Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Drimmelen

Besluit Commissie Klokkenluiders Gemeentelijke Overheid 2003

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDrimmelen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit Commissie Klokkenluiders Gemeentelijke Overheid 2003
CiteertitelBesluit Commissie Klokkenluiders Gemeentelijke Overheid 2003
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerppersoneel en organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Intern bekendgemaakt

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-10-200315-07-200301-07-2016Nieuwe Regeling

14-10-2003

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit Commissie Klokkenluiders Gemeentelijke Overheid 2003

 

 

Meldpunt externe procedure

Besluit Commissie Klokkenluiders Gemeentelijke Overheid 2003

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    de commissie: de Commissie Klokkenluiders Gemeentelijke Overheid

  • -

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de bij de Commissie aangesloten gemeenten;

  • -

    de ambtenaar: de ambtenaar bedoeld in artikel 1: 1, eerste lid, onderdeel a en artikel 1 :2, onderdeel a; d; e en f van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR).

  • -

    de gemeentelijke organisatie: de gemeentelijke organisatie waarbinnen de ambtenaar werkzaam is;

  • -

    een vermoeden van een misstand: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden met betrekking tot de gemeentelijke organisatie omtrent:

  • a.

    een strafbaar feit;

  • b.

    een schending van regelgeving of beleidsregels;

  • c.

    het misleiden van justitie;

  • d.

    een gevaar voor de volksgezondheid, de veiligheid of net milieu, of

  • e.

    het bewust achterhouden van informatie over deze feiten.

Artikel 2. Instelling. taakstelling en samenstelling Commissie

  • 1.

    Er is een Commissie Klokkenluiders Gemeentelijke Overheid. De commissie is gevestigd te Den Haag.

  • 2.

    De commissie heeft tot taak een door de ambtenaar aangemeld vermoeden van een misstand te onderzoeken en daaromtrent te adviseren aan het college.

  • 3.

    De commissie bestaat uit drie leden, waaronder een voorzitter. Voorts kunnen een plaatsvervangend voorzitter en andere plaatsvervangende leden worden benoemd. De commissie beslist bij gewone meerderheid van stemmen.

  • 4.

    Benoeming, schorsing en ontslag geschiedt door de voorzitter van het College voor Arbeidszaken.

  • 5.

    Benoeming geschiedt op advies van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden.

  • 6.

    De voorzitter en de leden, alsmede de plaatsvervangers, worden benoemd voor zes jaar.

Artikel 3. Aansluiting andere organisaties dan gemeenten

Bij de commissie kunnen andere organisaties dan gemeenten aangesloten zijn.

Artikel 4. Secretaris

De commissie wordt bijgestaan door een secretaris, die door de voorzitter van het College van Arbeidszaken wordt benoemd, geschorst en ontslagen. Voorts kan een plaatsvervangend secretaris worden benoemd.

Artikel 5. Niet bekend maken van de identiteit

De ambtenaar die een vermoeden heeft van een misstand meldt bij de commissie en kan de commissie verzoeken zijn identiteit niet bekend te maken. Hij kan dit verzoek te allen tijde herroepen.

Artikel 6. Ontvangstbevestiging en onderzoek

  • 1.

    De commissie bevestigt de ontvangst van een melding van een vermoeden van een misstand aan de ambtenaar die het vermoeden heeft gemeld.

  • 2.

    Indien de commissie dit voor de uitoefening van haar taak noodzakelijk acht, stelt zij een onderzoek in.

  • 3.

    Ten behoeve van het onderzoek omtrent een melding van een vermoeden van een misstand is de commissie bevoegd bij het college alle inlichtingen in te winnen die zij voor de vorming van haar advies nodig acht. Het college verschaft de commissie de gevraagde inlichtingen.

  • 4.

    De commissie kan het onderzoek of een gedeelte daarvan opdragen aan één van de leden of een deskundige.

  • 5.

    Wanneer de inhoud van bepaalde door het college verstrekte informatie vanwege het vertrouwelijke karakter uitsluitend ter kennisneming van de commissie dient te blijven wordt dit aan de commissie meegedeeld. De commissie beveiligt informatie met een vertrouwelijk karakter tegen kennisneming door onbevoegden.

Artikel 7 Niet-ontvankelijkheid

  • 1.

    De commissie verklaart de melding niet ontvankelijk, indien:

    • a.

      de misstand niet van voldoende gewicht is;

    • b.

      de ambtenaar niet aantoont dat hij het vermoeden eerst intern aan de orde heeft gesteld volgens de door de gemeente vastgestelde regeling tenzij zwaarwegende belangen toepassing van de interne procedure in de weg staan;

    • c.

      de ambtenaar het vermoeden intern aan de orde heeft gesteld volgens de door de gemeente vastgestelde regeling, maar de termijn waarbinnen het college een inhoudelijk standpunt omtrent het vermoeden van een misstand dient te geven, nog niet verstreken is;

    • d.

      de melding aan de commissie is niet geschied binnen redelijke termijn nadat de ambtenaar op de hoogte is gesteld van het inhoudelijk standpunt van het college.

  • 2.

    De commissie brengt de ambtenaar gemotiveerd op de hoogte of de melding niet ontvankelijk is.

Artikel 8 Advies

  • 1.

    Indien het gemelde vermoeden van een misstand ontvankelijk is, legt de commissie binnen zes weken haar bevindingen omtrent de melding van een vermoeden van een misstand neer in een advies aan het college. De commissie zendt een afschrift van het advies aan de ambtenaar met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van de aan de Commissie verstrekte informatie.

  • 2.

    Indien het advies niet binnen zes weken kan worden gegeven wordt de termijn door de commissie met ten hoogste vier weken verlengd. De commissie stelt het college, alsmede de ambtenaar hiervan schriftelijk in kennis.

  • 3.

    Het advies wordt in geanonimiseerde vorm en met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van aan de commissie verstrekte informatie en de terzake geldende wettelijke bepalingen openbaar gemaakt op een wijze die de commissie geëigend acht, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten.

Artikel 9 . Nader standpunt college

  • 1.

    Naar aanleiding van het advies van de commissie stelt het college binnen twee weken na ontvangst van dit advies de commissie en de ambtenaar schriftelijk op de hoogte van zijn nader standpunt.

  • 2.

    Aan de ambtenaar die de commissie heeft verzocht zijn identiteit niet bekend te maken geschiedt de berichtgeving van het nader standpunt door tussenkomst van de commissie.

Artikel 10. Jaarverslag

  • 1.

    Jaarlijks wordt een jaarverslag door de commissie opgesteld.

  • 2.

    In dat verslag worden in geanonimiseerde zin en met inachtneming van de terzake geldende wettelijke bepalingen vermeld:

    • a.

      het aantal en de aard van de meldingen van een vermoeden van een misstand en op welke gemeenten deze meldingen betrekking hadden;

    • b.

      het aantal meldingen dat niet tot een onderzoek heeft geleid;

    • c.

      het aantal ondernomen onderzoeken die de commissie heeft verricht, en

    • d.

      het aantal adviezen en de aard van de adviezen die zij heeft uitgebracht.

  • 3.

    Het jaarverslag wordt gestuurd aan het college en de ondernemingsraad van bij de commissie aangesloten gemeenten en openbaar gemaakt.

Artikel 11. Nadere regels

De commissie kan nadere regels stellen met betrekking tot haar werkwijze waaronder de samenstelling van de commissie bij behandeling van een melding.

 

Artikel 12 Intrekking en inwerkingtreding

  • 1.

    Het Besluit Commissie Klokkenluiders Gemeentelijke Overheid wordt ingetrokken.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking op 15 juli 2003.