Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Coevorden

Verzameluitvoeringsbesluit algemene subsidieverordening Coevorden 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCoevorden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerzameluitvoeringsbesluit algemene subsidieverordening Coevorden 2016
CiteertitelVerzameluitvoeringsbesluit algemene subsidieverordening Coevorden 2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpWelzijn, onderwijs en cultuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene subsidieverordening Coevorden 2012
  2. http://wetten.overheid.nl/BWBR0005537/2018-08-01

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-09-201819-12-201701-01-2019wijziging: na hoofdstuk Ve worden vier hoofdstukken toegevoegd, te weten hoofdstuk VF, VG, VH en VI

11-09-2018

gmb-2018-200734

n.v.t.
25-07-201821-09-2018Wijziging: Hoofdstuk Ve Aanjaagfonds Evenementen toegevoegd (na hoofdstuk Vd)

10-07-2018

gmb-2018-159601

n.v.t.
01-06-201825-07-2018wijziging hoofdstuk IV en de artikelen 13, 14, 15, 16, 16a, 16b, 16c, 16d, 16e, 16f

22-05-2018

gmb-2018-114924

n.v.t.
23-01-201801-06-2018Vervanging Hoofdstuk V door een nieuw Hoofdstuk V Voorschoolse educatie 2018; Vervanging Hoofdstuk Vc door een nieuw Hoofdstuk Vc. Niet KOT Peuters 2018

09-01-2018

gmb-2018-14079

n.v.t.
29-12-201723-01-2018Wijziging artikel 27c

19-12-2017

gmb-2017-232459

n.v.t.
03-11-201729-12-2017Invoeging Hoofdstuk Vd Speellocaties

24-10-2017

gmb-2017-192311

n.v.t.
22-04-201703-11-2017wijzigingen in artikel 16, 16a, 16b, 16d, 16e, hoofdstuk V, artikel 28c, 28f, 28g, 28i en hoofdstuk Vb

11-04-2017

Elektronisch Gemeenteblad dd 21-04-2017

n.v.t.
29-12-201622-04-2017Vervanging Hoofdstuk V. Voorschoolse educatie door: Hoofdstuk V Voorschoolse educatie 2017;Ingevoegd na Hoofdstuk Vb ‘Laagrentende leningen investeringen sportaccommodaties’ een nieuw Hoofdstuk Vb. Niet KOT Peuters

20-12-2016

Elektronisch gemeenteblad Coevorden 28-12-2016

n.v.t.
29-12-201629-12-2016Vervanging Hoofdstuk VI. door een nieuw hoofdstuk VI Initiatieven Gezond in Coevorden

20-12-2016

Elektronisch gemeenteblad Coevorden 28-12-2016

n.v.t.
29-12-201629-12-2016Ingevoegd een nieuw Hoofdstuk Vb Laagrentende leningen investeringen sportaccommodaties. Toegevoegd wordt een nieuw artikel Artikel 29a. Hardheidsclausule

20-07-2016

Elektronisch gemeenteblad Coevorden 28-12-2016

n.v.t.
21-07-201629-12-2016Vervanging Hoofdstuk IV Stimuleringsfonds leefbaarheid door een nieuw hoofdstuk. Invoegen van een nieuw hoofdstuk Va 'Initiatieven Coevorden verbindt'

12-07-2016

Elektronisch gemeenteblad Coevorden 20-07-2016

n.v.t.
07-01-201621-07-2016nieuwe regeling

22-12-2015

Elektronisch gemeenteblad Coevorden 06-01-2016

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verzameluitvoeringsbesluit algemene subsidieverordening Coevorden 2016

Het college van de gemeente Coevorden;

gelezen het voorstel d.d. 30 november 2015 van de afdeling Beleid en Strategie, team samenleving;

overwegende, dat het gewenst is voor een aantal subsidiabele activiteiten nadere regels te stellen ten aanzien van de subsidiabele kosten;

gelet op artikel 2 lid 2 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012;

besluit :

vast te stellen de volgende

regels voor bepaalde subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 2 lid 2 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012

 

Hoofdstuk I Amateurkunst

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    amateurkunst: kunsten, uitgevoerd door personen die van de kunstbeoefening geen beroep hebben gemaakt;

  • b.

    actieve leden: leden van de amateurvereniging die een daadwerkelijke bijdrage leveren aan de activiteiten van de vereniging;

  • c.

    actieve jeugdleden: leden als bedoeld in sub b tot en met de leeftijd van 18 jaar op de peildatum van 1 januari van het jaar waarop subsidie wordt gevraagd;

  • d.

    amateurvereniging: een bij notariële akte opgerichte en in de gemeente Coevorden gevestigde vereniging, die als voornaamste doelstelling heeft de beoefening van de amateurkunst;

  • e.

    professionele begeleiding: begeleiding door personen die een kunstvakopleiding, als zodanig erkend door de landelijke bonden dan wel de landelijke overheid, hebben genoten of anderzijds in de praktijk zijn geschoold door meerdere jaren verbonden te zijn geweest aan een professioneel gezelschap.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1.

    Het college kan subsidie verlenen aan een amateurvereniging ten behoeve van activiteiten met betrekking tot amateurkunst.

  • 2.

    Activiteiten uitsluitend ten dienste van de leden van de kerkgenootschappen, de leden van politieke partijen, de leden van vakorganisaties of ten dienste van leden van verenigingen die hiermee gelijk te stellen zijn, vallen niet onder de werkingssfeer van dit hoofdstuk.

  • 3.

    Voor subsidiëring komen slechts in aanmerking verenigingen, waarvan tenminste 75% van de actieve leden woonachtig is in de gemeente Coevorden.

  • 4.

    Voor activiteiten, als bedoeld in het eerste lid, worden de navolgende subsidiebedragen vastgesteld:

    • a.

      aan muziekverenigingen wordt een basisbedrag van € 740,- beschikbaar gesteld en een bedrag van € 20 per actief jeugdlid.

    • b.

      aan muziekverenigingen met professionele begeleiding wordt per onderdeel van minimaal 10 leden een subsidie verstrekt van € 275,-.

    • c.

      de onder b genoemde onderdelen van een muziekvereniging betreffen: muziekkorps/fanfare, drumband, jeugdorkest en majorettepeloton.

    • d.

      aan zang- en toneelverenigingen en andere vormen van amateuristische kunstbeoefening wordt een bedrag van € 9,50 per actief jeugdlid beschikbaar gesteld alsmede een bedrag van € 275,- voor verenigingen met professionele ondersteuning.

Artikel 3 Aanvraag subsidieverlening

De aanvraag om subsidieverlening gaat vergezeld van:

  • a.

    statuten van de vereniging, tenzij het college hierover beschikt;

  • b.

    een opgave van het aantal jeugdleden per 1 januari van het jaar dat de subsidie wordt aangevraagd;

  • c.

    kopieën van diploma's van professionele begeleiding, tenzij het college hierover beschikt.

Artikel 4 Verplichtingen subsidie-ontvanger

Een muziek-, zang- en toneelvereniging geeft tenminste vier keer per kalenderjaar een openbare uitvoering en/of optreden binnen de grenzen van de gemeente Coevorden. Voor de overige kunsten geldt een expositieplicht van minimaal één keer per jaar.

Hoofdstuk II Monumentale houtopstanden

Artikel 5 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    bomenverordening: de Bomenverordening gemeente Coevorden 1999.

  • b.

    deskundig boomverzorger: een persoon die een vakopleiding, als zodanig gecertificeerd door de landelijke overheid, heeft genoten.

Artikel 6 Reikwijdte

  • 1.

    Het college kan subsidie verlenen in de kosten van maatregelen, die noodzakelijk zijn voor het duurzaam in standhouden van een monumentale houtopstand als bedoeld in artikel 12 van de bomenverordening.

  • 2.

    Onder maatregelen, bedoeld in lid 1, worden in elk geval begrepen:

    • a.

      het onderzoek naar de kwaliteit van de houtopstand en de groeiplaats;

    • b.

      structurele groeiplaatsverbetering;

    • c.

      bescherming van de groeiplaats;

    • d.

      kroonsnoei (herstel- en stabilisatiesnoei);

    • e.

      kroonverankering.

Artikel 7 Aanvraag subsidieverlening

  • 1.

    De aanvraag om subsidieverlening moet door de eigenaar van de grond waarop de houtopstand zich bevindt, dan wel door een natuurlijk of rechtspersoon die krachtens een persoonlijk of zakelijk recht het feitelijk gebruik heeft van de grond waarop zich de houtopstand bevindt, worden ingediend.

  • 2.

    De aanvraag om subsidieverlening moet een omschrijving bevatten van de activiteiten (maatregelen) waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • 3.

    De aanvraag om subsidieverlening moet vergezeld gaan van een begroting van de kosten, opgesteld door een deskundig boomverzorger, alsmede van een situatietekening.

Artikel 8 Voorwaarden subsidieverlening

Aan de beschikking worden in elk geval de volgende voorwaarden verbonden:

  • a.

    de maatregelen moeten worden uitgevoerd door een deskundig boomverzorger;

  • b.

    de maatregelen moeten binnen 1 jaar na subsidieverlening worden uitgevoerd;

  • c.

    de houtopstand moet duurzaam in stand worden gehouden.

Hoofdstuk III Belangenbehartiging

Artikel 9 Definitie

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • 1.

    kern: een van de volgende geografische delen van de gemeente Coevorden:

    • a.

      Wijken Coevorden Noord-West: Tuindorp; Lootuinen; Poppenhare; Binnenvree

    • b.

      Wijken Coevorden Zuid -Oost: Buitenvree; Ossehaar; Klinkenvlier; Pikveld ; Heege; Vosmaten

    • c.

      Wijken Coevorden Zuid-West: Klooster, industriegebieden; centrum; Ballast

    • d.

      Aalden

    • e.

      Benneveld

    • f.

      Dalen

    • g.

      Dalerpeel

    • h.

      Dalerveen/Stieltjeskanaal

    • i.

      Erm/Achterste Erm

    • j.

      Gees

    • k.

      Geesbrug

    • l.

      ’t Haantje-Kibbelveen

    • m.

      Holsloot/Den Hool

    • n.

      De Kiel

    • o.

      Meppen

    • p.

      Nieuwe Krim

    • q.

      Noord-Sleen

    • r.

      Oosterhesselen

    • s.

      Schoonoord

    • t.

      Sleen

    • u.

      Steenwijksmoer

    • v.

      Wachtum

    • w.

      Wezup

    • x.

      Wezuperbrug

    • y.

      Zweeloo

    • z.

      Zwinderen

  • 2.

    Een organisatie van plaatselijk belang: een organisatie die de algemene belangen van de kern behartigt en blijkens haar activiteiten breed geworteld is binnen de kern.

Artikel 10 Subsidiabele activiteit

Het college kan subsidie verlenen aan een organisatie van plaatselijk belang voor het vervullen van de rol van gesprekspartner namens de inwoners van de kern met het gemeentebestuur gedurende een kalenderjaar.

Artikel 11 Rangschikking

  • 1.

    Het college verleent subsidie als bedoeld in artikel 10 aan maximaal één organisatie van plaatselijk belang per kern.

  • 2.

    Het college plaatst de aanvragen in een prioriteitsvolgorde.

  • 3.

    De prioriteitsvolgorde wordt bepaald door de mate waarin de organisatie verschillende algemene belangen behartigd en de mate waarin de organisatie is geworteld binnen de kern.

  • 4.

    Het college verleent subsidie in volgorde van de vastgestelde prioriteit.

  • 5.

    Indien na toepassing van het tweede lid aanvragen een gelijke plaats in de rangorde hebben, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van een loting.

Artikel 12 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De subsidie bestaat uit een vast bedrag van € 1000 voor een kern met minder dan 1000 inwoners, € 1500 voor een kern met meer dan 1000 en minder dan 2000 inwoners en € 2.000 voor een kern met meer dan 2000 inwoners.

