Organisatie | Rozendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Rozendaal 2016 |
Citeertitel | Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Rozendaal 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-01-2016 | 01-01-2016 | 15-08-2019 | nieuwe regeling | 22-12-2015 Gemeenteblad 2016-01 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Alle begrippen die in dit Financieel besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wetten, de Verordeningen, de beleidsregels, het landelijk Besluit maatschappelijke ondersteuning, het landelijk Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Algemene Wet bestuursrecht (Awb).
Hoofdstuk 2 Persoonsgebonden budget (PGB)
Artikel 6 Hoogte PGB voor beroepsgekwalificeerde dienstverlening
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor beroepsgekwalificeerde dienstverlening wordt afgestemd op ten hoogste 85% van het laagste tarief, per uur of per resultaat, voor dienstverlening in natura door een daartoe opgeleide beroepskracht werkzaam bij een instelling waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten.
wordt voor 2016 vastgesteld volgens tabel 1.
3.Als de hulpvrager de kosten van beroepsgekwalificeerde dienstverlening, die uitstijgen boven 85% van de kostprijs van de maatwerkvoorziening, zoals bedoeld in lid 1, zelf kan en wil betalen, verstrekt het college een PGB ter grootte van 85% van de kostprijs van de goedkoopst adequate voorziening.
Artikel 7 Hoogte PGB voor niet formeel beroepsgekwalificeerde dienstverlening
1.De hoogte van het persoonsgebonden budget voor niet formeel beroepsgekwalificeerde dienstverlening wordt afgestemd op 100% van het bruto wettelijk minimumloon, met een opslag van 20%.
De opslag van 20% boven op het bruto wettelijk minimumloon is bedoeld als vergoeding voor reiskosten, administratie en het gebruik van hygiënische kleding en praktische hulpmiddelen.
2.Het PGB-tarief voor niet formeel beroepsgekwalificeerde dienstverlening wordt voor 2016 vastgesteld op € 12,00 per uur.
Artikel 8 Hoogte PGB voor een zaak
In situaties zoals bedoeld in het voorgaande lid, dient het bedrag van het persoonsgebonden budget vervolgens naar rato te worden terugbetaald, dan wel dient de met het persoonsgebonden budget aangeschafte zaak in eigendom aan de gemeente Rozendaal te worden overgedragen tegen vergoeding van de restwaarde.
In de hoofdstukken 4 tot en met 7 van dit financieel besluit worden nadere regels bepaald met betrekking tot de bepaling van de hoogte van een PGB voor enkele specifieke zaken. In hoofdstuk 4 betreft het nadere regels voor bouwkundige en woontechnische woonvoorzieningen. In hoofdstuk 5 nadere regels voor het verplaatsen in en rond de woning. In hoofdstuk 6 nadere regels voor het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. In hoofdstuk 7 nadere regels voor voorzieningen voor het hebben van contacten met medemensen en voor deelname aan recreatieve en maatschappelijke activiteiten.
Hoofdstuk 3 Financiële tegemoetkoming
Artikel 9 Hoogte Financiële tegemoetkoming
In de hoofdstukken 4 tot en met 7 van dit financieel besluit worden nadere regels bepaald voor de bepaling van de hoogte van een financiële tegemoetkoming voor enkele specifieke zaken. In hoofdstuk 4 betreft het nadere regels voor bouwkundige en woontechnische woonvoorzieningen. In hoofdstuk 5 nadere regels voor het verplaatsen in en rond de woning. In hoofdstuk 6 nadere regels voor het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. In hoofdstuk 7 nadere regels voor voorzieningen voor het hebben van contacten met medemensen en voor deelname aan recreatieve en maatschappelijke activiteiten.
Artikel 10 Bouwkundige en woontechnische woonvoorzieningen
De kosten van een woonvoorziening als bedoeld in het vorige lid kunnen omvatten:
het honorarium van architect of constructeur tot ten hoogste 10% van de aanneemsom inclusief BTW met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in SR 1988 van de BNA. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld en indien de aanpaskosten meer bedragen dan € 1500, - worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpende woningaanpassingen;
renteverlies, in verband met het verrichten van noodzakelijke betalingen aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen. Voor het bepalen van dit bedrag wordt uitgegaan van het rentepercentage dat gold op het moment van de financieringsaanvraag;
Artikel 11 Anti-speculatieregeling bij aanpassing eigendomswoning
Voor de vaststelling van de waarde van de onroerende zaak, na de in lid 1 bedoelde aanpassing, wordt door het college uitgegaan van de waarde die gehanteerd wordt voor de vaststelling van de onroerend zaaksbelasting en die van toepassing is op het moment dat de aan- en/of verbouw gereed is, vermeerderd met de omvang van de kosten van de aan- en/of verbouw.
in alle bovenbedoelde gevallen verminderd met de eigen bijdrage dan wel het eigen aandeel dat voor rekening van de aanvrager is gebleven.
