| Organisatie | Heerenveen |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Aanwijzingsbesluit categorieën van voorwerpen waarvoor het verbod van artikel 2:10 APV niet geldt |
| Citeertitel | Aanwijzingsbesluit categorieën van voorwerpen waarvoor het verbod van artikel 2:10 APV niet geldt |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | bestuur en recht |
| Eigen onderwerp |
Geen
art. 2.10 Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 01-12-2015 | 15.2000827 |
Burgemeester en wethouders van gemeente Heerenveen;
dat het college op 8 februari 2011 categorieën van voorwerpen heeft aangewezen waarop het verbod van artikel 2:10 APV niet van toepassing is;
dat het op grond van artikel 28 van de Wet Ahri gewenst is de nadere regels opnieuw vast te stellen voor 1 januari 2016, om te voorkomen dat de nadere regels vervallen;
dat dit aanwijzingsbesluit niet van toepassing is op het grondgebied van de voormalige gemeente Boarnsterhim dat vanaf 1 januari 2014 is toegevoegd aan de gemeente Heerenveen;
dat het als wenselijk wordt ervaren om deze categorieën van voorwerpen opnieuw aan te wijzen voor het hele grondgebied van de gemeente Heerenveen;
Gelet op het bepaalde in artikel 2:10 lid 3 onder f van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Heerenveen;
Vast te stellen het navolgende aanwijzingsbesluit categorieën van voorwerpen waarvoor het verbod van artikel 2:10 APV niet geldt.
Voor de volgende categorieën van voorwerpen geldt het verbod van artikel 2:10 APV niet:
de voorwerpen of stoffen, die noodzakelijkerwijze kortstondig op de weg gebracht worden in verband met laden of lossen ervan. Degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten draagt er zorg voor dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de weg verwijderd zijn en de weg hiervan is gereinigd;