Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Giessenlanden

Uitvoeringsprogramma bij Subsidieverordening Giessenlanden 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Giessenlanden
Officiële naam regelingUitvoeringsprogramma bij Subsidieverordening Giessenlanden 2011
CiteertitelUitvoeringsprogramma bij Subsidieverordening Giessenlanden 2011
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpmeerdere onderwerpen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Verbeterde versie van uitvoeringsprogramma en beleidsregels per 13 augustus 2013

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene Subsidieverordeninig Giessenlanden 2011
  2. Algemene beleidskaders bij Subsidieverordening 2011

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-10-201101-09-2015Wijziging paragraaf 6.3.3 Subsidiëring peuterspeelzalen

16-08-2011

Het Kontakt dd 13 oktober 2011

10-7437 en 13-12834; Wijz: 10-7104-1036
01-05-201113-10-2011Nieuwe beleidsregels; vervangt diverse oude beleidsregels vastgesteld op 14-1-2008

22-03-2011

Het Kontakt dd 28 april 2011, als bijlage bij de subsidieverordening 2011

10-7437 en 13-12834

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsprogramma bij Subsidieverordening Giessenlanden 2011

Hoofdstuk 1 Opzet uitvoeringsprogramma’s

Paragraaf 1.1 Indeling in clusters

Het subsidieveld is ingedeeld in clusters. Per cluster worden doelstellingen geformuleerd die tot stand worden gebracht door subsidieontvangende organisaties en verenigingen. De uitvoering van deze doelstellingen wordt vertaald in beleidsregels. De gemeenteraad stelt jaarlijks per cluster het subsidieplafond vast. In de uitvoeringsprogramma’s wordt het subsidieplafond per cluster genoemd.

ClusterBeleidsregels
SportZaalsportverenigingen Voetbalverenigingen Zwembaden
CultuurMolenstichting Muziekonderwijs Muziekverenigingen Theaterbezoek scholen
Preventieve zorgGeestelijke gezondheidszorg Jeugdgezondheidszorg Maatschappelijk werk Schoolmaatschappelijk werk Mantelzorg
Leefbaarheid en sociale samenhangLokaal jeugdbeleid Jeugd- en speeltuinwerk Vluchtelingenwerk Adviesorganen Welzijnsstructuur Antidiscriminatie Waarderingssubsidie Projectsubsidie
Onderwijs en voor- en vroegschoolse voorzieningenBibliotheken Godsdienstonderwijs Peuterspeelzalen

Hoofdstuk 2 Cluster 1 Sport

Paragraaf 2.1 Doel subsidiëren

In het kader van leefbaarheid en sociale samenhang is sport een belangrijk onderdeel van het Wmo-beleid. Het werkt bindend, heeft een sociale- en een gezondheidsfunctie. Het versterkt de sociale netwerken in de kernen. In het Wmo-beleidsplan komen deze activiteiten terug onder prestatieveld 1: het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid.

Hoewel de kwaliteit van de geleverde prestatie mede van belang is voor de instandhouding van de vereniging (mede vanwege de stimulerende werking die daarvan uitgaat), spelen prestaties c.q. het niveau waarop gespeeld wordt, geen rol bij de subsidiering. De subsidiering is gericht op activiteiten zelf en op de continuering daarvan (middels subsidie voor de sportvoorziening).

Paragraaf 2.2 Wat valt onder dit cluster

In dit cluster zijn ondergebracht de activiteiten die gericht zijn op het bedrijven van sport (in competitieverband) en/of sportieve recreatie binnen gemeente Giessenlanden.

Onder sport wordt hier verstaan: de georganiseerde sportbeoefening die wordt beoefend onder auspiciën van een landelijke, provinciale of regionale koepelorganisatie die is aangesloten bij NOC*NSF. Bij NOC*NSF zijn alle bonden en koepels aangesloten. Regionale bonden zijn aangesloten via landelijke bonden.

Paragraaf 2.3 Beleidsregels subsidiering cluster sport

De volgende beleidsregels vallen onder het cluster sport.

Paragraaf 2.3.1 Beleidsregel subsidiering zaalsportverenigingen

BELEIDSTERREIN:

ondersteuning zaalsportverenigingen.

   

DOELSTELLING:

het bevorderen van actieve sportbeoefening in de eigen gemeente. In dit geval betreffende zaalsporten.

   

VERDEELREGELS:

1.een bedrag per lid;

 

2.50% van de huur van de accommodatie.

   

SUBSIDIEPLAFOND :

de gemeente subsidieert maximaal de reeds gesubsidieerde instellingen. Het in de begroting opgenomen bedrag voor dit doel geldt als subsidieplafond

Paragraaf 2.3.2 Beleidsregel subsidiering voetbalverenigingen

BELEIDSTERREIN:

ondersteuning voetbalverenigingen.

   

DOELSTELLING:

het bevorderen van actieve sportbeoefening in de eigen gemeente, in dit geval voetbal, met name voor jongeren.

   

VERDEELREGELS:

1.een bedrag per lid tot en met 17 jaar;

 

2.50% van de verschuldigde zaalhuur;

 

3.een bedrag per accommodatie;

 

4.een bedrag per normatief speelveld.

   

SUBSIDIEPLAFOND:

de gemeente subsidieert maximaal de vijf reeds gesubsidieerde voetbalverenigingen. De hierboven als vierde genoemde verdeelregel geldt voor een maximum van 13 voetbalvelden. Het in de begroting opgenomen bedrag voor dit doel geldt als subsidieplafond.

   

NADERE EISEN:

met betrekking tot de verdeelregels, punt 3. en 4., worden nadere eisen gesteld in 4-jaarlijkse huurovereenkomst

Paragraaf 2.3.3 Beleidsregel subsidiering zwembaden

BELEIDSTERREIN:

ondersteuning zwembaden

   

DOELSTELLING:

het bevorderen van actieve zwembeoefening in de eigen gemeente.