6.Indien de verkoopprijs lager is dan de waarde ten tijde van het voltooien van de aanpassing, wordt bij de vaststelling van het terug te betalen bedrag met die lagere opbrengst rekening gehouden. In dat geval wordt het terug te betalen bedrag evenredig verminderd.
Artikel 13 Overige tegemoetkomingen
De hoogte van het persoonsgebonden budget dan wel de financiële tegemoetkoming voor onderhoud, keuring en reparatie van door de gemeente Rozendaal, in het kader van de Verordening maatschappelijke ondersteuning of de daaraan voorafgaande verordeningen, verstrekte liftsystemen en elektrische apparatuur wordt vastgesteld op het bedrag:
De hoogte van het persoonsgebonden budget dan wel de financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting voor het tijdelijk betrekken van een zelfstandige woonruimte of het langer moeten aanhouden van te verlaten woonruimte, wordt bepaald op het bedrag van de werkelijk gemaakte kosten met als maximum de geldende maximale maandhuur om in aanmerking te komen voor huurtoeslag.
In afwijking van het gestelde in het vorige lid bedraagt de hoogte van het persoonsgebonden budget dan wel de financiële tegemoetkoming, in de kosten van tijdelijke huisvesting voor tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte of het langer moeten aanhouden van te verlaten niet-zelfstandige woonruimte, de werkelijke huurlasten met een maximum van € 230,- per maand.
Een persoonsgebonden budget dan wel een financiële tegemoetkoming in de kosten van woningsanering wordt alleen verstrekt in gevallen waarin de te vervangen stoffering nog niet is afgeschreven.
a.Bij de vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget dan wel de financiële tegemoetkoming als bedoeld onder b wordt, op basis van een afschrijvingstermijn van 8 jaar, rekening gehouden met de reeds verlopen afschrijvingsperiode. Op basis van deze afschrijvingstermijn bedraagt de hoogte van het persoonsgebonden budget dan wel de tegemoetkoming een percentage van de onder b. genoemde normbedragen, afhankelijk van de afschrijvingsperiode. De afschrijvingspercentages zijn:
25% indien het te vervangen artikel tussen de zes en acht jaar oud is.
b.Als normbedragen worden gehanteerd € 53,- per strekkende meter voor zeil of linoleum (uitgaande van een gemiddelde lengte van een rol van 4 meter), inclusief egalisatiekosten en € 15,- per meter voor rolgordijnen of een ander soort gladde gordijnen.
b.Artikel 14 Vaststelling en verantwoording persoonsgebonden budget voor
Het persoonsgebonden budget voor een rolstoel bedraagt ten hoogste de aan de gemeentelijke leverancier verschuldigde prijs voor de goedkoopst adequate voorziening, inclusief onderhoud en reparatie, over een periode van zeven jaar, voor zover het een voorziening uit het kernassortiment van de gemeentelijke leverancier betreft, dan wel een voorziening die is vermeld in het prijzenboek van de gemeentelijke leverancier.
Na afloop van de in artikel 12 lid 3 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning genoemde termijn dient door de budgethouder verantwoording te worden afgelegd van de besteding van het beschikbaar gestelde persoonsgebonden budget aan de hand van het door het college vastgestelde formulier. Van de verrichte betalingen dienen de nota’s, facturen en de bewijzen van de betalingen te worden overgelegd.
Nadat controle heeft plaatsgevonden ten aanzien van de besteding van het budget wordt het bedrag van het persoonsgebonden budget definitief vastgesteld. Als sprake is van een onderbesteding van het persoonsgebonden budget, of de besteding ervan niet in overeenstemming met het aangegeven doel is geweest, dan wel sprake is van het niet nakomen van de aan het persoonsgebonden budget verbonden voorwaarden kan, indien van toepassing, door het college worden overgegaan tot herziening en terugvordering als bedoeld in artikel 12 van de verordening maatschappelijke ondersteuning.
b.Hoofdstuk 6 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
b.Artikel 15 Vaststelling en verantwoording persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen.
