Organisatie | Zuidplas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Marktgeldverordening 2016 |
Citeertitel | Marktgeldverordening 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2023 | artikel 2, 4 | 01-11-2022 | A22.001883 | ||
01-01-2022 | 01-01-2023 | artikel 2, 4 | 16-11-2021 | A21.001903 | |
01-01-2021 | 01-01-2022 | artikel 2, 4 | 24-11-2020 | A20.001293 | |
01-01-2020 | 01-01-2021 | artikel 2, 4 | 28-11-2019 | A19.001301 | |
01-01-2019 | 01-01-2020 | artikel 4 | 20-11-2018 | A18.001259 | |
01-01-2018 | 01-01-2019 | artikel 4 | 21-11-2017 | A17.001834 | |
01-01-2017 | 01-01-2018 | Wijziging van artikel 4 | 03-11-2015 Onbekend | Onbekend | |
01-01-2016 | 01-01-2020 | Onbekend | 03-11-2015 Onbekend | Onbekend |
Het marktgeld is verschuldigd door degene, aan wie een standplaats als bedoeld in artikel 2, ter beschikking is gesteld.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief
Ter beschikking stellen van een standplaats
Voor het ter beschikking stellen van een standplaats op de markt per vierkante meter verkoopruimte, waaronder wordt verstaan het aantal vierkante meter oppervlakte dat als standplaats op de markt wordt ingenomen met een verkoopwagen, een kraam, of anderszins, waaronder tevens begrepen bijgeplaatste voertuigen met opslag van handelswaren.
Ter beschikking stellen van elektriciteit voor verlichting van de verkoopinrichting
Artikel 6 Termijn van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 5 bedoelde kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 10 dagen na de dag van dagtekening van de kennisgeving.
Indien een belastingplichtige door omstandigheden, onafhankelijk van zijn wil, geen gebruik meer kan maken van de beschikbaar gestelde standplaats waarvoor het marktgeld is voldaan, kan op verzoek, naar rato van het aantal volle kalendermaanden waarin geen gebruik is gemaakt van de standplaats, ontheffing worden verleend. Een verzoek om ontheffing dient binnen twee maanden na afloop van de beschikbaarstelling schriftelijk te worden ingediend.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van marktgeld.
De Marktgeldverordening 2015 vastgesteld op 4 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2016, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor 1 januari 2016 voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 3 november 2015.
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
P.van Vugt K.J.G. Kats
De marktgeldverordening is gebaseerd op artikel 149 van de Gemeentewet.
Er wordt belasting geheven voor het door de gemeente ter beschikking stellen van een standplaats op de weekmarkt, op het daarvoor aangewezen marktterrein, op de daarvoor aangewezen dag.
Marktgeld is aangemerkt als directe belasting. Deze aanwijzing is noodzakelijk om toepassing van artikel 31 e.v. van de AWR betreffende de richtige heffing mogelijk te maken.
Belastingplichtig is degene, aan wie een standplaats als bedoeld in artikel 2, ter beschikking is gesteld.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Met betrekking tot het marktrecht heeft het college van burgemeester en wethouders geen nadere regels als bedoeld in dit artikel vastgesteld.
Als een verordening wordt gewijzigd of een vervangende verordening wordt vastgesteld, verdient het aanbeveling eerbiedigende werking aan de oude verordening te geven. Dit houdt in dat de verordening die wordt ingetrokken, van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór de datum van ingang van de heffing van de nieuwe verordening hebben voorgedaan. Voor de belastbare feiten blijft heffing dus mogelijk op basis van de oude verordening, ook al is die verordening ingetrokken.
Het inwerkingtredingartikel in de gemeentelijke belastingverordeningen bestaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel regelt de inwerkingtreding. Het tweede onderdeel bepaalt de datum van ingang van de heffing.
Een citeerartikel vereenvoudigt de verwijzing naar een bepaalde verordening.