Organisatie | Druten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Verordening voor het belastingjaar 2016
n.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2015 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 16-12-2015 Publicatie elektronisch Gemeenteblad op 23 december 2015 | n.v.t. |
De raad van de gemeente Druten,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 december 2015,
en gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer, artikel 149 en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet,
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof bedrijfsafval: afvalstoffen, die afkomstig zijn van bedrijven en instellingen en door aard, samenstelling, omvang of hoeveelheid verglijkbaar zijn met huishoudelijke afvalstoffen en periodiek worden ingezameld.
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van het perceel;
b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de belasting waarvoor een jaartarief is vastgesteld, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt - ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 45,00 met een maximum van € 3.000,00 en een machtiging is afgegeven voor het automatisch incasseren van het verschuldigde bedrag -, dat:
a. aanslagen, waarvan de dagtekening ligt tussen 1 januari en 1 oktober van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, worden geïncasseerd in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven met een maximum van acht;
b. aanslagen, waarvan de dagtekening ligt na 30 september van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, worden geïncasseerd in drie gelijke termijnen.
Bij het van toepassing zijn van het vorenstaande vervalt de eerste incassotermijn een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste lid geldt, voor aanslagen waarvan het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 45,00 of minder bedraagt en een machtiging is afgegeven voor het automatisch incasseren van het verschuldigde bedrag, dat het totaalbedrag van de aanslag in één keer wordt geïncasseerd twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 13 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 16 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
Artikel 17 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt - ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 45,00 met een maximum van € 3.000,00 en een machtiging is afgegeven voor het automatisch incasseren van het verschuldigde bedrag -, dat:
a. aanslagen, waarvan de dagtekening ligt tussen 1 januari en 1 oktober van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, worden geïncasseerd in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven met een maximum van acht;
b. aanslagen, waarvan de dagtekening ligt na 30 september van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, worden geïncasseerd in drie gelijke termijnen.
Bij het van toepassing zijn van het vorenstaande vervalt de eerste incassotermijn een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het eerste lid geldt, voor aanslagen waarvan het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 45,00 of minder bedraagt en een machtiging is afgegeven voor het automatisch incasseren van het verschuldigde bedrag, dat het totaalbedrag van de aanslag in één keer wordt geïncasseerd twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 19 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.
Artikel 20 Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015’ van 18 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2015.
de raadsgriffier, de voorzitter,
E.E.M. Dreier-Haefkens, MSc drs. L.J.E.M. van Riswijk
Tarieventabel behorende bij de 1
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
HOOFDSTUK 1 MAATSTAVEN EN TARIEVEN AFVALSTOFFENHEFFING
1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:
1.1.1 indien het perceel wordt gebruikt door één persoon: € 103,68
1.1.2 indien het perceel wordt gebruikt door meer dan één persoon: € 150,24
1.1.3 De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1.1 en 1.1.2 wordt
vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of,
indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de
belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra (boven
hetgeen volgens de gemeentelijke afvalstoffenverordening aan
1.1.3.1 container van 140 liter, bestemd voor gft-afval, per container: € 56,04
1.1.4 onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1.1 tot en met 1.1.2
bedragen de rechten per aanbieding aan een container voor
1.1.4.2 per inworp in het ‘omgekeerd inzamelgebied’: € 0,75
1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
1.2.1 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 bedraagt de
belasting voor het ter beschikking stellen van een afvalzak,
1.2.2 Het recht bedraagt voor het door particulieren gescheiden
aanleveren van grof huisafval op een daartoe van gemeentewege
ter beschikking gestelde plaats, het tarief als opgenomen in het bij
deze tarieventabel opgenomen en als zodanig gewaarmerkte
overzicht van de aan te bieden categorieën grof huisafval.
HOOFDSTUK 2 MAATSTAVEN EN TARIEVEN REINIGINGSRECHTEN
2.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten
2.2.1 Het recht bedraagt voor het periodiek verwijderen van
bedrijfsafval per bedrijfspand per belastingjaar: € 150,24
2.2 Maatstaven en overige tarieven reinigingsrechten
2.2.1 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.1 bedraagt het recht
voor het ter beschikking stellen van een afvalzak, per afvalzak: € 0,75