   

VERDEELREGELS:

er is sprake van een budgetsubsidie.

   

SUBSIDIEPLAFOND:

de gemeente subsidieert maximaal de vijf reeds gesubsidieerde zwembadverenigingen/-stichtingen en recreatieplassen.

Hoofdstuk 3 Cluster 2 Cultuur

Paragraaf 3.1 Doel subsidiëren

Wij erkennen het belang van activiteiten op het vlak van kunstzinnige vorming, amateurkunst en volkscultuur vanwege de positieve bijdrage aan het welzijn van de mensen in het algemeen: bevorderen van ontplooiing en creativiteit van degenen die actief meedoen, opluistering van gemeentelijke evenementen, de sociale contacten van de deelnemers etc. De meeste activiteiten vinden in verenigingsverband plaats en komen terug in het Wmo-beleidsplan bij prestatieveld 1: het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid.

Paragraaf 3.2 Wat valt onder dit cluster

Onder dit cluster vallen organisaties die zich richten op kunstzinnige vorming, amateurkunst en volkscultuur.

Paragraaf 3.3 Beleidsregels subsidiering cluster cultuur

De volgende beleidsregels vallen onder het cluster cultuur.

Paragraaf 3.3.1 Beleidsregel Subsidiering tot Instandhouding van Molens in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden

BELEIDSTERREIN:

cultureel erfgoed (molens).

 

 

DOELSTELLING: 

het instandhouden van molens als cultureel erfgoed.

 

 

VERDEELREGELS:

een vaste bijdrage per inwoner en een maximale bijdrage voor onderhoud.

 

 

SUBSIDIEPLAFOND:

de gemeente subsidieert alleen de Stichting tot Instandhouding van Molens in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden voor zover het molens betreft gesitueerd op het grondgebied van de gemeente. Het in de begroting opgenomen budget voor dit doel geldt als subsidieplafond.

 

 

AFWIJKING VERORDENING: 

jaarlijks dient voor 1 april op basis van originele nota’s en betalingsbewijzen het bedrag aan onderhoudskosten van het afgelopen jaar te worden aangetoond.

Paragraaf 3.3.2 Beleidsregel subsidiering muziekonderwijs

BELEIDSTERREIN:

muziekonderwijs.

   

DOELSTELLING:

het bevorderen van de amateuristische muziekbeoefening door jeugdigen tot 15 jaar, individueel dan wel in groepsverband, door hen in de gelegenheid te stellen bij de Muziekschool Alblasserwaard en Vijfheerenlanden muziekonderwijs te volgen.

   

VERDEELREGELS:

een bedrag per klokuur dat aan leerlingen uit Giessenlanden les wordt gegeven.

 

Voorwaarden:

·Per korps/vereniging neemt maximaal 15% van de actieve leden deel aan de lessen van de muziekschool.

·Plaatsing van leerlingen boven het subsidiebedrag geschiedt in overleg en met toestemming van de gemeente in gebreke waarvan de gemeente geen meerkosten vergoedt.

·Geen korting toepassen voor leerlingen harmonie en fanfare (hafaleerlingen).

·In de aanname geen voorrang verlenen aan hafaleerlingen;

   

SUBSIDIEPLAFOND:

de gemeente subsidieert alleen de Muziekschool Alblasserwaard en Vijfheerenlanden te Gorinchem. Het in de begroting opgenomen bedrag voor dit doel geldt als subsidieplafond.

Paragraaf 3.3.3 Beleidsregel subsidiering muziekverenigingen

BELEIDSTERREIN:

ondersteuning muziekverenigingen.

   

DOELSTELLING:

het bevorderen van actieve muziekbeoefening in de eigen gemeente.

   

VERDEELREGELS:

een bedrag per lid.

   

SUBSIDIEPLAFOND :

de gemeente subsidieert maximaal de vier reeds gesubsidieerde muziekverenigingen. Het in de begroting opgenomen bedrag voor dit doel geldt als subsidieplafond.

Paragraaf 3.3.4 Beleidsregel subsidiering Theaterbezoek scholen

BELEIDSTERREIN:

culturele educatie.

   

DOELSTELLING:

enerzijds leerlingen uit groep 8 van de openbare en de bijzondere basisscholen uit onze gemeente in de gelegenheid te stellen een voorstelling bij te wonen in een schouwburg of theater en anderzijds de drempel voor een schouwburgbezoek te verlagen.

   

VERDEELREGELS:

maximale vergoeding voor een jeugdkaartje € 9,50 en een volwassen kaartje € 12,00. Meerkosten voor eigen rekening van de school. Per 4 leerlingen wordt voor één volwassene een toegangskaartje vergoed in verband met het vervoer.

Kosten van vervoer van en naar schouwburg of theater zijn voor eigen rekening.

   

SUBSIDIEPLAFOND:

alleen leerlingen uit groep 8 van Giessenlanden, één voorstelling per schooljaar.

   

AFWIJKING VERORDENING:

de scholen geven in de maand september via een formulier de keuze van de voorstelling en het aantal benodigde toegangsbewijzen door aan de gemeente. De gemeente regelt verder de aanschaf en de betaling van de toegangsbewijzen. Meerkosten worden bij de school in rekening gebracht. Er is geen verdere verantwoording overeenkomstig de verordening vereist.

Hoofdstuk 4 Cluster 3 Preventieve zorg

Paragraaf 4.1 Doel subsidiëren

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) maakt de gemeente verantwoordelijk voor diverse onderdelen die tot het cluster zorg gerekend worden. Het gaat hier om de volgende taken:

  • ·

    Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer (prestatieveld 6).

  • ·

    Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem (prestatieveld 5).

  • ·

    Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden (prestatieveld 2).

