Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Dronten

Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Dronten 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDronten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Dronten 2016
CiteertitelUitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Dronten 2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2016Onbekend

15-12-2015

Gemeenteblad d.d.

B15.001924

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Dronten 2016

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten,

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015;

gelet op het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015

 

B E S L U I T:

vast te stellen het Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Dronten 2016.

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    Peiljaar: het tweede kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin aan een persoon maatschappelijke ondersteuning is verleend;

  • c.

    Pgb: een persoonsgebonden budget, een geldbedrag te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura;

  • d.

    Tegemoetkoming wegens meerkosten: een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat;

  • e.

    Verordening: de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dronten;

  • f.

    Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • g.

    Woonwagen: een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats (een kavel met aansluitmogelijkheid voor nutsvoorzieningen) en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;

  • h.

    Woonschip: een vaartuig dat in hoofdzaak wordt gebruikt – en dat naar constructie en inrichting geschikt is – voor dagverblijf en nachtverblijf van één of meer personen;

  • i.

    Professional: Zorgaanbieder (professional)Onder een zorgaanbieder/zorgorganisatie verstaan we een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdelen a, c, d of e van de Handelsregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving van het Handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van zorg die meerdere personeelsleden in dienst heeft.

  • Zelfstandige zonder personeel (zzp’er) (professional) Onder een zzp’er verstaan we een onderneming als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Handelswetregisterwet 2007 waarvan de activiteiten blijkens de inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van die wet, geheel of gedeeltelijk bestaan uit het verlenen van zorg en die toebehoort aan een zelfstandige zonder personeel waaraan een geldige beschikking als bedoeld in artikel 3.165 van de Wet inkomstenbelasting 2001 is afgegeven. De verleende zorg moet passen bij de gestelde indicatie.

  • j.

    Niet Professional: Onder een niet professional/informeel zorgverlener verstaan we een persoon, niet zijnde een zzp’er, freelancer, een (een persoon in dienst van) een zorgaanbieder, die ondersteuning levert aan de cliënt op basis van de Regeling Dienstverlening aan Huis. Er is sprake van een arbeidsverhouding tussen de cliënt en de zorgverlener vastgelegd in een arbeidsovereenkomst. Tot informeel zorgverleners rekenen we ook partners en familieleden van de cliënt die op basis het pgb ondersteuning bieden. Er is hierbij echter geen sprake van een arbeidsverhouding tussen de cliënt en zorgverlener. De verleende zorg moet passen bij de gestelde indicatie.

  • k.

    eenheid begeleiding: - individueel is per uur; - eenheid begeleiding groep is dagdeel (4 uren)

  • l.

    De begripsbepalingen in artikel 1 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning zijn van toepassing op de begrippen die in dit besluit worden gebruikt.

     

HOOFDSTUK 2. HOOGTE PERSOONSGEBONDEN BUDGET

 

Artikel 2. Hoogte Pgb per voorziening

De hoogte van een Pgb bedraagt per vier weken voor:

Een schoon en leefbaar huis:

  • 1.

    Voor inzet van een professional voor een schoon en leefbaar huis ontvangt de inwoner een PGB dat 100% betreft van de prijs van Zorg in Natura;

  • 2.

    Voor de inzet van een niet-professional (sociaal netwerk) voor een schoon en leefbaar huis ontvangt de inwoner een PGB dat 50% betreft van de prijs van Zorg in Natura.

Begeleiding ten aanzien van de zelfredzaamheid en/of participatie:

  • 3.

    Voor inzet van een professional ontvangt de inwoner een PGB dat 100% betreft van de prijs van Zorg in Natura;

  • 4.

    Voor de inzet van een niet-professional (sociaal netwerk) ontvangt de inwoner een PGB dat 50% betreft van de prijs van Zorg in Natura

  • 5.

    Categorie ‘zwaar’ waarvoor het offertetraject geldig is staat niet open voor Pgb “niet professional”.

 

Categorie

Categorie ´laag´

Categorie

Categorie ‘zwaar’

 

´schoon en

(1,00 < 12,00

‘middel’

(> 30,00

 

leefbaar huis´

eenheden)

(12,00 < 30.00

eenheden)

 

 

 

eenheden)

 

Pgb professional

€ 191,90

€ 222,20

€ 944,35

Offerte

Pgb niet professional

€ 95,95

€ 111,10

€ 472,18

 

 

 

 

 

 

Hulpmiddelen/zaken:

  • 6.

    aanschaf, onderhoud en verzekering van hulpmiddelen/ zaken wordt bepaald op basis van de kostprijs van het hulpmiddel/ de zaak die de inwoner op dat moment zou hebben ontvangen als het hulpmiddel/ de zaak in natura zou zijn verstrekt.

