Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
- -
amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een
ontwerpverordening of ontwerpbeslissing;
- -
griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;
- -
initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een
verordening of ander voorstel;
- -
motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt
uitgesproken;
- -
subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een
aanhangig amendement;
- -
voorzitter: voorzitter van de raad of diens
plaatsvervanger.
Artikel 2. Het presidium
- 1.
Er is een presidium dat bestaat uit de voorzitter en de
fractievoorzitters.
- 2.
Fractievoorzitters wijzen elk een raadslid aan dat hen bij
afwezigheid in het presidium vervangt.
- 3.
Het presidium kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn
vergaderingen.
- 4.
Het presidium doet aanbevelingen aan de raad inzake de
organisatie en het functioneren van de raad en de
raadscommissies. Ze heeft in ieder geval de volgende taken:
- a.
het voorbereiden en vaststellen van voorlopige agenda’s
voor raadsvergaderingen en
raadscommissievergaderingen;
- b.
het vaststellen van de vergadercyclus van de raad en van
de raadscommissies;
- c.
het vaststellen van vergaderingen als bedoeld in artikel
17, tweede lid, van de Gemeentewet en het volgende
lid.
In aanvulling op de raadscommissievergaderingen als bedoeld onder b,
vergadert een raadscommissie voorts als haar voorzitter het nodig acht
of als ten minste twee fracties schriftelijk, met opgaaf van redenen,
daarom verzoeken.
Artikel 3. De griffier
- 1.
De griffier is aanwezig in raadsvergaderingen, vergaderingen van het
presidium en in raadscommissievergaderingen.
- 2.
Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door een
door de raad aangewezen plaatsvervanger.
- 3.
De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen
in raadsvergaderingen deelnemen.
Artikel 4. Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden
- 1.
Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie
in bestaande uit drie raadsleden.
- 2.
Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende
stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies
uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden
tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een
minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.
- 3.
Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau
gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de
raadsverkiezingen.
- 4.
Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden
op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling, bedoeld
in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of
verklaring en belofte af te leggen.
- 5.
In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter
in afwijking van het voorgaande een nieuw benoemd raadslid op voor
de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de
voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.
Artikel 5. Benoeming wethouders
Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in
bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van
de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b,
eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet en
brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot
wethouder.
Artikel 6. Fracties
- 1.
Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde
kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van
de zitting als één fractie beschouwd.
- 2.
Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de
fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen
aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste
raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de
raad zal voeren.
- 3.
De namen van de fractievoorzitter en diens plaatsvervanger worden zo
spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.
- 4.
Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige
fractie gaan optreden of als één of meer raadsleden van een fractie
zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig
mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.
- 5.
Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3
van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende
raadsvergadering na naamswijziging.
Hoofdstuk 2. Raadsvergaderingen
Paragraaf 1. Voorbereiding
Artikel 7. Oproep en voorlopige agenda
- 1.
De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een
raadsvergadering de raadsleden een schriftelijke oproep en de
voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met
uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de
Gemeentewet bedoelde stukken.
- 2.
De uitnodiging voor de vergadering geschiedt digitaal. De
griffier draagt zorg voor de digitale toezending via mail en/of
vergaderapp.
- 3.
Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 8, eerste lid,
wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken
zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de
raadsvergadering aan de leden gezonden.
Artikel 8. Aanvullende agenda; vaststellen agenda
- 1.
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van
een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda
opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar
gemaakt.
- 2.
Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25,
eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is
opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid
onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden
op verzoek inzage. Deze kunnen ter beoordeling van de griffier
ook op het voor raadsleden en commissieleden besloten gedeelte
van het raadsinformatiesysteem beschikbaar worden gesteld.
- 3.
De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de
raad vastgesteld.
Artikel 9. Ter inzage leggen van stukken
- 1.
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op
een voorlopige agenda dienen, worden gelijktijdig met het
verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter
inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep
stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling
gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk door middel van
openbare kennisgeving.
- 2.
Stukken die digitaal beschikbaar zijn worden op de website van
de gemeente geplaatst.
- 3.
Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede
lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze
stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder
berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op
verzoek inzage. Deze kunnen ter beoordeling van de griffier ook
op het voor raadsleden en commissieleden besloten gedeelte van
het raadsinformatiesysteem beschikbaar worden gesteld.
Artikel 10. Openbare kennisgeving
Raadsvergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door
aankondiging op de gemeentelijke website en/of op de agenda in het
raadsinformatiesysteem en zo mogelijk ook door plaatsing in de
gemeenterubriek van een lokaal verschijnend weekblad.
Paragraaf 2. Ter vergadering
Artikel 11. Presentielijst
- 1.
De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten
van raadsvergaderingen.
- 2.
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de
presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt
die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening
vastgesteld.
Artikel 12. Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt
de voorzitter mede bij welk lid van de raad de hoofdelijke stemming
zal beginnen. Daartoe wordt door loting het lid van de raad
aangewezen, waarbij de hoofdelijke stemming begint.
Artikel 13. Spreekrecht1. Na opening van de vergadering kunnen derden bij
het agendapunt “spreekrecht” het woord voeren over op de agenda
vermelde onderwerpen.
- 2.
Het woord kan daarbij niet gevoerd worden:
- a.
over een besluit van het gemeentebestuur waartegen
bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft
opengestaan
- b.
over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen
van personen;
- c.
indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet
bestuursrecht kan of kon worden ingediend;
- d.
onderwerpen die deel uitmaken van de lijst van ingekomen
stukken.
- 3.
De in het eerste lid bedoelde personen die van het spreekrecht
gebruik willen maken, melden dit tenminste 48 uur vóór aanvang
van de vergadering bij de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn
naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het
woord wil voeren.
- 4.
De voorzitter bepaalt in welke volgorde insprekers het woord
voeren.
- 5.
Elke spreker krijgt maximaal tien minuten het woord. De
voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als
er meer dan drie sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in
bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de
spreektijd.
- 6.
De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft
verleend. De voorzitter of een lid van de raad doet een voorstel
voor de behandeling van de inbreng van de burger.
Artikel 14. Aantal spreektermijnen
- 1.
Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten
hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.
- 2.
Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.
- 3.
Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord
voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.
- 4.
Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een
amendement, een subamendement, een motie of een
initiatiefvoorstel heeft ingediend, ten aanzien van de
beraadslaging over het door dat raadslid ingediende.
- 5.
Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde
onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet
meegerekend het spreken over een voorstel van orde.
Artikel 15. Deelname aan de beraadslaging door anderen
Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig
moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de
beraadslaging.
Artikel 16. Voorstellen van orde
Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een
voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist
hier terstond over.
Paragraaf 3. Stemmingen
Artikel 17. Stemverklaring
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming
overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag
toelichten.
Artikel 18. Beslissing
- 1.
De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een
onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad
anders beslist.
- 2.
Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel
plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te
nemen beslissing.
Artikel 19 . Stemming; procedure hoofdelijke stemming
- 1.
De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is
dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel
zonder stemming is aangenomen.
- 2.
Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in
de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het
verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben
tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet
niet aan de stemming te hebben deelgenomen.
- 3.
Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt,
doet de voorzitter daarvan mededeling aan de raad.
- 4.
Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij
naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het
daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de
oproeping op alfabetische volgorde.
- 5.
Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig
raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de
Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem
uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige
toevoeging.
- 6.
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist,
kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid
heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later,
dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming
bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit
brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
- 7.
De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee.
Deze doet daarbij tevens mededeling van het genomen
besluit.
Artikel 20. Volgorde stemming over amendementen en moties
- 1.
Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt
eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het
voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.
- 2.
Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het
subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop
dat betrekking heeft.
- 3.
Als meerdere amendementen of subamendementen op een aanhangig
voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en
tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of
subamendement gestemd.
- 4.
Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend,
wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de
motie.
Artikel 21. Stemming over personen
- 1.
Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen
van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie
raadsleden tot stembureau. Deze worden bijgestaan door de
griffier.
