Organisatie | Lisse |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2016 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting Lisse 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Deze verordening vervangt de Verordening precariobelasting Lisse 2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 18-12-2015 | Onbekend. |
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van kabels en leidingen onder de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 4 Het belastingtarief en heffingsmaatstaf
De belasting bedraagt per belastingjaar € 4,56 per strekkende meter.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
De precariobelasting is verschuldigd bij het einde van het belastingjaar.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moet de aanslag worden betaald binnen 2 maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.
De 'Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2015' van 18 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.