Organisatie | GGD IJsselland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Arbeidsvoorwaardenregeling GGD IJsselland ter aanvulling op de CAR-UWO |
Citeertitel | Arbeidsvoorwaardenregeling GGD IJsselland ter aanvulling op de CAR-UWO |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Onbekend.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-01-2016 | nieuwe regeling | 17-12-2015 | Onbekend. |
Artikel 3:4:0:2 Voorwaarden extra periodieke salarisverhoging
Het dagelijks bestuur kan aan een ambtenaar een extra periodieke salarisverhoging, naast de periodieke salarisverhoging zoals bedoeld in artikel 3:4 lid 1, toekennen. Dit is mogelijk als de ambtenaar langer dan één jaar bovengemiddeld functioneert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke motivatie van de leidinggevende.
Artikel 3:4:0:3 Vaste verhogingsdatum
De periodieke salarisverhoging, zoals bedoeld in artikel 3:4 lid 4, wordt jaarlijks toegekend metingang van de maand april tenzij andere afspraken zijn gemaakt in een Sociaal Plan.
Ambtenaren die vanuit Carinova en Icare zijn overgekomen kennen een afwijkendePeriodiekdatum op grond van een Sociaal Convenant. Deze afwijkende periodiekdatum wordtgehandhaafd in een uitsterfconstructie. Op het moment dat een ambtenaar naar een hogerefunctieschaal gaat, verandert de vaste periodieke verhogingsdatum naar april.
Artikel 3:8:0:1 Uitwerking functioneringstoelage
De leidinggevende kan, na akkoord van de directeur Publieke Gezondheid, een ambtenaar voordragen voor een functioneringstoelage. De voordracht bevat een schriftelijke motivatie waaruit blijkt dat ambtenaar aan, de in artikel 3:8 lid 1 genoemde voorwaarden, voldoet. Het dagelijks bestuur kan op basis van deze motivatie de functioneringstoelage toekennen.
Artikel 3:13:0:1 Uitwerking toelage beschikbaarheidsdienst
De ambtenaar die als arts werkzaam is en op wie de verplichting rust zich buiten de voor hem geplande werktijden ter beschikking te houden ten behoeve van geneeskundige taken, heeft aanspraak op een afwijkende toelage beschikbaarheidsdienst. De toelage bedraagt 6% van het maximum van schaal 12 en is berekend op basis van het aantal personen in het rooster conform tabel 2 uit bijlage IId.
Bij vervanging door ziekte of uitval kan de ambtenaar de gemaakte beschikbaarheidsdiensten declareren, indien ruilen op een ander moment niet lukt. Bij ziekte of uitval van een van de ambtenaren in het rooster, langer dan 6 weken, wordt de maandelijkse vergoeding tijdelijk aangepast aan het aantal personen in het rooster. Indien de zieke of uitgevallen ambtenaar weer zijn beschikbaarheidsdiensten draait, wordt de maandelijkse vergoeding opnieuw aangepast.
Artikel 3:13:0:2 Toelage beschikbaarheidsdienst forensisch geneeskundige taken
Zodra de forensisch geneeskundige een melding via een pager of mobiele telefoon krijgt en buiten de reguliere werktijd werkzaamheden verricht, begint de werktijd. De werktijd wordt na beëindiging van de werkzaamheden afgerond op 15 minuten. Gedurende deze werktijd kan geen aanspraak gemaakt worden op de toelage beschikbaarheidsdienst.
Artikel 3:21:0:1 Uitwerking Reis- en verblijfkosten
De ambtenaar ontvangt een vergoeding conform de Reisregeling Binnenland en de ReisregelingBuitenland.
In de CAR-UWO is afgesproken dat iedere ambtenaar recht heeft op 158,4 uur vakantie. GGD IJsselland had voor 2016 7,2 uur extra vakantie. Met ingang van 1 januari 2016 zijn de lokale feestdagen, Goede Vrijdag en 5 mei, vervallen. In de plaats daar van heeft iedere ambtenaar, bij een arbeidsduur van 36 uur, 14,4 uur extra vakantie toegekend gekregen. Tevens is het leeftijdsverlof met ingang van 1 januari 2016 vervallen. Daarvoor in de plaats krijgt iedere ambtenaar naar rato 14,4 uur extra vakantie. Het leeftijdsverlof van ambtenaren, peildatum 31 december 2015, wordt bevroren. Indien het totaal aan verlof op 31 december 2015 hoger was, dan het nieuwe aantal vakantie-uren, dan wordt het meerdere als garantie toegekend.
