Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Breda

Programma Toezicht en Handhaving Breda 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBreda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingProgramma Toezicht en Handhaving Breda 2016
CiteertitelProgramma Toezicht en Handhaving Breda 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage 1

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-01-201602-02-2018nieuwe regeling

03-12-2015

Gemeenteblad, 2016, 935

43995

Tekst van de regeling

Intitulé

Programma Toezicht en Handhaving Breda 2016

Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 3 december 2015 het ‘Programma Toezicht en Handhaving Breda 2016’ heeft vastgesteld.

1. INLEIDING

Toezicht en handhaving behoren tot de kerntaken van de gemeente, maar zijn nooit een doel op zich. Het zijn instrumenten om naleving van regels te bereiken wanneer dit niet op een natuurlijke wijze plaatsvindt.

De manier waarop Breda de toezicht- en handhavingstaken invult wordt beschreven in jaarprogramma’s. De jaarprogramma’s maken daarmee deel uit van het toezicht- en handhavingsbeleid. Het totale toezicht- en handhavingsbeleid wordt gevormd door het Meerjarenprogramma Toezicht en Handhaving Breda 2015- 2019, de jaarprogramma’s en de jaarverslagen.

In het Meerjarenprogramma 2015-2019 is de beleidslijn van de Afdeling Toezicht en Handhaving uitgezet tot 1 januari 2020. Deze beleidslijn vloeit onder andere voort uit de landelijke en plaatselijke regelgeving en de bijbehorende naleefstrategie. Verder is in het Meerjarenplan opgenomen hoe de verschillende toezichts- en handhavingsactiviteiten zijn geprioriteerd.

In de Jaarprogramma’s is per jaar het uitvoeringsprogramma opgenomen. In de jaarverslagen is tenslotte een overzicht van de uitgevoerde activiteiten en de verantwoording daar over opgenomen en worden aanbevelingen gedaan.

 

In dit jaarprogramma, het Jaarprogramma Toezicht en Handhaving Breda 2016 (hierna Programma 2016), toont Breda haar burgers, bedrijven en andere belangstellenden hoe in 2016 invulling wordt gegeven aan de diverse toezichts- en handhavingsactiviteiten en de speerpunten voor komend jaar.

 

Het voorliggende Programma 2016 is dit jaar op een andere wijze tot stand gekomen. Naast de gebruikelijk input van de stakeholders in het toezicht en handhavingsdomein is nadrukkelijk het gesprek gevoerd met de raadscommissie Bestuur. Op drie momenten, te weten een informatiebijeenkomst in de raadscommissie Bestuur van 11 mei 2015 als tijdens 2 werkconferenties in de maanden juni en juli 2015, is er input geleverd door de raadsleden inzake mogelijke keuzes op het gebied van inzet van capaciteit, bepalen van speerpunten en de manier van toezicht houden en handhaven.

 

Het resultaat van deze sessies is meegenomen in het Programma 2016. Daarnaast is bij de totstandkoming van het bestuursakkoord “Focus op Vooruitgang” het onderwerp toezicht en handhaving uitvoerig belicht wat geresulteerd heeft in een extra impuls voor het jaar 2016 van

€600.000,- en voor het jaar 2017 van €400.000,-.

 

Deze middelen worden met name besteed aan de onderwerpen die het meest leven in Breda. Onderwerpen als toezicht en handhaving in het buitengebied, de basis op orde brengen zodat handhaving tijdig en effectief verloopt, controle op gescheiden afvalinzameling. Daarnaast wordt geïnvesteerd in het ontwikkelen van competenties van de medewerker Toezicht en Handhaving en wordt er een transitie gemaakt in buurt, wijk en gebiedsgericht werken. Per onderwerp wordt gekeken op welke schaalniveau de inzet van de medewerkers Toezicht en Handhaving het meest effectief is.

 

Tot slot is het proces om te komen tot het Programma 2016 eerder gestart waardoor er een betere aansluiting is met de Begroting 2016 en andere relevante programma’s binnen de gemeente Breda.

