Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Capelle aan den IJssel

Subsidieregeling Jeugd

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCapelle aan den IJssel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Jeugd
CiteertitelSubsidieregeling Jeugd
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201601-01-2017nieuwe regeling

15-12-2015

Gemeenteblad Jaargang 2015 Nr. 124244

745917

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Jeugd

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

 

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2015 (ASV);

 

Overwegende dat:

  • 1.

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in

  • 2.

    aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • 3.

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • 4.

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • 5.

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

 

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Jeugd Capelle aan den IJssel 2015.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

     

    • Jeugdhulp: jeugdhulp als bedoeld in artikel 1.1 Jeugdwet, te weten:

      • a. ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptiegerelateerde problemen;

        b. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, en

        c. het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking, die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, met dien verstande dat de leeftijdgrens van achttien jaar niet geldt voor jeugdhulp in het kader van jeugdstrafrecht;

     

  • 2.
    • Jeugdige: persoon als bedoeld in artikel 1.1 Jeugdwet, die:

      • a .

        de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt,

      • b.

        de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en ten aanzien van wie op grond van artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht recht is gedaan overeenkomstig de artikelen 77g tot en met 77gg

        van het Wetboek van Strafrecht, of

      • c.

        de leeftijd van achttien jaar doch niet de leeftijd van drieëntwintig jaar heeft bereikt, en voor wie

        - is bepaald dat de voortzetting van jeugdhulp, waarvan de verlening was aangevangen vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar, noodzakelijk is;

        - vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar is bepaald dat jeugdhulp noodzakelijk is, of

        - is bepaald dat na beëindiging van jeugdhulp die was aangevangen vóór het bereiken van de leeftijd van achttien jaar, binnen een termijn van een half jaar hervatting van de jeugdhulp noodzakelijk is.

     

  • 3.
    • Opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen: problemen en stoornissen als bedoeld in artikel 1.1 Jeugdwet, te weten:

        • a.

          psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of

          adoptiegerelateerde problemen;

        • b.

          beperkingen in de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie in verband met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch

          probleem of een psychosociaal probleem bij een jeugdige die de leeftijd van achttien jaar nog

          niet heeft bereikt, en

        • c.

          een tekort aan zelfredzaamheid in verband met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking bij een jeugdige die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt.

         

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2 3 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 3 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten op stedelijk, bovenwijks, niveau die gericht zijn op:

    • a.

      de speerpunten van het vigerende jeugdbeleid; 

    • b.

      preventie en vroegsignalering van opgroei- en opvoedingsproblemen en/of psychische problemen en stoornissen van jeugdigen.

  • 2.

    Activiteiten als bedoeld in lid 1 waarvoor een beroep gedaan kan worden op een andere subsidieregeling komen niet in aanmerking voor subsidie op basis van de Subsidieregeling Jeugd.

  • 3.

    Het aanbieden van voorzieningen die worden benoemd in de Verordening Jeugdhulp Capelle aan den IJssel 2015 en/of op grond van in deze verordening vastgestelde nadere regels en besluiten, is uitgesloten van subsidiering op grond van de Subsidieregeling Jeugd.

  • 4.

    Activiteiten behorend tot de definitie van jeugdhulp in de Jeugdwet zijn uitgesloten van subsidiering op grond van de Subsidieregeling Jeugd.

  • 5.

    De activiteiten bedoeld in lid 1 sub a dienen aan te sluiten bij de doelstelling van product 12-05 (jeugd- en jongerenbeleid) van de gemeentelijke productenraming. De activiteiten bedoeld in lid 1 sub b dienen aan te sluiten bij de doelstelling van product 12-04 (jeugdhulp) van de gemeentelijke productenraming.

 

 

Artikel 4 Prestatieafspraken

Met subsidieontvangers worden in de subsidiebeschikking afzonderlijke afspraken gemaakt over de specifiek te verrichten activiteiten en de in dat kader te leveren exacte prestaties.

 

Artikel 5 Subsidieontvanger

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon.

Artikel 6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

Artikel 7 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie die niet per kalenderjaar wordt verstrekt wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk tien weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2.

    Aanvragen ingediend voor of na de termijn genoemd in het eerste lid worden niet in behandeling genomen.