  • 2.

    Het aantal inwoners als bedoeld in lid 1 wordt bepaald op grond van de basisregistratie personen op 1 januari voorafgaand aan het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

Hoofdstuk IV Stimuleringsfonds leefbaarheid 2018

Artikel 13 Begripsbepalingen

 

 

  • -

    College: Het college van burgemeester en wethouders.

  • -

    Leefbaarheid: Beleving van de kwaliteit van de dagelijkse woonomgeving door bewoners;

  • -

    Zelfredzaamheid: Het vermogen van (groepen van mensen) om voor zichzelf te zorgen met en zonder behulp van de omgeving.

  • -

    Zelfwerkzaamheid: De mate waarin inwoners op vrijwillige basis zelf een bijdrage leveren aan de uitvoering van de activiteiten.

  • -

    Initiatievenavond: Een door het college georganiseerde bijeenkomst, waar de subsidieaanvragers de subsidieaanvragen beoordelen.

     

Artikel 14 Reikwijdte

 

  • 1.

    Het college kan subsidie verlenen voor kortdurende activiteiten met een looptijd van minder dan één jaar, die gericht zijn op het bevorderen van de leefbaarheid van de woonomgeving, de zelfredzaamheid en de zelfwerkzaamheid van inwoners in de buurt.

  • 2.

    Subsidie kan worden aangevraagd door en verstrekt worden aan:

    • a.

      Vereniging Dorpsbelangen Aalden;

    • b.

      Buurtvereniging De Naobers Benneveld;

    • c.

      Vereniging Dorpsbelangen Dalen;

    • d.

      Vereniging Plaatselijk Belang Dalerpeel;

    • e.

      Stichting Contactgroep Dalerveen Stieltjeskanaal

    • f.

      Vereniging Dorpsbelangen Erm

    • g.

      Vereniging Plaatselijk Belang Gees en omstreken

    • h.

      Vereniging Plaatselijk Belang Geeserveld en omstreken

    • i.

      Plaatselijk Belang ’t Haantje-Kibbelveen

    • j.

      Vereniging Samenwerkingsverband Holsloot/Den Hool

    • k.

      Vereniging van Dorpsbelangen De Kiel en omstreken

    • l.

      Belangenvereniging “De Lange Möpper” (Meppen)

    • m.

      Plaatselijk Belang Nieuwe Krim “De Eendracht”

    • n.

      Vereniging Dorpsbelangen Noord-Sleen

    • o.

      Vereniging Plaatselijk Belang Oosterhesselen

    • p.

      Vereniging Dorpsbelang Schoonoord

    • q.

      Vereniging Dorpsbelangen Sleen-Diphoorn

    • r.

      Stichting Plaatselijk Belang Steenwijksmoer

    • s.

      Vereniging Dorpsbelangen Wachtum en omstreken

    • t.

      Dorpsvereniging Wezup

    • u.

      Vereniging Ons Belang (Wezuperbrug)

    • v.

      Vereniging Dorpsbelangen Sweel (Zweeloo)

    • w.

      Vereniging Plaatselijk Belang Zwinderen en omstreken

    • x.

      Buurt- en Speeltuinvereniging Tuindorp

    • y.

      Buurt- en Speeltuinvereniging Lootuinen

    • z.

      Buurt- en Speeltuinvereniging Poppenhare

    • aa.

      Buurt- en Speeltuinvereniging De Binnenvree

    • bb.

      Buurt- en Speeltuinvereniging Buitenvree

    • cc.

      Buurt- en Speeltuinvereniging Ossehaar

    • dd.

      Buurt- en belangenvereniging Klinkenvlier

    • ee.

      Buurtschap Pikveld

    • ff.

      Buurtschap Weijerswold

    • gg.

      Wijkvereniging Pikveld/Heege Noord

    • hh.

      Buurt- en Speeltuinvereniging De Heege

    • ii.

      Buurtvereniging Vosmaten

    • jj.

      Buurt- en Speeltuinvereniging De Maten

    • kk.

      Speeltuinvereniging De Veste

    • ll.

      Buurtvereniging De Vier Wieken

Artikel 15 Subsidieplafond

 

  • 1.

    Indien het college een subsidieplafond, zoals bedoeld in artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012 heeft vastgesteld, gelden de volgende verdeelregels:

    • a.

      Indien de subsidieomvang van het aantal ontvankelijke subsidieaanvragen het subsidieplafond overschrijdt, stelt het college een rangordelijst op.

    • b.

      De volgorde op de rangordelijst wordt bepaald door de uitkomsten van de beoordeling door de stemgerechtigde aanvragers zoals bedoeld in artikel 16d en de vakjury zoals bedoeld in artikel 16e.

    • c.

      De rangordelijst komt tot stand door de lijstvolgorde van vakjury en de lijstvolgorde van de stemgerechtigde aanvragers samen te voegen. De nummer 1 krijgt op de beide lijsten 1 punt, de nummer 2 krijgt 2 punten, enz.

    • d.

      Het aantal punten van de aanvragers op de beide lijsten wordt bij elkaar opgeteld. Op de rangordelijst worden de aanvragen in volgorde van het aantal punten weergegeven van laag naar hoog.

    • e.

      Het college verleent de subsidies op volgorde op de rangordelijst, waarbij nummer 1 staat voor de aanvraag met het laagste aantal punten.

    • f.

      Bij een gelijk aantal toegekende punten aan aanvragen, waarbij subsidieverlening leidt tot overschrijding van het subsidieplafond, beslist het college door middel van loting.

    • g.

      Het college kan een wegens overschrijding van het subsidieplafond geweigerde aanvraag uiterlijk binnen een termijn van één jaar terugnemen indien na de in dit artikel bedoelde subsidieverlening sprake is van een onderschrijding van het subsidieplafond. Lid e is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 aanvraag indieningstermijn, te overleggen gegevens

 

  • 1.

    Het college stelt het subsidieaanvraagformulier ‘Stimuleringsfonds Coevorden’ vast.

  • 2.

    De aanvrager vraagt de subsidie middels het subsidieaanvraagformulier ‘Stimuleringsfonds Coevorden’ aan.

  • 3.

    De aanvrager dient een subsidieaanvraag in bij het college uiterlijk 1 september 2018 voor subsidieaanvragen 2018.

  • 4.

    Een audiovisuele opname maakt onderdeel uit van de subsidieaanvraag.

  • 5.

    Het college vermeldt de eisen waaraan de audiovisuele opname moet voldoen op het subsidieaanvraagformulier.

  • 6.

    De aanvrager kan per subsidietijdvak maximaal twee subsidieaanvragen indienen.

 

Artikel 16a subsidiabele kosten

 

 

  • 1.

    Voor subsidie komen de kosten in aanmerking:

    • a.

      die resteren na aftrek van de bijdragen van derden, eigen middelen of zelfwerkzaamheid, en die direct samenhangen met de uitvoering van de subsidiabele activiteit;

    • b.

      de naar het oordeel van het college noodzakelijke voorbereidingskosten van de activiteit, zoals secretariaat, administratie en onderzoek, voor zover deze kosten niet worden gesubsidieerd vanuit een andere gemeentelijke subsidieregeling;

    • c.

      de kosten van publiciteit voor de activiteit;

    • d.

      bijzondere huisvestingskosten die voor de activiteit noodzakelijk zijn.

  • 2.

    De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      de kosten van begeleidende/ondersteunende organisaties voor zover die reeds door het college worden gesubsidieerd vanuit een boekjaarsubsidie.

 

Artikel 16b subsidiebedrag/wijze van berekenen subsidiebedrag

 

 

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal € 10.000.

  • 2.

    De aanvrager dekt minimaal 25% van de subsidiabele kosten uit bijdragen van derden, eigen middelen of zelfwerkzaamheid.

  • 3.

    Het college berekent de inzet zelfwerkzaamheid op basis van een uurtarief van € 25.

 

Artikel 16c weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012 en onverminderd de uitkomsten van de stemmingen van de vakjury en de aanvragers kan de subsidie worden geweigerd indien:

 

  • a.

    de activiteit gericht is op commerciële activiteiten;

  • b.

    de activiteit een politiek of religieus karakter heeft;

  • c.

    de aanvraag betrekking heeft op een niet openbaar toegankelijke activiteit;

  • d.

    de activiteit gelijk of vergelijkbaar is met activiteiten waarvoor het college ook op grond van een andere subsidieregeling subsidie kan verstrekken dan wel voor de activiteit reeds een boekjaarsubsidie is verstrekt;

  • e.

    het aannemelijk is dat de activiteit leidt tot een lasten verzwaring voor de gemeente in het algemeen en in het bijzonder voor beheer, onderhoud of instandhouding van eigendommen van de gemeente.

 

Artikel 16d Stem- en beoordelingsprocedure aanvragers

 

  • 1.

    De voorkeurslijst van de stemming door aanvragers als bedoeld in artikel 15 lid 2 onder b, komt tot stand door een beoordeling op een daartoe door het college te organiseren Initiatievenavond.

  • 2.

    De Initiatievenavond vindt binnen 10 weken na de indieningstermijn plaats.

  • 3.

    Het college maakt vooraf de datum en de procedure voor de Initiatievenavond kenbaar aan de vakjury en de aanvragers.

  • 4.

    Het college stuurt tenminste zes weken voor aanvang van de Initiatievenavond een afschrift van de ontvankelijke subsidieaanvragen naar de vakjury en de stemgerechtigde aanvragers.

  • 5.

    Stemgerechtigden zijn de aanvragers, zoals genoemd in artikel 14, lid 2. Daartoe wijzen zij maximaal twee vertegenwoordigers aan die tijdens de initiatievenavond de subsidieaanvragen beoordelen. De stemgerechtigde aanvragers melden de vertegenwoordigers uiterlijk twee weken voor de initiatievenavond schriftelijk aan bij het college.

  • 6.

    Tijdens de initiatievenavond kunnen de stemgerechtigden alleen stemmen op de daar door aanvragers gepresenteerde aanvragen.

  • 7.

    Het college verdeelt door middel van loting de stemgerechtigden over een op basis van het aantal ontvankelijke aanvragen nader te bepalen aantal tafels, zodanig dat er niet twee vertegenwoordigers van één en dezelfde organisatie in eenzelfde groep zitten.

  • 8.

    Per tafel reikt het college een gewaarmerkt beoordelingsformulier uit. Het beoordelingsformulier vermeldt de locatie, tafelnummer, het tijdstip van aanvang en de sluiting van de beoordelingsronde alsmede de namen van de stemgerechtigden.

  • 9.

    Het college voorziet in procesbegeleiders die tevens optreden als tafelvoorzitter.

  • 10.

    De stemgerechtigden beoordelen in twee ronden de ingediende ontvankelijke aanvragen, waarbij een groep niet twee keer dezelfde aanvraag beoordeelt.

  • 11.

    Per tafel beoordelen de stemgerechtigden een nader te bepalen aantal subsidieaanvragen, waarbij de stemgerechtigden in gezamenlijkheid punten verdelen op basis van vier criteria.

  • 12.

    De stemgerechtigden kennen punten toe op basis van de volgende beoordelingscriteria:

    • a.

      Hoe draagt het initiatief bij aan de toekomst en de leefbaarheid van het dorp of de wijk;

    • b.

      Is het initiatief haalbaar en realistisch met andere woorden wat is de kans op succes;

    • c.

      In welke mate wordt het initiatief zelf uitgevoerd en bevordert zelfredzaamheid en zelforganisatie in het dorp of de wijk;

    • d.

      De mate waarin de kosten van de aanvraag in verhouding staan tot de te verrichten activiteiten en de daaruit te verwachten resultaten.

  • 13.