Het totaal aantal vakantie-uren (behoudens eventueel het garantieverlof) is dan opgebouwd uit: 158,4 uur conform CAR-UWO + 7,2 uur extra vakantie conform verlofregeling GGD IJsselland (2014) + 14,4 uur ter compensatie van het vervallen van lokale feestdagen + 14,4 uur ter compensatie van het vervallen van het leeftijdsverlof.
Hoofdstuk 10d Van werk naar werk aanpak
Artikel 10d:28:0:1 Werkingssfeer
Dit hoofdstuk, artikel 10d:28:0:1 tot en met artikel 10d:28:0:14, is van toepassing op:
Artikel 10d:28:0:2 Begripsbepalingen
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder
re-integratiefase: de fase voorafgaand aan ontslag, waarin door middel van een re-integratieplan of een Van werk naar werk-contract afspraken worden gemaakt over de wijze waarop de re-integratie van de ambtenaar het best tot stand kan komen en hieraan uitvoering wordt gegeven met als doel werkloosheid zoveel als mogelijk is te voorkomen; deze fase wordt in geval van ontslag op grond van artikel 8:3 Van werk naar werk-traject genoemd;
Artikel 10d:28:0:5 Verplichtingen voor de medewerker
Gedurende de re-integratiefase, de periode van de aanvullende uitkering en de periode van de nawettelijke uitkering, gelden voor de medewerker de verplichtingen die zijn opgenomen in de nadere bijlage, bedoeld in artikel 10d:28:0:4, vijfde lid. In het individuele re-integratieplan kunnen aanvullende verplichtingen worden opgenomen.
Indien binnen één maand na de oplegging van een sanctie een verplichting niet of niet behoorlijk wordt nagekomen, wordt de sanctie voor het nieuwe feit in percentage en tijd verdubbeld, met inachtneming van het bepaalde in artikel 10d:28:0:6, vijfde lid, artikel 10d:28:0:7, vijfde lid en artikel 10d:28:0:8, vijfde lid.
Indien sprake is van het niet nakomen van meer dan één verplichting en het niet nakomen van deze verplichtingen voortkomt uit één oorzaak, wordt slechts één sanctie opgelegd. Wanneer de niet nagekomen verplichtingen behoren tot verschillende categorieën wordt de sanctie voor de hoogste categorie toegepast.
Artikel 10d:28:0:12 Paritaire commissie
Een paritair samengestelde commissie, conform artikel 10d:24, brengt desgevraagd een bindend advies uit in het geval dat er een geschil is ontstaan.
Hoofdstuk 17 Opleiding en ontwikkeling
Artikel 17:4:0:1 Begripsbepalingen
Voor toepassing van artikel 17:4:0:1 tot en met 17:4:0:6 wordt verstaan onder:
Artikel 17:4:0:2 Studiefaciliteiten
Aan de ambtenaar die een functiegerichte opleiding volgt, worden de volgende faciliteitentoegekend:
Verlof ten behoeve van contact- en reisuren voor 100%. Indien deze contacturen op dagen vallen dat de ambtenaar normaal gesproken (conform jaarplanning) of volgens rooster niet werkt, dan kan de ambtenaar deze uren op een ander moment compenseren. Voor deze contacturen kan geen overwerk- of buitendagvenstervergoeding gedeclareerd worden. Alle uren die niet vallen onder de contact- of reisuren, worden niet gecompenseerd;
Het dagelijks bestuur kent aan de ambtenaar die een loopbaangerichte opleiding volgt, afhankelijk van de beschikbare capaciteit en het budget, de volgende faciliteiten toe:
Bij een hoog organisatiebelang:
Verlof ten behoeve van contacturen voor maximaal 100%. Indien deze contacturen op dagen vallen dat de ambtenaar normaal gesproken (conform jaarplanning) of volgens rooster niet werkt, dan kan de ambtenaar deze uren op een ander moment compenseren. Voor deze contacturen kan geen overwerk- of buitendagvenstervergoeding gedeclareerd worden. Alle uren die niet vallen onder de contacturen, worden niet gecompenseerd;
Bij een laag organisatiebelang:
Verlof ten behoeve van contacturen voor maximaal 50%. Indien deze contacturen op dagen vallen dat de ambtenaar normaal gesproken (conform jaarplanning) of volgens rooster niet werkt, dan kan de ambtenaar deze uren op een ander moment compenseren. Voor deze contacturen kan geen overwerk- of buitendagvenstervergoeding gedeclareerd worden. Alle uren die niet vallen onder de contacturen, worden niet gecompenseerd;
Het dagelijks bestuur bepaalt bij loopbaangerichte opleidingen voorafgaande aan de opleiding eenmalig de mate van organisatiebelang. Als richtlijn kan gehanteerd worden dat bij gewenste door- of uitstroom van de ambtenaar het organisatiebelang hoog is. Tijdens de looptijd van de opleiding kan het dagelijks bestuur de bepaalde mate van organisatiebelang wijzigen ten gunste van de ambtenaar.
