Organisatie | Aalburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalburg 2016 |
Citeertitel | Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalburg 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Dit besluit vervangt het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalburg 2015.
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 15-12-2015 Het Kontakt van 13 januari 2016 | Geen |
Alle begrippen die in dit Uitvoeringsbesluit worden genoemd hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 of in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Aalburg 2015.
bijdrageplichtig inkomen: is het inkomen over het peiljaar van de ongehuwde persoon aan wie een maatwerkvoorziening is verstrekt, onderscheidenlijk van de gehuwde personen tezamen, vermeerderd met 8% van het vermogen van de ongehuwde persoon aan wie een maatwerkvoorziening is verstrekt, onderscheidenlijk 8% van de opgetelde vermogens van de persoon aan wie een maatwerkvoorziening is verstrekt en zijn echtgenoot.
De vermogensgrondslag van de persoon aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend respectievelijk van zijn echtgenoot, is zijn grondslag sparen en beleggen, over het peiljaar, of indien op die persoon artikel 5.2, tweede lid van de Wet inkomstenbelasting 2001 van toepassing zal zijn, het aan hem over het peiljaar toegerekende gedeelte van de toepasselijke gezamenlijke grondslag sparen en beleggen, bedoeld in dat tweede lid.
In afwijking van het tweede lid is de vermogensgrondslag van de persoon aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend, bij toepassing jegens hem van artikel 3.4, derde lid, de te verwachten grondslag sparen en beleggen over het lopende kalenderjaar, of indien artikel 5.2, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 vermoedelijk op de persoon aan wie maatschappelijke ondersteuning wordt verleend van toepassing zal zijn, het te verwachten aan hem toe te rekenen deel van de toepasselijke te verwachten gezamenlijke grondslag sparen en beleggen, bedoeld in artikel 5.2, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001.
Op aanvraag wordt voor de persoon aan wie maatschappelijke ondersteuning is verleend respectievelijk voor zijn echtgenoot, een vermindering toegepast voor een bedrag ter grootte van door hem in het peiljaar of enig eerder kalenderjaar ontvangen eenmalige uitkeringen die krachtens artikel 47 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen zijn aangewezen.
Hoofdstuk 2 Bijdrage in de kosten van een maatwerkvoorziening
Artikel 2 Omvang eigen bijdrage
De gemeenteraad geeft uitvoering aan de artikelen 2.1.4, eerste lid, onderdeel b, en 2.1.5, eerste lid, van de wet. Voor de eigen bijdrage is bepaald dat:
Het maximale bedrag dat ongehuwde personen jonger dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 19,40 per vier weken, met dien verstande dat indien het bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 22.486 het bedrag van € 19,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 22.486.
Het maximale bedrag dat ongehuwde personen van 65 jaar of ouder dienen te betalen bedraagt € 19,40 per vier weken, met dien verstande dat indien het bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 16.667 het bedrag van € 19,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 16.887.
Het maximale bedrag per vier weken dat gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar dienen te betalen bedraagt € 27,80 per vier weken, met dien verstande dat indien het bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 28.177 het bedrag van € 27,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 28.177.
Het maximale bedrag per vier weken dat gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn dienen te betalen bedraagt € 27,80 per vier weken, met dien verstande dat indien het bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 23.374 het bedrag van € 27,80 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 23.374.
Hoofdstuk 3 Algemene en algemeen gebruikelijke voorzieningen
Hoofdstuk 4 Persoonsgebonden budget (pgb)
Artikel 4. Bedragen pgb huishoudelijke hulp
De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor ondersteuning en regie bij het voeren van het huishouden bedragen:
Artikel 5. Bedragen pgb dienstverlening
De bedragen voor een persoonsgebonden budget voor dienstverlening bedragen:
Artikel 6. Bedragen pgb vervoersvoorzieningen
Een persoonsgebonden budget voor een tegemoetkoming in de vervoerskosten voor het gebruik van de eigen auto wanneer deze gebruikt moet worden voor verplaatsingen die een ander normaal gesproken per fiets (of vergelijkbare vervoersvoorziening) of lopend aflegt of kan afleggen, bedraagt maximaal € 300 per kalenderjaar. Het betreft situaties waarin de deeltaxi niet geschikt is vanwege de korte afstand van de rit, de cliënt niet beschikt over een vervoersvoorziening zoals een scootmobiel of een elektrische rolstoel en een zeer beperkte loopafstand heeft (< 100 m).
Een persoonsgebonden budget voor een tegemoetkoming in de vervoerskosten voor het gebruik van een auto van familie of kennissen wanneer gebruik van de deeltaxi om medische redenen niet mogelijk is en de leefeenheid niet beschikt over een eigen auto bedraagt maximaal € 480 op declaratiebasis per jaar.
Artikel 9. Verstrekken van een nieuw persoonsgebonden budget
Een nieuw persoonsgebonden budget kan pas worden toegekend als een woon-, rolstoel- of vervoersvoorziening die op basis van een eerder verstrekt persoonsgebonden budget is toegekend, is versleten; hierbij wordt ten minste rekening gehouden met een redelijke afschrijvingstermijn, zoals aangegeven in de toekenningsbeschikking waarin het eerdere persoonsgebonden budget is verstrekt.
Artikel 11. Verantwoording pgb
Alle pgb’s worden verstrekt via een trekkingsrecht bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) De SVB controleert de maximumbedragen en de arbeidsrechterlijke aspecten, betaalt de zorgaanbieder en int de eigen bijdragen. De inhoudelijke (kwaliteits) verantwoording vindt jaarlijks plaats door de gemeente bij alle Wmo pgb’s volgens een nog op te stellen format.
Artikel 12. Primaat van verhuizen
Bij aanpassingskosten hoger dan € 5.000 wordt er geen woningaanpassing uitgevoerd, maar moet het besluit tot verhuizen gelden, tenzij er individuele omstandigheden te noemen zijn waardoor verhuizen geen adequate oplossing is.
Artikel 13. Waardering mantelzorgers
Het bedrag horende bij het mantelzorgcompliment dat éénmaal per jaar uitgekeerd wordt, bedraagt € 80.