Organisatie | Regionale uitvoeringsdienst Zeeland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Handreiking gedragscode RUD Zeeland |
Citeertitel | Handreiking gedragscode RUD Zeeland |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel F1, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-01-2016 | Nieuwe regeling | 28-09-2015 | Onbekend |
Besluit van het Algemeen Bestuur van de Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland, houdende de gedragscode
Het Algemeen Bestuur van de Regionale uitvoeringsdienst Zeeland,
Gelet op artikel F1, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies;
Gezien de instemming van de Ondernemingsraad d.d. 9 juli 2015;
‘Handreiking gedragscode RUD Zeeland’
De overheid is er voor de burgers. Zij verkeert vaak in een monopoliepositie: de burger die iets wil of juist niet wil, kan niet om de overheid heen. Dit stelt hoge eisen aan de kwaliteit van de overheid en van degenen die daarin werkzaam zijn. Integriteit is daarvan een wezenlijk onderdeel. Als gevolg van allerlei maatschappelijke ontwikkelingen kan de integriteit onder druk komen te staan. Te noemen zijn de toenemende complexiteit van de samenleving en van het openbaar bestuur, de steeds sterkere verstrengeling van het publieke en private domein, de agressieve lobby vanuit de samenleving en het opleggen van bedrijfseconomische normen aan het overheidsmanagement.
Voor het adequaat functioneren van de overheid zijn gezaghebbende bestuurders noodzakelijk. Bestuurders die het vertrouwen genieten van de burgers omdat ze deskundig, gedreven en integer zijn. Dat geldt ook voor de ambtenaren die werkzaam zijn in de provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen zoals de RUD Zeeland. Het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) hebben een handreiking voor de bestuurlijke integriteit aangeboden. In die handreiking wordt voor een aantal onderwerpen aangegeven wat de integriteitrisico’s zijn en hoe daarmee kan worden omgegaan. De handreiking bevat een groot aantal aanbevelingen en als bijlage is een model voor gedragsregels opgenomen.
Voor de ambtenaren van de RUD Zeeland is er op het punt van integriteit het nodige geregeld in onder meer de Ambtenarenwet en de rechtspositie. De Ambtenarenwet verplicht overheden om een gedragscode voor hun personeel op te stellen. Sociale partners in het Sectoroverleg Provinciale Arbeidsvoorwaarden (SPA) geven hoge prioriteit aan een verdere versterking van de integriteit en onderschrijven het belang van de handreiking integriteit voor de provinciale bestuurders. Hierin staat veel dat ook voor de ambtenaren van de RUD Zeeland van belang is. Sociale partners in het SPA hebben in navolging van de provinciale bestuurders bij wijze van handreiking een gedragscode voor ambtenaren ontwikkeld.
Deze handreiking richt zich primair op werknemers in dienst van de RUD Zeeland. Vanzelfsprekend zullen gedragsregels inzake integriteit ook moeten gelden voor hen die bij de RUD Zeeland anders dan in dienstverband werkzaam zijn (uitzendkrachten, detacheringen).
Integriteit is echter meer dan gedragsregels. Integriteit is in de eerste plaats een kwestie van mentaliteit en bewustwording. Net als de bestuurders moeten ook de ambtenaren zich er permanent van bewust zijn dat zij voor de gemeenschap werken en uit gemeenschapsgeld worden betaald.
Bij een goed integriteitbeleid hoort een organisatieproces dat kwetsbare plekken in de organisatie opspoort en zoveel mogelijk afdekt. Integriteit is gediend met een transparante organisatie waarin taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden helder zijn toegedeeld (waar nodig met functiescheiding en/of functieroulatie) en die een sluitend systeem van controle en verantwoording kent. Een goede administratieve organisatie is daarbij van groot belang. Maatregelen op dit terrein zullen in elke organisatie afzonderlijk moeten worden getroffen en passen bij de eigen organisatiestructuur en -cultuur.
De ontwikkelde gedragscode voor ambtenaren bevat normen en waarden waaraan de organisatie en de daarin werkende ambtenaren zich dienen te houden. De ambtenaren zijn op de naleving van de gedragscode aanspreekbaar. De code bestaat uit drie paragrafen.
Paragraaf 1 beschrijft een aantal kernbegrippen van integriteit en plaatst daarmee het vraagstuk in een breder kader. Zij vormen als het ware de algemene uitgangspunten voor de gedragscode.
Paragraaf 2 bevat de feitelijke gedragsregels, waarbij een aantal thema’s wordt onderscheiden.
Paragraaf 3 bevat een opsomming van bestaande wettelijke en rechtspositionele gedragsregels die betrekking hebben op de ambtelijke integriteit.
In samenhang met deze handreiking hebben sociale partners in het SPA ook afspraken gemaakt over een procedure voor het melden van misstanden binnen de organisatie en de bescherming van de ambtenaar die vermoedens van misstanden volgens die procedure heeft gemeld.