    Per criterium kunnen de stemgerechtigden een score toekennen van 1, 4 of 7 punten, waarbij:

    • a.

      1 punt staat voor er wordt nagenoeg niet voldaan aan het criterium;

    • b.

      4 punten staat voor er wordt in voldoende mate aan het criterium voldaan;

    • c.

      7 punten staat voor er wordt volledig aan het criterium voldaan.

  • 14.

    Het is niet toegestaan een andere puntenverdeling te hanteren dan hierboven onder 12. omschreven. Bij afwijking van de voorgeschreven puntenverdeling wordt het beoordelingsformulier ongeldig verklaard.

  • 15.

    Na twee beoordelingsronden stelt het college een lijst op waarbij per aanvraag de toegekende totaalscores worden opgeteld en gedeeld door twee. Op nummer één staat de aanvrager met het hoogste aantal punten. Bij een gelijke score wordt aan iedere aanvraag met dezelfde score hetzelfde daarbij behorende puntenaantal toegekend voor de eindlijst van de beoordeling van de aanvragers.

  • 16.

    Het college stelt de voorlopige uitslag vast na de beoordeling en maakt deze bekend op de Initiatievenavond. Het college stelt uiterlijk één week na de beoordeling de definitieve uitslag vast en maakt deze openbaar.

 

Artikel 16e Stemprocedure vakjury

 

 

  • 1.

    Het college benoemt een vakjury bestaande uit ten minste drie en ten hoogste vijf personen.

  • 2.

    De vakjury stelt een lijst op met de scores per aanvrager, waarbij de aanvragers worden vermeld in de volgorde van het aantal punten dat is toegekend. Op nummer één staat de aanvrager met het hoogste aantal punten. Bij een gelijke score wordt aan iedere aanvraag met dezelfde score hetzelfde daarbij behorende puntenaantal toegekend voor de eindlijst van de vakjury.

  • 3.

    De vakjury functioneert onafhankelijk van het college en de aanvragers, zoals genoemd onder artikel 14 lid 2.

  • 4.

    De vakjury kent stemmen toe op basis van de volgende beoordelingscriteria:

    • a.

      de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de doelstelling van deze subsidieregeling;

    • b.

      de mate van haalbaarheid van de uitvoering van het initiatief en de beoogde resultaten;

    • c.

      de mate waarin bewoners de activiteit zelf uitvoeren;

    • d.

      de mate waarin de activiteit samenwerking tussen mensen of organisaties bevordert;

    • e.

      de mate van efficiënte besteding van algemene middelen, waarbij het gaat om de verhouding tussen de kosten van de aanvraag, de te verrichten activiteiten en de daaruit voortvloeiende resultaten.

    • f.

      het maatschappelijk effect van de te subsidiëren activiteit.

  • 5.

    De vakjury kent per criterium 0 tot maximaal 10 punten toe, waarbij ‘0 punten’ staat voor er wordt niet voldaan aan het criterium en ’10 punten’ staat voor er wordt volledig aan het criterium voldaan.

 

 

Artikel 16f Horizonbepaling

Dit hoofdstuk vervalt op 1 januari 2019, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt.

 

 

Hoofdstuk V Voorschoolse educatie 2018  

Artikel 17 Begripsomschrijving

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Beroepskracht: een beroepskracht voorschoolse educatie als bedoeld in hoofdstuk 1 Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang;

  • b.

    Doelgroeppeuter: een in de gemeente Coevorden woonachtige peuter van 2,5 tot 4 jaar met een leerlinggewicht en/of een (risico op) taalachterstand door onvoldoende taalaanbod in het Nederlands blootstellingsachterstand;

  • c.

    Houder: houder als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang:

    • 1.

      degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;

  • d.

    Voorschoolse educatie: uitvoering van een door het college gesubsidieerd programma dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten.

  • e.

    Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 1.1, lid 1, van de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang en de andere daaraan verbonden wettelijke bepalingen;

  • f.

    Kindplaats: een plaats voor een kind in de kinderopvang met subsidie. Eén kindplaats kan voor een heel kalenderjaar door één kind worden bezet of door meerdere kinderen voor evenredige delen van dat jaar. Indien een kindplaats voor een deel van een jaar bezet wordt door een kind, wordt voor die kindplaats een evenredig deel van de VVE-subsidie beschikbaar gesteld;

  • g.

    Kindvolgsysteem: een gestandaardiseerde observatie methode als bedoeld in het Waarderingskader;

Artikel 18 reikwijdte

 

  • 1.

    Het college kan subsidie verstrekken aan een houder ten behoeve van de uitvoering van voorschoolse educatie voor doelgroeppeuters.

  • 2.

    De subsidie kan aangevraagd worden en verstrekt worden aan de houder, die als zodanig staan ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK).

Artikel 19 Hoogte subsidie, verdelingssystematiek en subsidieplafond

 

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal € 3.750 per jaar per bij de houder ingeschreven doelgroeppeuter.

  • 2.

    Het subsidieplafond bedraagt in 2018 maximaal € 348.750.

  • 3.

    De subsidie wordt verleend op volgorde van ontvangst van een ontvankelijke aanvraag tot maximaal het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 20 Aanvraag en verlening subsidie

 

  • 1.

    De houder vraagt de subsidie aan minimaal een week voordat de gestart wordt met de activiteit.

  • 2.

    De subsidie is kindgebonden.

  • 3.

    Het college kan subsidie verlenen voor een kind in de leeftijd vanaf 2,5 jaar.

  • 4.

    De subsidie eindigt in ieder geval wanneer een kind 4 jaar wordt.

  • 5.

    Het college kan in afwijking van het bepaalde in lid 4 in bijzondere omstandigheden een subsidie verlengen na het bereiken van de leeftijd van 4 jaar. Hiervoor dient een gezamenlijke aanvraag van Icare en de kinderopvang ingediend worden.

  • 6.

    De subsidie wordt verleend met ingang van de eerste of de vijftiende van de maand.

  • 7.

    Het college verleent en bevoorschot de subsidie overeenkomstig de volgende tabel.

Start subsidieperiode

Bevoorschotting

1 januari - 28 februari 2018

1 maart 2018

1 maart - 30 april 2018

1 mei 2018

1 mei - 30 juni 2018

1 juli 2018

1 juli - 31 augustus 2018

1 september 2018

1 september - 31 oktober 2018

1 november 2018

1 november - 31 december 2018

1 januari 2019

Artikel 21 Criteria

Het college verleent slechts een subsidie indien:

 

  • a.

    de subsidiabele activiteit minimaal 10 uur per week in minimaal 3 dagdelen omvat;

  • b.

    de houder werkt met een, op 1 januari 2018, gecertificeerd VVE programma;

  • c.

    de beroepskracht beschikt over certificaten behorende bij het gebruikte VVE programma;

  • d.

    de beroepskracht beschikt over een certificaat taaltoets Nederlands VVE op het niveau 3F voor leesvaardigheden en mondelinge vaardigheden (luisteren, spreken en gesprekken voeren) en 2F voor schriftelijke vaardigheden (schrijven en taalverzorging);

  • e.

    de beroepskracht die voorschoolse educatie uitvoert met goed gevolg een opleiding op ten minste PW3 niveau heeft afgerond;

  • f.

    de houder gebruikt maakt van het woordenschatprogamma LOGO 3000;

  • g.

    het aanbod van voorschoolse educatie in de gemeente Coevorden beschikbaar is en de houder zoveel mogelijk met heterogene groepen van doelgroep- en niet-doelgroeppeuters werkt;

  • h.

    de houder, met het oog op een doorgaande leerlijn, samenwerkt met het primair onderwijs in de gemeente Coevorden;

  • i.

    de houder werkt met de zorgstructuur Samen Vroeg Erbij;

  • j.

    de houder gebruik maakt van een digitaal kindvolgsysteem of dit in 2018 gaat gebruiken. Als de houder op 1 januari 2018 nog geen gebruik maakt van een digitaal kindvolgsysteem, dient het instrument Peuterestafette gebruikt te worden;

  • k.

    de maximale ouderbijdrage voor de VVE uren niet meer bedraagt dan het in de VNG adviestabel laagste ouderbijdrage peuterwerk 2018 genoemde bedrag, te weten €90,00;

  • l.

    de Stichting Icare Jeugdgezondheidszorg de doelgroeppeuter indiceert en toeleidt en de doelgroeppeuter voorkomt op de indicatielijsten van de Stichting Icare Jeugdgezondheidszorg.

Artikel 22 Vaststelling

De aanvraag voor vaststelling van de subsidie wordt uiterlijk ingediend vier weken nadat de opvang van de peuter is beëindigd.

 

Artikel 23 Horizonbepaling

Dit hoofdstuk vervalt op 1 januari 2019, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die op grond van dit hoofdstuk zijn verstrekt

Hoofdstuk VI Initiatieven Gezond in Coevorden

Artikel 22 Begripsbepaling

College: Het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 23 Reikwijdte

  • 1.
    • Het college kan subsidie verlenen voor kortdurende activiteiten met een looptijd van minder dan één jaar, die gericht zijn op het bevorderen van:

      • a.

        de gezondheid of een gezonde leefstijl van groepen burgers;

      • b.

        de bewustwording omtrent gezondheid of een gezonde leefstijl.

  • 2.

    De subsidie kan aangevraagd worden en verstrekt worden aan rechtspersonen in de gemeente Coevorden of andere organisaties, die zijn ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.

Artikel 24 Subsidiplafond

  • Indien het college een subsidieplafond, zoals bedoeld in artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Coevorden 2012 heeft vastgesteld verleent het college de subsidie op basis van volgorde van ontvangst van een ontvankelijke aanvraag tot maximaal het subsidieplafond is bereikt.

     

Artikel 25 Procedure aanvraag

 

  • 1.

    Het college stelt het subsidieaanvraagformulier ‘Initiatieven Gezond in Coevorden’ vast.

  • 2.

    De aanvrager vraagt de subsidie middels het subsidieaanvraagformulier 'Initiatieven Gezond in Coevorden’ aan.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012, worden bij de aanvraag in ieder geval de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een begroting van de subsidiabele activiteit;

    • b.

      een plan van aanpak, dat ten minste beschrijft:

      . de doelstelling van de activiteit;

      . de doelgroep van de activiteit;

      . de frequentie en de duur van de activiteit;

      . de verwachte resultaten van de activiteit.

       

Artikel 26 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor subsidie komen de kosten in aanmerking:

    • a.

      die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die direct samenhangen met de uitvoering van de subsidiabele activiteit;

    • b.

      de naar het oordeel van het college noodzakelijke voorbereidingskosten van de activiteit (secretariaat, administratief en onderzoek), voor zover deze kosten niet worden gesubsidieerd vanuit een andere (gemeentelijke) subsidieregeling;

    • c.

      de loonkosten op voorwaarde dat die in redelijke verhouding staan tot de inzet in geld of menskracht van initiatiefnemers en de deelnemers, die bij de uitvoering van het initiatief betrokken zijn.

    • d.

      de kosten van publiciteit voor de activiteit;

    • e.

      bijzondere huisvestingskosten die voor de activiteit noodzakelijk zijn.

       

  • 2.

    De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      de kosten van de uitvoering van de initiatieven die redelijkerwijs voortvloeien uit normale bedrijfsvoering.

     

Artikel 27 Criteria

Subsidie wordt slechts verstrekt voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 23 die:

 

  • a.

    gericht zijn op groepen burgers;

  • b.

    aantoonbaar voorzien in een behoefte van de samenleving;

  • c.

    een gunstige prijs-kwaliteitsverhouding hebben;

  • d.

    binnen een jaar na de subsidieverlening zijn gerealiseerd en

  • e.

    die niet uitsluitend of hoofdzakelijk bestaan uit de aankoop van voorzieningen.

Artikel 27a Hoogte van de subsidie

 

  • 1.

