2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een
project: de som van de verschuldigde leges voor de
verschillende activiteiten of handelingen waaruit
het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop
de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde
leges voor de extra toetsen die in verband met de
aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de
tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit
hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook
per activiteit, handeling of andere grondslag een
legesbedrag worden gevorderd. Indien de bouwkosten naar de mening van de
behandelend ambtenaar te laag zijn aangegeven,
kunnen de leges worden berekend over de ambtelijk
vastgestelde bouwkosten. | |
| | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 200.000
bedragen: | 2,35 % |
van die bouwkosten met een minimum van | € 180,00 |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000
bedragen: | 1,82 % |
van die bouwkosten met een minimum van | € 4.700,00 |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000
bedragen: | 1,80 % |
van die bouwkosten met een minimum van | € 9.100,00 |
2.3.1.1.4 | indien de bouwkosten € 1.000.000,00 tot €
2.000.000,00 bedragen: | 1,73 % |
| van die bouwkosten met een minimum van | € 18.000,00 |
2.3.1.1.5 | indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000
bedragen: | 1,69 % |
van die bouwkosten met een minimum van | € 34.600,00 |
2.3.1.1.6 | indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer
bedragen: | 1,65 % |
van die bouwkosten met een minimum van | € 84.500,00 |
| | |
| Statiegeldregeling | |
2.3.1.2 | De bedragen van de artikelen 2.3.1.1.1 t/m 2.3.1.1.6
worden verhoogd met € 100,00. Als minimaal 2 dagen voor de aanvang van de
bouwactiviteiten meldingskaartje 1 door de gemeente
is ontvangen, wordt € 50,00 terugbetaald. Als
minimaal 1 dag voor de voltooiing van de
bouwactiviteiten meldingskaartje 2 door de gemeente
is ontvangen, wordt de resterende € 50,00
terugbetaald. | |
| | |
| Achteraf ingediende aanvraag | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt
het tarief, indien de aanvraag betrekking heeft op
een bouwplan of bouwwerk waarvan de bouw zonder
vergunning is aangevangen of voltooid verhoogd met
50% van het overeenkomstig onderdeel
2.3.1.1.1. tot en met 2.3.1.1.6 berekende bedrag
| |
| | |
2.3.2 | Omgevingsvergunning voor het uitvoeren
van een werk, geen bouwwerk zijnde of van
werkzaamheden
(aanlegactiviteiten) | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | € 200,00 |
| | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij
tevens sprake is van een
bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in
onderdeel 2.3.1: | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º,
van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse
afwijking): | € 130,00 |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse
afwijking): | € 150,00 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)
met ruimtelijke onderbouwing: | € 280,00 |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)
in combinatie met artikel 4, lid 10 van bijlage 2
van het Besluit omgevingsrecht (wijzigen gebruik
recreatiewoning): | € 700,00 |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º,
van de Wabo wordt toegepast (projectafwijking):
indien de activiteit: | |
2.3.3.5.1 | de bouw van één woning, al dan niet met bijhorende
bouwwerken, mogelijk maakt, of | |
| de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van
maximaal 200 m² mogelijk maakt: | € 4.780,00 |
2.3.3.5.2 | de bouw van minimaal twee en maximaal vier woningen,
al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk
maakt, of | |
| de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van
meer dan 200 m² en maximaal 800 m² mogelijk
maakt: | € 6.865,00 |
2.3.3.5.3 | de bouw van vijf of meer woningen, al dan niet met
bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt, of | |
| de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van
meer dan 800 m² mogelijk maakt: | € 8.945,00 |
2.3.3.6 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º,
van de Wabo wordt toegepast (projectafwijking):
indien een verklaring van geen bedenkingen door de
gemeenteraad dient te worden afgegeven, worden de in
2.3.3.4 genoemde bedragen verhoogd met: | € 1.460,00 |
2.3.3.7 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt
toegepast (tijdelijke afwijking): | € 280,00 |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
exploitatieplan): | € 200,00 |
2.3.3.9 | indien de aanvraag een project van provinciaal
belang betreft, de activiteit in strijd is met de
regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde
lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel
2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € 300,00 |
2.3.3.10 | indien de aanvraag een project van nationaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels
die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid,
van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12,
eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
(afwijking van nationale regelgeving): | € 300,00 |
2.3.3.11 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
voorbereidingsbesluit): | € 300,00 |
| | |
2.3.4. | Planologisch strijdig gebruik waarbij
geen sprake is van een
bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en
niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als
bedoeld in artikel 2.1, onder a, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º,
van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse
afwijking): | € 170,00 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine
afwijking): | € 200,00 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º,
van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine
afwijking) met ruimtelijke onderbouwing: | € 350,00 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º,
van de Wabo wordt toegepast (projectafwijking):
indien de activiteit: | |
2.3.4.4.1 | uitsluitend de wijziging van het gebruik van een
gebouw of een perceel met een oppervlakte van
maximaal 1000 m² betreft: | € 3.605,00 |
2.3.4.4.2 | -de bouw van één woning, al dan niet met
bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt of -de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte
van maximaal 200 m² mogelijk maakt of -uitsluitend de wijziging van het gebruik van een
perceel met een oppervlakte van meer dan 1.000 m² en
maximaal 2.000 m² betreft: | € 4.780,00 |
2.3.4.4.3 | -de bouw van minimaal twee en maximaal vier
woningen, al dan niet met bijbehorende bouwwerken,
mogelijk maakt of -de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte
van meer dan 200 m² en maximaal 800 m² mogelijk
maakt of -uitsluitend de wijziging van het gebruik van een
perceel met een oppervlakte van meer dan 2.000 m² en
maximaal 10.000 m² betreft: | € 6.865,00 |