- 2.
Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau
verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig
artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren
te nemen.
- 3.
Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te
benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op
voorstel van de voorzitter of het stembureau beslissen dat
bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.
- 4.
In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist
de raad op voorstel van het stembureau.
Paragraaf 4. Verslaglegging; ingekomen stukken
Artikel 22. Verslag en besluitenlijst
- 1.
De griffier draagt zorg voor verslagen en besluitenlijsten van
raadsvergaderingen.
- 2.
Een verslag bevat in ieder geval:
- a.
de namen van de voorzitter, de griffier, de wethouders
en de raadsleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van
de overige personen die het woord gevoerd hebben;
- b.
een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;
- c.
een vermelding van de zaken die aan de orde zijn
geweest;
- d.
een zakelijke samenvatting van het gesprokene met
vermelding van de namen van de sprekers;
- e.
een overzicht van het verloop van elke stemming, met
vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de
raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening
van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig
de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij
het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
- f.
een overzicht van de gemaakte afspraken en gedane
toezeggingen; g. de tekst van de ter vergadering
ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde,
moties, amendementen en subamendementen;
- h.
bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de
hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van
het bepaalde in artikel 14 door de raad is toegestaan
deel te nemen aan de beraadslagingen.
- 3.
Een conceptverslag wordt aan de raadsleden verzonden dan wel op
het raadsinformatiesysteem beschikbaar gemaakt.
- 4.
Vastgestelde verslagen worden ondertekend door de voorzitter en
griffier.
- 5.
Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich
daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig
mogelijk na de raadsvergadering openbaar gemaakt op de in de
gemeente gebruikelijke wijze.
- 6.
Als verslagen en besluitenlijsten elektronisch beschikbaar zijn,
worden ze op de website van de gemeente geplaatst.
Artikel 23. Ingekomen stukken
- 1.
Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst die
aan de raadsleden wordt toegezonden dan wel op het
raadsinformatiesysteem beschikbaar gemaakt.
- 2.
Na de vaststelling van het verslag stelt de raad op voorstel van
het presidium de wijze van afdoening van de ingekomen stukken
vast.
Paragraaf 5. Besloten raadsvergaderingen
Artikel 24. Toepassing reglement op besloten vergaderingen
Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige
toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter
van de vergadering.
Artikel 25. Verslag besloten vergadering
- 1.
Conceptverslagen en -besluitenlijsten van besloten
raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor
de raadsleden ter inzage gelegd bij de griffier. Deze kunnen ter
beoordeling van de griffier ook op het voor raadsleden en
commissieleden besloten gedeelte van het raadsinformatiesysteem
beschikbaar worden gesteld.
- 2.
Deze verslagen en besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in
een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden.
Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al
dan niet openbaar maken van het vastgestelde verslag en de
besluitenlijst. 3. De vastgestelde verslagen en besluitenlijsten
worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.
Artikel 26. Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55,
tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet
voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan
dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een
besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg
gevoerd.
Paragraaf 6. Toehoorders en pers
Artikel 27. Toehoorders en pers
- 1.
Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare
raadsvergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde
plaatsen.
- 2.
Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op
andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.
Artikel 28. Geluid- en beeldregistraties
- 1.
Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of
beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de
voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.
- 2.
De voorzitter kan in de vergaderzaal, met inbegrip van de
publieke tribune, tijdens de vergadering het gebruik van mobiele
telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen
maken op de orde van de vergadering verbieden of aan nadere
voorwaarden onderwerpen.
Hoofdstuk 3. Bevoegdheden, instrumenten raadsleden
Artikel 29. Amendementen en subamendementen
- 1.
Raadsleden dienen amendementen en subamendementen voor het sluiten
van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben
in bij de voorzitter. Dit gebeurt schriftelijk, tenzij de voorzitter
oordeelt dat mondelinge indiening volstaat.
- 2.
Er wordt alleen beraadslaagd over amendementen en subamendementen
die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend
hebben.
- 3.
Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is
mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is
afgerond.