  • ·

    Het geven van informatie en advies en bieden van cliëntondersteuning (prestatieveld 3).

  • ·

    Het bieden van maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg (prestatieveld 7 – 8 – 9).

Paragraaf 4.2 Wat valt onder dit cluster

In dit cluster zijn activiteiten ondergebracht die zich richten op de preventieve zorg voor de inwoners van de gemeente waarvoor de gemeente (mede-) verantwoordelijkheid draagt.

Paragraaf 4.3 Beleidsregels subsidiering cluster preventieve zorg

De volgende beleidsregels vallen onder het cluster cultuur.

Paragraaf 4.3.1 Beleidsregel subsidiering Geestelijke gezondheidszorg

BELEIDSTERREIN:

openbare geestelijke gezondheidszorg onderdeel collectieve preventie geestelijke gezondheidszorg.

   

DOELSTELLING:

collectieve preventie is gericht op het bevorderen van geestelijke gezondheid en het voorkomen van psychische problematiek van inwoners, waarbij depressie, eenzaamheid en afhankelijkheid van verslavende middelen belangrijke onderdelen zijn. Collectieve preventie is gericht op doelgroepen inwoners als ouderen, kinderen, jeugdigen.

   

VERDEELREGELS:

de subsidie wordt toegekend op grond van algemene subsidieverordening en productafspraken, die in regionaal verband worden opgesteld met afspraken per gemeente.

   

SUBSIDIEPLAFOND:

het in de begroting opgenomen budget voor dit doel geldt als subsidieplafond. Er wordt een subsidie verleend aan een professionele instelling.

   

TOELICHTING:

collectieve preventie is het eerste onderdeel van de preventieve ladder van ketenzorg, afspraken worden gemaakt door de gemeente in samenspraak met de andere ketenpartners.

Paragraaf 4.3.2 Beleidsregel subsidiering Jeugdgezondheidszorg

BELEIDSTERREIN:

volksgezondheid.

   

DOELSTELLING:

het bevorderen van de gezondheidszorg van kinderen 0-4 jaar door middel van het maatwerkdeel jeugdgezondheidszorg.

   

VERDEELREGELS:

de prestatiesubsidie wordt toegekend op basis van prestatieafspraken, nader uitgewerkt in de uitvoeringsovereenkomst JGZ-maatwerkdeel.

   

SUBSIDIEPLAFOND:

het in de begroting opgenomen budget voor dit doel geldt als subsidieplafond. Er wordt subsidie verleend aan één instelling.

   

NADERE EISEN:

de gemeente ontvangt een kwartaalrapportage. De gegevens in de rapportage hebben betrekking op de prestatieafspraken.

Paragraaf 4.3.3 Beleidsregel subsidiering Maatschappelijk werk

BELEIDSTERREIN:

maatschappelijk werk.

   

DOELSTELLING:

het maatschappelijk werk heeft een publieke opdracht: bijdragen aan de sociale zelfredzaamheid van inwoners. Het is een lokale basisvoorziening, die professionele hulp van maatschappelijk werkers kosteloos beschikbaar stelt aan inwoners in hun directe leef- en woonomgeving.

   

VERDEELREGELS:

de subsidie wordt toegekend op basis van de algemene subsidieverordening en productafspraken, nader uitgewerkt in het regionaal contract maatschappelijk werk, waarin is opgenomen de 24-uurs bereikbaarheidsdienst.

   

SUBSIDIEPLAFOND:

het in de begroting opgenomen budget voor dit doel geldt als subsidieplafond. Er wordt een subsidie verleend aan 1 professionele instelling.

   

AFWIJKING VERORDENING:

er wordt 1 keer in de 2 jaar (regionaal) een afspraak gemaakt via een subsidie overeenkomst.

   

TOELICHTING:

In regionaal verband wordt via een overeenkomst met 1 professionele zorginstelling afspraken gemaakt over de inzet van formatie, waarbij de instelling uitgaat van een vooraf vastgestelde caseload in relatie tot de formatie.

Paragraaf 4.3.4 Beleidsregel subsidiering Schoolmaatschappelijk werk

BELEIDSTERREIN:

Onderwijs en Jeugd en Gezin.

   

DOELSTELLING:

Het doel van het SMW is het voorkomen van ernstige problematiek, schooluitval en op een positieve manier bijdragen aan de ontwikkeling en de schoolcarrière van het kind. Het SMW is een open, laagdrempelige en vertrouwelijke vorm van (kortdurende) hulpverlening en verzorgt op de scholen zelf de eerste opvang van leerlingen met problemen. Daarnaast begeleidt het SMW interne begeleiders op scholen in hun aanpak van leerlingen die extra zorg nodig hebben.

   

VERDEELREGELS:

Het subsidiebedrag is in regionaal verband (regio Alblasserwaard Vijfheerenlanden) vastgesteld op € 2,59 per leerling en zal jaarlijks worden geïndexeerd.

   

SUBSIDIEPLAFOND:

Het in de begroting opgenomen budget voor dit doel dient als subsidieplafond. Er wordt subsidie verleend aan één professionele instelling.

   

AFWIJKING VERORDENING:

Aan de subsidie is de verplichting verbonden dat de professionele instelling per kwartaal rapporteert over het aantal geleverde trajecten. Daarnaast moet jaarlijks bij het verantwoordingsverslag een jaarrekening met balans en toelichting worden ingediend. Daarnaast dient een accountantsverklaring te worden overlegd. Ter uitvoering van de subsidiebeschikking wordt jaarlijks een uitvoeringsovereenkomst SMW basis- en voortgezet onderwijs opgesteld door de regionale werkgroep SMW van de regio Alblasserwaard Vijfheerenlanden.

