Organisatie | Vianen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Vervangt Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2010
Wmo, Awb
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2011 | 01-12-2011 | 15-05-2014 | Nieuwe regeling | 17-04-2012 Het Kontakt, 02-05-2012 | Onbekend |
01-01-2010 | 01-01-2010 | 01-12-2011 | Nieuwe regeling | 12-01-2010 Het Kontakt, 02-02-2010 | Onbekend |
De raad van de gemeente Vianen;
overwegende dat het wenselijk is om regels te stellen voor voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
gelet op artikel 108, lid 2 van de Gemeentewet, artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Algemene wet bestuursrecht;
besluit vast te stellen de volgende Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
Aanvrager: de persoon die een ondersteuning aanvraagt op grond van deze verordening. Deze persoon is de persoon, bedoeld in artikel 1, lid 1, onder g, onderdeel 4°, 5° en 6° van de Wet maatschappelijke ondersteuning: mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en mensen met een psychosociaal probleem. Onder aanvrager wordt uitdrukkelijk niet verstaan degene die namens de persoon met beperkingen een aanvraag indient;
Eigen bijdrage: een bijdrage, die bij respectievelijk de verstrekking van een voorziening in natura, een persoonsgebonden budget en een financiële vergoeding, betaald moet worden en waarop de regels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012 van toepassing zijn. Het berekenen, vaststellen en innen van de eigen bijdrage gebeurt door het CAK;
ICF: de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) is een classificatie voor het beschrijven van het functioneren van mensen inclusief factoren die op dat functioneren van invloed zijn. De ICF wordt gehanteerd als uniform begrippenkader, als afwegingskader en als grondslag om de behoefte aan voorzieningen in individuele gevallen vast te stellen ofwel te typeren;
het gezamenlijk bruto-inkomen van de aanvrager en zijn echtgenoot, indien de aanvrager een echtgenoot heeft, verminderd met de over het bruto-inkomen verschuldigde belasting, sociale verzekeringspremies en pensioenpremies, met uitzondering van de procentuele premie voor de verplichte ziektekostenverzekering;
Leefeenheid: een eenheid bestaande uit gehuwde personen die al dan niet samen met een of meer ongehuwde minderjarige personen duurzaam een huishouden voeren, dan wel uit een meerderjarige ongehuwde persoon die met een of meer ongehuwde minderjarige personen duurzaam een huishouden voert. Onder gehuwden verzekerden worden ook begrepen de ongehuwd samenwonenden en andere volwassenen die met elkaar en/of met kinderen samenwonen;
Participatieprobleem: een nadelige positie van een persoon als gevolg van een stoornis of beperking, welke de normale rolvervulling van de betrokkene (gezien leeftijd, geslacht en sociaal-culturele achtergrond, omgevingsfactoren, aanwezigheid van mantelzorg) begrenst of verhindert. Kenmerkend voor de handicap/ het participatieprobleem is de tegenstelling tussen prestatie en toestand van de persoon enerzijds en de eigen verwachtingen of die van de sociale omgeving anderzijds. De handicap is het maatschappelijke aspect van een stoornis of beperking en weerspiegelt zodoende de culturele, sociale en economische gevolgen van een stoornis of een beperking voor een persoon. Wat wel en niet een handicap wordt genoemd, staat bloot aan culturele invloeden. De classificatie legt zo een oorzakelijk verband:
stoornis -----> beperking ------> participatieprobleem, waarbij het participatieprobleem dus het uiteindelijke gevolg van de stoornis en de daaropvolgende beperking is;
Persoon met beperkingen:een persoon die aantoonbare chronische psychische of psychosociale problemen heeft of aantoonbare beperkingen ondervindt bij het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het voeren van het huishouden, bij het normale gebruik van de woning; bij het verplaatsen in en om de woning, bij het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel of bij het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden;
Persoonsgebonden budget: een geldbedrag waarmee de aanvrager een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven en waarop de in deze verordening en het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012 te stellen regels van toepassing zijn. Hier valt ook de vergoeding voor een alfa hulp onder: dit is een vergoeding voor een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet op de loonbelasting;
