Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alphen aan den Rijn

Wegsleepverordening gemeente Alphen aan den Rijn 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlphen aan den Rijn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingWegsleepverordening gemeente Alphen aan den Rijn 2015
CiteertitelWegsleepverordening gemeente Alphen aan den Rijn 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Regeling vervangt de Wegsleepverordeningen van de fusiegemeenten Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 173, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-2015Nieuwe regeling

17-12-2015

Gemeenteblad 23 december 2015, nr. 125256

2015/39220 en 2015/38833

Tekst van de regeling

Intitulé

Wegsleepverordening gemeente Alphen aan den Rijn 2015

De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn;

 

Gezien het voorstel van het colllege van burgemeester en wethouders;

 

B E S L U I T vast te stellen de volgende:

 

Wegsleepverordening gemeente Alphen aan den Rijn 2015

Artikel 1 Definities en begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    RVV 1990: Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b

    wet: Wegenverkeerswet 1994;

  • c

    besluit: Besluit wegslepen van voertuigen op grond van artikel 173 van de wet;

  • d

    voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, onder al van het RVV 1990;

  • e

    motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;

  • f

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • g

    wegen: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b van de wet.

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c van de wet worden aangewezen alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente Alphen aan den Rijn voor zover die behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

  • 1

    Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen:

    • a

      het terrein van Bergingsbedrijf Van Oosten aan de Nijverheidsweg;

    • b

      het terrein van de gemeente Alphen aan den Rijn aan de Genielaan;

  • 2

    De openingstijden van de bewaarplaatsen zijn:

    • a

      het terrein van Bergingsbedrijf Van Oosten aan de Nijverheidsweg is alle dagen, 24 uur per dag, na afspraak, voor publiek geopend;

    • b

      het terrein van de gemeente Alphen aan den Rijn aan de Genielaan is alle werkdagen tussen 8.00 – 17.00 uur, na afspraak, voor publiek geopend.

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

  • 1

    De kosten voor het overbrengen binnen de bebouwde kom van de kern Alphen aan den Rijn van de gemeente Alphen aan den Rijn van een voertuig (exclusief fietsen) naar de bewaarplaats bedragen:

    a € 91,21 voorrijkosten;

    b € 88,75 vervoerskosten.

  • 2

    De kosten voor het overbrengen buiten de bebouwde kom van de kern Alphen aan den Rijn van de gemeente Alphen aan den Rijn van een voertuig (exclusief fietsen) naar de bewaarplaats bedragen:

    a € 91,21 voorrijkosten;

    b € 159,75 vervoerskosten.

  • 3

    De kosten voor het bewaren van een voertuig (exclusief fietsen) bedragen: € 44,70 per verstreken periode van twaalf uren, of een gedeelte daarvan.

  • 4

    De kosten van het overbrengen van een fiets naar het terrein van de gemeente Alphen aan den Rijn aan de Genielaan bedragen:

    € 20,00.

  • 5

    Alle in de vorige leden van dit artikel genoemde bedragen zijn exclusief BTW. De bedragen zijn gebaseerd op prijspeil 2015 en worden jaarlijks per 1 januari aan de hand van het consumentenprijsindexcijfer verhoogd.

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, zoals bedoeld in de artikelen 130, vierde lid, 164, zevende lid en 174, eerste lid van de wet, zijn de artikelen 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de Wegsleepverordening Alphen aan den Rijn 2002, de Wegsleepverordening Rijnwoude 2005 en de Wegsleepregeling gemeente Boskoop 2004.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Wegsleepverordening gemeente Alphen aan den Rijn 2015”.

 

Vastgesteld door de raad van Alphen aan den Rijn in de openbare vergadering van 17 december 2015,

de griffier, de voorzitter,

drs. J.A.M. Timmerman, mr. drs. J.W.E. Spies

Bijlage bij de Wegsleepverordening gemeente Alphen aan den Rijn 2015

A. Veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer

Als gevallen waarin verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer, zie artikel 170, eerste lid, sub a en b WVW 1994, noodzakelijk kunnen zijn, kunnen worden genoemd:

  • a

    Plaats op de weg: een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij het een fiets, bromfiets of invalidenvoertuig betreft, zie artikel 10 en artikel 5 tot en met 7 RVV 1990.

  • b

    Laten stilstaan: een voertuig is tot stilstand gebracht:

    • 1

      op een kruispunt, rotonde of een overweg;

    • 2

      op een fietsstrook of de rijbaan langs een fietsstrook;

    • 3

      op een oversteekplaats of binnen een afstand van 5 meter daarvan;

    • 4

      in een tunnel;

    • 5

      bij een bord bushalte (eventueel: ook tramhalte) ter hoogte van de geblokte markering of, indien die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord, tenzij het stilstaan dient voor het onmiddellijk laten in- en uitstappen van passagiers;

    • 6

      op de rijbaan langs een busstrook;

    • 7

      op een busbaan of een busstrook met uitzondering van een lijnbus;

    • 8

      langs een gele doorgetrokken streep of in strijd met bord E2 van bijlage 1 RVV 1990;- op de rijbaan, inclusief de invoeg- en uitrijstrook, van een autosnelweg of autoweg, of behoudens in noodgevallen – op de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm van zo’n weg, zie artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