  • 7.

    aanschaf, onderhoud en verzekering van een sportvoorziening bedraagt maximaal € 2.500,00 één keer in de drie jaar, mits aanschaf of vervanging noodzakelijk is.

Het kunnen wonen in een geschikt huis:

  • 8.

    het kunnen wonen in een geschikt huis wordt bepaald op basis van: a. de omvang van de aanpassing; b. het programma van eisen voor de aanpassing; c. de laagste kostprijs voor het aanpassen van de woning/het bezoekbaar maken van een woning naar aanleiding van opgevraagde offertes.

Afschrijvingstermijnen maatwerkvoorzieningen

  • 9.

    Voor een sportvoorziening geldt een technische levensduur van 3 jaar, een autoaanpassing geldt een technische levensduur van 5 jaar en voor overige Wmo-hulpmiddelen geldt een technische levensduur van 7 jaar. Elk hulpmiddel, dat met behulp van een persoonsgebonden budget of in natura is verstrekt, heeft een afschrijvingstermijn van respectievelijk 3, 5 of 7 jaar en dient dus in principe respectievelijk 3, 5 of 7 jaar mee te gaan. Is een hulpmiddel afgeschreven dan ontstaat niet automatisch het recht op een nieuw of gebruikt hulpmiddel. Zolang het verstrekte hulpmiddel of het via een persoonsgebonden budget aangeschafte hulpmiddel technisch nog voldoet, bestaat geen recht op vervanging van het hulpmiddel. Dit tenzij een medische noodzaak wordt aangetoond.

     

Artikel 3 Voorwaarden persoonsgebonden budget

  • 1.

    Bij de verlening van een persoonsgebonden budget wordt de budgetontvanger de volgende verplichtingen opgelegd: a. de budgethouder gebruikt het Pgb uitsluitend voor betaling van de voorziening en het beoogde resultaat dat in de beschikking is genoemd en de daarmee noodzakelijk verbonden kosten; b. de budgethouder besteedt het Pgb uitsluitend aan een kwalitatief verantwoorde en adequate voorziening; c. de budgethouder zorgt voor een goede en controleerbare vastlegging van ontvangsten, uitgaven en verplichtingen en houdt deze gedurende een periode van vijf jaar beschikbaar; d. indien het budget bedoeld is voor ondersteuning ten aanzien van begeleiding en een schoon en leefbaar huis, dan reserveert de budgethouder een deel van het budget om de ondersteuner voor een periode van maximaal zes weken door te kunnen betalen in het geval van ziekte; e. de budgethouder dient een Pgb plan in de bij SVB en declareert per door de SVB aangegeven periode de op grond van het verstrekte Pgb verschuldigde bedragen.

  • 2.

    De cliënt die is aangewezen op maatschappelijke ondersteuning besteedt het Pgb niet aan een persoon welke tot zijn leefeenheid behoort, die feitelijk gebruikelijke hulp op zich moet nemen, maar daartoe niet in staat is wegens overbelasting of dreigende overbelasting.

  • 3.

    Indien de periode waarvoor het Pgb wordt toegekend in meer dan een kalenderjaar gelegen is, wordt het persoonsgebonden budget voor het kalenderjaar volgend op het jaar waarin het werd verleend, geïndexeerd conform de met de zorgaanbieders overeengekomen afspraken.

  • 4.

    De budgethouder is een eigen bijdrage verschuldigd, waarbij de hoogte van de eigen bijdrage wordt vastgesteld conform het gestelde in artikel 6.

  • 5.

    Onverminderd de uitbetaling van het Pgb door de SVB, kunnen budgethouders steekproefsgewijs worden gecontroleerd.

  • 6.

    De budgethouder verstrekt aan de SVB: a. de nota of de factuur van de aangeschafte voorziening; b, een overzicht van de salarisadministratie; c. overige bescheiden die de SVB voor de verantwoording noodzakelijk acht.

  • 7.

    Indien de periode waarvoor het Pgb wordt toegekend in meer dan een kalenderjaar gelegen is, wordt het Pgb voor het kalenderjaar volgend op het jaar waarin het werd verleend geïndexeerd conform het consumentenprijsindexcijfer (CPI huishouden).

     

Artikel 4. Declareren en verantwoorden Pgb

  • 1.

    De inwoner aan wie een Pgb is verleend, komt met de aanbieder in een schriftelijke overeenkomst overeen, waar ten minste afspraken in zijn opgenomen over de kwaliteit en het resultaat van de maatschappelijke ondersteuning en de wijze van declareren: a. Een declaratie van een professional bevat: een overzicht van de dagen waarop is gewerkt, het uurtarief, het aantal te betalen uren, dagdelen of etmalen, de naam en het adres van de aanbieder, het nummer waarmee die aanbieder staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, en wordt door de aanbieder ondertekent. b. Een declaratie van een niet professional bevat: een overzicht van de dagen waarop is gewerkt, het uurtarief, het aantal te betalen uren, dagdelen of etmalen, het Burgerservicenummer, de naam en het adres van de aanbieder, en wordt door de aanbieder ondertekent. c. De inwoner stelt, op verzoek van het college of de Sociale Verzekeringsbank, de in onderdeel a en b bedoelde schriftelijke overeenkomst en/of declaraties tot vijf jaar na de datum van de verlening van het persoonsgebonden budget ter beschikking van het college of de Sociale Verzekeringsbank.