 

2. PRIORITEREN

Prioritering is een instrument om aan de uitvoering van bepaalde activiteiten de voorkeur te geven boven andere activiteiten.

Toezicht en Handhaving kent , net als vele andere gemeentelijke onderdelen, meer taken dan er middelen zijn. Door landelijke decentralisaties, een verschuiving van regulering naar deregulering is er meer sprake van interventies na de overtreding dan wanneer er vooraf toestemming wordt gevraagd.

 

Landelijk is een prioriteringssystematiek ontwikkeld die op een objectieve wijze kan ondersteunen bij het vaststellen van prioriteiten. Deze systematiek wordt hieronder toegelicht.

 

Jaarlijks wordt op stadsniveau geïnventariseerd bij welke activiteiten de gemeente een taak heeft op het gebied van toezicht en handhaving. Voor deze activiteiten wordt een probleemanalyse opgesteld aan de hand van de acht onderstaande criteria.

 

  • 1.

    Fysieke veiligheid (het risico voor mens en dier op pijn en letsel);

  • 2.

    Veiligheidsgevoel (de mate van invloed op het gevoel van veiligheid);

  • 3.

    (Volks)gezondheid (het risico dat burgers op korte of lange termijn schadelijke gevolgen voor de volksgezondheid ondervinden);

  • 4.

    Natuur (het risico op verlies of schade aan flora en fauna);

  • 5.

    Imago (de mate van schade aan het bestuurlijk imago);

  • 6.

    Hinder en overlast (het risico op verstoring van de kwaliteit van de leefomgeving);

  • 7.

    Financieel economische schade (het risico dat het de gemeente en/of de gemeenschap geld kost).

  • 8.

    Maatschappelijk/sociaal ongewenst (de mate waarin het rechtvaardigheidsgevoel van mensen wordt aangetast en/of er een kans bestaat dat er vermenging optreedt tussen boven- en onderwereld).

 

Op basis van een score die toegekend wordt aan de bovengenoemde 8 criteria ontstaat een bepaalde prioritering.

De prioriteit geeft de mate van belangrijkheid van het uitvoeren van de activiteit aan. Voor een taak of activiteit met de prioriteit “hoog” betekent dit dat aan deze activiteit meer aandacht wordt besteed of eerder zal worden uitgevoerd dan een activiteit met een lagere score.

 

Tijdens het bespreken van het Meerjarenprogramma Toezicht en Handhaving Breda 2015-2019 in de commissie Bestuur van 23 04-2015 zijn vragen gesteld over de prioritering waarna in een informatie bijeenkomst op 11 mei 2015 en in 2 werkconferenties met verschillende raadsleden op 22 juni 2015 en 13 juli 2015 de systematiek over de prioritering nader is toegelicht.

Tijdens deze werkconferenties is aangegeven dat aanvullende criteria van invloed kunnen zijn op de feitelijke prioriteit van bepaalde activiteiten. Beleidskeuzes worden immers niet altijd alleen op basis van risico en mate van naleving gevormd, maar ook op aanvullende criteria zoals politieke prioriteiten (landelijk, provinciaal en/of gemeentelijk) en nieuwe ontwikkelingen in het algemeen.

Voor de uitvoering van het jaarprogramma betekent dit dat het mogelijk is dat een activiteit die op basis van de genoemde prioriteringssystematiek lager scoort toch voorrang kan krijgen in de uitvoering omdat de lokale situatie daarom vraagt.

 

In tegenstelling tot eerdere jaren is nu gekozen voor het introduceren van prioriteringscategorieën aanvullend op de landelijke prioriteringssystematiek. Deze categorieën hebben tot doel de beschikbare capaciteit eerst in te zetten waar het risico en de impact op de leefomgeving het grootst is. Daarnaast kan op deze manier gecommuniceerd worden wat er verwacht mag worden op het gebied van termijnen in de afhandeling van een zaak.