  • c

    Parkeren: een voertuig is geparkeerd:

    • 1

      bij een kruispunt op een afstand van minder dan 5 meter daarvan;

    • 2

      voor een inrit of een uitrit;

    • 3

      buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg;

    • 4

      langs een gele onderbroken streep of in strijd met bord E1 van bijlage 1 RVV 1990;

    • 5

      op een wijze waardoor er sprake is van dubbel parkeren;

    • 6

      binnen een erf, waarbij – voor zover het een motorvoertuig betreft – geen gebruik is gemaakt van de parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangewezen;

    • 7

      op een weg waarvoor een geslotenverklaring geldt;

    • 8

      zonder dat de voorgeschreven voertuigverlichting in werking is gesteld, zie artikel 24, 25, 38 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

  • d

    Bevel of aanwijzing: een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanig kenbare ambtenaar of ander persoon, zie artikel 82 RVV 1990.

  • e

    Gevaarlijk of hinderlijk gedrag: een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd dat gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd, zie artikel 5 WVW 1994.

     

B. Vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen

Verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen, zie artikel 170 eerste lid, sub c WVW 1994 en artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is op:

  • a

    wegen en weggedeelten waar door middel van bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel e, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een parkeerverbod geldt;

  • b

    wegen en weggedeelten waar door middel van bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel g, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een verbod stil te staan geldt;

  • c

    parkeergelegenheden, aangeduid door bord E4 van bijlage 1 bij het RVV 1990, voor zover:

    • 1

      het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen of

    • 2

      het voertuig op een andere dan de aangegeven wijze is geparkeerd of

    • 3

      het voertuig op andere dagen of uren dan aangegeven is geparkeerd;

  • d

    taxistandplaatsen, aangeduid door bord E5 van bijlage 1 bij het RVV 1990 tenzij het parkeren gebeurt met een taxi;

  • e

    parkeerplaatsen voor gehandicapten, aangeduid door bord E6 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

    • 1

      tenzij het parkeren gebeurt met een gehandicaptenvoertuig

    • 2

      tenzij gebruik gemaakt wordt van een geldige en duidelijk zichtbaar aangebrachte gehandicaptenparkeerkaart

    • 3

      die gereserveerd is voor een bepaald voertuig, tenzij het parkeren gebeurt met dat voertuig.

  • f

    gelegenheden voor het onmiddellijk laden en lossen of in- en uitstappen, aangeduid door bord E7 van bijlage 1 bij het RVV 1990 tenzij men bezig is met het laden en lossen of in- en uitstappen;

  • g

    parkeergelegenheden voor een categorie of groep voertuigen, aangeduid door bord E8 van bijlage 1 bij het RVV 1990 voor zover het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;

  • h

    parkeergelegenheden voor vergunninghouders, aangeduid door bord E9 van bijlage 1 bij het RVV 1990 tenzij het parkeren gebeurt met het voertuig waarvoor een parkeervergunning is afgegeven;

  • i

    voetgangersgebieden, aangeduid door bord G7 of door bord C1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

     

Toelichting op de Wegsleepverordening gemeente Alphen aan den Rijn 2015

 

Bevoegdheid tot wegslepen van voertuigen

Het uitvoeren van de wegsleepregeling is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders, zie artikel 125 van de Gemeentewet. Het wegslepen van een voertuig betreft een bijzondere vorm van bestuursdwang. De feitelijke bestuursdwang, het verwijderen van een voertuig van de weg, gebeurd namens het college door de politie of de buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s). In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) staan algemene regels over de toepassing van bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. Tegen besluiten tot het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open.

Verordening

In artikel 170 en verder van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) is het kader aangegeven waarbinnen het college gebruik kan maken van zijn bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen. Het college kan pas van deze bevoegdheid gebruikmaken indien de gemeenteraad in een verordening nadere regels heeft gesteld over de toepassing van deze bevoegdheid, zie artikel 173 tweede lid van de WVW. Deze nadere regels dienen in ieder geval te betreffen:

  • a.

    de aanwijzing van de plaatsen waar de weggesleepte voertuigen worden bewaard;

  • b.

    de berekening van de kosten verbonden aan de uitvoering van het wegslepen en bewaren van voertuigen;

  • c.

    de aanwijzing van wegen en weggedeelten waar op grond van artikel 170 eerste lid sub c van de WVW voertuigen mogen worden weggesleept.

     

De wegsleepregeling biedt een effectief middel om het parkeerbeleid af te dwingen en efficiënt op te treden waar het uit het oogpunt van parkeerbeleid nodig is. De politie of de BOA’s dienen de sleepwaardigheid vast te stellen en zelfstandig opdracht te geven tot wegslepen.

