Organisatie | Alphen aan den Rijn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van staangeld 2016 |
Citeertitel | Verordening staangeld 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 156, eerste en tweede lid, onderdeel h en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 17-12-2015 Gemeenteblad 23 december 2015, nr. 125643 | 2015/46686 en 2015/46687 |
De raad van de Gemeente Alphen aan den Rijn;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, onderdeel h en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;
B E S L U I T vast te stellen de volgende:
Verordening op de heffing en de invordering van staangeld 2016
Onder de naam 'staangeld' wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden. Het recht wordt tevens geheven voor de mogelijkheid tot het gebruik van voorzieningen die met een standplaats verband houden.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft, wordt aangemerkt de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor de standplaats een huurovereenkomst geldt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 vervalt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 van toepassing wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid kunnen de aanslagen in gevallen, waarbij de belastingplichtige aan de gemeente een automatische incasso heeft verstrekt, automatisch in termijnen worden voldaan. De eerste termijn vervalt daarbij op de laatste dag van de maand, die op de aanslag is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 11 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de tarieven staangeld.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van staangeld.