 

Artikel 8 Beslistermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 8, eerste lid van de ASV, beslist het college op een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, binnen acht weken nadat de uiterste aanvraagdatum, te weten 1 april, is verstreken.

  • 2.

    Het college kan de termijn genoemd in het eerste lid eenmaal met ten hoogste acht weken verdagen.

 

Artikel 9 Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1.

    Jaarlijks wordt door de gemeenteraad de programmabegroting vastgesteld met daarin een verdeling van de beschikbare middelen per subsidieregeling. De aldus in de programmabegroting opgenomen middelen gelden voor deze subsidieregeling als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 2.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de subsidieaanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als hierdoor het subsidieplafond niet zou worden overschreden. De subsidieaanvragen die voor de voorgeschreven aanvraagdatum zijn ontvangen en die voldoen aan de eisen van artikel 6 van de ASV, worden eerst getoetst aan de overige artikelen van de ASV. Als de beoordeling op grond van de ASV geen aanleiding geeft om de aanvraag af te wijzen, wordt de aanvraag getoetst aan deze subsidieregeling. Indien het totaalbedrag van de aanvragen die na deze toetsing voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, worden deze aanvragen met elkaar vergeleken. De aanvragen die op basis van de uitkomsten van deze vergelijking het meest bijdragen aan het realiseren van het gemeentelijk beleid, worden in volgorde van de uitkomsten van de vergelijking gehonoreerd tot het niveau van het subsidieplafond.

  • 3.

    De verdeling van het subsidieplafond vindt voor andere aanvragen om subsidie plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

 

Artikel 10 Verplichtingen

  • 1.

    Subsidieontvangers dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 2.

    Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

    •  

 

Artikel 11 Aanvraag vaststelling subsidie

Onverminderd het bepaalde in artikel 15 van de ASV dient een aanvraag tot vaststelling van een subsidie vanaf € 5.000,- tot € 50.000,- naast een inhoudelijk verslag ook een financiële verantwoording te bevatten.

 

 

Artikel 12 Slotbepalingen

1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2015.

2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Jeugd 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Algemeen

 

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

 

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

 

Artikel 2. Toepassingsbereik

 

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

 

Artikel 3. Activiteiten

Activiteiten zoals bedoeld in het eerste lid, sub a moeten aansluiten bij het vigerende jeugdbeleid dat is beschreven in de Jeugdagenda. Zoals is verwoord bij product 12-05 van de gemeentelijke productenraming is de doelstelling van dit beleid als volgt:

“Het scheppen van zodanige voorwaarden, dat de zelfstandigheid, eigen kracht en verantwoordelijkheid van jongeren wordt versterkt en dat hun maatschappelijke participatie en sociale binding aan de Capelse samenleving wordt bevorderd”. Hierbij willen wij benadrukken dat het gemeentelijk jeugdbeleid gericht is jongeren tot 23 jaar, terwijl de doelgroep die valt onder het jeugdhulpbeleid gericht is op jeugdigen tot 18 jaar. Het laten doorlopen van jeugdhulp vanaf 18 jaar vormt een uitzondering. Zie hiervoor ook in deze regeling de begripsbepaling van “jeugdigen” uit artikel 1.1 van de Jeugdwet.

 

  • 1.

    Activiteiten zoals bedoeld in het eerste lid, sub b moeten ondersteunend zijn aan het vigerende jeugdhulpbeleid dat is beschreven in het beleidsplan Jeugdhulp. Zoals is verwoord in de gemeentelijke productenraming bij product 12.04: jeugdhulp is de doelstelling van dit beleid als volgt: “Het vroegtijdig inzetten van jeugdhulp in de eigen omgeving van de jeugdige en diens ouders met als uitgangspunt dat de jeugdhulp die wordt ingezet zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig is”. Tevens moeten deze activiteiten gerelateerd zijn aan de thema’s preventie en vroegsignalering. NB: de activiteiten die feitelijk het verlenen van jeugdhulp inhouden komen niet in aanmerking voor subsidie op basis van artikel 2 lid 3 en lid 4.

  • 2.

     

  • 3.