Wegsleepwaardige overtredingen

Het is mogelijk om op de weg staande voertuigen weg te slepen in het belang van de veiligheid op de weg, de vrijheid van het verkeer en het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen. In de bijlage bij de Wegsleepverordening gemeente Alphen aan den Rijn 2015 is aangegeven in welke concrete gevallen er sprake kan zijn van een wegsleepwaardige overtreding van de wegenverkeerswetgeving. Bij het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen gaat het om locaties waar fout parkeren als zeer hinderlijk wordt ervaren zonder dat de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer direct in het geding is. Direct optreden tegen dergelijk fout geparkeerde voertuigen kan in bepaalde gevallen zeer wenselijk zijn. Hierbij kan gedacht worden aan het onbevoegd parkeren op laad- en loshavens, taxistandplaatsen en voetgangersgebieden. Als wegen en weggedeelten waar kan worden weggesleept zijn aangewezen alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente Alphen aan den Rijn voor zover die behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten wegen en weggedeelten. Het is overigens niet zo dat zonder meer tot wegslepen overgegaan kan worden als aan een van de genoemde criteria wordt voldaan. Per geval moet worden nagegaan of in dat specifieke geval wegslepen absoluut noodzakelijk is. In het specifieke geval dat wegslepen niet absoluut noodzakelijk is - een voertuig dat ’s nachts op een laad- en loshaven wordt geparkeerd zal niet of minder urgent zijn - kan worden volstaan met het opmaken van een proces-verbaal door een opsporingsambtenaar.

Verhouding Wet-Mulder en bestuursdwang

Indien een voertuig fout geparkeerd staat en wegsleepwaardig is, zijn er twee naast elkaar bestaande manieren om hiertegen op te treden. Ten eerste door het opmaken van een proces-verbaal op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet-Mulder). Daarnaast door het uitvoeren van bestuursdwang (wegslepen en bewaren van het voertuig). Een eventueel sepot, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging door justitie, respectievelijk de rechter naar aanleiding van een proces-verbaal is niet zonder meer reden om ook de kosten van de bestuursdwang terug te betalen. Het college maakt hierover in een eventuele bezwaarprocedure een zelfstandige afweging.

Aanvang wegslepen

In artikel 170 zesde lid WVW is bepaald dat een voertuig niet mag worden weggesleept indien de rechthebbende het voertuig verwijdert voordat met het feitelijke wegslepen wordt begonnen. In de wet is niet expliciet uitgelegd wanneer met het wegslepen wordt begonnen. In de praktijk wordt ervan uitgegaan dat met het feitelijke slepen wordt begonnen als het voertuig zich in de takels van het wegsleepvoertuig bevindt. Meldt de rechthebbende zich daarvoor dan mag het voertuig niet meer worden weggesleept. Wel dient de rechthebbende dan alle aan de voorbereiding van het wegslepen verbonden kosten te vergoeden. Het gaat hier dan met name om de voorrijkosten.

 

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Definities en begripsomschrijvingen

In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven die in deze verordening terugkomen. Vaak wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.

Ad d. voertuig

Het begrip voertuig, conform artikel 1, onder al, van het RVV 1990 betreft:

Fietsen, bromfietsen, gehandicaptenvoertuigen, motorvoertuigen, trams en wagens. Ook in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is een bepaling opgenomen over de verwijdering van fietsen en bromfietsen van de openbare weg. Deze bepaling in de APV is aanvullend op wat de wegenverkeerswetgeving beoogt te regelen. In de APV spelen namelijk andere belangen een rol zoals de openbare orde, het uiterlijk aanzien en de openbare gezondheid.

Ad e. motorrijtuig

Het begrip motorrijtuig, conform artikel 1, eerste lid, onder c van de WVW betreft:

alle voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders, met uitzondering van fietsen met trapondersteuning.

Artikel 2 Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

In dit artikel worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente Alphen aan den Rijn aangewezen als toepassingsgebied van de wegsleepverordening. In artikel 170 eerste lid sub c juncto artikel 2 van het besluit is aangegeven dat een voertuig in het belang van het vrijhouden van bepaalde wegen en weggedeelten kan worden weggesleept, wanneer deze zijn aangewezen in de wegsleepverordening en behoren tot de wegen en weggedeelten zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen.

Artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

Vanwege de redactie van artikel 173 tweede lid van de WVW 1994 moeten de plaatsen van bewaring van voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen. De locaties van de bewaarplaatsen zijn goed bereikbaar met het openbaar vervoer. De openingstijden van de bewaarplaatsen zijn ook in dit artikel vastgesteld.

Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

In de artikelen 13 tot en met 15 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten verbonden aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen maar ook om kosten verbonden aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke. De kosten worden uitgesplitst in voorrijkosten, sleepkosten en de kosten van het bewaren van de voertuigen.

Artikel 5 Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig weg te slepen en in bewaring te stellen. Het gaat hier om:

  • 1.

    het niet afgeven van het rijbewijs als dit is ingevorderd omdat iemand zijn/haar motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij/zij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke, zie artikel 130 en 164 WVW 1994;

  • 2.

    dat een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar/houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Denk aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of dat sprake kan zijn van gerommel met kentekens in geval van autodiefstal.

Indien in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen is geen sprake van uitoefening van bestuursdwang. Het gaat dan om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt. Voor deze gevallen zijn artikel 170 en verder van de WVW 1994 van overeenkomstige toepassing verklaard.

Artikel 6 en 7

Deze artikelen spreken voor zich.