 

De volgende indeling in categorieën is gemaakt:

 

Prioriteit Afhandeling van verzoeken/klachten/meldingen

 

De uitwerking van de categorieën op het takenpakket is opgenomen in bijlage 1.

3. Speerpunten 2016

Er zijn verschillende onderwerpen die van invloed zijn op de uitvoering van toezichts- en handhavingstaken. Deze onderwerpen zijn opgenomen in de Meerjarenprogramma Toezicht en Handhaving Breda 2016-2019. Deze onderwerpen worden indien relevant voor dat jaar uitgewerkt tot speerpunt. Op deze manier wordt het meerjarenbeleid vertaald naar concrete acties die voor het jaar 2016 uitgevoerd worden.

De onderstaande onderwerpen zijn voor het jaar 2016 tot speerpunt uitgewerkt.

 

3.1. Buitengebied

Het eerste speerpunt is het toezicht en de handhaving in het buitengebied van Breda.

Het onderwerp “handhaving Buitengebied” is een uitvoerig besproken onderdeel tijdens de werkconferentie(s) en de behandeling van het Programma Toezicht & handhaving 2015, het Jaarverslag 2014 en het Meerjarenprogramma 2015-2019 in de commissie Bestuur en de aandacht voor het onderwerp in de gemeenteraad. Er zijn een tweetal relevante moties aangenomen, daarnaast is een initiatiefvoorstel ingediend:

  • De motie “Nu Handhaven Buitengebied” d.d. 23 april 2015: “dat er vanaf vandaag sprake moet zijn van goede handhaving in het buitengebied, waarbij sprake is van professionele en tijdige opvolging op handhavingsverzoeken”.

  • De motie “Verwerken input gemeenteraad Toezicht en Handhaving” d.d. 4 juni 2015 om alsnog de keuzes, prioriteiten en doelen te verwerken in het Programma Toezicht & Handhaving zoals handhaving buitengebied.

  • Het initiatiefvoorstel van de fracties van d’66, B.O.B., en OPA/TROTS d.d. 4 juni 2015 om alsnog in contact te treden met de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant voor deelname aan het project “Samen sterk in het buitengebied”.

 

Mede naar aanleiding van de aangenomen motie in de gemeenteraad zijn de gesprekken met de OMWB weer opgestart om, ook als gemeente Breda, deel te nemen in het project SSIB. Hierbij zullen nadere afspraken worden gemaakt omtrent de invulling van het toezicht met name de frequentie en terugkoppeling van de resultaten. De focus ligt overigens op de aanpak van stroperij, wildcrossen en drugsafvaldumpingen.

 

3.2. Controle gescheiden afvalinzameling

Binnen de gemeente Breda zal vanaf het 4e kwartaal 2015 een grote transitie plaatsvinden op het

gebied van het inzamelen van afval. Afvalservice gaat grote veranderingen doorvoeren. De basis voor deze verandering is het Rijksprogramma VANG (Van Afval Naar Grondstof).

Iedereen wil nu en in de toekomst welvarend en gezond leven. Dat betekent dat bedrijven, burgers en overheden op een verantwoorde manier moeten omgaan met onder andere grondstoffen, water, energie en mineralen. Om duurzaam (her)gebruik te stimuleren, werkt het rijk samen met andere overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties aan het programma 'Van Afval Naar Grondstof'. Het gezamenlijke doel is om meer duurzame producten op de markt te brengen, bewuster te consumeren én meer en beter te recyclen.

Om de veranderingen t.a.v. de scheiding en inzameling van afval bij de burgers en bedrijven goed te laten verlopen wordt een traject opgezet. In dit traject zal met name communicatie een zeer grote rol krijgen. Naast de communicatie wordt er ook een beroep gedaan op Toezicht en Handhaving om te zorgen dat eenieder die zich niet gaat houden aan de nieuwe regels aangesproken wordt op het vertoonde gedrag.

 

3.3. Doorontwikkeling competenties medewerker Toezicht en Handhaving

Competenties zijn van wezenlijk belang voor het effectief zijn van een medewerker Toezicht en Handhaving. De balans tussen de rol van het visitekaartje van de stad, het gezicht van het gemeentelijk beleid, het brengen van de, gelet op het taakveld, veelal vervelende boodschap en het toepassen van de menselijke maat vergen een scala aan competenties. Door de focus op het doorontwikkelen van deze competenties behouden we de aansluiting met de ambities zoals benodigd voor Topdienstverlening.

 

De op straat meest herkenbare toezichthouder is de buitengewoon opsporingsambtenaar (hierna BOA) wegens het feit dat deze geüniformeerd op straat aanwezig is. Maatschappelijk, bestuurlijk en politiek is behoefte aan een vorm van toezicht en handhaving door de BOA die meer aansluit bij Top-dienstverlening en de rol van gastheer die de gemeente Breda voorstaat.

De afdeling Toezicht en Handhaving heeft de ambitie om de BOA-functie door te ontwikkelen door een verschuiving van accenten. De eerste stappen hierin zijn de laatste twee jaar al gezet. 

 

Deze professionalisering van de BOA-functie vraagt van de medewerkers andere competenties en vaardigheden dan voorheen. Toezicht en handhaving omvat immers meer  dan  alleen controleren en sanctioneren, het omvat ook communicatie en educatie.

 

Met opleidingen, trainingen en intensieve begeleiding worden medewerkers hierbij begeleid. Daarnaast worden de criteria voor werving en selectie aangescherpt om tot een kwalitatieve instroom te komen teneinde toekomstbestendig te worden. Op deze wijze kan de BOA 2.0 een bijdrage leveren in de ambitie van de gemeente Breda op het gebied van Top-dienstverlening. Dit alles neemt uiteraard niet weg, dat deze BOA’s waar nodig (strak)handhavend zullen optreden.

 

Tot slot wordt aandacht besteed aan de samenwerking tussen de politie en de gemeentelijke BOA’s. De werkzaamheden van de BOA’S hebben raakvlakken met die van politie als het gaat om taken op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. In praktijk verloopt de samenwerking niet altijd even soepel als gevolg van verschillende beleidsvisies of prioriteiten. Voor beide partijen is er winst te behalen indien de samenwerking tussen de politie en de gemeentelijke BOA’s verbeterd wordt, zowel op districtsniveau (Zeeland-West-Brabant) als op lokaal niveau. Het doel hierbij is begrip voor elkaars werkzaamheden te creëren om daar waar mogelijk door betere samenwerking elkaar beter te kunnen ondersteunen.

 

3.4. Gebiedsgericht werken

 

Op het gebied van toezicht en handhaving willen we de buurten binnen onze gemeente betrekken bij het bepalen van onze handhavingsprioriteiten. We willen ons richten op de overlast en ergernissen die zich binnen een bepaalde buurt voordoen en op deze manier zo veel als mogelijk maatwerk leveren. Hierbij willen we opereren op het juiste schaalniveau van gebied, naar wijk naar buurt. Zo is bijvoorbeeld in Breda zuid de overlast van hondenpoep ergernis nummer 1, met name in de buurten Tuinzigt en Heuvel, terwijl men in Brabantpark, in Breda oost, veel overlast heeft van kamerverhuur.

De input wordt met name gezocht via signalen uit de wijkplannen en organisaties die de belangen van de buurt behartigen zoals wijkraden, buurtpreventieteams, wijkagenten en buurtambassadeurs. Daarnaast zal er op andere manieren input gezocht worden om in 2017 te komen tot een uniforme manier van burgerparticipatie op het gebied van toezicht en handhaving.

 

Op dit moment concentreert zich de inzet van met name de BOA’s op het centrumgebied. De inzet in de overige buurten wordt geïnitieerd door meldingen via het gemeentelijk servicepunt of de roep van de stadsmarinier of de wijkagent. Deze manier is erg ad hoc, weinig gestructureerd en zal geen positieve bijdrage leveren aan het doel om maatwerk te leveren.