Stoornissen: afwijkingen in of verlies van functies of anatomische eigenschappen. Anatomische eigenschappen betreffen de positie, aanwezigheid, vorm en continuïteit van onderdelen van het menselijk lichaam. Onderdelen van het menselijk lichaam zijn lichaamsdelen, orgaanstelsels, organen en onderdelen van organen. De anatomische eigenschappen worden ondergebracht in acht categorieën, namelijk:
Wmo voorziening: een voorziening die verschaft wordt in het kader van deze verordening is een voorziening die gericht is op de beperkingen en/of belemmeringen die een individu ondervindt bij zijn zelfredzaamheid of zijn normale deelname aan het maatschappelijke verkeer. De voorziening beoogt altijd de beperkingen en/of belemmeringen in aanvaardbare mate te compenseren. De Wmo-voorzieningen zijn op het individu gericht en kunnen onderverdeeld worden in:
Geen Wmo voorziening wordt toegekend:
voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de aanvrager voorafgaand aan het moment van beschikken heeft gemaakt waardoor het college niet meer kan achterhalen of de gemaakte kosten noodzakelijk, adequaat en passend waren om een aantoonbare beperking op het gebied van het wonen of het zich binnen of buiten de woning verplaatsen op te heffen of te verminderen;
indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft al eerder krachtens deze, dan wel krachtens de aan deze verordening voorafgaande Verordening voorzieningen gehandicapten is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij de eerder vergoede of versterkte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen.
Hoofdstuk 2 Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen
Een individuele voorziening kan verstrekt worden in natura, of een vergelijkbaar en toereikbaar persoonsgebonden budget, waaronder de vergoeding voor een alfa hulp, tenzij hiertegen overwegende bezwaren bestaan. Het college bepaalt in welke situaties er sprake is van overwegende bezwaren aan de hand van de in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012 neergelegde criteria.
Artikel 2.2 Voorziening in natura
Indien een voorziening in natura wordt verstrekt dan is de bruikleenovereenkomst, huurovereenkomst of dienstverleningsovereenkomst van gemeente Vianen van toepassing, tenzij anders vermeld.
Artikel 2.3 Financiële tegemoetkoming
Bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming worden de toepasselijke voorwaarden zoals genoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012 in de beschikking opgenomen.
Artikel 2.4 Persoonsgebonden budget
Op het persoonsgebonden budget zoals genoemd in artikel 6 van de wet, zijn de volgende voorwaarden van toepassing:
De omvang van het persoonsgebonden budget is de tegenwaarde van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate te verstrekken voorziening in natura (exclusief inkoopkorting), indien nodig aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten, zoals vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012;
Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden
Artikel 3.1 Vormen van hulp bij het huishouden
De door het college, ter compensatie van beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek bij het voeren van een huishouden, te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 3.2 Primaat algemene hulp bij het huishouden voorziening en recht op individuele hulp bij het huishouden
1. Een aanvrager, en in dit geval daar niet onder verstaand de mantelzorgers en vrijwilligers zoals bedoeld in artikel 1 eerste lid, onder g onderdeel 4 ° van de wet, kan voor de in artikel 3.1 onder a vermelde voorziening in aanmerking komen indien het zelf uitvoeren van een of meer huishoudelijke taken onmogelijk is en de algemene hulp bij het huishouden dit snel en adequaat kan oplossen.
2.Een aanvrager, zoals bedoeld in lid 1, kan voor de in artikel 3.1 onder b, c en d vermelde voorzieningen in aanmerking worden gebracht als:
a. de in het eerste lid genoemde voorziening een onvoldoende oplossing biedt of;
Hulp bij het huishouden als bedoeld in dit hoofdstuk wordt niet toegekend indien:
er sprake is van gebruikelijke zorg: dat wil zeggen als tot de leefeenheid waar de aanvrager deel van uitmaakt één of meer huisgenoten behoren die wel in staat zijn het huishoudelijk werk te verrichten Zie bijlage 3, Wmo richtlijn indicatieadvisering voor hulp bij het Huishouden gemeente Vianen, versie.1.3. 16 november 2011.