GEDRAGSCODE AMBTELIJKE INTEGRITEIT
Paragraaf 1. Kernbegrippen van ambtelijke integriteit
Ambtenaren van de RUD Zeeland stellen bij hun handelen de kwaliteit van de dienstverlening van de RUD Zeeland centraal. Integriteit is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de RUD Zeeland, en in het verlengde daarvan de belangen van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Ambtelijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover rekenschap af te leggen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst de ambtelijke integriteit in een breder perspectief:
Het handelen van een ambtenaar is altijd en volledig gericht op het belang van de RUD Zeeland en dat van organisaties, bedrijven, instellingen en burgers.
Ambtenaren zijn vakmensen op hun terrein. Zij beschikken over de juiste kennis en vaardigheden en weten met nieuwe situaties om te gaan. Zij houden hun vak bij en nemen, waar nodig, initiatief.
Het handelen van een ambtenaar wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.
De ambtenaar krijgt en neemt de verantwoordelijkheid die bij zijn functie past en is bereid daarover verantwoording af te leggen aan collega’s, leidinggevenden, bestuur en de burger.
Op een ambtenaar moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.
Het handelen van een ambtenaar is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.
Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.
Paragraaf 2. Gedragsregels ambtelijke integriteit
2. Aannemen van geschenken en giften
Geschenken en giften die een ambtenaar uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de RUD Zeeland. Er wordt een passende bestemming voor gezocht. De ambtenaar registreert de aangenomen geschenken en giften op het daarvoor bestemde formulier op SharePoint.
3. Excursies, werkbezoeken, studiereizen, congressen en evenementen
4. Lunches, diners en recepties
5. Verrichten van incidentele diensten voor derden in werktijd (houden van presentatie of lezing e.d.)
7. Nevenactiviteiten (hoofdstuk F.1 lid 1 t/m 3 van de CAP)
8. Verklaring omtrent het Gedrag (VOG)
Voordat de ambtenaar kan worden aangesteld dient hij een Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) te overleggen aan de RUD Zeeland. De kosten hiervoor worden vergoed door de RUD Zeeland.
Paragraaf 3. Bestaande wettelijke en rechtspositionele gedragsregels inzake integriteit
Een groot aantal gedragsregels die van belang zijn in verband met de integriteit van de ambtenaar is al neergelegd in wettelijke en rechtspositionele voorschriften.
Verder kan worden genoemd de verplichting voor de ambtenaar om aangifte te doen van misdrijven (artikel 162 Wetboek van Strafvordering).
In de Ambtenarenwet zijn diverse zaken ten aanzien van de integriteit geregeld.
Daar waar in de CAP staat vermeld ‘provincie’ moet ‘RUD Zeeland ’ worden gelezen.
In meer algemene zin is geregeld dat de provincie en de ambtenaren verplicht zijn zich als een goed werkgever en een goed werknemer te gedragen (artikel A.5), dat de ambtenaar verplicht is zich te gedragen naar de maatregelen van orde (artikel G.1) en dat de ambtenaar disciplinair gestraft kan worden als hij opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt (artikel G.3).
Daarnaast is in artikel F.1, onder meer ter uitvoering van de verplichtingen in de Ambtenarenwet, een aantal specifieke gedragsregels opgenomen. Die hebben betrekking op de melding, registratie en openbaarmaking van nevenwerkzaamheden (lid 1), het verbod om bepaalde nevenwerkzaamheden te verrichten (lid 2), de verplichting om inkomsten uit nevenfuncties die verricht worden in het kader van de vervulling van de functie in de provinciale kas te storten (lid 3), het verbod om deel te nemen aan aannemingen of leveringen ten behoeve van de provincie (lid 4), het verbod tot verzoeken of aannemen van steekpenningen of andere vormen van bevoordeling (lid 5), het verbod ten eigen bate of ten bate van derden diensten te laten verrichten door provinciale ambtenaren, provinciale eigendommen te gebruiken of gebruik te maken van kennis uit hoofde van zijn functie (lid 6), de verplichting voor de ambtenaar om bij aanstelling de eed of belofte af te leggen (lid 7), de melding en registratie van financiële belangen (lid 8) en het verbod van financiële belangenverstrengeling (lid 9). De hierboven genoemde verboden hebben overigens niet steeds een absoluut karakter.
Tenslotte is in artikel F.1, elfde lid, de verplichting opgenomen voor bij de provincie werkzame personen de procedure van en rechtsbescherming bij melding van (vermeende) misstanden te regelen. Daarvoor is de Regeling procedure en bescherming bij melding van vermoedens van een misstand getroffen.
Deze verordening wordt aangehaald als: Handreiking gedragscode RUD Zeeland