    De subsidie bedraagt ten hoogste 90% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 10.000 voor activiteiten die uitsluitend door de aanvrager worden uitgevoerd.

  • 2.

    De subsidie bedraagt ten hoogste 90% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 20.000 voor activiteiten die in samenwerking met andere organisaties worden uitgevoerd.

Artikel 27b Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de Algemene Subsidieverordening Coevorden 2012 kan de subsidie worden geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit gericht is op commerciële activiteiten;

  • b.

    de activiteit een politiek of religieus karakter heeft;

  • c.

    de aanvraag betrekking heeft op een niet openbaar toegankelijke activiteit;

  • d.

    de activiteit gelijk of vergelijkbaar is met activiteiten waarvoor het college ook op grond van een andere subsidieregeling subsidie kan verstrekken dan wel voor de activiteit reeds een boekjaarsubsidie is verstrekt.

Artikel 27c Horizonbepaling

Dit hoofdstuk vervalt op 1 januari 2019, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt.

 

Hoofdstuk Va Initiatieven Coevorden verbindt

Artikel 28a Begripsbepalingen

 

  • -

    ‘Coevorden verbindt’: De doelstelling dat:

  • a.

    groepen, individuen, bedrijven en maatschappelijke instellingen meer zelf of met elkaar initiatief nemen bij het oplossen van maatschappelijke kwesties;

  • b.

    Er betere verbinding komt met en tussen groepen, individuen, bedrijven en maatschappelijke instellingen bij het oplossen van maatschappelijke kwesties.

  • -

    Bestuurlijke vernieuwing: Het proces gericht op het gezamenlijk ontwikkelen van een nieuw samenspel tussen de samenleving en de gemeente.

  • -

    College: Het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 28b Reikwijdte

 

  • 1.

    Het college kan subsidie verlenen voor eenmalige of meerjarige activiteiten die een bijdrage leveren aan de doelstelling ‘Coevorden verbindt’ en de daarmee samenhangende bestuurlijke vernieuwing.

  • 2.

    De subsidie kan aangevraagd worden door en verstrekt worden aan rechtspersonen in de gemeente Coevorden.

Artikel 28c Advies vakjury

 

  • 1.

    Het college benoemt een vakjury bestaande uit ten minste drie en ten hoogste vijf personen.’

  • 2.

    De vakjury adviseert het college over de ingediende aanvragen.

  • 3.

    De vakjury betrekt in haar advies de volgende beoordelingscriteria:

    • a.

      de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de doelstelling van deze subsidieregeling;

    • b.

      de mate van haalbaarheid van de uitvoering van het initiatief en de beoogde resultaten;

    • c.

      de mate waarin bewoners de activiteit zelf uitvoeren;

    • d.

      de mate waarin de activiteit samenwerking tussen mensen of organisaties bevordert;

    • e.

      de mate van efficiënte besteding van algemene middelen, waarbij het gaat om de verhouding tussen de kosten van de aanvraag, de te verrichten activiteiten en de daaruit voortvloeiende resultaten.

    • f.

      het maatschappelijk effect van de te subsidiëren activiteit.

  • 4.

    Het college stelt de aanvraag binnen twee weken na ontvangst in handen van de vakjury.

  • 5.

    De vakjury brengt haar advies uit binnen vier weken na ontvangst van de adviesaanvraag.

Artikel 28d Subsidieplafond

Indien het college een subsidieplafond, zoals bedoeld in artikel 4 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012 heeft vastgesteld verleent het college de subsidie op basis van volgorde van ontvangst van een ontvankelijke aanvraag tot maximaal het subsidieplafond is bereikt.

 

Artikel 28e Procedureaanvraag

 

  • 1.

    Het college stelt het subsidieaanvraagformulier ‘Initiatieven Coevorden Verbindt’ vast.

  • 2.

    De aanvrager vraagt de subsidie middels het subsidieaanvraagformulier ‘Initiatieven Coevorden verbindt’ aan.

  • 3.

    Voor zover de aanvrager niet een organisaties als genoemd in artikel 14, lid 2 is, stemt zij de voorgenomen activiteit en subsidieaanvraag af met de organisatie van plaatselijk belang, als genoemd in artikel 14, lid 2, van de kern waar de activiteit plaatsvindt.

Artikel 28f Subsidiabele kosten

 

  • 1.

    Voor subsidie komen de kosten in aanmerking:

    • a.

      die resteren na aftrek van bijdragen van derden, eigen middelen of zelfwerkzaamheid en die direct samenhangen met de uitvoering van de subsidiabele activiteit;

    • b.

      de naar het oordeel van het college noodzakelijke voorbereidingskosten van de activiteit (secretariaat, administratief en onderzoek), voor zover deze kosten niet worden gesubsidieerd vanuit een andere (gemeentelijke) subsidieregeling;

    • c.

      de loonkosten op voorwaarde dat die in redelijke verhouding staan tot de inzet in geld of menskracht van initiatiefnemers en de deelnemers, die bij de uitvoering van het initiatief betrokken zijn.

    • d.

      de kosten van publiciteit voor de activiteit;

    • e.

      bijzondere huisvestingskosten die voor de activiteit noodzakelijk zijn.

  • 2.

    De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

    • a.

      de kosten van begeleidende/ondersteunende organisaties voor zover die reeds door het college worden gesubsidieerd vanuit een boekjaarsubsidie;

    • b.

      de kosten van de uitvoering van de initiatieven die redelijkerwijs voortvloeien uit normale bedrijfsvoering;

    • c.

      (vervallen).

Artikel 28g Subsidiebedrag/wijze van berekenen subsidiebedrag.

 

  • 1.

    De subsidie bedraagt ten hoogste € 20.000 per kalenderjaar.

  • 2.

    De aanvrager dekt minimaal 25% van de subsidiabele kosten uit bijdragen van derden, eigen middelen of zelfwerkzaamheid.

  • 3.

    Het college berekent de subsidie door de subsidiabele kosten te verminderen met de inkomsten uit eigen bijdragen van de subsidieaanvrager, fondsen van derden danwel de zelfwerkzaamheid.

  • 4.

    De inzet zelfwerkzaamheid berekent het college op basis van een uurtarief van € 25.

Artikel 28i Beoordelingscriteria

Bij de beoordeling van de aanvraag betrekt het college in ieder geval de volgende criteria:

 

  • a)

    de mate waarin de activiteit bijdraagt aan de bestuurlijke doelstelling ‘Coevorden verbindt en de daarmee samenhangende bestuurlijke vernieuwing.

  • b)

    de mate waarin de activiteit de samenwerking tussen maatschappelijke organisaties en inwoners in het gebied versterkt;

  • c)

    de mate waarin de zelfredzaamheid en participatie van groepen van inwoners toeneemt en meer gebruik gemaakt gaat worden van de eigen kracht van inwoners;

  • d)

    de mate waarin het initiatief draagvlak heeft, waarbij geldt dat naar mate een hoger subsidiebedrag wordt verleend een groter gewicht wordt toegekend aan het draagvlak van de activiteiten in de lokale samenleving;

  • e)

    de mate waarin een activiteit beslag legt op de toekomstige subsidiebudgetten, voor dit hoofdstuk.

  • f

    de mate waarin de activiteit een maatschappelijk effect sorteert.

Artikel 28j Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012 kan de subsidie worden geweigerd indien:

 

  • a.

    de activiteit gericht is op commerciële activiteiten;

  • b.

    de activiteit een politiek of religieus karakter heeft;

  • c.

    de aanvraag betrekking heeft op een niet openbaar toegankelijke activiteit;

  • d.

    de activiteit gelijk of vergelijkbaar is met activiteiten waarvoor het college ook op grond van een andere subsidieregeling subsidie kan verstrekken dan wel voor de activiteit reeds een boekjaarsubsidie is verstrekt;

  • e.

    het aannemelijk is dat de activiteit leidt tot een lasten verzwaring voor de gemeente in het algemeen en in het bijzonder voor beheer, onderhoud of instandhouding van eigendommen van de gemeente.

Artikel 28k Horizonbepaling

Dit hoofdstuk vervalt op 1 januari 2019, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt. 

 

Hoofdstuk Vb Laagrentende leningen investeringen sportaccommodaties

Artikel 28j Begripsomschrijving

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Aanvrager:

    • 1.

      Een bij notariële akte opgerichte en in de gemeente Coevorden gevestigde vereniging, verbonden aan het NOC*NSF, die als doelstelling heeft de beoefening van sport en uit dien hoofde verantwoordelijk is voor het onderhoud en de beheer van de sportaccommodatie;

    • 2.

      Een bij notariële akte opgerichte en in de gemeente Coevorden gevestigde

  • b.

    Sportaccommodatie: Een accommodatie bestemd en ingericht voor de beoefening van sport;

  • c.

    Laagrentende lening: Een door de gemeente verleende laagrentende lening, die gebaseerd is op de rentetarieven van de Bank Nederlandse Gemeenten;

  • d.

    NOC*NSF: Nationaal Olympisch Comité/Nederlandse Sport Federatie.

Artikel 28k Reikwijdte

  • 1.

    Op het verstrekken van laagrentende lening op grond van dit uitvoeringsbesluit is de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012 van overeenkomstige toepassing;

  • 2.

    Het college kan een laagrentende lening verstrekken voor investeringen ten behoeve van de voor sport noodzakelijke

    • a.

      nieuwbouw;

    • b.

      verbouw;

    • c.

      aanleg;

    • d.

      algehele renovatie;

    • e.

      energiebesparende maatregelen.

  • 3.

    Een laagrentende lening kan worden aangevraagd en verstrekt aan de aanvrager als bedoeld in art 28j lid a1 en a2.

Artikel 28l Lening plafond

  • 1.

    Het college kan jaarlijks een plafond vaststellen voor de te verstrekken laagrentende leningen.

  • 2.

    Het college verleent een laagrentende lening op basis van volgorde van ontvangst van een ontvankelijke aanvraag tot maximaal het lening-plafond is bereikt.

Artikel 28m Procedure aanvraag

 

  • 1.

    Het college stelt het aanvraagformulier ‘Laagrentende lening investeringen sportaccommodaties’ vast.

  • 2.

    De aanvrager vraagt de laagrentende lening middels het aanvraagformulier ‘Laagrentende lening investeringen sportaccommodaties’ aan.

  • 3.

    De aanvraag van een laagrentende lening gaat vergezeld van:

    • a.

      een bestekomschrijving van de investering;

    • b.

      de investeringsbegroting met offertes;

    • c.

      een overzicht van de wijze van financiering van de totale investering;

    • d.

      de jaarrekeningen van de afgelopen twee boekjaren voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring;

    • e.

      de huidige begroting met een meerjarenbegroting per datum lening tijdvak.

    • f.

      de borgstelling van de Stichting Waarborgfonds Sport.

Artikel 28n Bedrag van laagrentende lening

  • 1.

    Het college stelt met in acht name van het bepaalde in de volgende leden het maximaal bedrag van de lening vast.

  • 2.

    Een laagrentende lening bedraagt maximaal 80 % van de investering;

  • 3.

    Het maximaal te verlenen bedrag per vereniging c.q. stichting

  • 4.

    De termijn van aflossing van een laagrentende lening voor investeringen zoals bedoeld in art. 30 lid 2 a t/m d is maximaal 15 jaar.

  • 5.

    De termijn van aflossing van een laagrentende lening voor investeringen zoals bedoeld in art. 30 lid 2 e is maximaal 10 jaar.

Artikel 28o Leningsvoorschriften

1. Het college verleent een laagrentende lening onder de voorwaarde, dat;

 

  • 1.

    de Stichting Waarborgfonds een borgstelling verleent voor 50% van het investeringsbedrag;

  • 2.

    op de datum van de aanvraag voor een laagrentende lening nog niet is begonnen met de uitvoering van de werkzaamheden;

  • 3.

    aanvrager aan de verplichtingen tot betaling van de kosten van een laagrentende lening voldoet;

  • 4.

    de laagrentende

  • 5.