Artikel 4.1 Vormen van woonvoorzieningen
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het voeren van een huishouden, te verstrekken woonvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 4.2 Primaat algemene woonvoorzieningen en recht op individuele woonvoorzieningen
Een persoon zonder beperking of probleem kan, indien er een verzoek van het college aan ten grondslag ligt, voor de in artikel 4.1 onder b vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien op deze wijze een aangepaste of geschikte woonruimte vrij komt voor een aanvrager. Dit ter stimulering van het vrijmaken van een woning.
Artikel 4.4 Primaat van de verhuizing en toekenningsgrond uitraasruimte
Een aanvrager kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 4.3 lid 2 onder a en b in aanmerking komen wanneer aantoonbare beperkingen een woonvoorziening noodzakelijk maken en het primaat van de woonvoorziening als bedoeld in het eerste lid niet tot een snelle, adequate en goedkope oplossing leidt. Dat wil zeggen;
Een aanvrager kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 4.3 lid 2 onder d in aanmerking komen wanneer sprake is van een op basis van aantoonbare beperkingen aanwezige gedragsstoornis met ernstig ontremd gedrag tot gevolg waarbij alleen het zich kunnen afzonderen kan leiden tot een situatie waarin deze persoon tot rust kan komen.
Artikel 4.5 Primaat van de losse woonunit
Als uitzondering op het gestelde in het eerste lid vervalt het primaat van de losse woonunit indien de woning in eigendom is van een verhuurder/woningbouw en deze bereid is de aangepaste woning blijvend ter beschikking te stellen van personen die op basis van aantoonbare beperkingen behoefte hebben aan een dergelijke woning.
Artikel 4.7 Aanvang werkzaamheden en inzicht in de woning
Het college verleent slechts een woonvoorziening zoals bedoeld in artikel 4.3, lid 2 onder a en d indien:
Artikel 4.9 Duidelijkheid over financiering van het niet-verstrekte deel van de kosten
Het college verleent slechts een woonvoorziening als bedoeld in artikel 4.1 onder b, c en d indien voorzien is in de financiering van dat deel, dat niet door het toegekende persoonsgebonden budget of toegekende financiële tegemoetkoming gedekt wordt.
Artikel 4.10 Gereedmelding, vaststelling en toekenning van een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening of uitraasruimte
Een woonvoorziening als bedoeld in dit hoofdstuk wordt niet toegekend indien:
indien de ondervonden (ergonomische) belemmeringen (mede) voortvloeien uit de aard van de in of aan de woning gebruikte materialen, of uit de slechte staat van de woning als gevolg van onvoldoende onderhoud, of het gevolg zijn van het feit dat de woning niet voldoet aan de eisen waaraan de woning op grond van de Woningwet en Bouwbesluit moet voldoen;
Artikel 4.12 Onderhoud, keuring en reparatie
Het college kan een bedrag verlenen in verband met de kosten voor onderhoud, keuring en reparatie, waarvoor op grond van deze verordening, de beschikking dan wel de Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten geldelijke steun en Wet Voorzieningen Gehandicapten zijn verleend, mits ten tijde van het onderhoud, de keuring of de reparatie de aanvrager de woonruimte als hoofdverblijf bewoont.
Artikel 4.13 Tijdelijke huisvesting en huurderving
Het college kan aan aanvrager een financiële tegemoetkoming huisvesting of huurderving toekennen indien:
aanvrager kan motiveren dat kosten voor tijdelijk huisvesting redelijkerwijs niet te voorkomen zijn. Met 'redelijkerwijs' wordt mede bedoeld dat van aanvrager kan worden verwacht dat ook alternatieve mogelijkheden worden onderzocht bijvoorbeeld -indien mogelijk- verblijf bij familie, aanbod van een woningbouwvereniging, het enige dagen verblijven in het revalidatiecentrum of verzorgingshuis met een AWBZ-indicatie verblijf tijdelijk, of verblijf in een hotel.
