
overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van
verlaging.
- 5.
Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld
of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende
middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de
verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.
Artikel 5. Aanvraag subsidieverlening
- 1.
Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het
college met gebruikmaking van een aanvraagformulier.
- 2.
Bij de aanvraag legt de aanvrager de volgende gegevens over:
- a.
een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie
wordt aangevraagd;
- b.
de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden
nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;
- c.
een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van
deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij
anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve
van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van
zaken daarvan;
- 3.
Een rechtspersoon die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, voegt
een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, alsmede van het
jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar
toe aan de aanvraag.
- 4.
Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden
afgeweken.
Artikel 6. Aanvraagtermijn subsidieverlening
- 1.
Een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt,
wordt ingediend uiterlijk 1 mei voorafgaand aan het jaar waarop de
aanvraag betrekking heeft.
- 2.
Andere aanvragen om subsidie worden ingediend 8 weken voordat de
aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de
subsidie wordt aangevraagd.
- 3.
Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.
Artikel 7. Beslistermijn subsidieverlening
- 1.
Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in
artikel 6, eerste lid, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin
de aanvraag is ingediend.
- 2.
Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in
artikel 6 tweede lid, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is
ingediend.
- 3.
Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.
Artikel 8. Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden
- 1.
- 2.
Onverminderd het vorige lid kan het college de subsidie verder in
ieder geval weigeren:
- a.
als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in
overwegende mate gericht zijn op de gemeente Someren of haar
ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de
gemeente Someren of haar ingezetenen;
- b.
als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om
voor subsidie in aanmerking te komen;
- c.
als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een
wettelijk voorschrift;
- d.
in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde
gevallen.
Artikel 9. Verantwoording
Voor zover dit niet is bepaald bij subsidieregeling, wordt bij de
verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidie-ontvanger de
besteding van de subsidie dient te verantwoorden.
Artikel 10. Algemene verplichtingen van subsidie-ontvanger
- 1.
Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de
subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of
dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden
verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidie-ontvanger dat
onverwijld aan het college.
- 2.
Een subsidie-ontvanger informeert het college onverwijld
schriftelijk over:
- a.
beslissingen of procedures die zijn gericht op de
beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is
verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde
rechtspersoon;
- b.
relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische
verhouding met derden;
- c.
ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de
subsidie verbonden verplichtingen niet of niet geheel zullen
kunnen worden nagekomen;
- d.
wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van
de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de
bestuurder of bestuurders en het doel van de
rechtspersoon.
- 3.
De administratie dient zodanig ingericht te zijn en te worden
bijgehouden, dat zij te allen tijde een getrouw en inzichtelijk
beeld geeft van de activiteiten en de financiële positie en een
goede basis biedt om vast te stellen of wordt voldaan aan de
subsidievoorwaarden en om de subsidie te kunnen berekenen.
Artikel 11. Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen
- 1.
Aan een beschikking tot subsidieverlening kunnen verplichtingen
worden verbonden met betrekking tot het beheer en gebruik van
hetgeen met de subsidie tot stand is gebracht.
- 2.
Bij subsidies, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in
beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het
tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan
verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en
inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar
verlangd.
Artikel 12. Aanvraag subsidieverstrekking
- 1.
De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van een financieel verslag
en een activiteitenverslag. Het activiteitenverslag beschrijft de
aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend en
bevat een vergelijking tussen de nagestreefde en gerealiseerde
doelstellingen en een toelichting op de verschillen.
- 2.
Indien de aanvraag een subsidie betreft voor een instelling die
verplicht is tot het opstellen van een jaarrekening als bedoeld in
artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek, of indien dit bij de subsidieverlening is
bepaald, legt de subsidieontvanger in plaats van het financiële
verslag de jaarrekening over, voorzien van een accountantsonderzoek
en -verklaring als bedoeld in
artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek. In het geval bij de subsidieverlening is
bepaald dat het accountantsonderzoek zich mede moet uitstrekken over
de naleving van aan de subsidie verbonden verplichtingen, gaat het
financiële verslag tevens vergezeld van een schriftelijke verklaring
van de accountant over de naleving van de aan de subsidie verbonden
verplichtingen.