Na afloop van de in artikel 12 lid 3 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning genoemde termijn dient door de budgethouder verantwoording te worden afgelegd over de besteding van het beschikbaar gestelde persoonsgebonden budget aan de hand van het door het college vastgestelde formulier. Van de verrichte betalingen dienen de nota’s, facturen en de bewijzen van de betalingen te worden overgelegd.
Nadat controle heeft plaatsgevonden ten aanzien van de besteding van het budget wordt het bedrag van het persoonsgebonden budget definitief vastgesteld. Als sprake is van een onderbesteding van het persoonsgebonden budget, of de besteding ervan niet in overeenstemming met het aangegeven doel is geweest, dan wel sprake is van het niet nakomen van de aan het persoonsgebonden budget verbonden voorwaarden kan, indien van toepassing, door het college worden overgegaan tot herziening en terugvordering als bedoeld in artikel 12 van de verordening maatschappelijke ondersteuning.
b.Artikel 16 Financiële tegemoetkomingen voor gebruik vervoersvoorzieningen
b.Hoofdstuk 7 Voorzieningen voor deelname aan recreatieve en maatschappelijke activiteiten
b.Artikel 17 Sportvoorzieningen
een bedrag, bestemd voor de kosten van onderhoud, reparatie en verzekering van de voorziening, dat maximaal 10% van de kosten van aanschaf van de goedkoopst adequate voorziening omvat.
Na afloop van de in artikel 12 lid 3 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning genoemde termijn dient door de aanvrager verantwoording te worden afgelegd van de besteding van het beschikbaar gestelde persoonsgebonden budget, dan wel tegemoetkoming aan de hand van het door het college vastgestelde formulier. Van de verrichte betalingen dienen de nota’s, facturen en de bewijzen van de betalingen te worden overgelegd.
Nadat controle heeft plaatsgevonden ten aanzien van de besteding van het budget wordt het bedrag van het persoonsgebonden budget definitief vastgesteld. Als sprake is van een onderbesteding van het persoonsgebonden budget, of de besteding ervan niet in overeenstemming met het aangegeven doel is geweest, dan wel sprake is van het niet nakomen van de aan het persoonsgebonden budget verbonden voorwaarden kan, indien van toepassing, door het college worden overgegaan tot herziening en terugvordering als bedoeld in artikel 12 van de verordening maatschappelijke ondersteuning.
b.Hoofdstuk 8 Eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
b.Artikel 18 Eigen bijdrage voor maatwerkvoorzieningen
De eigen bijdrage bij de verstrekking van maatwerk voorzieningen is gelijk aan de maximale bedragen zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2015, Stb. 2014, nr. 420, en volgt de jaarlijkse aanpassing door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
De rekenprijs voor het vaststellen van de eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening PGB bedraagt per periode van vier weken:
In geval van een PGB voor beroepsgekwalificeerde dienstverlening: 1/13 x het aantal uren dienstverlening waarvoor het PGB-budget beschikbaar wordt gesteld, vermenigvuldigd met 85% de rekenprijs van het referentietarief voor de gekwalificeerde dienstverlening in natura, waarvoor het PGB wordt verstrekt.
In afwijking van het gestelde in het tweede lid, blijft artikel 4.1. lid 5 van het landelijke Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb.2006 nr. 450), zoals dat luidde tot 9 november 2013, van toepassing op in eigendom verschafte roerende zaken en op bouwkundige of woontechnische aanpassingen van woningen, die in eigendom zijn van de aanvrager en die vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit zijn verstrekt in het kader van de verordening of de daaraan voorgaande verordeningen in het kader van de wet.
b.Hoofdstuk 9 Overgangsbepaling persoonsgebonden budget
b.Artikel 19 Overgangsbepaling
Voor zover een persoonsgebonden budget is toegekend vóór de datum van inwerkingtreding van dit Besluit, wordt bij de verantwoording van dat persoonsgebonden budget, toegekend over de jaren 2013 en 2014, uitgegaan van de in het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Rozendaal 2014 opgenomen voorwaarden en bepalingen, dan wel de bepalingen en voorwaarden die door middel van een beschikking of anderszins schriftelijk aan de budgethouder kenbaar zijn gemaakt.