Artikel 4.14 Terugbetaling bij verkoop
De eigenaar-bewoner die krachtens deze verordening een woonvoorziening heeft ontvangen en die binnen een periode van 84 maanden (zeven jaar) na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden om voorafgaand aan de verkoop een taxatie te laten uitvoeren waarbij expliciet de meerwaarde van de woning, indien van toepassing inclusief de extra grond, als gevolg van het treffen van de voorzienig dient te worden vermeld.
Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel
Artikel 5.1 Vormen van vervoersvoorzieningen
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het zich lokaal verplaatsen te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 5.2 Primaat van een algemene vervoersvoorziening en recht op individuele vervoersvoorzieningen
Bij de algemene vervoersvoorziening zoals bedoeld in artikel 5.1 onder a, en bij de financiële tegemoetkoming te besteden aan een vervoersvoorziening zoals bedoeld in artikel 5.1. onder d, acht het college aanvrager (deels) zelfredzaam in de kosten van vervoer in de directe leefomgeving. De gemeenteraad legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012 vast bij welke vervoersvoorziening dit geldt en in welk deel van de voorziening aanvrager geacht wordt zelf te voorzien.
Hoofdstuk 6 Verplaatsen in en om de woning
Artikel 6.1 Vormen van rolstoelvoorzieningen
De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het verplaatsen in en om de woning dan wel voor sportbeoefening, te verstrekken voorziening kan bestaan uit:
Artikel 6.2 Primaat algemene rolstoelvoorziening bij incidenteel rolstoelgebruik en recht op individuele rolstoelvoorzieningen en sportvoorziening
Een aanvrager kan voor de in artikel 6.1 onder a vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen incidenteel zittend verplaatsen in en rond de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden.
Een aanvrager kan voor de in artikel 6.1 onder b en c vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen incidenteel zittend verplaatsen in en rond de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden en waarbij:
Artikel 6.2a Algemene rolstoelvoorziening bij incidenteel rolstoelgebruik als voorliggende voorziening
Hoofdstuk 7 Het verkrijgen van voorzieningen en het motiveren van besluiten
Artikel 7.2 Relatie met de AWBZ
De aanvraag dient te worden ingediend bij het Wmo-loket van de gemeente Vianen. Bij het CIZ in Nijmegen kan een enkelvoudige aanvraag voor hulp bij het huishouden inzake de wet, alsook aanvragen inzake de AWBZ, worden ingediend.
Artikel 7.3 Inlichtingen, onderzoek, advies
Door nalatigheid van de aanvrager, bijvoorbeeld het niet verschijnen op spreekuur of het op voorhand in kunnen schatten van een afwijzing (na advies of doorlopen van geprotocolleerde aanvraag module), kan de gemeente de door de (medisch) adviseur in rekening gebrachte kosten verhalen op de aanvrager.
Artikel 7.4 Samenhangende afstemming
De gemeenteraad legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012 regels vast over de wijze waarop de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend wordt afgestemd op de situatie van de aanvrager.
Artikel 7.5 Wijzigingen in de situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Artikel 7.6 Intrekking van een voorziening
Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden, en bij hulp bij het huishouden binnen zes weken, na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Het college past periodiek het volgende toe:
de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012 geldende bedragen verhogen of verlagen conform de werkelijke prijsontwikkelingen en de prijsindexen waarnaar verwezen is in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt jaarlijks geëvalueerd, of eerder indien nieuwe wet- en regelgeving daartoe verplicht. Daarbij wordt op grond van artikel 9 van de wet een planverplichting vastgelegd:
Horizontale planverplichting: de uitkomsten van onderzoek naar de tevredenheid van vragers van maatschappelijke ondersteuning over de uitvoering van de wet, die verkregen zijn volgens een methode die na overleg met representatieve organisaties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning tot stand is gekomen;
Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt deze verordening aangepast. Het college zendt gedurende de eerste vierjarige beleidsperiode hiertoe telkens na een jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de raad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Artikel 8.4 Nadere regelgeving
Voor zover in deze verordening niet elders is geregeld, stelt de gemeenteraad met betrekking tot normbedragen, soorten voorzieningen en voorwaarden voor verstrekkingen nadere regels vast. Deze zijn neergelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012.