   

TOELICHTING:

In regionaal verband (regio Alblasserwaard Vijfheerenlanden) zijn afspraken gemaakt over de inzet van het SMW. In de regio is een basisformatie SMW beschikbaar waar iedere school (zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs) in de regio gebruik van kan maken. De verdeling en uitwerking van de trajecten is neergelegd bij een regionale werkgroep. De gemeente heeft tot taak te zorgen voor goede basisvoorzieningen om kinderen en ouders in de opvoeding te ondersteunen en om (zwaardere) problemen te voorkomen. De verschillende functies in deze taak worden samengebracht in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Het SMW wordt gepositioneerd binnen het CJG, omdat het SMW de verbintenis weergeeft met de zorgstructuur die centraal staat binnen het CJG.

Paragraaf 4.3.5 Beleidsregel subsidiering Mantelzorg

BELEIDSTERREIN:

maatschappelijke ontwikkeling

   

DOELSTELLING:

professionele ondersteuning en respijtzorg door beroepskrachten en vrijwilligers ten behoeve van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg met als doel het behouden van de zelfredzaamheid van de thuissituatie en het voorkomen van overbelasting van mantelzorgers; mantelzorgondersteuning is een basisvoorziening die kosteloos ondersteuning beschikbaar stelt aan inwoners in hun directe leef- en woonomgeving

   

VERDEELREGELS:

de subsidie wordt toegekend op basis van afname van diensten gekoppeld aan uren op jaarbasis, hetgeen in de subsidiebeschikking wordt weergegeven

   

SUBSIDIEPLAFOND:

het in de begroting opgenomen budget voor dit doel geldt als subsidieplafond; er wordt een subsidie verleend aan een welzijnsinstelling voor de 1e lijns ondersteuning en aan een professionele instelling voor mantelzorg – en cliënt ondersteuning, ten behoeve van 2e lijns ondersteuning en deskundigheidsbevordering

   

TOELICHTING:

in regionaal verband worden met een organisatie afspraken gemaakt over kostprijs en diensten

Hoofdstuk 5 Cluster 4 Leefbaarheid en sociale samenhang

Paragraaf 5.1 Doel subsidiëren

Subsidiering van de activiteiten in dit cluster levert een substantiële bijdrage aan de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid van individuele burgers en groepen burgers.

Paragraaf 5.2 Wat valt onder dit cluster

In dit cluster is een aantal sociaal-culturele activiteiten samengebracht.

Paragraaf 5.3 Beleidsregels subsidiering cluster

De volgende beleidsregels vallen onder het cluster leefbaarheid en sociale samenhang.

Paragraaf 5.3.1 Beleidsregel subsidiering Lokaal jeugdbeleid

BELEIDSTERREIN:

lokaal jeugdbeleid

   

DOELSTELLING:

Het bieden van jongerenwerk en ondersteunende activiteiten zodat de jongeren ondersteund en gestimuleerd worden bij het opgroeien in Giessenlanden, waarmee uitvoering wordt gegeven aan het gemeentelijk jeugdbeleid.

   

VERDEELREGELS:

Een vast bedrag per jaar.

   

SUBSIDIEPLAFOND:

het in de gemeentebegroting opgenomen bedrag voor het jeugdbeleid geldt als subsidieplafond.

   

TOELICHTING:

Het jeugd- en jongerenwerk wordt in Giessenlanden uitgevoerd door twee stichtingen. Voor de kernen Arkel, Hoogblokland, Hoornaar, Noordeloos, en Schelluinen door de Stichting Jeugd- en Jongerenwerk Midden-Holland. Ieder jaar dient de stichting een werkplan en activiteitenplan in, waarin wordt beschreven hoe er uitvoering wordt geven aan het jongerenwerk in het desbetreffende subsidiejaar. In Giessenburg wordt het jongerenwerk uitgevoerd door Stichting De Halte. Dit is een lokaal initiatief. Jaarlijks wordt de subsidiëring van de Halte beoordeeld op grond van de door de stichting ingediende subsidieaanvraag.

Paragraaf 5.3.2 Beleidsregel subsidiering jeugd- en speeltuinwerk

BELEIDSTERREIN:

jeugd- en speeltuinwerk

   

DOELSTELLING:

bieden van een speelgelegenheid waar kinderen (leden en niet leden) kunnen spelen op speeltoestellen en waar activiteiten georganiseerd kunnen worden voor kinderen.

   

VERDEELREGELS:

een vast bedrag per jaar

   

SUBSIDIEPLAFOND:

alleen de 2 reeds gesubsidieerde speeltuinverenigingen worden gesubsidieerd. Het in de begroting opgenomen bedrag voor dit doel geldt als subsidieplafond.

Paragraaf 5.3.3 Beleidsregel subsidiering Vluchtelingen werk Zuidvleugel

BELEIDSTERREIN:

Inburgering.

   

DOELSTELLING:

Vluchtelingenwerk Zuidvleugel zet zich in voor asielzoekers, vluchtelingen en overige migranten, zowel voor degenen die sinds kort in ons land verblijven (de “nieuwkomer”) als voor hen die hier al langer verblijven (de “oudkomer”). Ze richten zich op de volgende doelstellingen:

1.Bescherming van de rechten van asielzoekers

2.Integratie van statushouders-vluchtelingen

3.Draagvlak voor uitvoering van vluchtelingenverdrag

4.Integratie van migranten (met nadruk op migrantenvrouwen)

   

VERDEELREGELS:

Het subsidiebedrag van 2009 geldt als basisbudget waarop jaarlijks de dan geldende indexering wordt toegepast, met dien verstande dat de stichting in haar aanvraag hiervan kan afwijken als de taakstelling van de gemeente Giessenlanden dat vereist.

   

SUBSIDIEPLAFOND:

het in de begroting opgenomen budget voor dit doel geldt als subsidieplafond.