    Zoals in artikel 2 3 lid 1 2 is bepaald, geldt deze regeling niet voor activiteiten waarvoor een beroep gedaan kan worden op een andere subsidieregeling. De achtergrond hiervan is dat onder het product “Jeugdbeleid” nog twee andere subsidieregelingen bestaan (de subsidieregeling Vakantieactiviteiten en de subsidieregeling Speeltuin, Speeluitleen en Speel-o-theek). Voor subsidieaanvragen die aansluiten bij de activiteiten genoemd in een van deze twee subsidieregelingen, kan geen aanspraak worden gemaakt op de Subsidieregeling Jeugd.

 

Artikel 4. Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd. Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 10).

 

Artikel 5. Subsidieontvanger

 

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Jeugd vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

 

 

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

 

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

 

Artikel 7. Aanvraagtermijn

 

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

 

Artikel 8. Beslistermijn

 

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

 

Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling

 

De raad stelt met het vaststellen van een subsidieplafond een maximum aan het bedrag dat voor bepaalde subsidies uitgegeven mag worden. Als het totaal van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, moet dit bedrag worden verdeeld. Deze verdeling vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als het subsidieplafond hierdoor niet zou worden overschreden. Dit betekent dat eerst wordt onderzocht of de aanvragen op tijd zijn ingediend en compleet zijn, alsmede of zij voldoen aan de overige eisen die in de ASV worden gesteld. In dit kader wordt ook afgewogen of er een reden is om de aanvraag af te wijzen op grond van een van de afwijzingsgronden van artikel 9 van de ASV. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan deze subsidieregeling. Daarbij wordt onder meer beoordeeld of de aanvraag activiteiten betreft die op grond van de subsidieregeling in principe kunnen worden gesubsidieerd en of de aanvrager behoort tot de doelgroep van de subsidieregeling. Als het totaalbedrag van de aanvragen die na deze procedure zouden kunnen worden toegewezen het bedrag van het subsidieplafond overschrijdt, vindt een vergelijking van de aanvragen plaats. Daarbij wordt bezien welke te subsidiëren activiteiten het meest zullen bijdragen aan de beleidsdoelen die met de subsidie nagestreefd worden. De volgorde van de aanvragen wordt bepaald door de mate waarin de activiteiten relevant zijn voor het bereiken van de beleidsdoelen. In deze volgorde komen de aanvragen voor het volledige bedrag tot het niveau van het subsidieplafond voor toewijzing in aanmerking. Gezien deze systematiek van verdeling van het subsidieplafond is het voor aanvragers van belang om ervoor te zorgen dat het college op de uiterste aanvraagdatum beschikt over een complete aanvraag.

 

Voor de andere aanvragen om subsidie wordt het subsidieplafond verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

 

Artikel 10. Verplichtingen

 

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat er op gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

 

Artikel 11. Aanvraag vaststelling subsidie

 

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

 

Artikel 12. Slotbepalingen

 

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

 

 

 

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Algemeen

 

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

 

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

 

Artikel 2. Toepassingsbereik

 

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

 

Artikel 3. Activiteiten

Activiteiten zoals bedoeld in het eerste lid, sub a moeten aansluiten bij het vigerende jeugdbeleid dat is beschreven in de Jeugdagenda. Zoals is verwoord bij product 12-05 van de gemeentelijke productenraming is de doelstelling van dit beleid als volgt:

“Het scheppen van zodanige voorwaarden, dat de zelfstandigheid, eigen kracht en verantwoordelijkheid van jongeren wordt versterkt en dat hun maatschappelijke participatie en sociale binding aan de Capelse samenleving wordt bevorderd”. Hierbij willen wij benadrukken dat het gemeentelijk jeugdbeleid gericht is jongeren tot 23 jaar, terwijl de doelgroep die valt onder het jeugdhulpbeleid gericht is op jeugdigen tot 18 jaar. Het laten doorlopen van jeugdhulp vanaf 18 jaar vormt een uitzondering. Zie hiervoor ook in deze regeling de begripsbepaling van “jeugdigen” uit artikel 1.1 van de Jeugdwet.

 

  • 1.