    De ontvanger van een laagrentende lening verplicht zich om bijzondere omstandigheden aangaande de aan de laagrentende

  • 6.

    De ontvanger van een laagrentende lening behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71, eerste lid Algemene wet bestuursrecht.

  • 7.

    Het college kan nadere uitvoeringsvoorschriften vaststellen.

Artikel 28p Evaluatie

Het college evalueert deze regeling ‘Laagrentende lening investeringen sportaccommodaties” binnen drie jaar na inwerking treding.

Hoofdstuk Vc Niet KOT Peuters

Artikel 28q Begripsomschrijving

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

  • 1.

    Beroepskracht: Een beroepskracht voorschoolse educatie als bedoeld in hoofdstuk 1 Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang;

  • 2.

    Niet KOT peuter: In de gemeente Coevorden woonachtige peuter van 2,5 tot 4 jaar, die niet VVE geïndiceerd is en waarvan de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag (KOT).

  • 3.

    Houder: Houder als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang:

    • 1.

      degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindcentrum exploiteert;

  • 4.

    Asscher gelden: Door het Rijk aan de gemeenten beschikbaar gestelde gelden, waarbij de gemeenten verplicht zijn zich in te spannen voor voldoende en een financieel toegankelijk aanbod in een voorschoolse voorziening voor alle peuters waarvan de ouders géén recht hebben op kinderopvangtoeslag (KOT).

  • 5.

    Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 1.1, lid 1, van de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang en de andere daaraan verbonden wettelijke bepalingen;

  • 6.

    Kindplaats: een plaats voor een kind in de kinderopvang met subsidie. Eén kindplaats kan voor een heel kalenderjaar door één kind worden bezet of door meerdere kinderen voor evenredige delen van dat jaar. Indien een kindplaats voor een deel van een jaar bezet wordt door een kind, wordt voor die kindplaats een evenredig deel van de niet KOT-subsidie beschikbaar gesteld;

  • 7.

    Voor- en vroegschoolse educatie (VVE): een door het college gesubsidieerd programma dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten.

 

Artikel 28r Reikwijdte

  • 1.

    Het college kan subsidie verstrekken aan een houder ten behoeve van de opvang van niet KOT peuters.

  • 2.

    De subsidie kan aangevraagd worden en verstrekt worden aan de houder, die als zodanig staan ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP).

 

Artikel 28s Subsidieplafond, verdelingssystematiek, hoogte van de subsidie

    • 1.

      De subsidie bedraagt € 1.490 per jaar per bij de houder ingeschreven ‘niet KOT peuter’.

    • 2.

      Het subsidieplafond bedraagt in 2018 maximaal € 104.300.

    • 3.

      De subsidie wordt verleend op volgorde van ontvangst van een ontvankelijke aanvraag tot maximaal het subsidieplafond is bereikt.

     

Artikel 28t Aanvraag subsidie en verlening

    • 1.

      De houder vraagt de subsidie aan minimaal een week voordat de gestart wordt met de activiteit.

    • 2.

      De subsidie is kindgebonden.

    • 3.

      Het college houdt bij het verlenen van de subsidie rekening met een ouderbijdrage overeenkomstig de volgende tabel:

    toetsings inkomen vanaf

    toetsings inkomen tot

    eerste kind vergoed

    eigen bijdrage per jaar

    2e e.v. vergoed

    eigen bijdrage per jaar 2

    € 0,00

    € 18.849

    € 1.490,00

    € 90,00

    € 1.415,50

    € 74,50

    € 18.850

    € 28.981

    € 1.400,60

    € 90,00

    € 1.415,50

    € 74,50

    € 28.982

    € 39.880

    € 1.346,95

    € 143,05

    € 1.406,55

    € 83,45

    € 39.881

    € 54.242

    € 1.242,65

    € 247,35

    € 1.400,60

    € 89,40

    € 54.243

    € 77.970

    € 1.116,00

    € 374,00

    € 1.384,20

    € 105,80

    € 77.971

    € 108.044

    € 794,15

    € 695,85

    € 1.317,15

    € 172,85

    € 108.045

    en hoger

    € 495,15

    € 994,85

    € 1.233,70

    € 256,30

     

    • 4.

      Het college kan subsidie verlenen voor een kind in de leeftijd vanaf 2,5 jaar.

    • 5.

      De subsidie eindigt in ieder geval wanneer een kind 4 jaar wordt.

    • 6.

      De subsidie wordt verleend met ingang van de eerste of de vijftiende van de maand.

    • 7.

      Het college verleent en bevoorschot de subsidie overeenkomstig de volgende tabel.

    Start subsidieperiode

    Bevoorschotting

    1 januari - 28 februari 2018

    1 maart 2018

    1 maart - 30 april 2018

    1 mei 2018

    1 mei - 30 juni 2018

    1 juli 2018

    1 juli - 31 augustus 2018

    1 september 2018

    1 september - 31 oktober 2018

    1 november 2018

    1 november - 31 december 2018

    1 januari 2019

     

Artikel28u Criteria

Het college verleent slechts een subsidie indien:

 

  • a.

    de subsidiabele activiteit minimaal 5 uur per week in minimaal 2 dagdelen omvat;

  • b.

    de ouders van de peuter niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag;

  • c.

    de peuter niet VVE-geïndiceerd is;

  • d.

    de beroepskracht die voorschoolse voorziening uitvoert met goed gevolg een opleiding op ten minste PW3 niveau heeft afgerond;

  • e.

    de beroepskracht beschikt over een certificaat taaltoets Nederlands VVE op het niveau 3F voor leesvaardigheden en mondelinge vaardigheden (luisteren, spreken en gesprekken voeren) en 2F voor schriftelijke vaardigheden (schrijven en taalverzorging);

  • f.

    het aanbod van de voorschoolse voorziening in de gemeente Coevorden beschikbaar is.

  • g.

    de houder, met het oog op een doorgaande leerlijn, samenwerkt met het primair onderwijs in de gemeente Coevorden;

  • h.

    de ouderbijdrage in overeenstemming is met de in de VNG adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2018 genoemde bedragen.

     

Artikel 28v Vaststelling

De aanvraag voor vaststelling wordt uiterlijk ingediend vier weken nadat de opvang van de peuter is beëindigd.

Artikel 28w Horizonbepaling

Dit hoofdstuk vervalt op 1 januari 2019, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt.

Hoofdstuk Vd Speellocaties

Artikel 28x Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • .

    Speellocatie: een openbaar toegankelijke door volwassenen ten behoeve van het kinderspel geplande ruimte, in meer of mindere mate daartoe gericht, al dan niet omheind en al dan niet onder toezicht.

  • .

    Beheerder: een bij notariële akte opgerichte en in de gemeente Coevorden gevestigde rechtspersoon belast met het dagelijkse beheer van een openbaar toegankelijke speellocatie.

  • .

    Locatielogboek: door beheerder bij te houden overzicht van inspecties, onderhoud en ongevallen in een speellocatie gedurende een kalenderjaar.

 

Artikel 28y Reikwijdte

  • 1.

    Het college kan eenmalig een investeringsbijdrage verlenen voor vervanging van speeltoestellen en ondergronden in een speellocatie.

  • 2.

    Een beheerder kan per jaar maximaal één subsidieaanvraag indienen.

  • 3.

    Voor subsidie komen slechts in aanmerking de kosten van vervanging van één dan wel meerdere speeltoestellen respectievelijk ondergronden voor zover het inspectierapport naar de staat en veiligheid en onderhoud van de speellocatie de noodzaak van vervanging onderschrijft.

  • 4.

    Voor subsidie komen niet in aanmerking de speellocaties die in beheer en onderhoud zijn bij instellingen voor onderwijs, peuterspeelzalen en kinderopvang.

 

Artikel 28z Subsidieplafond

Indien het college een subsidieplafond, zoals bedoeld in artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Coevorden 2012 heeft vastgesteld verleent het college de subsidie op basis van volgorde van ontvangst van een ontvankelijke aanvraag tot maximaal het subsidieplafond is bereikt.

 

Artikel 28aa Procedure aanvraag

 

  • 1.

    Het college stelt het subsidieaanvraagformulier ‘Speellocaties’ vast.

  • 2.

    De beheerder van een speellocatie vraagt de subsidie aan.

  • 3.

    De aanvrager vraagt de subsidie middels het subsidieaanvraagformulier 'Speellocaties’ aan bij het college.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 6 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012 dient de aanvrager voor 2017 een subsidieaanvraag uiterlijk 1 december 2017 in.

  • 5.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012, worden bij de aanvraag in ieder geval de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een inrichtingsplan met begroting;

    • b.

      de laatst vastgestelde rekening van baten en lasten;

    • c.

      een afschrift van de oprichtingsakte of een kopie van de laatst vastgestelde statuten, tenzij het college hier over beschikt;

    • d.

      een beschrijving van de organisatievorm, tenzij het college hier over beschikt;

    • e.

      het locatielogboek van de speellocatie;

    • f.

      het inspectierapport naar de staat en veiligheid en onderhoud van de speellocatie.

 

Artikel 28ab Subsidiebedrag/wijze van berekenen subsidiebedrag.
  • 1.

    De subsidie bedraagt minimaal € 5.000 en ten hoogste € 10.000.

  • 2.

    De aanvrager draagt minimaal 40 uur aan zelfwerkzaamheid bij in de kosten van de activiteit.

  • 3.

    De inzet zelfwerkzaamheid berekent het college op basis van een uurtarief van € 25.

Artikel 28ac Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Coevorden 2012 kan de subsidie worden geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit gericht is op commerciële activiteiten;

  • b.

    de activiteit gelijk of vergelijkbaar is met activiteiten waarvoor het college ook op grond van een andere subsidieregeling subsidie kan verstrekken dan wel voor de activiteit reeds een subsidie is verstrekt;

  • c.

    de noodzaak tot vervanging van speeltoestellen en ondergronden is te wijten aan nalatigheid van de beheerder aangaande onderhoud en beheer van de speellocatie.

 

 

  •  

Hoofdstuk Ve Aanjaagfonds Evenementen

Artikel 28 AD BEGRIPSBEPALINGEN

 

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

  • .

    Asv: Algemene subsidieverordening gemeente Coevorden 2012;

  • .

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • .

    centrum: zoals aangegeven in de Toekomstvisie Centrum Coevorden (bijlage A);

  • .

    college: het college van burgemeester en wethouders van Coevorden;

  • .

    beoordelingscommissie: bestaande uit ambtenaren van de gemeente Coevorden en medewerkers van Stichting ToReCo (Toeristisch, Recreatief, Coevorden);

  • .

    evenement: elk voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak zoals opgenomen in artikel 2.24 van de Algemeen plaatselijke verordening van Coevorden;

  • .

    overige gebieden: alles binnen de gemeente Coevorden, maar buiten het gebied zoals aangegeven in de Toekomstvisie Centrum Coevorden (bijlage A).

Artikel 28 AE DOELSTELLING

De gemeente streeft naar het behalen van de volgende doelstelling:

Het aanjagen en stimuleren van de organisatie van nieuwe en bestaande, een- of meerdaagse toeristische evenementen om hierdoor:

 

  • .

    de naamsbekendheid van de gemeente, bovenlokaal, regionaal of (inter)nationaal te vergroten;

  • .

    de samenwerking en participatie van (lokale) organisaties en inwoners te stimuleren;

  • .

    een bijdrage te leveren aan het versterken van de lokale economie, door meer bestedingen en overnachtingen te realiseren;

  • .

    de organisatie van duurzame, zelfredzame evenementen te stimuleren.

Artikel 28 AF REIKWIJDTE

 

  • 1.

    Het college kan subsidie verlenen aan organisaties van nieuwe en bestaande, een- of meerdaagse toeristische evenementen, die aan de doelstelling en criteria van deze regeling voldoen;

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie moet het evenement:

    • a.

      vernieuwend zijn en iets bijzonders toevoegen aan het reguliere aanbod en indien van toepassing potentie hebben om uit te groeien naar een evenement als bedoeld in lid 6 onder a van dit artikel;

    • b.

      bijdragen aan een evenwichtig evenementenjaarprogramma naar soort, omvang, tijd, doelgroep, tijd en locatie;

  • 3.

    Per evenement kan maximaal eenmaal per jaar een aanvraag worden ingediend.

  • 4.

    De subsidie kan aangevraagd worden door en verstrekt worden aan rechtspersonen;

  • 5.

    Evenementen vinden plaats binnen gemeente Coevorden;

  • 6.

    De evenementen waarvoor subsidie kan worden verleend worden onderscheiden in drie categorieën:

    • a.

      Categorie B en C evenementen zoals bedoeld in artikel 2:24 lid 3 van de APV;

    • b.

      Bestaande en nieuw(e) één- en meerdaagse evenement(en) met vernieuwende elementen;

    • c.

      Evenementen die een impuls geven aan het lokale toeristische bedrijfsleven en voldoen aan de toetsingscriteria in art. 28 AJ van deze regeling.

Artikel 28 AG SUBSIDIEPLAFOND EN VERDEELREGELS

 

  • 1.

    Voor deze subsidieregeling kan een subsidieplafond worden vastgesteld.

  • 2.

    Indien het college een subsidieplafond, zoals bedoeld in artikel 4 van de ASV heeft vastgesteld, gelden de volgende verdeelregels:

    • a.

      Binnen het kalenderjaar zijn er twee openstellingsperiodes waarover het totale subsidieplafond beschikbaar gesteld voor dat kalenderjaar verdeeld wordt;

    • b.

      In 2018 en 2019 wordt er in het gestelde subsidieplafond onderscheid gemaakt tussen de subsidie voor het centrumgebied (1) van Coevorden en de overige gebieden van Coevorden;

    • c.

      De subsidie wordt verdeeld tot maximaal het subsidieplafond is bereikt conform ranking van volledige en tijdig ingediende aanvragen;

    • d.

      De in lid 2 sub c genoemde ranking vindt plaats volgens een individuele inhoudelijke beoordeling door de beoordelingscommissie op grond van de toetsingscriteria zoals genoemd in artikel 28 AK van deze regeling.

    • e.

      Bij een gelijke puntentoekenning vindt de doorslag plaats op grond van het gegeven aantal punten op het criterium “Kwaliteit” zoals omschreven in Bijlage B Toetsingscriteria onderdeel A.

    • f.

      Is er op het criterium “Kwaliteit” zoals omschreven in Bijlage B Toetsingscriteria onderdeel A alsnog sprake van een gelijke stand, dan zal het puntenaantal van onderdeel I Financiële en organisatorische haalbaarheid de doorslag geven;

    • g.

      Indien na beoordeling op de toetsingscriteria en het verstrekken van de subsidiegelden in volgorde van de ranking van aanvragers blijkt, dat het plafond niet volledig is bereikt, geldt het volgende:

      • .

        Indien de volgende aanvrager in de ranking met de resterende subsidie voldoende financiële middelen heeft om het evenement ten uitvoering te brengen, wordt de resterende subsidie aan hem verleend.

      • .

        Indien de volgende aanvrager in de ranking met de resterende subsidie onvoldoende financiële middelen heeft om het evenement ten uitvoering te brengen, wordt de resterende subsidie verleend aan de eerstvolgende aanvrager in de ranking, die wel over voldoende financiële middelen beschikt om met de resterende subsidie het evenement doorgang te laten vinden.

      • .

        Indien geen van de aanvragers in de ranking beschikken over voldoende financiële middelen om het evenement met het resterende subsidiebedrag doorgang te laten vinden, dan wordt het resterende bedrag aan subsidie niet verleend en wordt dit bedrag meegenomen naar de volgende openstellingsperiode en wordt het nieuw ontstane subsidieplafond apart vastgesteld;

 (1) Zoals aangegeven in de Toekomstvisie Centrum Coevorden.

 

 

Artikel AH HOOGTE SUBSIDIE

 

  • 1.

    De subsidie bedraagt maximaal 30% van de subsidiabele kosten van het evenement, maar nooit meer dan het daadwerkelijke tekort;

  • 2.

    De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 10.000,- per evenement per jaar;

  • 3.

    Het college verleent een subsidie maximaal tweemaal aan hetzelfde evenement. In het tweede jaar bedraagt de subsidie maximaal 50% van het gesubsidieerde bedrag van het eerste jaar en kan pas aangevraagd worden nadat de subsidievaststelling van het eerste jaar heeft plaatsgevonden.

     

Artikel 28 AI AANVRAAG

 

  • 1.

    In afwijking op de ASV kunnen aanvragen alleen ingediend worden middels een volledig ingevuld aanvraagformulier.

  • 2.

    De periode voor het indienen van aanvragen is van:

 

 

Periode 1

Periode 2

2018

Regeling gaat in per september 2018

maandag 3 september t/m maandag 1 oktober 2018

2019

maandag 4 maart t/m maandag 1 april 2019

maandag 2 september t/m maandag 30 september 2019

2020

maandag 2 maart t/m maandag 30 maart 2020

maandag 7 september t/m maandag 5 oktober 2020

2021

maandag 1 maart t/m maandag 29 maart 2021

maandag 6 september t/m maandag 4 oktober 2021

   

  • 3.

    Aanvragen ingediend buiten de openstellingstermijn worden niet in behandeling genomen.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 5 van ASV, verstrekt aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      Gedegen en onderbouwde beschrijving van het evenement;

    • b.

      Plan van aanpak inclusief tijdspad en marketing/pr plan;

    • c.

      Gespecificeerde begroting inclusief dekkingsplan;

    • d.

      Beschrijving van de organisaties en bedrijven waarmee wordt samengewerkt.

  • 5.

    De aanvragen voor subsidie voor evenementen als bedoeld in het eerste lid mogen na de uiterste indieningsdatum niet worden veranderd of inhoudelijk worden gewijzigd c.q. aangevuld.

  • 6.

    Communicatie vindt te allen tijde plaats via e-mail. Aanvragen dienen gericht te zijn aan info@coevorden.nl.

  • 7.

    Het college behoudt zich te allen tijde het recht voor om de subsidie (tussentijds) stop te zetten of eenzijdig in te trekken. Aanvragers hebben geen recht op vergoeding van eventueel gemaakte kosten en/of geleden schade.

Artikel 28 AK TOETSINGSCRITERIA

 

  • 1.

    De aanvragen worden beoordeeld door de boordelingscommissie en gerangschikt op basis van de beoordeling op de toetsingscriteria.

  • 2.

    Subsidieaanvragen voor evenementen als bedoeld in artikel 28 AF, lid 4 worden op zichzelf gewogen op grond van de volgende toetsingscriteria:

    • a.

      Kwaliteit

    • b.

      Positionering

    • c.

      Bezoekersbeleving

    • d.

      Evenementenjaarprogramma

    • e.

      Bereik

    • f.

      Marketing en communicatie

    • g.

      Economische spin-off

    • h.

      Samenwerking

    • i.

      Financiële en organisatorische haalbaarheid

  • 3.

    De toetsingscriteria als bedoeld in het eerste lid en de wijze van beoordeling zijn nader uitgewerkt in bijlage B. Deze bijlage maakt onlosmakelijk onderdeel uit van deze subsidieregeling.

Artikel 28 AL BESLUITVORMING OMTRENT VERLENING

 

  • 1.

    Alle aanvragers worden gelijktijdig schriftelijk en gemotiveerd geïnformeerd door het college over de uitkomst van de ranking middels een beschikking.

  • 2.

    Een aanvrager verliest zijn recht om op te komen tegen het besluit van de ranking wanneer hij niet binnen 6 weken na de datum van verzending van het besluit, bezwaar heeft gemaakt bij het college. Deze termijn betreft derhalve een vervaltermijn.

  • 3.

    Het college kan de subsidie conform de ranking verlenen zodra de bezwaartermijn van 6 weken is verstreken.

  • 4.

    In het geval dat een aanvrager niet (meer) aan de gestelde eisen voldoet kan het college een nieuw voornemen tot gunning nemen. Dit nieuwe voornemen tot gunning zal gelijktijdig aan alle aanvragers worden verzonden. Het college zal de subsidie verlenen aan de aanvrager waaraan de nieuwe ranking is verzonden, indien binnen de termijn van 6 weken geen bezwaar is ingediend

  • 5.

    Indien in de situaties als bedoeld in lid 1, 2, 3 en 4 tijdig een bezwaarschrift is ingediend bij het college, dan zal het college pas tot verlening van subsidie overgaan na uitkomst van de procedure.

Hoofdstuk VF Stimuleringssubsidie privaat vastgoed Coevorden

Artikel 28 AM Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

  • -

    ambachten met een publieksfunctie: een bedrijf waar een ambacht wordt uitgeoefend en de producten die daar uit voort komen verkocht worden;

  • -

    Asv: Algemene subsidieverordening gemeente Coevorden 2012;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van Coevorden;

  • -

    daghoreca: daghorecabedrijven, passend binnen en kenmerkend voor een winkelgebied, zoals een cafetaria, lunchroom, broodjeszaak en ijssalon;

  • -

    detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

  • -

    horecabedrijf: een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel of dranken of het exploiteren van een zaalaccommodatie, met uitzondering van een discotheek en partycentrum;

  • -

    kernwinkelgebied: het detailhandelsgebied van Coevorden, binnen het gebied : Friesestraat (beide zijden), vanaf het voormalige ING-pand tot aan de Markt, waarbij voor de Gansehof enkel de panden meetellen die aan de Friesestraat liggen, Markt (Westzijde), Eerste deel van de Bentheimerstraat (beide zijden) , tot aan de kruising met Tuinstraat/Rijnsestraat, zoals ook weergegeven in “Bijlage 1: Kaart”;

  • -

    ondernemer: de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft;

  • -

    onderneming: een detailhandelsvestiging waaruit minimaal één inkomen wordt genoten dat voldoet aan de geldende bijstandsnorm vanuit de Participatiewet.

  •  

  •  

Artikel 28 AN Doel

De subsidie heeft tot doel het stimuleren van vestiging, dan wel investering van ondernemers binnen het kernwinkelgebied, om daarmee de aantrekkingskracht en het aanbod te versterken en leegstand te verkleinen.

 

 

Artikel 28 AO Doelgroep

Subsidie kan worden verstrekt aan ondernemers.

 

Artikel 28 AP Subsidiabele activiteit

Subsidie kan worden verstrekt voor:

 

  • a.

    Het vestigen van daghoreca in het kernwinkelgebied;

  • b.

    Het uitbreiden, dan wel het openen van een tweede vestiging in het kernwinkelgebied;

  • c.

    Het vestigen van een ambacht met een publieksfunctie aan de Weeshuisweide en de Sallandsestraat;

  • d.

    Het vestigen van een horecabedrijf aan de Markt.

 

 

Artikel 28 AQ Subsidieplafond en verdeelsystematiek

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 28 AR Subsidiabele kosten

Voor subsidie komen de volgende kosten in aanmerking:

  • a.

    kosten voor herinvesteringen in de vorm van het inrichten van de nieuwe winkel-, horeca- of ambachtsruimte: afwerking, inventaris, reclame-uitingen;

  • b.

    verhuiskosten, bestaande uit:

    • kosten die gemoeid gaan met het verplaatsen van inventaris en voorraad; en

    • kosten die gepaard gaan met afkoop van een nog lopend huurcontract.