   

AFWIJKING VERORDENING:

Per door u verleende Dienst (overeenkomstig uw Productenboek), zoals vermeld in uw subsidieaanvraag, dient u aan te geven hoeveel cliënten u heeft begeleid en wat de resultaten daarvan zijn geweest. Als blijkt dat u minder cliënten heeft begeleid dan aangegeven in uw aanvraag, wordt tot terugvordering overgegaan.

Paragraaf 5.3.4 Beleidsregel subsidiering adviesorganen

BELEIDSTERREIN:

Wet maatschappelijke ondersteuning

   

DOELSTELLING:

Bevorderen van maatschappelijke participatie van alle inwoners en specifiek van gedefinieerde doelgroepen. Het behartigen van belangen van mensen met een beperking en het bevorderen van samenhang in gemeentelijk beleid d.m.v. gevraagd en ongevraagd adviseren van het college van B&W.

   

VERDEELREGELS:

Het budget wordt verdeeld onder een 3-tal adviesorganen. Het budget is opgebouwd uit een aantal componenten, te weten: onkostenvergoeding, vergaderfaciliteiten, deskundigheidsbevordering, voorlichting.

   

SUBSIDIEPLAFOND:

Het in de begroting opgenomen bedrag voor deze adviesorganen geldt als subsidieplafond.

   

NADERE EISEN:

Alle drie de adviesorganen hebben een eigen verordening.

   

Paragraaf 5.3.5 Beleidsregel subsidiering welzijnsstructuur ouderen en mensen met een beperking

BELEIDSTERREIN:

Maatschappelijke ondersteuning

   

DOELSTELLING:

het treffen van maatregelen en het onderhouden van voorzieningen, die erop gericht zijn maatschappelijke participatie en integratie van ouderen en mensen met een beperking te vergroten en hun zelfredzaamheid te verhogen of hun afhankelijkheid te minimaliseren.

   

VERDEELREGELS:

het subsidiebedrag wordt toegekend aan een welzijnsorganisatie die werkt met een professionele ouderenadviseur / welzijnswerker, daarnaast worden MbvO en maaltijdcomite’s hieruit gesubsidieerd.

   

SUBSIDIEPLAFOND:

het in de begroting opgenomen budget voor dit doel geldt als subsidieplafond

Paragraaf 5.3.6 Beleidsregel subsidie antidiscriminatie

BELEIDSTERREIN:

antidiscriminatie voorziening

   

DOELSTELLING:

de antidiscriminatie voorziening heeft een algemeen maatschappelijke functie

   

VERDEELREGELS:

het subsidiebedrag wordt toegekend aan 1 organisatie, te weten Stichting RADAR, bureau voor gelijke behandeling en tegen discriminatie op basis van een vaste inwonersbijdrage, gebaseerd op CBS gegevens van 1 januari van het jaar voorafgaand aan het subsidieverzoek

   

SUBSIDIEPLAFOND:

het in de begroting opgenomen budget voor dit doel geldt als subsidieplafond

   

TOELICHTING:

de inrichting van de antidiscriminatie voorziening geschiedt conform de in de wet Gemeentelijke Antidiscriminatie Voorzieningen van d.d. 10 februari vastgelegde voorwaarden

Paragraaf 5.3.7 Beleidsregel waarderingssubsidie

BELEIDSTERREIN:

Diverse

   

DOELSTELLING:

Gemeente Giessenlanden wil met deze subsidie haar waardering uiten voor diverse activiteiten. De subsidie die wordt verstrekt is maximaal € 5.000,-.

   

VERDEELREGELS:

de gemeente subsidieert maximaal de reeds gesubsidieerde instellingen. Het in de begroting opgenomen bedrag voor dit doel geldt als subsidieplafond.

   

SUBSIDIEPLAFOND:

het in de begroting opgenomen budget voor dit doel geldt als subsidieplafond

   

TOELICHTING:

De verschillende bedragen komen voort uit diverse beleidsregels die inmiddels zijn ingetrokken (tennis, overige sport, Historische verenigingen, EHBO zangverenigingen, oranje verenigingen, slachtofferhulp, nationale schoonmaakdag, openbaar vervoer).

Paragraaf 5.3.8 Beleidsregel projectsubsidies

BELEIDSTERREIN:

Diverse

   

DOELSTELLING:

Het stimuleren en ondersteunen van nieuwe en vernieuwende activiteiten en inspringen op actuele maatschappelijke ontwikkelingen.

   

VERDEELREGELS:

iedere aanvraag wordt van geval tot geval afzonderlijk beoordeeld door het college. Aan de toekenning van de aanvraag worden de volgende eisen gesteld:

1.het moet gaan om een nieuwe of vernieuwende activiteit of project

2.het moet ten goede komen aan de inwoners van de gemeente Giessenlanden

   

SUBSIDIEPLAFOND:

In totaal is jaarlijks een bedrag van € 6.250,00 beschikbaar.

Hoofdstuk 6 Cluster 5 Onderwijs en voor- en vroegschoolse voorzieningen

Paragraaf 6.1 Doel subsidiëren

In dit cluster zijn voorschoolse voorzieningen opgenomen die gericht zijn op ontwikkelingen van kinderen van 0 tot 4 jaar. Het subsidiëren van deze voorschoolse voorzieningen wordt van belang geacht om de doorgaande lijn tussen het peuterspeelzaalwerk en het basisonderwijs te bevorderen.

Daarnaast vallen binnen dit cluster ook de onderwijsondersteunende activiteiten voor het basisonderwijs. Deze activiteiten zijn belangrijk om het basisonderwijs optimaal te laten functioneren en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.

Paragraaf 6.2 Wat valt onder dit cluster

  • -

    activiteiten die de kwaliteit van het basisonderwijs bevorderen

  • -

    activiteiten in het kader van de voorschoolse periode

  • -

    activiteiten in het kader van bibliotheekwerk

Paragraaf 6.3 Beleidsregels subsidiering cluster onderwijs en voor- en vroegschoolse voorzieningen

De volgende beleidsregels vallen onder het cluster onderwijs en voor- en vroegschoolse voorzieningen.