Artikel 8.5 Mandaat aan Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ)
Het college kan de uitvoering van onderdelen van deze verordening mandateren aan het CIZ.
BIJLAGE 1 Omschrijving van de kosten welke worden gerekend tot de kosten van een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening
Ingevolge artikel 4.3 kan de door het college te verstrekken woonvoorziening onder meer bestaan uit een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening.
Tot de kosten voortvloeiend uit deze woonvoorziening worden uitsluitend gerekend:
het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in SR 1988 van de BNA. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woonvoorziening moet worden ingeschakeld worden deze kosten subsidiabel geacht. Het betreft dan veelal de ingrijpender woonvoorzieningen;
Ad 1 en 2: Indien de voorziening in zelfwerkzaamheid wordt getroffen, dan vervalt de post loonkosten en worden alleen de materiaalkosten als subsidiabel aangemerkt.
BIJLAGE 2 Behorende bij de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Vianen 2012
Aantal m2 waarvoor een vergoeding kan worden gegeven ingevolge 'het verwerven van grond'
Ingevolge de Wmo is het mogelijk om een tegemoetkoming te krijgen voor het verwerven van extra grond ten behoeve van een aanbouw of uitbreiding van een bepaald vertrek indien dit op grond van ergonomische beperkingen noodzakelijk zou zijn. Het aantal m² wat voor een tegemoetkoming in aanmerking komt is per vertrek (zie onderstaande tabel) gemaximaliseerd.
Aantal m2 waarvoor ten hoogste een tegemoetkoming kan worden verleend, aangegeven per vertrek in een zelfstandige woning
Het aantal m² verhard pad tussen de openbare weg en de hoofdingang tot een woonruimte, dan wel tussen een tweede ingang en een berging en/of tuinpoort dat bij het nieuw aanleggen van paden, dan wel bij het aanpassen van bestaande paden ten hoogste voor tegemoetkoming in aanmerking komt bedraagt 20 m2.
BIJLAGE 3 WMO richtlijn indicatieadvisering voor hulp bij het huishouden gemeente Vianen versie 1.3 16 november 2011
Toelichting op de voorgestelde aanpassingen in de verordening en bijbehorend besluit.
Toelichting op de overwegingen tot nader onderzoek naar de voorgestelde maatregelen.
Bij besluit van 22 november 2011 is in het college vastgesteld:
de herziene 'Beleidsregel uitvoering Hulp bij het Huishouden versie 2’ met bijbehorende 'Wmo richtlijn indicatieadvisering voor Hulp bij het Huishouden gemeente Vianen versie 1.3, 16 november 2011'. Deze beleidsregel en richtlijn zijn opgenomen in de Verordening en het Besluit.
B. Collectieve en individuele vervoersvoorzieningen.
Bij besluit van 20 december 2011 in het college zijn de wijzigingen vastgesteld betreffende het collectieve vervoer Regiotaxi Utrecht. De wijzigingen betreffen het aantal maximale kilometers voor het individuele vervoer. Daaraan gekoppeld het aantal zones en bijpassend budget. Tevens wordt er met ingang van 1 april 2012 een eigen bijdrage geheven van € 0,60 per zone voor nieuwe en bestaande cliënten. Hierbij is een gewenning- overgangsperiode voor bestaande cliënten opgenomen. Genoemde wijzigingen zijn opgenomen in de Verordening en het Besluit.
B.1.5. Schrappen individuele voorziening bij incidenteel gebruik en geldt evenzo voor
B 1.10. Levering rolstoel kort gebruik (geen rolstoelvoorziening in de zin van de Wmo).
Daarbij gold op basis van de (AWBZ-)jurisprudentie wel dat die voorzieningen alleen een redelijke oplossing zijn als de voorziening ook daadwerkelijk beschikbaar is. Het is daarom altijd noodzakelijk om te onderzoeken of de voorziening wel aanwezig is2. We hebben het hier over kortdurend gebruik van rolstoelen
B.1.6. Afschrijving voorzieningen.