- 3.
Indien de instelling haar inkomsten geheel of grotendeels ontleent
aan de subsidie omvat het financiële verslag de balans en de
exploitatierekening met de toelichting.
- 4.
Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden
afgeweken.
Artikel 13. Aanvraagtermijn subsidieverstrekking
- 1.
Een aanvraag tot het vaststellen van een subsidie die per
kalenderjaar wordt verstrekt, wordt ingediend uiterlijk 1 mei van
het jaar volgend op dat waarin de activiteit is uitgevoerd.
- 2.
Andere aanvragen tot het vaststellen van een subsidie worden
ingediend 8 weken na afloop van de activiteit waarvoor subsidie is
verleend.
- 3.
Indien de aanvrager niet voor de in het eerste lid genoemde termijn
een aanvraag kan indienen, kan hij uiterlijk vier weken vóór 1 mei
verzoek om uitstel indienen bij het college.
- 4.
Het college bepaalt uiterlijk binnen twee weken na ontvangst van het
verzoek om uitstel een nieuwe datum waarop de aanvraag dient te zijn
ingediend.
- 5.
Het college kan vrijstelling verlenen van één of meer van
bovenstaande verplichtingen.
Artikel 14. Beslistermijn subsidieverstrekking
- 1.
Het college beslist op een aanvraag om een subsidie vast te stellen
als bedoeld in artikel 13, eerste lid, uiterlijk op 1 oktober van
het jaar volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verleend.
- 2.
Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in
artikel 13 tweede lid, binnen 8 weken nadat de volledige aanvraag is
ingediend.
- 3.
Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.
Artikel 15. Directe subsidieverstrekking
Bij subsidieregeling kunnen categorieën subsidieontvangers worden
aangewezen waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat een
aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.
Artikel 16. Uitbetaling
Binnen acht weken na dagtekening van het besluit tot vaststelling van de
subsidie, wordt het subsidiebedrag betaald, tenzij verrekening
plaatsvindt.
Artikel 17. Bevoorschotting
- 1.
Het college kan aan de subsidieontvanger bij het besluit tot
verlening een voorschot verlenen. Daarbij wordt de hoogte van het
bedrag vermeld en wordt aangegeven wanneer en op welke wijze dit
bedrag wordt betaald.
- 2.
Voorschotten als bedoeld in het eerste lid bedragen maximaal 95% van
de toegekende subsidie en worden verrekend bij de vaststelling van
de subsidie.
Artikel 18. Terugvordering
Artikel 4:41 van de wet is van toepassing op eventuele
vermogensvorming. De hoogte van de terug te betalen vergoeding wordt
vastgesteld na overleg met de subsidieontvanger.
Artikel 19. Egalisatiereserve
- 1.
Het college kan bij de subsidieverlening toestaan dat ten laste van
de exploitatierekening een egalisatiereserve wordt gevormd.
- 2.
Het verschil tussen de vastgestelde subsidie en de werkelijke kosten
van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend komt ten gunste
onderscheidenlijk ten laste van de egalisatiereserve.
- 3.
De van de egalisatiereserve genoten rente wordt aan de
egalisatiereserve toegevoegd.
- 4.
- 5.
Bij subsidieregeling kunnen andere voorwaarden worden gesteld.
Artikel 20. Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende
van het bepaalde in deze verordening afwijken, indien toepassing van de
verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 21. Overgangsbepaling
- 1.
Ingediende subsidieaanvragen worden afgehandeld volgens de van
kracht zijnde verordening.
- 2.
Uitvoeringsregelingen van de 'Algemene subsidieverordening Someren
2009', zoals beleidsregels, blijven na de inwerkingtreding van deze
verordening van kracht totdat deze zijn vervangen.
Artikel 22. Citeertitel en inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening kan worden aangehaald als: 'Algemene
subsidieverordening Someren 2016'.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.
- 3.