2.3.4.4.4 | -de bouw van vijf of meer woningen, al dan niet met
bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt of -de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte
van meer dan 800 m² mogelijk maakt of -uitsluitend de wijziging van het gebruik van een
perceel met een oppervlakte van meer dan 10.000 m²
betreft: | € 8.945,00 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º,
van de Wabo wordt toegepast (projectafwijking):
indien een verklaring van geen bedenkingen door de
gemeenteraad dient te worden afgegeven, worden de in
2.3.4.3. genoemde bedragen verhoogd met: | € 1.460,00 |
2.3.4.6 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt
toegepast (tijdelijke afwijking) | € 350,00 |
2.3.4.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 200,00 |
2.3.4.8 | indien de aanvraag een project van provinciaal
belang betreft, de activiteit in strijd is met de
regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde
lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel
2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van de provinciale
regelgeving): | € 300,00 |
2.3.4.9 | indien de aanvraag een project van nationaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels
die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid,
van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12,
eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
(afwijking van nationale regelgeving): | € 300,00 |
2.3.4.10 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de
Wabo wordt toegepast (afwijking van
voorbereidingsbesluit): | € 300,00 |
| | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken
bouwwerken in relatie tot
brandveiligheid | |
2.3.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | € 385,00 |
2.3.5.2 | Het bedrag genoemd onder 2.2.4.1 wordt nadat het
brandveiligheidsonderzoek is gehouden vermeerderd
met een oppervlaktetoeslag per m² van: | € 0,52 |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot
monumenten of beschermde stads- of
dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op een activiteit met betrekking
tot een beschermd monument als bedoeld in artikel
2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een
activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid,
onder b, van de Wabo met betrekking tot een
krachtens provinciale verordening of de
Erfgoedverordening gemeente Oost Gelre aangewezen
monument, waarvoor op grond van die provinciale
verordening of artikel 10, tweede lid, van die
gemeentelijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig
opzicht wijzigen van een monument: | € 100,00 |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken
van een monument op een wijze waardoor het wordt
ontsierd of in gevaar gebracht: | € 100,00 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in
een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op
het slopen van een bouwwerk in een krachtens
provinciale verordening of de Erfgoedverordening
gemeente Oost Gelre aangewezen stads- of
dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid,
onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die
provinciale verordening of artikel 18 van die
gemeentelijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | € 100,00 |
| | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij
monumenten of in beschermd stads- of
dorpsgezicht | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk
bedraagt het tarief in gevallen waarin dat in een
bestemmingsplan, beheersverordening of
voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel
2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo | € 123,10 |
| | |
2.3.8 | Uitweg/inrit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of
veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor
op grond van een bepaling in een provinciale
verordening of artikel 2:12 van de Algemene
plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | € 65,00 |
| | |
2.3.9 | Kappen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op het vellen of doen vellen van
houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in
een provinciale verordening of artikel 4:11 van de
Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2,
eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | € 61,35 |
| | |
2.3.10 | Opslag van roerende
zaken | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning
betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in
een bepaald gedeelte van de provincie of de
gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een
provinciale verordening of artikel 2:10A van de
Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | |
2.3.10.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan
van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste
lid, onder j, van de Wabo: | € 245,60 |
2.3.10.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar,
beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende
zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken
worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste
lid, onder k, van de Wabo: | € 245,60 |
| | |
2.3.11 | Andere
activiteiten | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen
van een aanvraag voor een hogere grenswaarde
ingevolge de Wet geluidhinder | € 269,20 |
| | |
2.3.12 | Omgevingsvergunning in twee
fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op
verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in
artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | |
2.3.12.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor
een beschikking met betrekking tot de eerste fase:
het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de
tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten
waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking
heeft; | |
2.3.12.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor
een beschikking met betrekking tot de tweede fase:
het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de
tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten
waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking
heeft. | |
| | |
2.3.13 | Advies | |
2.3.13.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande
onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief,
indien een daartoe bij wettelijk voorschrift
aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies
moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van
de beschikking op de aanvraag om een
omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand
aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde
kosten, blijkend uit een begroting die door het
college van burgemeester en wethouders is
opgesteld. | |
2.3.13.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.13.1 is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht,
tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag
schriftelijk is ingetrokken. | |