Artikel 17:4:0:3 Resultaatverplichting
De toekenning van studiefaciliteiten geeft ook verplichtingen voor de ambtenaar. De organisatieverwacht, in ruil voor de toegekende faciliteiten, dat de ambtenaar zich houdt aan de volgendeafspraken:
De huidige maatschappij ontwikkelt zich voortdurend. Onze organisatie moet op deze ontwikkelingen snel en gericht kunnen inspelen voor nu en de lange termijn. Om dit te realiseren moeten de medewerkers flexibel om kunnen gaan met de veranderende dynamiek. Een leven lang leren en ontwikkelen is hierdoor een essentiële voorwaarde geworden. De HRM-visie en de daaruit te ontwikkelen personele instrumenten bieden ondersteuning bij het realiseren van een “long-life-learning” traject.
Leren en ontwikkelen is een continu proces en gebeurt voor een belangrijk deel op de werkplek, ‘learning-on-the-job’ zelf. Deze vorm van leren is vaak effectiever dan een training of opleiding, met name wanneer het gaat om het bereiken van een gedragsverandering. In sommige gevallen is het wel wenselijk of noodzakelijk dat ontwikkelactiviteiten gevolgd worden bij een instituut. Ook kan sprake zijn dat op sommige onderdelen getoetst moet worden of een medewerker aan de (actuele) basiseisen van de functie voldoet. Op het moment dat er sprake is van een opleidings- of ontwikkelvraag, is het van belang goed te onderzoeken welke vorm van leren het beste past.
Tijdens de gesprekscyclus worden afspraken over opleidingen en ontwikkelactiviteiten gemaakt en vastgelegd. Uitgangspunt is, dat de medewerker zelf verantwoordelijk is voor zijn ontwikkeling in zijn huidige en/of toekomstige functie. De organisatie kan de medewerker daarbij ondersteunen door het bieden van faciliteiten, zoals het bieden van financiële middelen en/of tijd, afhankelijk van de mate van het organisatiebelang. Het opleidingsbeleid en –budget is bepalend voor de toekenning van studiefaciliteiten.
In artikel 17:4:0:1 t/m 17:4:0:6 zijn de faciliteiten voor het volgen van opleidingen nader omschreven. Deze zijn niet bedoeld voor opleidingen of trainingen die vereist zijn voor de uitoefening van de functie, zoals beschreven in artikel 15:1:26 CAR-UWO. Tevens is deze regeling niet bedoeld voor korte workshops of seminars. In dergelijke gevallen gaat het om maatwerk ter beoordeling van de leidinggevende.
Bijlage IId Beschikbaarheidsvergoeding
Ambtenaren die volgens een rooster beschikbaarheidsdiensten hebben, krijgen een vast bedrag per maand conform het artikel 3:13. Ambtenaren binnen hetzelfde rooster moeten evenveel diensten per jaar ingeroosterd staan. Diensten ruilen kan, mits het totaal aantal diensten gemiddeld genomen gelijk blijft. Bij de vaste bedragen is rekening gehouden met een gemiddeld aantal feestdagen per jaar en wordt uitgegaan van een arbeidsduur van 36 uur, waarbij er 36 uur verminderd zijn op het totaal aantal uren die ambtenaren beschikbaar moeten zijn. Daadwerkelijk gewerkte uren tijdens een beschikbaarheidsdienst worden niet verrekend met de beschikbaarheidsvergoeding. Bij landelijke salariswijzigingen worden de bedragen in de tabellen aangepast.
