Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Edam-Volendam

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEdam-Volendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2016
CiteertitelVerordening hondenbelasting 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 226

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201601-01-2017Nieuwe regeling

15-12-2015

Gemeenteblad

105-2015, no. 5F

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2016

De raad van de gemeente Edam-Volendam;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2015;

 

gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2016

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2.

    Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3.

    Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:

  • a.

    die verblijven bij een opleider om te worden opgeleid tot blindengeleidehond of gehandicaptenhond

  • b.

    die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden;

  • c.

    die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden;

  • d.

    waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma van de Koninklijke Nederlandse Politievereniging;

  • e.

    die jonger zijn dan acht weken, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt per belastingjaar:

  • a.

    voor de eerste hond € 75,30

  • b.

    voor twee honden van dezelfde houder € 150,60

  • c.

    voor drie honden van dezelfde houder € 225,90

  • d.

    voor vier honden of meer van dezelfde houder € 301,20

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7a Gecontinueerde belastingplicht

Ten aanzien van de belastingplichtige, aan wie over het vorige belastingjaar een aanslag werd opgelegd, wordt de belasting in beginsel geheven naar hetzelfde aantal honden als waarnaar de aanslag over het vorige belastingjaar werd opgelegd, tenzij blijkt dat het aantal honden waarvoor hij belastingplichtig is, wijziging heeft ondergaan of zijn belastingplicht vóór de aanvang van het belastingjaar is geëindigd.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.1

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan,

    groter of gelijk is aan € 50,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van

    automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening

    van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2.2

    In afwijking van lid 1 en lid 2.1 geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan,

    kleiner is dan € 50,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in

    drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgende op

    de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende

    termijnen telkens twee maanden later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde

    termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de hondenbelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening hondenbelasting 2013" van 18 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening hondenbelasting 2016".

Aldus besloten door de raad van de

gemeente Edam-Volendam in zijn openbare

vergadering gehouden op 15 december 2015 ,

de griffier, de voorzitter,