  • 2.

    De inwoner aan wie een Pgb is verleend draagt er zorg voor dat een aanbieder op wie het Arbeidstijdenbesluit niet van toepassing is niet meer dan veertig uur in één week voor hem werkzaamheden verricht.

  • 3.

    In het geval een rolstoel of vervoersvoorziening betreft dient deze te voldoen aan de eisen van Revakeur of een gelijkwaardig keurmerk.

  • 4.

    De eisen die gesteld worden aan een zorgverlener die niet verbonden is aan een professionele organisatie zijn: a. De zorgverlener dient een ingezetene van Nederland te zijn en te beschikken over een Burgerservicenummer; b. De zorgverlener die als zelfstandige professional (Zzp’er) de zorg verleent, dient ingeschreven te staan bij de Kamer van Koophandel.

  • 5.

    De inwoner verantwoord een voorziening waarvoor een eenmalige uitkering is verstrekt binnen drie maanden na aanschaf van de voorziening aan de hand van het bij de beschikking gevoegde verantwoordingsformulier.

     

Artikel 5. Nadere voorwaarden Pgb woningaanpassingen

Het college verleent slechts een Pgb voor woningaanpassingen indien:

  • a.

    niet al een begin met de werkzaamheden waarop het persoonsgebonden budget betrekking heeft is gemaakt zonder toestemming van het college;

  • b.

    door het college aangewezen personen toegang is verstrekt tot de woonruimte waar de woningaanpassing wordt verricht;

  • c.

    aan de onder b. genoemde personen inzicht wordt geboden in bescheiden en tekeningen, welke betrekking hebben op de woningaanpassing;

  • d.

    de onder b. genoemde personen de gelegenheid wordt geboden tot het controleren van de woningaanpassing.

     

HOOFDSTUK 3. BIJDRAGEN

 

Artikel 6. Bijdrage voor de maatwerk in natura of pgb

  • 1.

    Voor maatwerk in natura of in de vorm van een Pgb is de inwoner een bijdrage verschuldigd. De bedragen per periode van vier weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de bijdrage voor maatwerk in natura of in de vorm van een Pgb zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. Bij verstrekking van een voorziening wordt de door de cliënt verschuldigde bijdrage door het wettelijke daartoe aangewezen orgaan berekend en geïnd. Dit betreft het Centraal Administratie Kantoor (CAK):

  • 2.

    De looptijd voor de bijdrage betreft de duur van de verstrekking;

  • 3.

    De totaal verschuldigde bijdrage in de kosten van de voorziening (al dan niet in natura of Pgb), is niet hoger dan de kostprijs van de voorziening;

  • 4.

    Ten aanzien van de woningaanpassingen (verbouwingen, aanbouw) kunnen aanvullende of afwijkende afspraken worden gemaakt indien de cliënt voor de afschrijvingstermijn geen gebruik meer zal maken van de voorziening. Dit wordt per besluit vastgelegd.

  • 5.

    Voor een sportvoorziening is geen eigen bijdrage verschuldigd.

     

HOOFDSTUK 4. WONEN

 

Artikel 7. Grensbedrag primaat van verhuizen

Indien de kosten voor een woningaanpassing minder dan € 5.000,00 bedragen, zal de noodzakelijke woningaanpassing worden gerealiseerd. Indien de aanpassing het bedrag van € 5.000,00 overschrijdt, is het primaat van verhuizing van toepassing.

 

Artikel 8. Gereedmelding woningaanpassing

  • 1.

    Meteen na de voltooiing van de werkzaamheden doch uiterlijk binnen 1 jaar na het verlenen van het Pgb verklaart de gerechtigde van het Pgb voor een woningaanpassing aan het college dat bedoelde werkzaamheden zijn voltooid;

  • 2.

    De gereedmelding is tevens een verzoek om definitieve vaststelling en uitbetaling van het nog resterende Pgb;

  • 3.

    De gereedmelding bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van een verklaring dat bij het treffen van de voorziening is voldaan aan de voorwaarden waaronder het Pgb is verleend.

