Organisatie | Almere |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2016 |
Citeertitel | Verordening hondenbelasting 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 226
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2015 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 17-12-2015 Gemeenteblad Almere, nr. 181, 22-12-2015 | RV-58/2015 |
Ten aanzien van de belastingplichtige, aan wie over het vorige belastingjaar een aanslag werd opgelegd, wordt de belasting geheven naar hetzelfde aantal honden als waarnaar de aanslag over het vorige belastingjaar werd opgelegd, tenzij de belastingplichtige aantoont dat bedoeld aantal honden waarvoor hij belastingplichtig is wijziging heeft ondergaan, of blijkt dat zijn belastingplicht voor de aanvang van het belastingjaar is geëindigd.
In afwijking van artikel 237 Gemeentewet, kan voor de hondenbelasting ook digitaal aangifte worden gedaan door middel van het invullen van het digitale aangiftebiljet dat met toestemming van de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar, te benaderen is op de internetsite van de gemeente Almere .
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
In afwijking van het eerste lid geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke heffingen meer is dan € 85,- doch minder dan € 5000,- en zolang het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen door middel van een aan de gemeente verleende machtiging voor automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 8 gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.