Overheidsorganisatie | Gemeente Beesel |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing |
Citeertitel | Verordening rioolheffing Beesel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Rioolheffing 2016 |
Deze verordening vervangt de “Verordening rioolheffing Beesel 2015” , zoals vastgesteld op 3 november 2014 en gewijzigd op 7 december 2015.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Artikel 13 bevat overgangsbepalingen.
Gemeentewet, art. 228a
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2015 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 07-12-2015 Gemeenteblad, 2015, 126933 | Onbekend. |
De raad van de gemeente Beesel;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2015;
gelet op artikel 228a, van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing
(Verordening rioolheffing Beesel)
Deze verordening verstaat onder:
perceel: een onroerende zaak bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken of een roerende zaak of een zelfstandig gedeelte van een roerende zaak in de zin van artikel 4;
gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;
water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en
de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken
1. De belasting wordt geheven van:
degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.
2. Met betrekking tot de heffing als bedoeld in het eerste lid, wordt, ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Indien gedeelten van een roerende zaak blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
De belasting wordt niet geheven van:
percelen waarvan de WOZ-waarde minder bedraagt dan € 20.000,-;
ongebouwde percelen.
De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.
De belasting als bedoeld in artikel 3 bedraagt per perceel € 179,00.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald:
Bij niet-automatische incasso:
In twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.
Bij automatische incasso:
In zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder b geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op het aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00.
De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.
1. De “Verordening rioolheffing Beesel 2015” van 3 november 2014, gewijzigd op 7 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rioolheffing in die periode plaatsvindt.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rioolheffing Beesel”.
Aldus vastgesteld door de raad van Beesel in zijn openbare vergadering van 7 december 2015
E.Apeldoorn-Feijts, griffier
P. Dassen-Housen, voorzitter