Paragraaf 6.3.1 Beleidsregel subsidiering Bibliotheken

BELEIDSTERREIN:

bibliotheekwerk

   

DOELSTELLING:

het bevorderen en in stand houden van de openbare bibliotheekvoorziening in gemeente Giessenlanden

   

VERDEELREGELS:

de subsidie wordt toegekend op basis van een prestatieovereenkomst en een uitvoeringsovereenkomst.

   

SUBSIDIEPLAFOND:

het in de begroting opgenomen bedrag voor dit doel geldt als subsidieplafond

   

TOELICHTING:

De Stichting Bibliotheeknetwerk ZHZO Huurt de vestigingen in Arkel en Giessenburg van de gemeente Giessenlanden. Hiertoe is voor beide vestigingen een huurcontract opgesteld, waarbij een commerciële huurprijs (m2) wordt doorberekend.

Paragraaf 6.3.2 Beleidregel subsidiering godsdienstonderwijs

BELEIDSTERREIN:

godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen voor basisonderwijs.

   

DOELSTELLING:

leerlingen van het openbaar basisonderwijs kennis laten nemen van diverse godsdiensten en of geestelijke en zedelijke vorming.

   

VERDEELREGELS:

conform de “verordening regelende het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten van het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijks vormingsonderwijs aan leerlingen van openbare scholen voor basisonderwijs.

   

SUBSIDIEPLAFOND:

in de bovenvermelde verordening genoemd maximum bedrag per kalenderjaar.

   

AFWIJKING VERORDENING:

met betrekking tot het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk onderwijs wordt de hierboven genoemde verordening aangehouden. De daarin opgenomen regels gaan boven de "Algemene Subsidieverordening Giessenlanden 2011".

Paragraaf 6.3.3 Beleidsregel subsidiering Peuterspeelzalen

BELEIDSTERREIN:

peuterspeelzalen

   

DOELSTELLING:

het bieden van een gelegenheid voor kinderen vanaf 2 jaar tot 4 jaar, om te spelen met een maximale verblijfsduur van 3 uur per dag, gedurende 2 dagdelen per week.

   

VERDEELREGELS:

een vast bedrag per jaar, waarbij het verleende subsidiebedrag van 2008 uitgangspunt is.

De gemeentelijke subsidie is bedoeld voor de uitvoering van peuterspeelzaalwerk. Daarnaast moet de ontwikkeling van de peuters worden geregistreerd met behulp van een overdrachtsformulier, dit draagt bij aan de doorgaande leerlijn tussen de peuterspeelzaal en het basisonderwijs.

Wanneer niet wordt voldaan aan de kwaliteitseisen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen en de Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Giessenlanden 2011, kan dit gevolgen hebben voor de subsidie. Het korten op de gemeentelijks subsidie is in ieder geval aan de orde als er overtredingen worden geconstateerd ten aanzien van de basiskwaliteiteisen voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en bij overtreding van de kwaliteitseisen peuterspeelzalen. 

   

SUBSIDIEPLAFOND:

het in de begroting opgenomen bedrag voor dit doel geldt als subsidieplafond. De subsidie wordt slechts verleend aan 1 instelling.

   

AFWIJKING VERORDENING:

jaarlijks moet bij het verantwoordingsverslag een jaarrekening met balans en toelichting worden ingediend. Daarnaast dient een accountantsverklaring te worden overlegd.

Toelichting bij Beleidsregel Subsidiering Peuterspeelzalen

Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    peuterspeelzaalwerk: het bieden van speelgelegenheid aan kinderen van twee tot vier jaar gedurende één of meer dagdelen per week met als doel de ontwikkeling van deze kinderen te bevorderen en hen samen te laten spelen;

  • b.

    peuterspeelzaal: een voorziening waar peuterspeelzaalwerk plaatsvindt;

  • c.

    houder: een natuurlijke of rechtspersoon die een peuterspeelzaal exploiteert;

  • d.

    beroepskracht: degene die in een peuterspeelzaal werkzaamheden verricht die zijn opgenomen in de voor het peuterspeelzaalwerk geldende CAO en die beschikt over een voor die werkzaamheden passende beroepskwalificatie;

  • e.

    begeleider: degene die anders dan een beroepskracht is belast met de begeleiding van kinderen bij een peuterspeelzaal;

  • f.

    dagdeel: een periode van maximaal drie uur aaneengesloten.

  • g.

    toezichthouder: medewerker van de GGD, belast met de naleving van het bij en krachtens deze beleidsregel bepaalde in zijn algemeenheid en meer specifiek belast met toezicht op de exploitatie van peuterspeelzalen overeenkomstig de vergunning en de daaraan verbonden voorschriften;

  • h.

    Overeenkomst: een schriftelijke bevestiging inzake de plaatsing van een kind, naar aanleiding van een volledig ingevuld en door de ouder(s)/ verzorger(s) ondertekend aanmeldingsformulier van de betreffende peuterspeelzaal.

Vergunningsplicht

Aanvragen van vergunning voor het in exploitatie nemen van een peuterspeelzaal

  • 1.

    Het is verboden zonder, of in afwijking van, een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders, een peuterspeelzaal open te stellen of te houden;

  • 2.

    Een vergunning wordt aangevraagd door middel van indiening van een door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

Ambitieniveau van het peuterspeelzaalwerk

De aanvrager vermeldt in de aanvraag voor een vergunning voor welk ambitieniveau van het peuterspeelzaalwerk hij kiest, waarbij de volgende ambitieniveau’s worden onderscheiden:

  • a)

    ambitieniveau 0: spelen en ontmoeten;

  • b)

    ambitieniveau 1: spelen, ontmoeten, ontwikkelen en signaleren;

  • c)

    ambitieniveau 2: spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen.

