Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lelystad

Referendumverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLelystad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReferendumverordening
CiteertitelReferendumverordening Lelystad
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-12-2015nieuwe regeling

15-12-2015

Gemeenteblad, 2015, 125782

151007749

Tekst van de regeling

Intitulé

Referendumverordening

De raad van de gemeente Lelystad,

 

op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 27 oktober 2015;

 

B E S L U I T:

 

 

vast te stellen de navolgende

Referendumverordening

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    referendum: volksstemming waarbij de kiesgerechtigden zich uitspreken over een door de raad te nemen besluit;

  • b.

    kiesgerechtigden: diegenen die op de drieënveertigste dag voorafgaande aan de dag waarop het referendum wordt gehouden overeenkomstig artikel B3 Kieswet kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de raad;

  • c.

    raadplegend referendum: een referendum op initiatief van de raad waarbij de kiesgerechtigden antwoord geven op de door de raad vastgestelde vraag over een groot vraagstuk zoals beschreven in een startdocument;

  • d.

    groot vraagstuk: een maatschappelijk vraagstuk met ingrijpende gevolgen voor de Lelystadse samenleving waarbij de oplossing veel tijd vraagt en/of waarbij grote financiële belangen in het geding zijn en/of waarbij veel partijen betrokken zijn;

  • e.

    startnotitie besluitvormingsproces: een document als bedoeld in artikel 2;

  • f.

    startdocument groot vraagstuk: een document als bedoeld in artikel 4;

  • g.

    besluit: een schriftelijke beslissing van de raad.

Artikel 2 Startnotitie voor het besluitvormingsproces

De raad kan voor een groot vraagstuk een startnotitie voor de inrichting van het besluitvormingsproces vaststellen, waarin is aangeven over welke beslissing met betrekking tot dat vraagstuk een raadplegend referendum op grond van deze verordening kan worden gehouden.

Artikel 3 Voor een raadplegend referendum in aanmerking komende beslissingen

Een raadplegend referendum kan in elk geval niet worden gehouden over besluiten:

  • a.

    over individuele kwesties, zoals benoemingen, ontslagen, schorsingen, kwijtscheldingen, schenkingen

  • b.

    tot vaststelling of wijziging van een rechtspositionele regeling

  • c.

    over de hoogte van geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers, en hun nabestaanden;

  • d.

    over de vaststelling van de gemeentelijke begroting en de rekening;

  • e.

    over de vaststelling van gemeentelijke tarieven en belastingen;

  • f.

    over het voor kennisgeving aannemen van notities en rapporten;

  • g.

    tot vaststelling of wijziging van een bestemmingsplan;

  • h.

    in het kader van deze verordening;

  • i.

    inzake bezwaar -of beroepsprocedures of rechtsgedingen;

  • j.

    als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, 51, eerste en derde lid, 61, eerste en derde lid, 73, eerste en derde lid en 96 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, alsmede tot het wijzigen van, het toetreden tot en het uittreden uit een regeling als bedoeld in artikel 96 van de Wet Gemeenschappelijke regelingen;

  • k.

    als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a van de Wet Algemene regels herindeling (Arhi);

  • l.

    ter uitvoering van een besluit van een hoger bestuursorgaan of de wetgever waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • m.

    waarbij het belang van het referendum naar het oordeel van de raad niet opweegt tegen de verantwoordelijkheid van de raad voor kwetsbare groepen en hun plaats in de samenleving;

  • n.

    welke naar het oordeel van de raad hun grondslag vinden in een eerder genomen beslissing waarover een referendum is gehouden of kon worden gehouden;

  • o.

    waarvan de totstandkoming, inwerkingtreding of uitvoering naar het oordeel van de raad niet kan worden uitgesteld vanwege enig daarmee gemoeid belang;

  • p.

    besluiten waarvan de raad van oordeel is dat er andere dan de onder m tot en met o genoemde redenen zijn om geen referendum te houden.

Hoofdstuk 2. Bijzondere bepalingen over het raadplegend referendum

Artikel 4 Het raadplegend referendum, initiatief van de raad

  • 1.

