Organisatie | Meerssen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Meerssen 2016 |
Citeertitel | Verordening Toeristenbelasting Meerssen 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 17-12-2015 | Onbekend. |
De Raad van de gemeente Meerssen:
Gezien het voorstel van het college de dato 17 november 2015 strekkende tot vaststelling van een nieuwe verordening toeristenbelasting:
Gelet op artikel 224 van de Gemeentewet:
Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Meerssen 2016.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
NIET BEROEPSMATIG VERHUURDE RUIMTEN:
woningen en andere verblijven of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden.
Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie - onderkomens, mobielekampeeronderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
Van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Vreemdelingenwet, die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen onherroepelijke beslissing is genomen, van degene die een asielverzoek heeft ingediend waarop negatief is beslist en een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10 en 15 van voornoemde Wet een verblijfsvergunning heeft, voor zover deze personen verblijf houden in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid van het ZBO Centrale Opvang Asielzoekers.
De belastingplichtige aan wie niet binnen een maand na afloop van elk in artikel 7 genoemde belastingtijdvak een aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die maand bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet deaanslag worden betaald:
In afwijking van het eerste lid, onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990.
Artikel 12 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.