Organisatie | Cromstrijen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor het verlenen van standplaatsvergunningen gemeente Cromstrijen |
Citeertitel | Beleidsregels voor het verlenen van standplaatsvergunningen gemeente Cromstrijen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 5:18 Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Cromstrijen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2015 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 15-12-2015 Het Kompas, d.d. 29 december 2015 | RenC/RO/15118192 |
Beleidsregels voor het verlenen van standplaatsvergunningen
Een standplaatsvergunning geeft toestemming tot het op of aan de openbare weg, aan een openbaar water of op een andere - al dan niet met enige beperking - voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats, innemen van een standplaats voor het te koop aanbieden, verkopen dan wel afgeven van goederen, dan wel diensten aan te bieden.
Voor het innemen van een standplaats wordt gebruik gemaakt van gemeentelijke grond. Om deze grond in gebruik te mogen nemen, is een vergunning nodig en moeten leges betaald worden. Op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Cromstrijen (APV) is een standplaatsvergunning vereist voor het innemen of hebben van een standplaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats. Het standplaatsenbeleid vloeit voort uit artikel 5:18 van de APV.
De voorschriften die in de vergunning worden opgenomen, zijn gebaseerd op het door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde beleid ten aanzien van het verlenen van vergunningen voor het innemen van een standplaats. Hierin wordt onder andere aangegeven op welke locaties standplaatsen kunnen worden ingenomen.
In overeenstemming met titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht, en gelet op artikel 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening kunnen deze beleidsregels door burgemeester en wethouders worden vastgesteld, aangezien dit bestuursorgaan bevoegd is om de in deze artikelen bedoelde standplaatsvergunning te verlenen.
Op 12 mei 1998 stelde het college van de gemeente Cromstrijen de “Nota standplaatsenbeleid” vast en op 11 februari 2014 stelde de raad van de gemeente Cromstrijen de "Verordening regelende het marktwezen Cromstrijen 2014” vast. Naar aanleiding van wijzigingen en ervaringen in de praktijk bij de toepassing van de Nota en de Verordening, is er voor gekozen de beleidsregels te actualiseren. Tevens is een andere opzet toegepast. De “Nota standplaatsenbeleid” en de "Verordening regelende het marktwezen in de gemeente Cromstrijen 2014” worden ingetrokken. In de plaats daarvan treden de onderliggende "Beleidsregels voor het verlenen van standplaatsvergunningen gemeente Cromstrijen" in werking.
In het volgende hoofdstuk worden de beleidsregels behandeld.
Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
de aanvraag voor een standplaatsvergunning;
de algemene plaatselijke verordening van de gemeente Cromstrijen;
aardappelen, groenten, fruit (inlands en exotisch; incl. alle paddestoelsoorten); aardappelen; groenten, fruit; fruit;
brood, koek, banket, chocolade, suikerwerken; brood, koek, suikerwerken; noten, verduurzaamde zuidvruchten, reformartikelen, snoepgoed;
zuivelproducten (melk, boter, kaas, eieren);
verse vis, haring, bewerkt en zuurwaren;
snijbloemen, potplanten, kamerplanten;
zaden, bloembollen, bomen, heesters, perkplanten, moestuinplanten;
boeken, lectuur, posters, wenskaarten;
onderkleding en sokken/panty’s;
collegehet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Cromstrijen;
de met het toezicht op de naleving van de beleidsregels aangewezen persoon;
de (inter)nationale feestdagen en andere feestdagen door het college aangewezen;
een incidentele standplaats wordt seizoen gerelateerd, gedurende een aantal aaneengesloten dagen, met een maximum van een maand, door een vergunninghouder op een aangewezen locatie ingenomen (bijv. oliebollen en dergelijke).
het vanaf een vaste plaats op of aan de weg of op een andere voor het publiek
toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of
afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.
een vaste standplaats wordt wekelijks, gedurende het hele jaar, op één of meer
vastgestelde dagen, door dezelfde standplaatshouder op een vaste locatie ingenomen.
ieder aan wie door het college een vergunning voor het innemen van een standplaats is verleend.
Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze beleidsregels. Hoofdstuk IIStandplaatsen
Artikel 3 Aantal af te geven standplaatsvergunningen
Het maximum aantal te verlenen vaste standplaatsvergunningen bedraagt voor:
Hoofdstuk III Aanvraag vergunningen
Artikel 9 Aanvraag vergunningen
Een vergunning wordt schriftelijk aangevraagd bij het college middels een daartoe bestemd aanvraagformulier.
Hoofdstuk IV Verlening vergunningen
Artikel 14 Overdraagbaarheid vergunning
Bij overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder wordt de vergunning overgeschreven op de overblijvende echtgenoot, samenwonende partner of één van de meewerkende kinderen, als daartoe een strekkende aanvraag binnen acht weken na het overlijden dan wel na de vaststelling van de blijvende arbeidsongeschiktheid bij het college wordt ingediend.
Hoofdstuk V Verplichtingen vergunninghouder
De vergunninghouder dient zich te legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven identiteitsbewijs.
De vergunninghouder dient op verzoek van de marktmeester (een kopie van) zijn vergunning te kunnen tonen.
De vergunninghouder dient voldoende verzekerd te zijn tegen vorderingen tot schadevergoeding, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan de gemeente en aan derden toegebrachte schade.
De prijsaanduiding van de ten verkoop aangeboden goederen moet voor het publiek duidelijk leesbaar zijn.
De vergunninghouder dient gebruik te maken van de van gemeentewege geïnstalleerde vaste aansluitpunten. Hiervoor worden kosten in rekening gebracht.
Artikel 24 Onmiddellijke ontruiming
De vergunninghouder die in strijd handelt met het in deze beleidsregels of de vergunningsvoorschriften bepaalde of zich aan wangedrag of bedrog op de standplaats schuldig maakt, danwel direct of indirect de orde verstoort of in gevaar brengt, kan door de toezichthouder namens het college (mondeling) worden gelast zijn standplaats onmiddellijk te ontruimen.
Artikel 27 Bijzondere gevallen
In bijzondere gevallen kan het college van deze beleidsregels voor het verlenen van standplaatsvergunningen afwijken.
Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels voor het verlenen van standplaatsvergunningen gemeente Cromstrijen”.
De “Nota standplaatsenbeleid” als vastgesteld door ons college bij besluit van 12 mei 1998 en de "Verordening regelende het marktwezen in de gemeente Cromstrijen 2014” als vastgesteld door onze gemeenteraad bij besluit van 11 februari 2014, worden ingetrokken met ingang van de in artikel 29 genoemde datum.