Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vianen

Verordening burgerinitiatief gemeente Vianen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVianen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening burgerinitiatief gemeente Vianen
CiteertitelVerordening burgerinitiatief gemeente Vianen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 148

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-02-200301-01-2021Nieuwe regeling

20-02-2003

Het Kontakt, 18-11-2003

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening burgerinitiatief gemeente Vianen

De raad van de gemeente Vianen;

overwegende, dat als gevolg van het inwerking treden van het dualisme het in het kader van de burgerparticipatie gewenst is om te komen tot het vaststellen van een verordening burgerinitiatief;

gelet op artikel 148 van de Gemeentewet;

kennisgenomen hebbende van het advies van de werkgroep dualisme;

gehoord de commissie Algemene Bestuurlijke Zaken en Middelen;

op voorstel van de voorzitter van de gemeenteraad;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende verordening:

Verordening burgerinitiatief gemeente Vianen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de raadsvergadering van de raad te plaatsen.

Artikel 2
  • 1.

    De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2.

    Ongeldig is een verzoek dat niet door ten minste 50 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund.

Artikel 3
  • 1.

    Initiatiefgerechtigden zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

  • 2.

    Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4

Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b.

    een vraag over het gemeentelijke beleid;

  • c.

    een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

  • d.

    een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

  • e.

    een onderwerp waarover korter dan twee jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad een besluit is genomen.

Artikel 5
  • 1.

    Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de burgemeester.

  • 2.

    Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger;

    • d.

      een lijst met voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

  • 3.

    Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het als bijlage II van deze verordening opgenomen model.

Artikel 6
  • 1.

    De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het verzoek wordt beslist.

  • 2.

    Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 4, onder a, kan de raad het voorstel doorzenden aan burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad.

  • 4.

    De burgemeester nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling toe te lichten. Na behandeling van het voorstel door de raad in eerste termijn krijgt de verzoeker of zijn plaatsvervanger de gelegenheid om hierop te reageren.

  • 5.

    Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in de gemeentelijke rubriek in “Het Kontakt”, de Kabelkrant en de gemeentelijke website.

  • 6.

    Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan verzoeker of zijn plaatsvervanger.

Artikel 7

De burgemeester doet in het burgerjaarverslag verslag over de werking van het burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening burgerinitiatief gemeente Vianen” en treedt in werking op de dag van haar vaststelling door de raad.

Aldus vastgesteld door de raad voornoemd in zijn openbare vergadering van 20 februari 2003

de griffier

C.J.Steehouwer

de voorzitter

mw. drs. D.A.M.Koreman