     

Artikel 9. Terugbetalen van het persoonsgebonden budget

Het college zal de eigenaar-bewoner aan wie het Pgb ten behoeve van een woonvoorziening is verstrekt die leidt tot waardestijging van de woning, verplichten om 85% van het Pgb terug te betalen, indien de aangepaste woning binnen 1 jaar na aanpassing wordt verkocht. Binnen 2 jaar na aanpassing dient 70% te worden terugbetaald, binnen 3 jaar 55%, binnen 4 jaar 40%, binnen 5 jaar 25% en binnen 6 jaar 10% van het Pgb.

 

Artikel 10. Woonwagen

Het college verleent slechts een Pgb in de aanpassingskosten van een woonwagen indien:

  • a.

    de technische levensduur van de woonwagen nog minimaal vijf jaar is;

  • b.

    de standplaats niet binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt;

  • c.

    de woonwagen ten tijde van de indiening van de aanvraag voor een woonvoorziening bij degemeente op de standplaats stond en

  • d.

    de hoofdbewoner van een woonwagen op een door de gemeente of corporatie verhuurde standplaats woont, waarvoor een huurovereenkomst is afgesloten.

     

Artikel 11. Woonschip

Het college verleent slechts een persoonsgebonden budget in de aanpassingskosten van een woonschip indien:

  • a.

    de technische levensduur van het woonschip nog minimaal vijf jaar is;

  • b.

    het woonschip nog minimaal vijf jaar op de ligplaats mag blijven liggen.

     

Artikel 12. Technische levensduur

Indien de technische levensduur van de woonwagen of het woonschip minder dan vijf jaar is of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt of het woonschip niet ten minste nog vijf jaar op de ligplaats mag liggen, bedragen de maximale aanpassingskosten € 1000,00.

 

HOOFDSTUK 5. BEËINDIGING EN TERUGVORDERING

 

Artikel 13. Beëindiging en terugvordering voorzieningen

Onverminderd artikel 2.3.10 van de wet en artikel 13 lid 2 t/m 6 van de Wmo verordening gemeente Dronten 2015, kan het college een verstrekte maatwerkvoorziening beëindigen en terugvorderen op grond van een of meerdere van onderstaande bepalingen:

  • 1.

    In het geval van overlijden van de inwoner wordt het Pgb voor begeleiding en een schoon en leefbaar huis beëindigd op de eerste dag van de 4-wekelijkse periode, volgend op de 4-wekelijkse periode waarin de inwoner is overleden.

  • 2.

    In geval van overlijden van de inwoner, kan het Pgb voor hulpmiddelen/zaken teruggevorderd worden tot een bedrag gelijk aan de marktwaarde van de voorziening op het moment van overlijden van de budgethouder.

  • 3.

    Met ingang van de dag waarop de budgetontvanger dan wel de ontvanger van een financiële tegemoetkoming langer dan twee maanden verblijft in een instelling als bedoeld in de Wet langdurige zorg of de Zorgverzekeringswet.

  • 4.

    Met ingang van de dag vanaf welke de ontvanger van de voorziening heeft aangegeven geen prijs meer te stellen op de maatwerkvoorziening in natura of persoonsgebonden budget, of de financiële tegemoetkoming.

     

HOOFDSTUK 6. TEGEMOETKOMING WEGENS MEERKOSTEN

Artikel 14. Hoogte van de maximale tegemoetkoming wegens meerkosten

  • 1.

    De hoogte van de tegemoetkoming in verhuis- en inrichtingskosten als bedoeld in artikel 15, onder a en 16 lid 1 van de verordening bedraagt maximaal € 2.000,00.

  • 2.

    Voor het vrijmaken van een woning waarvoor de gemeente in het verleden een tegemoetkoming heeft verstrekt en waarvan de kosten van aanpassing in het verleden meer dan € 10.000,00 bedroegen kan het college in uitzonderlijke gevallen een tegemoetkoming verlenen van maximaal € 2.000,00.

  • 3.

    Bij de tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een auto, bruikleenauto, taxi of rolstoeltaxi wordt uitgegaan van een aantal normbedragen op jaarbasis en wordt rekening gehouden met het inkomen van de aanvrager, met de individuele vervoersbehoefte van de gehandicapte en met de mate waarin een systeem van collectief aanvullend vervoer in de vervoersbehoefte kan voorzien. Bij het vaststellen van de tegemoetkoming wordt uitgegaan van de volgende maximale bedragen:

voor het gebruik van

normbedrag per 4 weken

 

 

Een eigen auto

€ 100,-

 

 

Een auto van derden

€ 70,-

 

 

Een taxi of rolstoeltaxi

€ 100,-

 

 

HOOFDSTUK 7. SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 15. Intrekking

Het Besluit eigen bijdragen en financiële tegemoetkomingen maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt ingetrokken.

 

Artikel 16. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016.

 

Artikel 17. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Dronten 2016.

 

Dronten, 15 december 2015

het college van Dronten,

 

R.Kool mr. A.B.L. de Jonge

secretaris burgemeester