    De raad kan voor een groot vraagstuk een startdocument vaststellen. In het startdocument worden probleemstelling en een beeld van de oplossingsrichting(en) beschreven. Het startdocument bevat tevens een communicatieparagraaf. Hierin wordt onder andere aangegeven op welke wijze de objectieve, informatieverstrekkende voorlichting inhoudelijk en financieel vorm wordt gegeven en op welke wijze daarnaast inhoudelijk en/of financieel invulling wordt gegeven aan standpuntuitdragende campagnes.

  • 2.

    De raad kan besluiten dat op basis van het startdocument een referendum wordt gehouden.

  • 3.

    Bij de vaststelling van het startdocument door de gemeenteraad, kunnen individuele raadsleden een uitspraak doen over hoe zij denken om te gaan met de uitslag van een referendum.

  • 4.

    Een raadplegend referendum kan worden beperkt tot een deelgebied binnen de gemeente, indien de aangelegenheid slechts dat deel van de gemeente betreft en het te nemen besluit buiten dat gebied geen effecten kan hebben.

Hoofdstuk 3. Verdere procedure over het raadplegend referendum

Artikel 5 Datum referendum

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders stelt de dag vast waarop het referendum wordt gehouden, met dien verstande dat het referendum niet later plaats vindt dan uiterlijk vier maanden nadat de raad besloten heeft tot het houden van een referendum.

  • 2.

    In het geval de in het eerste lid genoemde termijn van vier maanden afloopt binnen twee maanden voor een algemene verkiezing mag de termijn worden overschreden zodat de stemmingen kunnen worden gecombineerd.

  • 3.

    Een referendum vindt niet plaats in de voor de regio aangewezen schoolvakanties voor het basis- en voortgezet onderwijs.

  • 4.

    Er kunnen meer referenda op dezelfde dag worden gehouden.

Artikel 6 Vraagstelling

  • 1.

    De raad stelt de vraagstelling en de antwoordcategorieën van het referendum vast.

  • 2.

    De vraagstelling wordt aan het adres van de kiesgerechtigden bezorgd.

Artikel 7 Organisatie en uitvoering

  • 1.

    De burgemeester doet openbare kennisgeving van een besluit tot het houden van een referendum.

  • 2.

    De op de te nemen beslissing betrekking hebbende stukken liggen voor een ieder ter inzage op door de burgemeester aan te wijzen plaatsen. In de openbare kennisgeving wordt daarvan mededeling gedaan.

  • 3.

    Bij de organisatie en uitvoering van een referendum is de Kieswet voor zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Procedure stemming

  • 1.

    Een referendum wordt gehouden onder de kiesgerechtigden van het gehele grondgebied van de gemeente Lelystad.

  • 2.

    Indien op grond van artikel 4, vierde lid een raadplegend referendum wordt beperkt tot een deelgebied binnen de gemeente, dan wordt het bepaalde in deze verordening gerelateerd aan de kring van kiesgerechtigden binnen dat gebied.

Artikel 9 Geldigheid referendum en inhoud uitslag

  • 1.

    Een referendum is geldig, indien tenminste 30% van de kiesgerechtigden opkomt. De keuzemogelijkheid welke de meeste stemmen heeft gekregen wordt als referendumuitspraak vastgesteld.

  • 2.

    De raad is niet gebonden aan een referendumuitspraak.

Hoofdstuk 4. Advisering en toezicht; de Referendumcommissie

Artikel 10 Referendumcommissie

  • 1.

    De raad kan zich o.a. bij het vaststellen van de vraagstelling laten adviseren door een (ad hoc-) commissie.

  • 2.

    De raad stelt deze commissie in en benoemt en ontslaat haar leden.

Hoofdstuk 5. Straf- en slotbepalingen

Artikel 11 Strafsanctie

Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraftdegene die:

  • a.

    een volmachtbewijs, oproepingskaart of kiezerspas namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door een ander te doen gebruiken;

  • b.

    een volmachtbewijs, oproepingskaart of kiezerspas die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door een ander doet gebruiken, dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door een ander te doen gebruiken, in voorraad heeft;

  • c.

    een volmachtbewijs, oproepingskaart of kiezerspas voorhanden heeft met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door een ander te doen gebruiken;

  • d.

    als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van haar bekendmaking.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Referendumverordening Lelystad.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 15 december 2015

Lelystad, 15 december 2015.

De raad van de gemeente Lelystad,

de griffier, de voorzitter,