    Activiteiten zoals bedoeld in het eerste lid, sub b moeten ondersteunend zijn aan het vigerende jeugdhulpbeleid dat is beschreven in het beleidsplan Jeugdhulp. Zoals is verwoord in de gemeentelijke productenraming bij product 12.04: jeugdhulp is de doelstelling van dit beleid als volgt: “Het vroegtijdig inzetten van jeugdhulp in de eigen omgeving van de jeugdige en diens ouders met als uitgangspunt dat de jeugdhulp die wordt ingezet zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig is”. Tevens moeten deze activiteiten gerelateerd zijn aan de thema’s preventie en vroegsignalering. NB: de activiteiten die feitelijk het verlenen van jeugdhulp inhouden komen niet in aanmerking voor subsidie op basis van artikel 2 lid 3 en lid 4.

  • 2.

     

  • 3.

    Zoals in artikel 2 3 lid 1 2 is bepaald, geldt deze regeling niet voor activiteiten waarvoor een beroep gedaan kan worden op een andere subsidieregeling. De achtergrond hiervan is dat onder het product “Jeugdbeleid” nog twee andere subsidieregelingen bestaan (de subsidieregeling Vakantieactiviteiten en de subsidieregeling Speeltuin, Speeluitleen en Speel-o-theek). Voor subsidieaanvragen die aansluiten bij de activiteiten genoemd in een van deze twee subsidieregelingen, kan geen aanspraak worden gemaakt op de Subsidieregeling Jeugd.

 

Artikel 4. Prestatieafspraken

In de subsidiebeschikking kunnen de te verrichten activiteiten nader worden gespecificeerd. Hierbij kan worden gedacht aan het maken van afspraken over te bereiken aantallen, maar ook aan afspraken over de samenwerking met andere partijen en cofinanciering (zie ook artikel 10).

 

Artikel 5. Subsidieontvanger

 

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Jeugd vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

 

 

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

 

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

 

Artikel 7. Aanvraagtermijn

 

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

 

Artikel 8. Beslistermijn

 

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

 

Artikel 9. Subsidieplafond en wijze van verdeling

 

De raad stelt met het vaststellen van een subsidieplafond een maximum aan het bedrag dat voor bepaalde subsidies uitgegeven mag worden. Als het totaal van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking komen het subsidieplafond overschrijdt, moet dit bedrag worden verdeeld. Deze verdeling vindt voor subsidies die per kalenderjaar worden verstrekt plaats op basis van een vergelijking van de aanvragen die voor toewijzing in aanmerking zouden komen als het subsidieplafond hierdoor niet zou worden overschreden. Dit betekent dat eerst wordt onderzocht of de aanvragen op tijd zijn ingediend en compleet zijn, alsmede of zij voldoen aan de overige eisen die in de ASV worden gesteld. In dit kader wordt ook afgewogen of er een reden is om de aanvraag af te wijzen op grond van een van de afwijzingsgronden van artikel 9 van de ASV. Vervolgens worden de aanvragen getoetst aan deze subsidieregeling. Daarbij wordt onder meer beoordeeld of de aanvraag activiteiten betreft die op grond van de subsidieregeling in principe kunnen worden gesubsidieerd en of de aanvrager behoort tot de doelgroep van de subsidieregeling. Als het totaalbedrag van de aanvragen die na deze procedure zouden kunnen worden toegewezen het bedrag van het subsidieplafond overschrijdt, vindt een vergelijking van de aanvragen plaats. Daarbij wordt bezien welke te subsidiëren activiteiten het meest zullen bijdragen aan de beleidsdoelen die met de subsidie nagestreefd worden. De volgorde van de aanvragen wordt bepaald door de mate waarin de activiteiten relevant zijn voor het bereiken van de beleidsdoelen. In deze volgorde komen de aanvragen voor het volledige bedrag tot het niveau van het subsidieplafond voor toewijzing in aanmerking. Gezien deze systematiek van verdeling van het subsidieplafond is het voor aanvragers van belang om ervoor te zorgen dat het college op de uiterste aanvraagdatum beschikt over een complete aanvraag.

 

Voor de andere aanvragen om subsidie wordt het subsidieplafond verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar waarin de gesubsidieerde activiteit zal plaatsvinden. Als een aanvraag niet compleet is wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

 

Artikel 10. Verplichtingen

 

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat er op gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

 

Artikel 11. Aanvraag vaststelling subsidie

 

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

 

Artikel 12. Slotbepalingen

 

Dit artikel spreekt voor zichzelf.