nr.
De raad van de gemeente Oosterhout:
gezien het voorstel van het college van 17 november 2015;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b, van de
gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de:
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN MARKT- EN
RECLAMEGELDEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a)
standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is
aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel, bestaande uit één
of meerdere op grond van artikel 3 van de Marktverordening te
bepalen eenheden;
- b)
vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde
tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;
- c)
dagplaats: de standplaats die per marktdag ter
beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet
als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;
- d)
standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter
beschikking wordt gesteld om te standwerken;
- e)
seizoensplaats: de standplaats waarop tijdens een
gedeelte van het jaar seizoensgebonden producten worden
verkocht;
- f)
vergunninghouder: degene aan wie door het college van
burgemeester en wethouders vergunning is verleend voor het innemen
van een standplaats.
Artikel 2 Aard van de rechten/belastbaar feit
- 1.
Onder de naam van ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het gebruik
maken van een standplaats op de markt;
- 2.
Onder de naam ‘reclamegeld’ wordt een recht geheven voor het gebruik
maken van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten ten
behoeve van reclame- en promotieactiviteiten.
Artikel 3 Belastingplicht
- 1.
Het marktgeld wordt geheven van degene aan wie een standplaats als
bedoeld in artikel 2, eerste lid, ter beschikking is gesteld .
- 2.
Het reclamegeld wordt geheven van de vergunninghouder aan wie een
standplaats ter beschikking is gesteld als bedoeld in artikel 2, tweede
lid.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
- 1.
De grondslag, waarnaar het marktgeld wordt geheven, is het aantal
vierkante meters dat is opgenomen in de verleende vergunning voor het
innemen van de standplaats dan wel wanneer geen vergunning is verleend
het aantal vierkante meters dat met de standplaats wordt ingenomen.
- 2.
De grondslag, waarnaar het reclamegeld wordt geheven, is de aanwezigheid
van een vergunning voor het ter beschikking krijgen van een standplaats
op de woensdagse en zaterdagse weekmarkt op grond van de
Marktverordening Oosterhout.
Artikel 5 Belastingtijdvak
- 1.
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar. Indien de betaling
als bedoeld in artikel 6 per kwartaal geschiedt is het belastingtijdvak
gelijk aan het kwartaal.
- 2.
Indien gedurende een kortere periode dan een kalenderjaar een
standplaats als bedoeld in artikel 1 wordt toegewezen, is het
belastingtijdvak gelijk aan deze kortere periode van toewijzing
Artikel 6 Wijze van betaling en belastingtarief
- 1.
1.Het marktgeld bedraagt voor het op kramen, tenten, tafels, in wagens
of anderszins uitstallen of ter verkoop voorhanden hebben van waren,
goederen en andere voorwerpen van handel op de marktterreinen binnen de
gemeente Oosterhout per dag of een gedeelte van een dag:
- a.
per m² ingenomen ruimte volgens de verleende vergunning: € 0,75
voor de zaterdagse weekmarkt;
- b.
per m² ingenomen ruimte volgens de verleende vergunning: € 0,70
voor de woensdagmiddagmarkt.
Bij de berekening van het marktgeld wordt een gedeelte van een m² voor
een gehele m² gerekend.
- 2.
Het reclamegeld bedraagt een vast bedrag van € 120,00 per jaar. Indien
de vergunninghouder vooraf schriftelijk heeft aangegeven het
verschuldigde reclamegeld per kwartaal te willen betalen bedraagt het
reclamegeld € 30,00 per kwartaal.
Reclamegeld voor dagplaatshouders en standwerkers bedraagt € 2,50 per
marktdag en wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijk
kennisgeving waarop het gevorderde bedrag en een kwitantienummer is
vermeld.
- 3.
Aan vergunninghouders, die vooraf schriftelijk aangeven het
verschuldigde marktgeld per kwartaal te willen betalen, wordt per
kwartaal twaalf maal het tarief, als verschuldigd op grond van het
eerste lid van dit artikel, in rekening gebracht. Aan vergunninghouders,
die vooraf schriftelijk aangeven het verschuldigde marktgeld per jaar te
willen betalen, wordt per jaar 45 maal het tarief, als verschuldigd op
grond van het eerste lid van dit artikel, in rekening gebracht.
- 4.
Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.
Artikel 7 Wijze van heffing
- 1.
De in artikel 6 bedoelde marktgelden en reclamegelden worden geheven bij
wege van aanslag, voor zover deze rechten per kwartaal of per jaar in
rekening worden gebracht.
- 2.
Het marktgeld en reclamegeld voor een dagplaats, een seizoensplaats en
een standwerkerplaats wordt geheven door middel van een gedagtekende
schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag en een
kwitantienummer is vermeld.
Artikel 8 Tijdstip van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet
1990 moeten de in artikel 7, eerste lid, bedoelde aanslagen
worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de
maand, volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet
is vermeld.
- 2.
Het in artikel 7, tweede lid, bedoelde marktgeld en reclamegeld moet
worden betaald op het moment dat de schriftelijke kennisgeving wordt
uitgereikt.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en
einde belastingplicht in de loop van het tijdvak
- 1.
Met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid zijn de bij wege van
schriftelijke kennisgeving geheven rechten verschuldigd bij de aanvang
van het in artikel 2 bedoelde gebruik.
- 2.
De bij wege van aanslag geheven rechten zijn verschuldigd bij de aanvang
van het kwartaal of jaar of, zo dit later is, bij de aanvang van het in
artikel 2 bedoelde gebruik.
- 3.
Bij de aanvang van de belastingplicht in de loop van het kwartaal is het
recht verschuldigd over zoveel derde gedeelten van het voor dat kwartaal
verschuldigde recht als er in dat kwartaal, na het tijdstip van de
aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden
overblijven.
- 4.
Bij de aanvang van de belastingplicht in de loop van het jaar is het
recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar
verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang
van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
- 5.
Indien de belastingplicht in de loop van het kwartaal eindigt, in
verband met het overlijden van de belastingplichtige of door
schriftelijke opzegging door belastingplichtige dan wel door intrekken
van een vergunning door het college, wordt ontheffing verleend over
zoveel derde gedeelten van het voor dat kwartaal verschuldigde recht als
er in dat kwartaal, na het tijdstip van de beëindiging van de
belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
- 6.
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar eindigt, in verband
met het overlijden van de belastingplichtige of door schriftelijke
opzegging door belastingplichtige dan wel door intrekken van een
vergunning door het college, wordt ontheffing verleend over zoveel
twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in
dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog
volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de
invordering van het markt- en reclamegeld.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van marktgeld en reclamegeld wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 12 Overgangsrecht en inwerkingtreding
- 1.
De ‘Verordening marktgeld Oosterhout 2015’, vastgesteld bij raadsbesluit
van 16 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde
lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij
van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum
hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die
van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening marktgeld Oosterhout
2016’.