Wijzigen van gegevens

De houder doet van wijzigingen in de gegevens die bij de vergunningaanvraag zijn verstrekt, onmiddellijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders.

Verbod

Het is verboden een peuterspeelzaal in exploitatie te nemen indien niet aan de kwaliteitseisen van de beleidsregels wordt voldaan.

Algemene kwaliteitseisen

  • 1.

    De houder van een peuterspeelzaal biedt peuterspeelzaalwerk aan dat bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving;

  • 2.

    De houder organiseert het peuterspeelzaalwerk op zodanige wijze, voorziet de peuterspeelzaal zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personeel en materieel, draagt zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling en voert een zodanig pedagogisch beleid, dat één en ander leidt of moet leiden tot verantwoord peuterspeelzaalwerk.

Eisen aan ten aanzien van veiligheid en gezondheid

De houder voert een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en de gezondheid van de op te vangen kinderen in elk door hem geëxploiteerde peuterspeelzaal zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder, legt voor zover hierin niet wordt voorzien bij of krachtens andere wet- en regelgeving, in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico’s de opvang van kinderen met zich meebrengt.

Overeenkomst tussen ouder en houder

Opvang in een peuterspeelzaal geschiedt op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen ouder en houder.

Informatie aan ouders en verzorgers

De houder van een peuterspeelzaal informeert de ouder(s)/verzorger(s) voorafgaand aan de overeenkomst schriftelijk over:

  • a)

    de plaatsingsprocedure en de leveringsvoorwaarde;

  • b)

    het te voeren beleid, waaronder het beleid inzake veiligheid en gezondheid, alsmede pedagogisch beleid en de wijze waarop daaraan uitvoering wordt gegeven;

  • c)

    het ambitieniveau van de peuterspeelzaal;

  • d)

    de wijze waarop klachten worden behandeld;

  • e)

    de wijze waarop inspraak is geregeld;

  • f)

    de wijze waarop contact met de ouders/verzorgers wordt onderhouden.

De aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering

De houder van de peuterspeelzaal moet ten behoeve van in de peuterspeelzaal aanwezig beroepskrachten, begeleiders en kinderen een passende aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering afsluiten.

Groepen, groepsgrootte en verblijfsduur

  • 1.

    De opvang van kinderen vindt plaats in vaste groepen in passend ingerichte ruimtes;

  • 2.

    Een groep bestaat maximaal uit 20 kinderen.

  • 3.

    Van het bepaalde in lid 2 van dit artikel kan bij uitzondering worden afgeweken, maar dan dient er in ieder geval per 10 kinderen één beroepskracht of begeleider aanwezig te zijn;

  • 4.

    De maximum verblijfsduur in de peuterspeelzaal bedraagt 3 uur per dag.

Aantal beroepskrachten of begeleiders per groep

  • 1.

    Het aantal beroepskrachten of begeleiders per groep is afhankelijk van het door de houder gehanteerde ambitieniveau;

  • 2.

    Indien de houder ambitieniveau 0: ‘spelen en ontmoeten’ hanteert, zijn er in elke groep ten minste twee begeleiders aanwezig en is er één beroepskracht voor tenminste 50% van de openingsuren aanwezig in de peuterspeelzaal;

  • 3.

    Indien de houder ambitieniveau 1: ‘spelen, ontmoeten, ontwikkelen en signaleren’ hanteert, zijn er in elke groep tenminste één beroepskracht en één begeleider aanwezig;

  • 4.

    Indien de houder ambitieniveau 2: ‘spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen’ hanteert, zijn er in elke groep tenminste twee beroepskrachten aanwezig.

Oppervlakte Speelruimte

  • 1.

    Voor ieder kind is minimaal 3 m² bruto-oppervlakte aan binnenspeelruimte beschikbaar;

  • 2.

    Voor ieder kind is buitenspeelruimte beschikbaar, waarvan de bruto-oppervlakte minimaal 4 m² per kind bedraagt.

Verklaring omtrent gedrag

  • 1.

    Personen die als beroepskracht of begeleider werkzaam zijn bij een peuterspeelzaal zijn in bezit van een verklaring omtrent het gedrag, afgegeven volgend de Wet justitiële gegevens;

  • 2.

    Deze verklaring wordt aan de houder overlegd voordat een persoon die werkzaamheden aanvangt. De verklaring is op het moment dat zij worden overlegd niet ouder dan twee maanden;

  • 3.

    Indien de houder of toezichthouder redelijkerwijs vermoedt dat een persoon niet langer voldoet aan de eisen voor het afgeven van een verklaring omtrent het gedrag, verlangt de houder dat die persoon opnieuw een verklaring omtrent het gedrag overlegt die niet ouder is dan twee maanden. De desbetreffende persoon overlegt de verklaring binnen een door de houder vast te stellen termijn.

Aanwijzing van toezichthouders

1.Het college van burgemeester en wethouders wijst toezichthouders bij de GGD aan.

Onderzoek door de toezichthouder

  • 1.

    de toezichthouder onderzoekt eens in de twee jaar of de exploitatie van elke peuterspeelzaal plaatsvindt in overeenstemming met de voorschriften zoals bij de kwaliteitseisen van deze beleidsregel is omschreven;

  • 2.

    naast het onderzoek bedoeld kan de toezichthouder incidenteel onderzoek verrichten naar de naleving door een houder van de voorschriften zoals bij de kwaliteitseisen van deze beleidsregel is omschreven.

Inspectierapport

  • 1.

    De toezichthouder legt zijn oordeel naar aanleiding van een onderzoek bij een peuterspeelzaal vast in een inspectierapport;

  • 2.

