Organisatie | Giessenlanden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsprogramma bij Subsidieverordening Giessenlanden 2011 |
Citeertitel | Uitvoeringsprogramma bij Subsidieverordening Giessenlanden 2011 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | meerdere onderwerpen |
Geconsolideerde versie.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2015 | 01-07-2015 | 31-12-2020 | Wijziging paragraaf 6.3.3 Subsidiëring peuterspeelzalen | 01-09-2015 GVOP dd 4 februari 2016 | Wijz: zaak nr 15-17524 |
13-10-2011 | 01-09-2015 | Wijziging paragraaf 6.3.3 Subsidiëring peuterspeelzalen | 16-08-2011 Het Kontakt dd 13 oktober 2011 | 10-7437 en 13-12834; Wijz: 10-7104-1036 | |
01-05-2011 | 13-10-2011 | Nieuwe beleidsregels; vervangt diverse oude beleidsregels vastgesteld op 14-1-2008 | 22-03-2011 Het Kontakt dd 28 april 2011, als bijlage bij de subsidieverordening 2011 | 10-7437 en 13-12834 |
Hoofdstuk 1 Opzet uitvoeringsprogramma’s
Paragraaf 1.1 Indeling in clusters
Het subsidieveld is ingedeeld in clusters. Per cluster worden doelstellingen geformuleerd die tot stand worden gebracht door subsidieontvangende organisaties en verenigingen. De uitvoering van deze doelstellingen wordt vertaald in beleidsregels. De gemeenteraad stelt jaarlijks per cluster het subsidieplafond vast. In de uitvoeringsprogramma’s wordt het subsidieplafond per cluster genoemd.
Paragraaf 2.1 Doel subsidiëren
In het kader van leefbaarheid en sociale samenhang is sport een belangrijk onderdeel van het Wmo-beleid. Het werkt bindend, heeft een sociale- en een gezondheidsfunctie. Het versterkt de sociale netwerken in de kernen. In het Wmo-beleidsplan komen deze activiteiten terug onder prestatieveld 1: het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid.
Hoewel de kwaliteit van de geleverde prestatie mede van belang is voor de instandhouding van de vereniging (mede vanwege de stimulerende werking die daarvan uitgaat), spelen prestaties c.q. het niveau waarop gespeeld wordt, geen rol bij de subsidiering. De subsidiering is gericht op activiteiten zelf en op de continuering daarvan (middels subsidie voor de sportvoorziening).
Paragraaf 2.2 Wat valt onder dit cluster
In dit cluster zijn ondergebracht de activiteiten die gericht zijn op het bedrijven van sport (in competitieverband) en/of sportieve recreatie binnen gemeente Giessenlanden.
Onder sport wordt hier verstaan: de georganiseerde sportbeoefening die wordt beoefend onder auspiciën van een landelijke, provinciale of regionale koepelorganisatie die is aangesloten bij NOC*NSF. Bij NOC*NSF zijn alle bonden en koepels aangesloten. Regionale bonden zijn aangesloten via landelijke bonden.
Paragraaf 2.3.1 Beleidsregel subsidiering zaalsportverenigingen
Paragraaf 2.3.2 Beleidsregel subsidiering voetbalverenigingen
Paragraaf 3.1 Doel subsidiëren
Wij erkennen het belang van activiteiten op het vlak van kunstzinnige vorming, amateurkunst en volkscultuur vanwege de positieve bijdrage aan het welzijn van de mensen in het algemeen: bevorderen van ontplooiing en creativiteit van degenen die actief meedoen, opluistering van gemeentelijke evenementen, de sociale contacten van de deelnemers etc. De meeste activiteiten vinden in verenigingsverband plaats en komen terug in het Wmo-beleidsplan bij prestatieveld 1: het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid.