Artikel 30. Moties
- 1.
Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter.
- 2.
De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de
beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking
heeft.
- 3.
De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen
onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen
zijn behandeld.
- 4.
Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de
besluitvorming daarover door de raad is afgerond.
Artikel 31. Initiatiefvoorstel
- 1.
Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk in bij de
voorzitter .
- 2.
Deze voorstellen worden op de agenda van de eerstvolgende
raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor
reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van
de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.
Artikel 32. Collegevoorstel
- 1.
Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de
voorlopige agenda van de raadsvergadering, kan niet worden
ingetrokken zonder toestemming van de raad.
- 2.
Als de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het
eerste lid voor advies terug aan het college dient te worden
gezonden, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw
geagendeerd wordt.
Artikel 33. Interpellatie
- 1.
Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie
schriftelijk in bij de voorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval
de te stellen vragen.
- 2.
De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk
ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.
- 3.
Als het verzoek ten minste 48 uur voor aanvang van een
raadsvergadering is ingediend of in naar het oordeel van de
voorzitter spoedeisende gevallen, wordt over het verzoek tijdens de
eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens
de daaropvolgende raadsvergadering.
- 4.
De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord. De overige
raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet vaker dan eenmaal,
tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.
Artikel 34. Schriftelijke vragen
- 1.
Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De
vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. De vragen worden
schriftelijk beantwoord.
- 2.
De vragen worden bij de griffier van de raad ingediend. Deze draagt
er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de
overige leden van de raad en het college worden gebracht.
- 3.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in
ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn ingediend.
Indien beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden,
stelt het college de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis,
waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal
plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
- 4.
De antwoorden van het college worden door de griffier aan de leden
van de raad toegezonden.
- 5.
De vragen en antwoorden worden op de lijst van ingekomen stukken
voor de volgende raadsvergadering geplaatst.
- 6.
De vragensteller kan in die eerstvolgende raadsvergadering bij de
behandeling van het agendapunt ingekomen stukken nadere inlichtingen
vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven
antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Artikel 35. Inlichtingen
- 1.
Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de
artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet
schriftelijk in bij de griffier .
- 2.
De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter
kennis van de overige raadsleden en het college of de
burgemeester.
- 3.
De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de raad
verschaft, in ieder geval binnen 10 dagen nadat het verzoek is
ingediend.
Artikel 36. Vragenuur
- 1.
Na opening van de raadsvergadering vindt het vragenuur plaats,
tenzij er bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend. In
bijzondere gevallen kan het presidium bepalen dat het vragenuur op
een ander tijdstip wordt gehouden. De voorzitter bepaalt op welk
tijdstip het vragenuur eindigt.
- 2.
Het lid van de raad dat tijdens het vragenuur vragen wil stellen,
meldt dit onder aanduiding van het onderwerp en ten minste 24 uur
voor aanvang van het vragenuur bij de griffier. Deze stelt de
voorzitter en het college daarvan in kennis.
- 3.
De voorzitter bepaalt de volgorde waarin aangemelde onderwerpen
tijdens het vragenuur aan de orde worden gesteld.
- 4.
De voorzitter bepaalt per onderwerp de spreektijd voor de
vragensteller, voor het college, voor de burgemeester en voor de
overige raadsleden.
- 5.
Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één
of meer vragen aan het college of de burgemeester te stellen en een
toelichting daarop te geven.
- 6.
Na de beantwoording door het college of de burgemeester krijgt de
vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te
stellen.
- 7.
Vervolgens kan de voorzitter aan andere raadsleden het woord
verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of
de burgemeester vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.
- 8.
Tijdens het vragenuur kunnen geen moties worden ingediend en worden
geen interrupties toegelaten.
Hoofdstuk 4. Slotbepalingen
Artikel 37. Uitleg reglement
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de
toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de
voorzitter.
Artikel 38. Intrekken oude reglement
Het Reglement van orde voor de gemeenteraad 2006 wordt ingetrokken.
Artikel 39. Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Dit reglement treedt in werking op 25 september 2014
- 2.
Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van orde 2014