    Indien de toezichthouder oordeelt dat door de houder de voorschriften van deze beleidsregels niet zijn of zullen worden nageleefd, vermeldt hij dat in het rapport;

  • 3.

    De toezichthouder stelt namens het college de vergunninghouder in de gelegenheid van het rapport kennis te nemen en daarover zijn zienswijze binnen 3 weken na verzenddatum kenbaar te maken. De toezichthouder vermeldt de zienswijze van de vergunninghouder in een bijlage bij het rapport.

  • 4.

    De toezichthouder zendt het inspectierapport onverwijld aan de gemeente en aan de houder, die een afschrift daarvan zo spoedig mogelijk ter inzage legt op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.

De subsidie

De gemeentelijke subsidie is bedoeld voor de uitvoering van peuterspeelzaalwerk. Daarnaast moet de ontwikkeling van de peuters worden geregistreerd met behulp van een overdrachtsformulier, dit draagt bij aan de doorgaande leerlijn tussen de peuterspeelzaal en het basisonderwijs.

Overgangsbepaling

Beroepskrachten en begeleiders die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregels werkzaam zijn bij een peuterspeelzaal, leggen aan de houder binnen twee maanden na de inwerkingtreding een verklaring omtrent het gedrag over.

Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze beleidsregel, indien toepassing van de beleidsregel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Beslissing van burgemeester en wethouders in gevallen waarin de beleidsregel niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van deze beleidsregels betreffende, waarin deze beleidsregel niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders, nadat de portefeuillehouder overleg heeft gehad met de belanghebbende peuterspeelzalen.

Bijlage Aan te passen beleidsregels

In bijlage 6 staan een aantal beleidsregels die aangepast en ingetrokken dienen te worden en een aantal nieuwe beleidsregels die vastgesteld dienen te worden. De aanpassingen komen voort uit de interne vereenvoudigingslag en geen gevolgen voor de inhoud en/of uitvoering. Het gaat om de volgende beleidsregels:

BeleidsregelActieAchtergrond
Subsidiering tennisverenigingenIntrekkenVereenvoudiging, wordt ondergebracht bij de beleidsregel waarderingssubsidie
Subsidiering overige sportenIntrekkenVereenvoudiging, wordt ondergebracht bij de beleidsregel waarderingssubsidie
Subsidiering geschiedkundige / historische verenigingenIntrekkenVereenvoudiging, wordt ondergebracht bij de beleidsregel waarderingssubsidie
Subsidiering oranjeverenigingenIntrekken Vereenvoudiging, wordt ondergebracht bij de beleidsregel waarderingssubsidie
Subsidiering zangverenigingenIntrekken Vereenvoudiging, wordt ondergebracht bij de beleidsregel waarderingssubsidie
Subsidiering EHBOIntrekken Vereenvoudiging, wordt ondergebracht bij de beleidsregel waarderingssubsidie
Subsidiering SlachtofferhulpIntrekken Vereenvoudiging, wordt ondergebracht bij de beleidsregel waarderingssubsidie
Subsidiering nationale schoonmaakdagIntrekkenVereenvoudiging, wordt ondergebracht bij de beleidsregel waarderingssubsidie
Subsidiering Openbaar vervoerIntrekkenVereenvoudiging, wordt ondergebracht bij de beleidsregel waarderingssubsidie
Subsidiering seniorencomitésIntrekkenVereenvoudiging, wordt ondergebracht bij de beleidsregel waarderingssubsidie
Subsidiering Flankerend ouderenbeleidIntrekkenVereenvoudiging, wordt ondergebracht bij de beleidsregel welzijnsstructuur
Subsidiering Flankerend GehandicaptenbeleidIntrekkenVereenvoudiging, wordt ondergebracht bij de beleidsregel adviesorganen
Subsidiering mondiale bewustwordingIntrekkenHet budget is een aantal jaar geleden al wegbezuinigd
Subsidiering toegankelijkheid openbare gebouwenIntrekkenHet budget is een aantal jaar geleden al wegbezuinigd
WaarderingssubsidieVaststellenVereenvoudiging, samenvoeging van diverse beleidsregels
AdviesorganenVaststellenVereenvoudiging, samenvoeging van diverse beleidsregels.
ProjectsubsidieVaststellenAanpassing van de beleidsregel incidentele kleinschalige uitgaven
WelzijnsstructuurAanpassen / vaststellenToevoeging van instellingen die voorheen onder beleidsregels flankerend ouderenbeleid vielen
Subsidiering zwembaden en recreatieplassenAanpassen / vaststellenAanpassen conform nieuwe subsidieverordening en subsidiebeleid
Subsidiering bibliotheekwerkAanpassen / vaststellenAanpassen conform nieuwe subsidieverordening en subsidiebeleid
Subsidiering muziekverenigingenAanpassen / vaststellenAanpassen conform nieuwe subsidieverordening en subsidiebeleid
Subsidiering peuterspeelzaalwerkAanpassen / vaststellenAanpassen conform nieuwe subsidieverordening en subsidiebeleid
Subsidiering jeugd- en speeltuinwerkAanpassen / vaststellenAanpassen conform nieuwe subsidieverordening en subsidiebeleid
Subsidiering voetbalverenigingenAanpassen / vaststellenAanpassen conform nieuwe subsidieverordening en subsidiebeleid
Subsidiering zaalsportverenigingenAanpassen / vaststellenAanpassen conform nieuwe subsidieverordening en subsidiebeleid
Subsidiering openbare ggz onder- deel collectieve preventie ggzAanpassen / vaststellenVereenvoudiging, tekstuele aanpassing
Subsidiering maatwerkdeel jeugdgezondheidszorgAanpassen / vaststellenAanpassen conform nieuwe subsidieverordening en subsidiebeleid
Subsidiering maatschappelijk werkAanpassen / vaststellenAanpassen conform nieuwe subsidieverordening en subsidiebeleid