 

Om de buurten beter te kunnen bedienen willen we aansluiting vinden bij de gebiedsindeling zoals deze bestaat voor de stadsmariniers en de wijkmanagers en de gebiedsbeheerders van Wijkzaken. Bij deze indeling wordt Breda opgedeeld in de gebieden Noordoost, Noordwest, Zuidoost en Zuidwest, met in het midden het Centrumgebied. Alle buurten binnen de gemeente worden dan onderverdeeld in deze 5 gebieden. Aan elk gebied wordt een vaste groep BOA’s en toezichthouders verbonden, die weer in directe verbinding staat met de stadsmarinier, de wijkmanager, de gebiedsbeheerder en de wijkagent. Op deze manier ontstaat er per groep een bepaalde verantwoordelijkheid voor het gebied waarin men opereert. Tevens ontstaan vaste korte lijnen waarbij verwacht wordt dat de burger ons beter kan vinden en wij de burger beter kunnen bedienen.

 

4. PROGRAMMA 2016

In het toezichts-en handhavingsprogramma 2016 zijn alle toezicht- en handhavingsactiviteiten opgenomen die door of namens de Gemeente Breda in 2016 worden uitgevoerd.

Het programma wordt gevormd door het verzamelen van speerpunten, reguliere activiteiten en de ontwikkelingen en is te verdelen in 5 paragrafen, te weten

 

4.1. Speerpunten

In paragraaf 1 worden de speerpunten benoemd. Voor deze activiteiten is vanuit Toezicht en Handhaving speciale aandacht. Op diverse onderdelen is bij de speerpunten samenwerking met andere overheidspartners (zoals politie en Belastingdienst).

 

4.2. Gemeentelijke taken in het kader van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO)

In paragraaf 2 worden de activiteiten op het gebied van de WABO beschreven die door de gemeente worden uitgevoerd.

 

4.3. Overige gemeentelijke activiteiten

In paragraaf 3 worden de overige activiteiten op het gebied van toezicht en handhaving omschreven die de gemeente uitvoert.

 

4.4. Taken uitgevoerd door de Omgevingsdienst

In paragraaf 4 worden de activiteiten omschreven die door toezichthouders van de Omgevingsdienst Midden West-Brabant voor de gemeente Breda worden uitgevoerd. Het betreft hier Wabo-activiteiten.

 

4.5. Overige activiteiten door andere toezichthouders

In paragraaf 5 tenslotte worden de overige activiteiten omschreven die door toezichthouders van buiten de gemeente ten behoeve van de gemeente worden uitgevoerd.

 

4.1 Speerpunten

Buitengebied

 

Afvalinzameling en illegale stortingen

 

Gebiedsgericht werken en wijkveiligheid

 

4.2 Gemeentelijke taken i.h.k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Bouwtoezicht inclusief monumenten

 

Slopen

 

Werkterreinen (Plaatselijke Verordeningen i.h.k. Wabo)

 

Bomenverordening (Plaatselijke Verordeningen i.h.k. Wabo)

 

4.3 Overige gemeentelijke

taken Rechtmatigheid van bewoning

 

 

Strijdig gebruik bestemmingsplan en gronden

 

Handhavingsknelpunten (BIT)

 

Drugs

 

Prostitutie

 

Exploitatievergunning

 

Drank- en Horecawet

 

Wet BIBOB (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur)

 

Evenementen

 

Markten, kermissen en havens

 

Roeiboten (illegaal) & Woonboten

 

Standplaatsen en (reclame)uitstallingen

 

Parkeren

 

Milieuzonering

 

Honden

 

Cameratoezicht

 

Fraudebestrijding

 

4.4. Taken uitgevoerd door de Omgevingsdienst Midden en West-Brabant

 

Op 1 januari 2013 is de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) voor Breda formeel van start gegaan. Per 1 juni 2013 is ook het personeel dat in Breda dat op het gebied van milieu belast is met de taken rondom vergunningverlening, toezicht en handhaving overgegaan naar de OMWB.