Tabel 1 Beschikbaarheidsvergoeding cf artikel 3:13
Tabel 2 Beschikbaarheidsvergoeding arts cf artikel 3:13:0:1 lid 3
Algemene beschrijving categorie Niet nagekomen verplichting zoals:
Onder deze categorie vallen verplichtingen die gericht zijn op het stroomlijnen van het administratieve proces.
De medewerker dient een kopie van de afsprakenbevestiging 1 van het intakegesprek met werkcoach UWV te overleggen.
Bij deze categorie gaat het om het nakomen van plichten ter opvolging van controlevoorschriften.
De medewerker schrijft zich binnen een week na het ontslagbesluit in bij het UWV Werkbedrijf of binnen een week vanaf het moment dat UWV inschrijving toestaat. 2
De medewerker overhandigt het formulier ‘Werkzoekenden sector O&O’ 4 aan de werkcoach tijdens het intakegesprek bij het UWV Werkbedrijf.
Onder deze categorie verplichtingen valt gedrag dat de re-integratie en werkhervatting bevordert.
Inzet van re-integratie-instrumenten en/of middelen
De medewerker moet hiervoor de vragenlijst van het UWV Werkbedrijf gebruiken of de lijst van het mobiliteitsbureau. De medewerker moet hiervoor de procedure Erkenning Verworven Competenties (EVC) volgen (als dat is afgesproken). De medewerker moet hiervoor naar een loopbaanadviseur. De medewerker moet een beroepskeuzetest afleggen, als dat in het re-integratieplan is opgenomen.
Onder deze categorie vallen handelingen die organisatie kunnen benadelen.
de medewerker geen onjuiste en/of onvolledige informatie verstrekt over zijn persoonlijke situatie, werkhervatting, vakantieopname en andere zaken die van invloed zijn op de re-integratiefase op grond van hoofdstuk 10d CAR-UWO.
Direct ingaan van ontslag waarbij de rechten op een aanvullende uitkering en een nawettelijke uitkering op grond van hoofdstuk 10d CAR-UWO komen te vervallen.
Fase 2 en 3: De aanvullende en nawettelijke uitkering
Algemene beschrijving categorie Niet nagekomen verplichting zoals:
Onder deze categorie vallen verplichtingen die gericht zijn op het stroomlijnen van het administratieve proces.
De medewerker doet de werkgever direct mededeling van alle wijzigingen die zich in de persoonlijke situatie voordoen en die van belang kunnen zijn voor de beoordeling op aanspraak op en de voortzetting van de uitkering. Hieronder worden in ieder geval begrepen wijzigingen in woonplaats, wijzigingen met betrekking tot gezondheidssituatie en wijzigingen met betrekking tot (neven)werkzaamheden of (neven)inkomsten.
Bij deze categorie gaat het om het nakomen van plichten ter opvolging van controlevoorschriften.
Onder deze categorie verplichtingen valt gedrag dat de re-integratie en werkhervatting bevordert.
De medewerker stelt zich niet belemmerend op bij het vinden van werk. Dit houdt concreet in dat de medewerker:
solliciteert op door de werkgever aangereikte functies en zelf actief op zoek gaat naar passende vacatures 2 en hierop solliciteert;
Onder deze categorie vallen handelingen die GGD kunnen benadelen.
De medewerker benadeelt de werkgever niet. Dit houdt concreet in dat:
Blijven gehele weigering van de aanvullende of nawettelijke uitkering.
Op dit formulier kan de werkgever aangeven welke re-integratieactiviteiten al worden ondernomen. Het is de bedoeling dat de medewerker dit formulier vervolgens meeneemt naar het intakegesprek bij UWV WERKbedrijf, zodat de werkcoach bij de inzet van de standaard dienstverlening rekening kan houden met wat de werkgever al doet. Zie bijlage 5 van de werkwijzer ‘Artikel 72a WW’