  •  

Artikel 28 AS Hoogte subsidie

De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten, tot een maximum van € 10.000;

Artikel 28 AT Criteria

Subsidie wordt slechts verstrekt indien:

  • a.

    de aanvraag voor subsidie is ingediend middels het daarvoor bestemde aanvraagformulier;

  • b.

    bij de aanvraag een termijn wordt benoemd waarbinnen de verandering gerealiseerd wordt;

  • c.

    de aanvrager middels bedrijfsplan aannemelijk maakt dat de vestiging dan wel uitbreiding minimaal 2 jaar stand zal houden;

  • d.

    de aanvrager voor dezelfde activiteit niet eerder subsidie heeft ontvangen op grond van dit hoofdstuk;

  • e.

    uit de bij de aanvraag overgelegde de-minimisverklaring blijkt dat er in de afgelopen drie belastingjaren niet meer dan € 200.000 aan steun van overheidsorganen is ontvangen.

 

Artikel 28 AU Procedure aanvraag

  • 1.

    De aanvrager vraagt de subsidie middels het aanvraagformulier ‘Stimuleringssubsidie’ aan en dient deze in via: info@coevorden.nl;

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 5 van de Asv, worden bij de aanvraag in ieder geval de volgende gegevens verstrekt:

  • a.

    een de-minimisverklaring, waaruit blijkt dat er in de afgelopen drie belastingjaren niet meer dan € 200.000 aan steun van overheidsorganen is ontvangen;

  • b.

    een bedrijfsplan waaruit blijkt dat de ondernemer voornemens is minimaal 2 jaar op de nieuwe locatie gevestigd te blijven.

Artikel 28AV Weigeringsgronden

Het college kan onverminderd artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en in artikel 8 van de Asv, een aanvraag voor subsidie weigeren indien:

  • 1.

    Twijfels bestaan over de levensvatbaarheid of de kredietwaardigheid van de onderneming, het bedrijf of het ambacht van de aanvrager; of

  • 2.

    de ondernemer niet rechtmatig gevestigd is volgens het geldende bestemmingsplan of niet in het bezit is van noodzakelijke vergunningen voor het uitvoeren van de bedrijfsactiviteiten.

 

 

Hoofdstuk VG Transformatie en planontwikkelingssubsidie

Artikel 28 AW Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van Coevorden;

  • -

    daghorecafunctie: Bestemd voor daghorecabedrijven, passend binnen en kenmerkend voor een winkelgebied, zoals een cafetaria, lunchroom, broodjeszaak en ijssalon;

  • -

    daghorecabestemming: De bestemming van het betreffende pand , die het krachtens het vigerende bestemmingsplan heeft.

  • -

    detailhandelsbestemming: De bestemming van het betreffende pand die het krachtens het vigerende bestemmingsplan heeft

  • -

    detailhandelsfunctie: De inrichting van het pand is bestemd voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van zaken aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker;

  • -

    kernwinkelgebied: het detailhandelsgebied van Coevorden , (het kernwinkelgebied ligt binnen het gebied : Friesestraat (beide zijden), vanaf vml ING-pand tot aan de Markt, waarbij voor de Gansehof enkel de panden meetellen die aan de Friesestraat liggen, Markt (Westzijde), Eerste deel van de Bentheimerstraat (beide zijden) , tot aan de kruising met Tuinstraat/Rijnsestraat. Zoals ook weergegeven in “Bijlage 1: Kaart”;

 

 

Artikel 28 AX Doelgroep

Subsidie kan worden verstrekt aan pandeigenaren van vastgoed, die buiten het kernwinkelgebied gevestigd zijn en binnen de stadsgrenzen van Coevorden .

 

 

Artikel 28 AY Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor:

 

  • a.

    panden met een detailhandelsfunctie- en detailhandelsbestemming, of daghorecafunctie en daghorecabestemming;

  • b.

    eigenaren die bereid zijn hun pand te transformeren naar een andere functie dan detailhandel of daghoreca; en

  • c.

    eigenaren die bereid zijn af te zien van het recht op het handhaven van de detailhandelsbestemming. Het kan hierbij gaan om al leegstaande panden of panden van waaruit een ondernemer zich wenst te verplaatsen naar het kernwinkelgebied.

 

Artikel 28 AZ Doel

De subsidie heeft tot doel het stimuleren van de in artikel 28 AX van deze regeling bedoelde pandeigenaren om hun panden buiten het kernwinkelgebied te transformeren tot een andere functie dan detailhandel of daghoreca, zodat:

 

  • a.

    het aanbod aan winkelruimte buiten het beoogde kernwinkelgebied beperkt wordt; en

  • b.

    straten in het centrum, buiten het beoogde kernwinkelgebied, in functie verschuiven van winkelgebied naar een meer gemengd karakter van bijvoorbeeld wonen, dienstverlening, ambacht, cultuur of een maatschappelijke functie.

     

Artikel 28 BA Subsidieplafond

 

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

  •  

  •  

Artikel 28 BB Subsidiabele kosten

Voor subsidie komen de volgende kosten in aanmerking:

 

  • a.

    kosten gemaakt voor het opstellen of laten opstellen van een transformatieplan, bestaande uit een schetsplan en haalbaarheidsonderzoek, door een erkende architect of erkend bouwkundig bureau;

  • b.

    bouwkosten gemaakt voor de daadwerkelijke transformatie.

 

Artikel 28 BC Hoogte subsidie

 

  • 1.

    De subsidie voor de in artikel 28 BB, onderdeel a, genoemde kosten bedraagt ten hoogste 50% van die kosten, tot een maximum van € 5.000;

  • 2.

    De subsidie voor de in artikel 28 BB, onderdeel b, genoemde kosten bedraagt ten hoogste 50% van die kosten, tot een maximum van € 20.000;

     

Artikel 28 BD Criteria

Subsidie wordt slechts verstrekt indien:

 

  • a.

    minimaal de winkelruimte op de begane grond wordt getransformeerd;

  • b.

    er een ontvankelijke aanvraag voor een afwijking van het bestemmingsplan ligt;

  • c.

    de beoogde nieuwe bestemming binnen het bestaande bestemmingsplan past of de gemeente medewerking verleend voor de te wijzigen bestemming;

  • d.

    Voor een transformatie van een pand en bijbehoren de bestemming kan maximaal één keer subsidie worden verleend in het kader van de regeling “transformatiesubsidie”.

  • e.

    de aanvraag voor subsidie is ingediend middels het daarvoor bestemde aanvraagformulier;

  • f.

    de aanvrager voor dezelfde activiteit niet eerder subsidie heeft ontvangen op grond van dit hoofdstuk bij de aanvraag een termijn wordt benoemd waarbinnen de transformatie gerealiseerd wordt;

  • g.

    bij de aanvraag een bedrijfsplan wordt overlegd, waarin een startdatum wordt benoemd wanneer de transformatie een aanvang neemt;

  • h.

    Uit de bij de aanvraag overlegde de-minimisverklaring, blijkt dat er in de afgelopen drie belastingjaren niet meer dan € 200.000 aan steun van overheidsorganen is ontvangen.

     

Artikel 28 BE Procedure aanvraag

 

  • 1.

    De aanvrager vraagt de subsidie middels het aanvraagformulier ‘Transformatiesubsidie’ aan en dient deze in via: info@coevorden.nl;

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 5 van de Asv, worden bij de aanvraag in ieder geval

    een de-minimisverklaring verstrekt, waaruit blijkt dat er in de afgelopen drie belastingjaren niet meer dan € 200.000 aan steun van overheidsorganen is ontvangen;

     

Artikel 28 BF Bevoorschotting betaling

Betaling in de vorm van bevoorschotting van de subsidie als bedoeld in artikel 28 BC, tweede lid, geschiedt op de volgende manier:

 

  • a.

    één deel, 50% van de totale subsidie, wordt bij aanvang van de werkzaamheden uitbetaald, op basis van de in de aanvraag genoemde startdatum;

  • b.

    één deel, 50% van de totale subsidie, wordt halverwege de werkzaamheden uitbetaald, op basis van de in de aanvraag genoemde start en duur van de werkzaamheden.

     

Artikel 28 BG Weigeringsgronden

Het college kan onverminderd artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en in artikel 8 van de Asv, een aanvraag voor subsidie weigeren indien:

 

  • 1.

    twijfels bestaan over de levensvatbaarheid of de kredietwaardigheid van de onderneming, het bedrijf of het ambacht van de aanvrager; of

  • 2.

    de aanvrager niet rechtmatig gevestigd is volgens het geldende bestemmingsplan of niet in het bezit is van noodzakelijke vergunningen voor het uitvoeren van de bedrijfsactiviteiten.

     

Hoofdstuk VH Gevelsubsidie (gevelfonds)

Artikel 28 BH Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

  • -

    Asv: Algemene subsidieverordening gemeente Coevorden 2012;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van Coevorden;

  • -

    kernwinkelgebied en aanloopstraten: het detailhandelsgebied van Coevorden, gelegen binnen het afgebakende gebied zoals weergegeven in “Bijlage 1: Kaart”;

  • -

    ondernemer: de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft;

  • -

    Onderneming: een detailhandelsvestiging waaruit minimaal één inkomen wordt genoten dat voldoet aan de geldende bijstandsnorm vanuit de Participatiewet;

  • -

    voorgevel: de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw, dat gesitueerd is aan een straat binnen het kernwinkelgebied of aanloopstraten. Onder voorgevel worden ook begrepen de pui, de luifel, de etalage en de entree.

     

Artikel 28 BI Doelstelling

Het doel van deze subsidie is de uitstraling en kwaliteit van de voorgevel te verbeteren, zodat dit het klantbezoek en de omzet voor de onderneming ten goede komt, alsmede de kwaliteit van het straatbeeld van de winkelstraten in Coevorden zodanig te verbeteren, dat het centrum van Coevorden meer sfeer en aantrekkelijkheid biedt voor inwoners, consumenten en/of toeristen.

 

 

Artikel 28 BJ Doelgroep

Subsidie kan worden verstrekt aan een ondernemer die binnen het kernwinkelgebied en aanloopstraten, de kwaliteit van hun voorgevel willen verbeteren en daarin willen investeren.

 

Artikel 28 BK Susidiabele activiteiten

 

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voorgevelinvesteringen die voldoen aan geldende bouw-, welstands- of monumenteneisen.

  • 2.

    Aanvrager dient, indien van toepassing, het in het eerste lid bedoelde aan te tonen middels het overleggen van geldende vergunningen.

 

Artikel 28 BL Subsidieplafond

 

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

     

Artikel 28 BM Subsidiabele kosten

Voor subsidie komen de volgende kosten in aanmerking:

 

  • 1.

    De kosten van het laten opstellen van een gevelverbeteringsplan of gevelverbeteringsontwerp;

  • 2.

    De kosten van het verbeteren van de voorgevel, pui, luifel, etalage of entree te verbeteren.

     

Artikel 28 BN Hoogte subsidie

 

  • 1.

    De subsidie voor de in artikel 28 BM, eerste lid, bedoelde kosten bedraagt ten hoogste 50% van de totale kosten, met een maximum van € 1.000,-.

  • 2.

    De subsidie voor de in artikel 28 BM, tweede lid bedoelde kosten bedraagt ten hoogste 50%, met een maximum van € 10.000,-.

     

Artikel 28 BO Criteria

Het college verleent slechts subsidie indien:

 

  • a.

    De aanvraag enkel de voorgevel betreft die gesitueerd is aan de straten binnen het kernwinkelgebied en aanloopstraten;

  • b.

    de aanvrager voor dezelfde activiteit niet eerder subsidie heeft ontvangen op grond van dit hoofdstuk;

  • c.

    de aanvraag voor subsidie is ingediend middels het daarvoor bestemde aanvraagformulier;

  • d.

    bij de aanvraag een termijn wordt benoemd waarbinnen de transformatie gerealiseerd wordt;

  • e.