Paragraaf 3.3.1 Beleidsregel Subsidiering tot Instandhouding van Molens in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden
Paragraaf 3.3.2 Beleidsregel subsidiering muziekonderwijs
Paragraaf 3.3.3 Beleidsregel subsidiering muziekverenigingen
Paragraaf 3.3.4 Beleidsregel subsidiering Theaterbezoek scholen
Hoofdstuk 4 Cluster 3 Preventieve zorg
Paragraaf 4.3.1 Beleidsregel subsidiering Geestelijke gezondheidszorg
Paragraaf 4.3.2 Beleidsregel subsidiering Jeugdgezondheidszorg
Paragraaf 4.3.3 Beleidsregel subsidiering Maatschappelijk werk
Paragraaf 4.3.4 Beleidsregel subsidiering Schoolmaatschappelijk werk
Paragraaf 4.3.5 Beleidsregel subsidiering Mantelzorg
Hoofdstuk 5 Cluster 4 Leefbaarheid en sociale samenhang
Paragraaf 5.3.1 Beleidsregel subsidiering Lokaal jeugdbeleid
Paragraaf 5.3.2 Beleidsregel subsidiering jeugd- en speeltuinwerk
Paragraaf 5.3.3 Beleidsregel subsidiering Vluchtelingen werk Zuidvleugel
Paragraaf 5.3.4 Beleidsregel subsidiering adviesorganen
Paragraaf 5.3.5 Beleidsregel subsidiering welzijnsstructuur ouderen en mensen met een beperking
Paragraaf 5.3.6 Beleidsregel subsidie antidiscriminatie
Paragraaf 5.3.7 Beleidsregel waarderingssubsidie
Paragraaf 5.3.8 Beleidsregel projectsubsidies
Hoofdstuk 6 Cluster 5 Onderwijs en voor- en vroegschoolse voorzieningen
Paragraaf 6.1 Doel subsidiëren
In dit cluster zijn voorschoolse voorzieningen opgenomen die gericht zijn op ontwikkelingen van kinderen van 0 tot 4 jaar. Het subsidiëren van deze voorschoolse voorzieningen wordt van belang geacht om de doorgaande lijn tussen het peuterspeelzaalwerk en het basisonderwijs te bevorderen.
Daarnaast vallen binnen dit cluster ook de onderwijsondersteunende activiteiten voor het basisonderwijs. Deze activiteiten zijn belangrijk om het basisonderwijs optimaal te laten functioneren en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.
Paragraaf 6.3.1 Beleidsregel subsidiering Bibliotheken
Paragraaf 6.3.2 Beleidregel subsidiering godsdienstonderwijs
Paragraaf 6.3.3 Beleidsregel subsidiering Peuterspeelzalen
het bieden van een gelegenheid voor kinderen vanaf 2 jaar tot 4 jaar, om te spelen, ontmoeten, ontwikkelen en signaleren met een maximale verblijfsduur van 3 uur per dagdeel, gedurende 2 dagdelen per week. het bieden van een gelegenheid voor doelgroepkinderen om te spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen met een maximale verblijfsduur van 3 uur per dagdeel, gedurende 4 dagdelen per week. het in stand houden van 6 peuterspeelzalen in Giessenlanden, t.w. 1 peuterspeelzaal in elke kern. het voorzien in een tegemoetkoming in de kosten van de ouderbijdrage voor kinderen van alleenverdieners of niet-werkende ouders. | |
een vast bedrag per jaar, waarbij de in de begroting opgenomen budgetten uitgangspunt zijn. | |
het in de begroting opgenomen bedrag voor dit doel geldt als subsidieplafond. De subsidie wordt slechts verleend aan 1 instelling. | |
jaarlijks moet bij het verantwoordingsverslag een jaarrekening met balans en toelichting worden ingediend. Daarnaast dient een accountantsverklaring te worden overlegd. | |
voor de beleidsregels wordt verwezen naar ‘Nota en beleidsregels handhaving Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 2015’, die te downloaden is via overheid.nl. |
Bijlage Aan te passen beleidsregels
In bijlage 6 staan een aantal beleidsregels die aangepast en ingetrokken dienen te worden en een aantal nieuwe beleidsregels die vastgesteld dienen te worden. De aanpassingen komen voort uit de interne vereenvoudigingslag en geen gevolgen voor de inhoud en/of uitvoering. Het gaat om de volgende beleidsregels: