| TARIEVENTABEL LEGESVERORDENING | 2016 |
| | |
I | BESCHEIDEN ALGEMEEN | |
| | |
1. | a. | Voor gedrukte of gekopieerde stukken, per bladzijde: | € 0,20 |
| b. | per fotokopie, per afdruk: | € 0,20 |
| c. | voor geschreven of getypte stukken, per bladzijde, een en
ander voor zover deze stukken in deze verordening of in een
andere belastingverordening van de gemeente dan wel in
andere rechtsregels niet afzonderlijk zijn genomen: | € 2,95 |
2. | Ongekleurde kaarten en tekeningen dan wel kopieën of
lichtdrukken daarvan, een en ander voor zover deze stukken
in deze verordening of in een andere belastingverordening
van deze gemeente dan wel in andere rechtsregels niet
afzonderlijk zijn genoemd, per kaart, tekening, lichtdruk of
kopie: | |
| a. | In formaat A4 of kleiner: | € 1,60 |
| b. | In formaat groter dan A4: | € 1,35 |
| | vermeerderd met: voor elke 1.000 cm2 of gedeelte
daarvan waarmede de oppervlakte van de kaart, tekening,
lichtdruk of kopie de 1.000 m2 te boven
gaat: | € 4,60 |
| c. | voor een jaarabonnement op de raadsstukken: | € 86,10 |
| d. | voor een jaarabonnement op de afsprakenlijst van
raadscommissies: | € 16,80 |
| | |
II | OUD EN NIEUW ARCHIEF | |
| | |
1. | Afbeeldingen, afschriften van of uittreksels uit de in het
archief berustende stukken van vóór 1700, per bladzijde of
gedeelte daarvan: | € 11,60 |
2. | Idem van het jaar 1700 of daarna per bladzijde of gedeelte
daarvan: | € 7,65 |
3. | Nasporing door ambtenaren van het gemeentearchief, ongeacht
het resultaat daarvan, per daaraan besteed kwartier of een
gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze stukken niet
afzonderlijk en met name genoemd in een andere
belastingverordening van deze gemeente dan wel in andere
rechtsregels zijn genoemd: | € 5,50 |
| | |
III | STRAFVERORDENINGEN | | |
| | | |
1. | Een exemplaar van een strafverordening: | € 17,50 |
2. | Aanvullingen van de onder 1 genoemde verordening, per bladzijde: | € 1,50 |
| | |
IV | BURGERLIJKE STAND | |
| | |
1. | Uittreksel en/of afschrift van de burgerlijke stand. | € 12,80 |
2. | Voor de afgifte van een lijkenpas of voor de afgifte van een
verklaring van uitstel begraven/cremeren | € 11,70 |
| | |
| Huwelijksvoltrekking | |
| Voor het voltrekken van huwelijken op andere tijd en wijze
dan op grond van artikel 4 van de Wet van 23 april 1879,
Stb. nr. 72 (Legeswet 1879), sedertdien gewijzigd, voor
kosteloze voltrekking zijn bepaald, bedragen de leges: | |
1. | Bij voltrekking van het huwelijk in het huis der gemeente
met een maximale tijdsduur van één uur op: | |
| a. | maandag tot en met vrijdag: | € 268,90 |
| b. | zaterdag: | € 918,05 |
2. | Verklaring van huwelijksbevoegdheid: | € 22,80 |
3. | Bij het voltrekken van huwelijken in het Prinsehuis en de
Raadzaal boven het normaal verschuldigde bedrag als onder 1
bedoeld: | € 58,95 |
4. | a. | voor het voltrekken van huwelijken op een andere locatie,
niet zijnde het prinsenhuis, de raadzaal of de moderne
trouwkamer aan de Oostzanddijk 26, boven het normaal
verschuldigde bedrag als bedoeld onder 1 en 3: | € 169,35 |
| b. | voor het voltrekken van huwelijken op een varend
passagiersschip, boven het normaal verschuldigde bedrag als
bedoeld onder 1 en 3: | € 345,05 |
5. | a. | het tarief voor de afgifte van een trouwboekje (kunststof)
bedraagt: | € 22,15 |
| b. | het tarief voor de afgifte van een trouwboekje (voorzien van
afbeelding Prinsehuis) bedraagt: | € 34,90 |
| c. | het tarief voor de afgifte van een trouwboekje (leder)
bedraagt: | € 52,80 |
6. | Voor het optreden als getuige bij een huwelijk van een in
functie zijnde medewerker der gemeentesecretarie wordt per
getuige een bedrag in rekening gebracht van: | € 17,75 |
7. | Het tarief voor de éénmalige aanwijzing en de verlenging van
een aanwijzing van een huwelijkslocatie bedraagt: | € 225,80 |
8. | Voor het voltrekken van een kosteloos geregistreerd
partnerschap in het gemeente-huis, in een kamer voor
maximaal 8 personen, met een maximale tijdsduur van vijftien
minuten, met uitzondering van bijzondere feestdagen
aanvangend op maandagmorgen en dinsdagmorgen om 09.00 uur en
om 09.30 uur op grond van de wet van 23 april 1897 (Legeswet
1879), bedragen de leges: | nihil |
| | |
| Voor het registreren van partnerschappen op andere tijd en
wijze dan op grond van artikel 4 van de Wet van 23 april
1879, Stb. nr. 72 (Legeswet 1879), sedertdien gewijzigd,
voor kosteloze registratie zijn bepaald, bedragen de leges
als volgt: | |
1. | Bij registratie van het partnerschap in het huis van de
gemeente met een maximale tijdsduur van één uur op: | |
| a. | maandag tot en met vrijdag: | € 268,90 |
| b. | zaterdag: | € 918,05 |
2. | Bij de registratie van partnerschappen in het Prinsehuis en
de Raadzaal boven het normaal verschuldigde bedrag als onder
1 bedoeld: | € 58,95 |
3. | Voor het registreren van een partnerschap op een andere
locatie, niet zijnde het Prinsenhuis, de Raadzaal of de
moderne trouwkamer aan de Oostzanddijk 26, boven het normaal
verschuldigde bedrag als bedoeld onder 1 en 2: | € 169,35 |
| Voor het registreren van een partnerschap op een varend
passagiersschip, boven het normaal verschuldigde bedrag als
bedoeld onder 1 en 2: | € 345,05 |
4. | a. | het tarief voor de afgifte van een partnerschapboekje
(kunststof) bedraagt: | € 22,15 |
| b. | het tarief voor de afgifte van een partnerschapboekje
(voorzien van afbeelding Prinsehuis) bedraagt: | € 34,90 |
| c. | het tarief voor de afgifte van een partnerschapboekje
(leder) bedraagt: | € 52,80 |
5. | Voor het optreden als getuige bij een
partnerschapregistratie van een in functie zijnde medewerker
der gemeentesecretarie wordt per getuige een bedrag in
rekening gebracht van: | € 17,75 |
6. | Voor de omzetting van een huwelijk in een
partnerschapregistratie en voor de omzetting van een
partnerschapregistratie in een huwelijk wordt een bedrag in
rekening gebracht van | € 88,50 |
7. | Voor het voltrekken van kosteloze huwelijken in het
gemeentehuis, in een kamer voor maximaal 8 personen, met een
maximale tijdsduur van vijftien minuten, met uitzondering
van bijzondere feestdagen aanvangend op maandagmorgen en
dinsdagmorgen om 09.00 uur en om 09.30 uur op grond van de
wet van 23 april 1897 (Legeswet 1879), bedragen de
leges: | nihil |
| | |
V | VERSTREKKINGEN UIT DE BASISREGISSTRATIE
PERSONEN | |
| | |
1. | Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van
de onderdelen 3 en 4, wordt onder één verstrekking verstaan
één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de
basisregisstratie personen moet worden geraadpleegd. | |
2. | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag: | |
| a. | tot het verstrekken van gegevens per verstrekking: aan de
balie | € 8,20 |
| | tot het verstrekken van gegevens per verstrekking: via
digitaal loket | € 4,05 |
| b. | tot het verstrekken van gegevens per verstrekking
(Internationaal model): aan de balie | € 10,05 |
| | tot het verstrekken van gegevens per verstrekking
(Internationaal model): via digitaal loket | € 5,35 |
| c. | tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van
gegevens gedurende de periode van één jaar: | |
| | 1.voor 25 verstrekkingen: | € 145,80 |
| | 2.voor 100 verstrekkingen: | € 460,85 |
| | 3.voor 500 verstrekkingen: | € 1.948,30 |
| | 4.voor 1000 verstrekkingen: | € 3.500,00 |
3. | Voor de toepassing van onderdeel 4a wordt onder één
verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één
persoon die niet zijn opgenomen in de basisregisstratie
personen. | |
4. | Het tarief bedraagt ter zake het in behandeling nemen van
een aanvraag: | |
| a. | tot het verstrekken van gegevens per verstrekking: | € 8,20 |
| b. | tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van
gegevens gedurende de periode van één jaar | |
| | 1.voor 25 verstrekkingen: | € 145,80 |
| | 2.voor 100 verstrekkingen: | € 460,85 |
| | 3.voor 500 verstrekkingen: | € 1.948,30 |
| | 4.voor 1000 verstrekkingen: | € 3.500,00 |
| | |
VI | LEGALISERING EN VERKLARINGEN OMTRENT
PERSONEN | |
| | |
1. | a. | Legaliseren handtekening: | € 9,30 |
| b. | het ter legalisering zenden van stukken naar een andere
gemeente in Nederland, in het persoonlijk belang van de
aanvrager: | € 9,30 |
| c. | het waarmerken van een diploma dan wel getuigschrift: | € 9,30 |
2. | Verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap: aan de
balie | € 9,30 |
| Verstrekken van een bewijs van Nederlanderschap: via
digitaal loket | € 5,35 |
3. | a. | afgeven van een verklaring omtrent het gedrag van
personen: | Rijkstarief |
| b. | een attestatie de vita: aan de balie | € 9,30 |
| | een attestatie de vita: via digitaal loket | € 5,35 |
| | |
VII | REISDOCUMENTEN | |
| | |
1.2 | Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten
behoeve van een aanvraag: | |
1.2.1 | van een nationaal paspoort: | |
1.2.1.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar
of ouder is | € 64,40 |
1.2.1.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 51,20 |
1.2.2 | van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden
bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in
onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): | |
1.2.2.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar
of ouder is | € 64,40 |
1.2.2.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 51,20 |
1.2.3 | van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op
grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als
Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): | |
1.2.3.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar
of ouder is | € 64,40 |
1.2.3.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 51,20 |
1.2.4 | van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument
voor vreemdelingen | € 51,20 |
1.2.5 | van een Nederlandse identiteitskaart: | |
1.2.5.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar
of ouder is | € 50,40 |
1.2.5.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € 28,45 |
1.2.6 | voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en
met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde
leges vermeerderd met een bedrag van | € 47,30 |
1.2.7 | voor het verstrekken van een omslag voor een Nederlandse
identiteitskaart | € 1,95 |
| | |
VIII | VERMAKELIJKHEDEN | |
| | |
1. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een
evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid van de
Algemene Plaatselijke Verordening (evenementenvergunning),
indien het betreft: | |
| a. | een grootschalig evenement of een evenement met een verhoogd
risicoprofiel | € 105,85 |
| b. | een braderie, een optocht, niet zijnde een betoging, op de
weg, een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de
weg. | € 37,00 |
| c. | verklaring van geen bezwaar | € 26,40 |
| d. | een klein evenement dat niet voldoet aan de eisen als
bedoeld in artikel 2:25, tweede lid van de Algemene
Plaatselijke Verordening | nihil |
2. | Vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de
kansspelen: | |
| a. | indien de waarde van de prijzen niet meer dan € 140,00
bedraagt: | € 5,40 |
| b. | indien de waarde van de prijzen meer dan € 140,00
bedraagt: | € 10,60 |
3. | Voor een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b,
30c en 30d van de Wet op de kansspelen, geldt het tarief
zoals opgenomen in het Speelautomatenbesluit | |
| | | |
IX | DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING/
OMGEVINGSVERGUNNING | |
| | |
1. | Begripsomschrijvingen | |
| Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder | |
| a. | aanlegkosten | |
| | De aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve
Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor
het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een
raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet
inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of
gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze
titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een
derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald
voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag
betrekking heeft; | |
| b. | bouwkosten | |
| | de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve
Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989),
voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt
een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting,
bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit
normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het
bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid
geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de
prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten
worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk
waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
| c. | sloopkosten | |
| | de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve
Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor
het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een
raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet
inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door
zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder
sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het
economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen
van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
| d. | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | |
1.1 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn
omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens
de Wabo bedoeld. | |
1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de
Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op
activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander
wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde
betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |
2. | Vooroverleg/beoordeling
conceptaanvraag/principeverzoek | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag: | |
2.1 | voor principeverzoeken met bouwkosten minder dan €
5.000 | € 252,15 |
2.2 | voor principeverzoeken met bouwkosten hoger dan € 5.000 | € 504,40 |
2.3 | om beoordeling van een conceptaanvraag om een
omgevingsvergunning: | 50 % |
| van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om
een omgevingsvergunning voor het project zouden worden
vastgesteld. | |
3. | Omgevingsvergunning | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som
van de verschuldigde leges voor de verschillende
activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of
gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft
en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in
verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend
naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit
hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de
vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere
grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
3.1. | Bouwactiviteiten | |
3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief 1,5%
van de bouwkosten met een maximaal tarief van € 15.000,00 | |
| Aangevuld met een vast bedrag van | € 111,05 |
| Welstandstoets | |
3.1.2 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwactiviteit
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo
en toetsing aan de welstandscriteria als bedoeld in artikel
12a van de Woningwet moet plaatsvinden wordt, indien
hierover het advies van de welstandscommissie behoeft te
worden ingewonnen, het overeenkomstig 3.1.1 berekende bedrag
verhoogd met: | |
3.1.2.1 | Bouwsom lager dan € 4.000,00 | € 57,05 |
3.1.2.2 | Bouwsom € 4.000,00 - € 25.000,00 | € 52,90 |
| Vermeerderd met 2 ‰ van de bouwkosten | |
3.1.2.3 | Bouwsom € 25.000,00 - € 120.000,00 | € 79,85 |
| Vermeerderd met 1,1 ‰ van de bouwkosten | |
3.1.2.4 | Bouwsom € 120.000,00 - € 230.000,00 | € 127,65 |
| Vermeerderd met 1,1 ‰ van de bouwkosten | |
3.1.2.5 | Bouwsom € 230.000,00 - € 455.000,00 | € 271,90 |
| Vermeerderd met 0,6 ‰ van de bouwkosten | |
3.1.2.6 | Bouwsom vanaf € 455.000,00 en hoger | € 512,70 |
| Vermeerderd met 0,25 ‰ van de bouwkosten | |
3.1.2.7 | Adviezen betreffende reclames, kosten per advies | € 57,05 |
3.1.2.8 | Indien een conceptaanvraag niet wordt gevolg door een
aanvraag bouwvergunning, bedragen de kosten | € 103,75 |
3.1.2.9 | Over bovenstaande bedragen wordt door de stichting Dorp,
Stad en Land BTW berekend, welke bij de aanvrager in
rekening wordt gebracht. Daarnaast zullen de welstandleges
naar boven worden afgerond op € 5,00 | |
3.1.2.10 | De leges zullen worden berekend tot een bereikt maximum van
de bouwkosten ad € 20.000000,00 | |
| Verplicht advies agrarische
commissie | |
3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het
tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in
dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische
commissie nodig is en wordt beoordeeld: | € 1.168,50 |
| Achteraf ingediende aanvraag | |
3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het
tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt
ingediend na aanvang of gereedkomen van de
bouwactiviteit: | 50 % |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges | |
| Beoordeling aanvullende gegevens | |
3.1.5 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het
tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende
gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel
bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: | € 80,90 |
3.2 | Planologisch strijdig gebruik waarbij TEVENS sprake is
van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder
a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het
bepaalde in onderdeel 3.1: | |
3.2.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 264,60 |
| van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde
bedrag; | |
3.2.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 264,60 |
| van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde
bedrag; | |
3.2.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 529,25 |
| van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde
bedrag; | |
3.2.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking): | € 264,60 |
| van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde
bedrag; | |
3.2.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 264,60 |
| van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde
bedrag; | |
3.2.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € 529,25 |
| van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde
bedrag; | |
3.2.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | 30 % |
| van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde
bedrag; | |
3.2.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | 20 % |
| van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde
bedrag. | |
3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij GEEN sprake is
van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 264,60 |
3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 264,60 |
3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 529,25 |
3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
(tijdelijke afwijking) | € 264,60 |
3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 264,60 |
3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € 529,25 |
3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 529,25 |
3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 264,60 |
3.4. | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot
brandveiligheid | |
3.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief voor het
verlenen van een gebruiksvergunning ingevolge artikel 2.11.1
van het besluit brandveilig gebruik bouwwerken: | € 166,50 |
3.4.1.1 | met dien verstande dat dit basisbedrag, afhankelijk van de
| |
| vloeroppervlakte van het bouwwerk, wordt verhoogd met: | |
3.4.1.2 | voor oppervlakten 0-100m² | € 162,95 |
3.4.1.3 | voor oppervlakten 101-500m² | € 204,45 |
| vermeerderd per m² met | € 1,35 |
3.4.1.4 | voor oppervlakten van 501-1.000m² | € 466,00 |
| vermeerderd per m² met | € 0,90 |
3.4.1.5 | voor oppervlakten van 1.001-5.000m² | € 1.459,70 |
| vermeerderd per m² met | € 0,15 |
3.4.1.6 | voor oppervlakten van 5.001-50.000m² | € 2.217,05 |
| vermeerderd per m² met | € 0,03 |
3.4.1.7 | voor oppervlakten groter dan 50.000 m² | € 2.975,75 |
| vermeerderd per m² met | € 0,02 |
3.5 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of
beschermde stads- of dorpsgezichten | |
3.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd
monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f,
van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een
krachtens provinciale verordening of de
monumentenverordening 2007 Gemeente Hellevoetsluis
aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale
verordening of artikel 10, van die gemeentelijke verordening
een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het
tarief: | |
3.5.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht
wijzigen van een monument: | € 264,60 |
3.5.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een
monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in
gevaar gebracht: | € 264,60 |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads-
of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een
krachtens provinciale verordening of de
monumentenverordening 2007 Gemeente Hellevoetsluis
aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die
provinciale verordening of artikel 22 van die gemeentelijke
verordening een vergunning of ontheffing is vereist,
bedraagt het tarief: | € 264,60 |
3.6 | Aanleggen of veranderen weg | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in
de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een
bepaling in een provinciale verordening of artikel 11 van de
Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en
eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 129,70 |
3.7 | Uitweg/inrit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het
gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in
een provinciale verordening of artikel 12 van de Algemene
plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is
vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en
onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 129,70 |
3.8 | Kappen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor
op grond van een bepaling in een provinciale verordening of
artikel 4.10a van de Algemene plaatselijke verordening een
vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | € 0,00 |
3.9 | Projecten of handelingen in het kader van de
Natuurbeschermingswet 1998 | |
3.9.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die
schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de
natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of
planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de
Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | € 163,45 |
3.9.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen
met gevolgen voor habitats en soorten in een door de
minister van Economische Zaken aangewezen gebied als bedoeld
in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet
1998 | € 163,45 |
3.10 | Handelingen in het kader van de Flora- en
Faunawet | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75,
derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is,
bedraagt het tarief | € 163,45 |
3.11 | Andere activiteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het verrichten van een andere activiteit of
handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk
bedoeld en die activiteit of handeling: | |
3.11.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen
zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 163,45 |
3.11.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke
verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie
activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke
leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de
Wabo, bedraagt het tarief: | |
3.11.3 | als het een gemeentelijke verordening betreft | € 163,45 |
3.11.4 | als het een provinciale of waterschapsverordening
betreft | € 163,45 |
3.12 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in
twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste
lid, Wabo, bedraagt het tarief: | |
3.12.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de
eerste fase betrekking heeft; | |
3.12.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de
tweede fase betrekking heeft. | |
3.13 | Beoordeling rapport | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens
wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde
aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | |
3.13.1 | voor de beoordeling van een historisch bodemonderzoek zonder
bodembedreigende handelingen | € 126,10 |
3.13.1.1 | voor de beoordeling van een historische toets | € 126,10 |
3.13.2 | voor de beoordeling van een historisch en verkennend
bodemonderzoek | € 210,15 |
3.13.3 | voor de beoordeling van een nader bodemonderzoek | € 210,15 |
3.13.4 | voor onderzoek archeologie bij overschrijding van de
archeologische waardenkaart | € 363,30 |
3.13.5 | voor de beoordeling van een archeologisch rapport | € 726,55 |
3.13.6 | voor de beoordeling van een geluidrapport | € 277,65 |
3.13.7 | voor het in behandeling nemen van een procedureverzoek
hogere grenswaarden in het kader van artikel 110a Wet
geluidhinder juncto artikel 83, lid 1 en 2 | € 333,10 |
3.13.8 | voor het beoordelen van een luchtkwaliteitsrapport | € 277,65 |
3.14 | Advies | |
3.14.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke
verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie
advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van
de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning,
als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het
bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van
de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager
meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het
college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
3.14.2 | Indien een begroting als bedoeld in 3.16.1 is uitgebracht,
wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
3.15 | Verklaring van geen bedenkingen | |
3.15.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen
bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet
afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend,
als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
3.15.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen
moet afgeven: | € 182,10 |
3.15.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan
het in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
3.15.1.3 | Indien een begroting als bedoeld in 3.16.1.2 is uitgebracht,
wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
4. | Vermindering | |
4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is
voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling
van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop
de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter
zake van het vooroverleg of de beoordeling van de
conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de
leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de
omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. | |
4.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op
vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel
in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen
als bedoeld in de onderdelen 3.15 en 3.16. De vermindering
bedraagt: | |
4.2.1 | bij 5 tot 10 activiteiten: | 2 % |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | |
4.2.2 | bij 10 tot 15 activiteiten: | 3 % |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | |
4.2.3 | bij 15 of meer activiteiten: | 5 % |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges. | |
5. | Teruggaaf | |
5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking AANVRAAG
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning
voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit
bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de
onderdelen 3.1, 3.2, 3.5 en 3.6, intrekt terwijl deze reeds
in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat
aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De
teruggaaf bedraagt: | |
5.1.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van
4 weken na het in behandeling nemen ervan | 75 % |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges; | |
5.1.2 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8
weken na het in behandeling nemen ervan | 50 % |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges; | |
5.1.3 | indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken en binnen 26
weken na het in behandeling nemen ervan | 40 % |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges. | |
5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking VERLEENDE
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | |
| Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een
project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-,
aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen
3.1, 3.2, 3.5 en 3.6, intrekt op aanvraag van de
vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een
deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12
maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning
geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | 25 % |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges. | |
5.3 | Teruggaaf als gevolg van het WEIGEREN van een
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | |
5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat
geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2, 3.5
of 3.6 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel
van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 40 % |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges. | |
5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 5.3.1 wordt mede
verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de
vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | |
5.4 | Minimumbedrag voor teruggaaf | |
| Een bedrag minder dan € 300 wordt niet teruggegeven. | |
5.5 | Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen
bedenkingen | |
| Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 3.15 en
3.16 wordt geen teruggaaf verleend. | |
6. | Intrekken omgevingsvergunning | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid,
onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 5.2 van toepassing
is: | € 162,95 |
7. | Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging
project | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als
gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe
wijziging in het project: | € 80,90 |
8. | Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | |
8.1 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel
3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening, zal een
bedrag in rekening worden gebracht dat voorafgaand aan het
in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de verzoeker medegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
8.2 | voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6,
eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening, zal
een bedrag in rekening worden gebracht dat voorafgaand aan
het in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de verzoeker medegedeelde kosten,
blijkend uit een begroting die door het college van
burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
9. | Sloopmelding | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1 van de
Bouwverordening | € 44,05 |
10. | In deze titel niet benoemde beschikking | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde
beschikking: | € 162,95 |
| | |
| | |
X | VERKEER EN VERVOER | |
| | |
1. | a. | Voor de afgifte of vernieuwing dan wel voor het behandelen
van een aanvraag tot omwisseling van een rijbewijs bedraagt
het tarief: | € 38,95 |
| b. | de tarieven worden bij een spoedlevering
vermeerderd met een bedrag van: | € 34,50 |
2. | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een
parkeervergunning, als bedoeld in de Parkeerverordening
2001. | € 31,25 |
3. | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing
van artikel 149, eerste lid onder d van de Wegenverkeerswet
of artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en
Verkeerstekens 1990 bedraagt het tarief | € 31,25 |
4. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een
gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het
Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer
(BABW): | € 26,40 |
5. | Het tarief bedraagt voor het toekennen van een
persoonsgebonden gehandicaptenparkeerplaats: | € 297,50 |
6. | Het tarief bedraagt voor het wijzigen van onderbord met
kenteken voor een persoonsgebonden gehandicaptenparkeerplaats: | € 85,70 |
7. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het | € 26,40 |
8. | verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart: Voor het
verstrekken van een omslag voor een rijbewijs: | € 1,95 |
| | |
XI | BESCHIKKINGEN, BEGROTING EN REKENING EN
BOUWVERORDENING | |
| | |
| Voor het afgeven van een gunstige beschikking op
verzoekschriften, van een vergunning of een ontheffing dan
wel van elk ander stuk in het persoonlijk belang van de
aanvrager opgemaakt, voor zover deze stukken niet
afzonderlijk en met name in de volgende punten van deze
tarieven lijst zijn genoemd of in een andere
belastingverordening van deze gemeente of andere
rechtsregels zijn genoemd, per beschikking: | € 3,65 |
| a. | een exemplaar van de bouwverordening: | € 76,55 |
| b. | het statistisch jaarboek bevolkingscijfers: | € 23,50 |
| | |
XII | WONEN | |
| | |
1. | Voor het afgeven van een onttrekkingsvergunning, als bedoeld
in paragraaf 3.2. van de Huisvestingsverordening stadsregio
Rotterdam 2006: | € 155,70 |
2. | Voor het afgeven van een splitsingsvergunning, als bedoeld
in paragraaf 3.2. van de Huisvestingsverordening stadsregio
Rotterdam 2006: | € 155,70 |
3. | Voor het afgeven van een vergunning tijdelijke verhuur, als
bedoeld in hoofdstuk 5 van de Leegstandswet: | € 155,70 |
4. | Voor het verlengen van een vergunning tijdelijke verhuur,
als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Leegstandswet: | € 51,85 |
XIII | WINKELTIJDENWET | |
| | |
| Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag: | |
1. | 1. | voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet
(Stb. 1996, 182) of het Vrijstellingenbesluit
Winkeltijdenwet (Stb. 1996, 183): | € 6,35 |
| 2. | tot het verlenen van toestemming om een in de vorige
onderdelen bedoelde ontheffing over te dragen aan een
ander: | € 6,35 |
| 3. | tot het intrekken of wijzigen van een in de vorige
onderdelen bedoelde ontheffing: | € 6,35 |
| | |
XIV | WEEKMARKT | |
| | |
| Voor het inschrijven op de wachtlijst voor de
weekmarkt: | € 8,30 |
| | |
XV | DRANK- EN HORECAWET | |
| | |
1. | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de
Drank- en Horecawet: | € 114,90 |
2. | Voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in
artikel 30 van de Drank- en Horecawet: | € 50,00 |
3. | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a,
tweede lid, van de Drank- en Horecawet: | € 21,65 |
4. | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als
bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet: | € 21,65 |
| | |
XVI | MILIEU | |
| | |
1. | Voor een publicatie ingevolge de ontgrondingenwet c.q.
Ontgrondingenverordeningen Zuid-Holland: | € 163,20 |
2. | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag
Vuurwerkverkoopvergunning op grond van artikel 2:72 van de
APV: | € 145,80 |
| | |
XVII | EXPLOITATIEVERGUNNINGEN | |
| | |
1. | Een vergunning voor het exploiteren van een horecabedrijf
als bedoeld in artikel 2.28 van de Algemene Plaatselijke
Verordening: | € 175,70 |
2. | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het
wijzigen van in de bijlage(n) van de exploitatievergunning
genoemde gegevens, niet zijnde een wijziging van de locatie
of ondernemingsvorm: | € 50,00 |
3. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verlenen van een ontheffing van de
sluitingstijd voor een horecabedrijf als bedoeld in artikel
2:29, eerste lid, van de Algemene plaatselijke
Verordening: | € 21,65 |
4. | Vergunning voor het exploiteren van een seksinrichting als
bedoeld in artikel 3.4 van de Algemene Plaatselijke
Verordening: | |
| a. | voor escortbureaus; | € 87,75 |
| b. | voor privé-huis. | € 175,70 |
| | |
XVIII | KABELS EN LEIDINGEN | |
| | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag in verband met het verkrijgen van een
instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene Verordening
Ondergrondse Infrastructuren (AVOI), omtrent plaats,
tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden: | |
1. | indien het betreft tracés vanaf 25 tot 250 m¹ | € 353,06 |
2. | indien het betreft tracés vanaf 250 tot 1000 m¹ | € 552,17 |
3. | indien het betreft tracés vanaf 1000 tot 2500 m¹ | € 741,35 |
4. | indien het betreft tracés vanaf 2500 m¹ | obv een begroting |
5. | Indien een begroting als bedoeld in 1.18.1.4 is uitgebracht,
wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de
uitgebrachte begroting is geaccordeerd door de
netbeheerder. | |
6. | Indien het betreft het in behandeling nemen van een
storings- of graafmelding tot 25 m¹: | € 175,57 |
7. | Indien er met betrekking tot een aanvraag overleg moet
plaatsvinden tussen de gemeente en de netbeheerder of de
gemeente, andere beheerders van openbare gronden en de
netbeheerder, wordt het in 1.18.1 genoemde bedrag per
overleg verhoogd met: | € 289,15 |
8. | Als met betrekking tot een aanvraag onderzoek naar de status
van de kabel en/of leiding plaatsvindt, wordt het in 1.18.1
genoemde bedrag verhoogd met de voorafgaand aan het in
behandeling nemen van de aanvraag aan de netbeheerder
meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake
door het college van burgemeester en wethouders is
opgesteld. | |
9. | Indien een begroting als bedoeld in 1.18.4 is uitgebracht,
wordt een aanvraag pas in behandeling genomen nadat de
uitgebrachte begroting is geaccordeerd. | |
| | |
XIX | DIVERSEN | |
| | |
| Het tarief bedraagt ter zake voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een
ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor
zover daarvoor niet elders in deze tabel een tarief is
opgenomen: | € 114,90 |