    Uit de bij de aanvraag overgelegde de-minimisverklaring blijkt dat er in de afgelopen drie belastingjaren niet meer dan € 200.000 aan steun van overheidsorganen is ontvangen.

     

Artikel 28 BP Procedure aanvraag

 

  • 1.

    De aanvrager vraagt de subsidie middels het aanvraagformulier ‘Gevelsubsidie’ aan en dient deze in via: info@coevorden.nl;

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 5 van de Asv, wordt bij de aanvraag in ieder geval en de-minimisverklaring verstekt, waaruit blijkt dat er in de afgelopen drie belastingjaren niet meer dan € 200.000 aan steun van overheidsorganen is ontvangen.

     

Artikel 28 BQ Weigeringsgronden

Het college kan onverminderd artikel 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 8 van de Asv een aanvraag voor subsidie weigeren indien:

 

  • 1.

    twijfels bestaan over de levensvatbaarheid of de kredietwaardigheid van de onderneming, het bedrijf of het ambacht van de aanvrager; of

  • 2.

    de ondernemer niet rechtmatig gevestigd is volgens het geldende bestemmingsplan of niet in het bezit is van noodzakelijke vergunningen voor het uitvoeren van de bedrijfsactiviteiten.

     

Hoofdstuk VI Subsidie tijdelijke invulling

Artikel 28 BR Begripsbepalingen

  • -

    Asv: Algemene subsidieverordening gemeente Coevorden 2012;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van Coevorden;

  • -

    initiatiefnemer: de natuurlijke- of rechtspersoon die een initiatief neemt;

  • -

    kernwinkelgebied en aanloopstraten: het detailhandelsgebied van Coevorden, gelegen binnen het afgebakende gebied zoals weergegeven in “Bijlage 1: Kaart”;

  • -

    ondernemer: de natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft;

  • -

    onderneming: een detailhandelsvestiging waaruit minimaal één aanvaardbaar inkomen wordt genoten;

  • -

    winkelpand: een voor het publiek toegankelijke ruimte waarin goederen en diensten aan particulieren plegen te worden verkocht.

     

Artikel 28 BS Doelstelling

De subsidie heeft tot doel het stimuleren en ondersteunen van initiatiefnemers en met toestemming van eigenaren van leegstaande winkelpanden, voor het ontwikkelen van nieuwe concepten (die niet of niet geheel commercieel exploitabel zijn) die zorgen voor een tijdelijke invulling van leegstaande winkelpanden binnen het kernwinkelgebied en aanloopstraten. Het hoger liggende doel is om de levendigheid en de uitstraling , waardoor de aantrekkingskracht van het centrum verhoogt wordt.

 

Artikel 28 BT Doelgroep

Subsidie kan worden verstrekt aan een ondernemer die binnen het kernwinkelgebied en aanloopstraten een leegstaand winkelpand tijdelijk wil invullen.

 

Artikel 28 BU Subsidieplafond

 

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

     

Artikel 29 BV Subsidiabele kosten

Voor subsidie komen de kosten in aanmerking die gemaakt worden voor realisatie van het project tot tijdelijke invulling, voor zover deze niet commercieel gefinancierd kan worden.

 

Artikel 28 BW Hoogte subsidie

De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de totale kosten, tot een maximum van € 10.000.

 

Artikel 28 BX Criteria

Het college verleent slechts subsidie indien:

 

  • a.

    er kosten gemaakt worden voor realisatie van het project tot tijdelijke invulling die niet commercieel gefinancierd kunnen worden;

  • b.

    de aanvraag voor subsidie is ingediend middels het daarvoor bestemde aanvraagformulier;

  • c.

    bij de aanvraag een termijn wordt benoemd waarbinnen de werkzaamheden gerealiseerd worden;

  • d.

    het project niet afhankelijk is van één specifiek winkelpand. Indien een commerciële invulling voor een winkelpand gevonden wordt, moet het initiatief verplaatst naar of voortgezet kunnen worden in een ander winkelpand;

  • e.

    het project een zinvolle bijdrage is voor de winkelstraat in toeristische, culturele of maatschappelijke zin;

  • f.

    het project een toevoeging is op het huidige winkelbestand in de winkelstraat;

  • g.

    het project niet enkel gestoeld op reclame-uitingen is;

  • h.

    het project niet direct concurrerend is met commerciële activiteiten in het beoogde kernwinkelgebied.

     

Artikel 28 BY Procedure aanvraag

 

  • 1.

    De aanvrager vraagt de subsidie middels het aanvraagformulier ‘Subsidie Tijdelijke invulling’ aan en dient deze in via: info@coevorden.nl;

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 5 van de Asv, wordt bij de aanvraag in ieder geval een de-minimisverklaring verstrekt, waaruit blijkt dat er in de afgelopen drie belastingjaren niet meer dan € 200.000 aan steun van overheidsorganen is ontvangen.

     

Artikel 28 BZ Weigeringsgronden

Het college kan onverminderd artikel 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 8 van de Asv een aanvraag voor subsidie weigeren indiende ondernemer niet rechtmatig gevestigd is volgens het geldende bestemmingsplan of niet in het bezit is van noodzakelijke vergunningen voor het uitvoeren van de bedrijfsactiviteiten.

 

Hoofdstuk VI slotbepalingen

Artikel 29 Intrekking oude verzameluitvoeringsbesluit

Het Verzameluitvoeringsbesluit algemene subsidieverordening Coevorden 2012 wordt ingetrokken.

Artikel 29a Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere omstandigheden een artikel of artikelen van dit uitvoeringsbesluit buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 30 Inwerkingtreding overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Besluiten, genomen krachtens het in artikel 28 bedoelde Verzameluitvoeringsbesluit, die golden op het moment van de inwerkingtreding van dit besluit, gelden als besluiten genomen krachtens dit besluit.

  • 3.

    Dit besluit kan worden aangehaald als: Verzameluitvoeringsbesluit subsidies Coevorden 2016.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van de gemeente Coevorden op 22 december 2015.

, burgemeester , secretaris

B.J. Bouwmeester M.N.J. Broers

Bijlage A CENTRUM GEBIED ZOALS AANGEDUID IN DE TOEKOMSTVISIE CENTRUM COEVORDEN

 

Bijlage B TOETSINGSCRITERIA EN BIJBEHORENDE BEOORDELINGSMATRIX VOOR EVENEMENTEN

 

 

 

 

 

Toetsingscriteria

Toelichting

A

Kwaliteit

- De mate waarop het activiteitenplan professioneel is (goed doordacht, realistische doelstellingen, positionering en uitvoering).

 

 

 

- De mate waarin de inhoud van de programmering aansluit op specifieke doelen en beleidskaders die gesteld worden op het gebied van vrijetijdseconomie (R&T), cultuur, sport, openbare orde, economische zaken en welzijn.

 

B

Positionering

- De mate waarin het evenement bijdraagt aan de profilering- en het vergroten van de naamsbekendheid van de gemeente Coevorden.

C

Bezoekersbeleving

- De mate waarin het evenement onderscheidend is wat betreft concept, locatie, en/of programmering ten opzicht van lokaal, regionaal en/of landelijk aanbod.

 

 

 

- De mate waarin het evenement vernieuwend/vernieuwende onderdelen heeft in vergelijking met voorgaande keren (inhoudelijk concept, doelgroep, mediacampagne).

 

D

Evenementenjaarprogramma

- De mate waarin het evenement in soort, omvang, tijd, doelgroep en locaties bijdraagt aan een evenwichtig evenementenjaarprogramma.

E

Bereik

- De mate waarop het evenement lokaal, regionaal, nationaal en/of internationaal publiek bereikt.

 

 

- De mate van het aantal te bereiken bezoekers, deelnemers.

 

 

F

Marketing en communicatie

- De mate waarin het evenement media-aandacht genereert op lokaal, regionaal, nationaal en/of internationaal niveau.

 

 

- De mate waarin de doelstellingen wat betreft doelgroep, bereik en ingezette middelen realistisch is.

 

 

G

Economische spin-off

- De mate waarin het evenement leidt tot een aantoonbaar maatschappelijk en/of economisch rendement.

 

 

- De mate waarin het evenement leidt tot bestedingen in de gemeente Coevorden.

 

 

 

- De mate waarin het evenement leidt tot meerdaags verblijf/overnachtingen in de gemeente Coevorden.

 

 

 

H

Samenwerking

- De mate waarin wordt samengewerkt met derden (lokale bedrijfsleven, verenigingen, organisaties).

I

Financiële en organisatorische haalbaarheid

- De mate waarin het project haalbaar is vanuit financieel en organisatorisch oogpunt.

 

 

- De mate waarin het initiatief aantoonbaar uit is op een verdienmodel.

 

 

 

-De mate waarin wordt gewerkt naar toekomstige zelfstandigheid.

 

 

 

 

Toetsingscriteria

Toelichting

Punten

A

Kwaliteit

(totaal max. 20 punten)

- De mate waarop het activiteitenplan professioneel is (goed doordacht, realistische doelstellingen, positionering en uitvoering).

Max 10

 

 

- De mate waarin de inhoud van de programmering aansluit op specifieke doelen en beleidskaders die gesteld worden op het gebied van vrijetijdseconomie (R&T), cultuur, sport, openbare orde, economische zaken en welzijn.

Max 10

 

 

 

 

B

 

Positionering

(totaal max. 10 punten)

- De mate waarin het evenement bijdraagt aan de profilering- en het vergroten van de naamsbekendheid van de gemeente Coevorden.

Max 10

 

C

Bezoekersbeleving

(totaal max. 10 punten)

- De mate waarin het evenement onderscheidend is wat betreft concept, locatie, en/of programmering ten opzicht van lokaal, regionaal en/of landelijk aanbod.

Max 5

 

 

- De mate waarin het evenement vernieuwend/vernieuwende onderdelen heeft in vergelijking met voorgaande keren (inhoudelijk concept, doelgroep, mediacampagne).

Max 5

 

 

 

D

Evenementenjaarprogramma

(totaal max. 5 punten)

- De mate waarin het evenement in soort, omvang, tijd, doelgroep en locaties bijdraagt aan een evenwichtig evenementenjaarprogramma.

Max 5

 

E

Bereik

(totaal max. 10 punten)

- De mate waarop het evenement lokaal, regionaal, nationaal en/of internationaal publiek bereikt.

Max 5

 

 

- De mate van het aantal te bereiken bezoekers, deelnemers.

Max 5

 

 

 

F

Marketing en communicatie

(totaal max. 10 punten)

- De mate waarin het evenement media-aandacht genereert op lokaal, regionaal, nationaal en/of internationaal niveau.

Max.5

 

 

- De mate waarin de doelstellingen wat betreft doelgroep, bereik en ingezette middelen realistisch is.

Max 5

 

 

 

G

Economische spin-off

(totaal max. 15 punten)

- De mate waarin het evenement leidt tot een aantoonbaar maatschappelijk en/of economisch rendement.

Max 5

 

 

- De mate waarin het evenement leidt tot bestedingen in de gemeente Coevorden.

Max 5

 

 

- De mate waarin het evenement leidt tot meerdaags verblijf/overnachtingen in de gemeente Coevorden.

Max 5

 

 

 

 

 

 

H

Samenwerking

(totaal max. 5 punten)

- De mate waarin wordt samengewerkt met derden (lokale bedrijfsleven, verenigingen, organisaties).

Max 5

 

I

Financiële en organisatorische haalbaarheid

(totaal max. 15 punten)

- De mate waarin het project haalbaar is vanuit financieel en organisatorisch oogpunt.

Max. 5

 

 

- De mate waarin het initiatief aantoonbaar uit is op een verdienmodel.

Max. 5

 

 

- De mate waarin wordt gewerkt naar toekomstige zelfstandigheid.

Max. 5