De OMWB is een uitvoeringsorganisatie, dus voert zij haar taken uit namens de deelnemers. Zo blijft de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor toezicht en handhaving in Breda dus liggen bij het college en kan nog steeds eigen Breda’s beleid worden gevoerd op de bij de OMWB liggende taken. Deze bevoegdheid is wel ingekaderd door een aantal afspraken en regelingen zoals Gemeenschappelijke regeling, Dienstverleningsovereenkomst en Werkplan.

 

De taken die door de OMWB worden uitgevoerd zijn de volgende:

 

  • a.

    Milieu- en horecaklachten (milieutaak is basistaak, horecaklachten is verzoektaak):

  • b.

    Milieutoezicht (voor zover basistaak)

  • c.

    Milieutoezicht (voor zover verzoektaak)

  • d.

    Milieuhandhaving (basistaak)

  • e.

    Toezicht bodem (zowel basis- als verzoektaak)

  • f.

    Collectieve taken (verplichte taken)`

 

De Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) is een gemeenschappelijke regeling. Als zodanig kent deze een eigen cyclus van jaarplannen, meerjarenplannen en begroting. Deze worden afzonderlijk aan het college en de gemeenteraad voorgelegd. De activiteiten van de OMWB maken geen onderdeel uit van dit jaarplan Toezicht en Handhaving.

 

4.5. Taken uitgevoerd door overige Toezichthouders

Kinderopvang

Sinds de invoering van de Wet kinderopvang in 2005 is de kinderopvang een marktgerichte sector. De wet bevat een regeling voor tegemoetkomingen in de kosten van de kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van de kinderopvang en legt de verantwoordelijkheid hiervoor bij de ondernemers. Gemeenten zijn wettelijk (eind)verantwoordelijk voor het handhaven van de kwaliteit van de kinderopvang. Het toezicht wordt uitgevoerd door de GGD en de gemeente beoordeelt aan de hand van het advies of een sanctie noodzakelijk is en communiceert daarover. De toetsing vindt plaats aan de hand van landelijke toetsingskaders. Deze kaders zijn opgesteld door GGD Nederland, in opdracht van het ministerie en de VNG.

 

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen (Wko)

 

Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

In het kader van de landelijke decentralisaties dient de gemeente een toezichthouder aan te wijzen voor het tweedelijns toezicht. Dit betreft het beoordelen en behandelen van signalen van zorgaanbieders dat er onregelmatigheden zijn. Gelet op het feit dat bij de decentralisatie de uitvoering van de Wmo gewijzigd is, is besloten dat de afdeling Toezicht en Handhaving dit tweedelijns toezicht uitvoert. Vervolgens wordt, bij de doorontwikkeling van de decentralisatie, gedurende het jaar 2016 bekeken of dit de meest effectieve positie is om deze taak te beleggen. Voor het jaar 2016 wordt de taak vooralsnog op dezelfde wijze uitgevoerd als in het jaar 2015.

 

Leerplicht

De gemeente Breda is Centrumgemeente voor het Regionaal Bureau Leerplicht West-Brabant (RBL West-Brabant). De 18 West-Brabantse gemeenten werken op basis van een gemeenschappelijke regeling samen in aanpak van de taken voortvloeiend uit de ‘Leerplichtwet 1969’ en aan het voorkomen van voortijdige schooluitval. Zij hebben daarvoor leerplichtambtenaren in dienst waarvan de meeste tevens Buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) zijn. Deze opsporingsbevoegdheid is een onderdeel van de uitvoeringstaken van de leerplichtambtenaren. De gemeente Breda heeft daarvoor 6 BOA’s beschikbaar.

 

Leerplicht

 

Fietshandhaving

Organisatorisch valt het toezicht en de handhaving op gestalde fietsen, brommers en scooters onder de afdeling Parkeerbedrijf van de Directie beheer, vandaar dat dit item in deze paragraaf is opgenomen.

 

Fietsen

Bijlage 1  

Bijlage 1