B.1.7. Onoordeelkundig gebruik kosten in rekening bij gebruiker.
Het begrip onoordeelkundig gebruik heeft betrekking op het afgeven van een bruikleenovereenkomst van de gemeente Vianen bij het in ontvangst nemen van het hulpmiddel. Als voorbeeld een scootmobiel of rolstoel. Daarin kan men de burger verantwoordelijk stellen voor wat het college verstaat onder goed gebruik. (Relatie met het Burgerlijk Wetboek, boek 7a, op het gebied van bijzondere overeenkomsten) De gecontracteerde leverancier (De Hartingbank) kan bij levering en acceptatie van het hulpmiddel door de burger, hem/haar laten tekenen voor de Bruikleenovereenkomst welke behoort bij het genomen besluit tot toekenning van de voorziening. Het is een serviceverlening van de leverancier aan de gemeente en past in de raamovereenkomst. De huidige werkwijze betreft ook hulpmiddelen/voorzieningen in bruikleen doch vanuit een andere systematiek (bij beschikking opgelegde voorwaarden).
B.1.8. Aanpassing hoogte Pgb aan actueel prijspeil voorzieningen.
De afspraak en uitvoeringsregel is (zie Besluit , hoofdstuk 1 Regels voor het Persoonsgebonden budget, onder artikel 1.3. omvang 1.a.) dat als er een voor de aanvrager van de voorziening een geschikte voorziening in het depot van de gemeente Vianen aanwezig is, de helft van het huidige Pgb bedrag wordt uitgekeerd voor de duur van 3,5 jaar. Indien geen geschikte voorziening in het depot aanwezig is, dan ontvangt de aanvrager het volledige Pgb bedrag voor de duur van 7 jaar gericht en aangepast op de actuele kostprijs voor een voorziening.
B.1.9. Definitie rolstoel voorziening (afgestemd op de Wmo en niet meer op de Wvg).
Onder de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) waren rolstoelen in de wet zelf als aparte categorie voorzieningen opgenomen. In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is dat niet het geval. Aangezien met de Wmo niet wordt beoogd het beleidsterrein ten opzichte van de voorafgaande Wvg te verbreden of te versmallen, wordt de rolstoel gehandhaafd als de enige voorziening waarmee beperkingen bij het verplaatsen in en rond de woning in het kader van de wet gecompenseerd kunnen worden.
Primair doel van de rolstoel is het zittend verplaatsen, omdat lopend verplaatsen, ook op grond van andere te verstrekken voorzieningen als looprekken, rollators, wandelstokken en krukken niet of onvoldoende mogelijk is. Onder het begrip “rolstoel” wordt hier begrepen een rolstoel zoals iedereen die kent. Deze rolstoel kan zowel handbewogen als elektrisch aangedreven zijn. Een rolstoel kan zowel worden gebruikt als een verplaatsingsmiddel voor binnen als voor buiten.
A.1.3. Verantwoording PGB 100% is opgenomen in de beleidsregel Hulp bij het huishouden.
Doorvoeren verantwoording PGB 100% bij overige voorzieningen.
A.1.4. Haalbaarheidsonderzoek invoering alfa cheque.
B.2.2. De onderhouds-en reparatiekosten van hulpmiddelen die middels een Pgb worden verstrekt worden afgekocht met een eenmalige verhoging van het Pgb.
C.1.5.Bij eigen woning deel aanpassingskosten in hypotheekruimte.
C.1.7. Beperking tegemoetkoming in de verhuiskosten.
C.3.1. eigen bijdrage verschuldigd voor alle losse (niet bouwkundige) woonvoorzieningen.
1 Er bestaat geen geen aanspraak op maatschappelijke ondersteuning voor zover met betrekking tot de problematiek die in het gegeven geval aanleiding geeft voor de noodzaak tot ondersteuning, een voorziening op grond van een andere wettelijke bepaling bestaat.
2 Rechtbank 's-Hertogenbosch 11-08-2005, nr. 04/2917 AWBZ en Rechtbank Roermond 31-01-2005, nr. 04/632 AWBZ