Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter
zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare
dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en
de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 2 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene:
- a.
van wie, dan wel ten behoeve van wie, voorwerpen onder, op of
boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden
aangetroffen.
- b.
In afwijking in zoverre van onderdeel a wordt, indien de
gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het
voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare
dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is
verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld
in onderdeel a, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de
voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde
gemeentegrond heeft.
Artikel 3 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
een jaar : een kalenderjaar;
- b.
een half jaar : een tijdvak van 6 maanden, aanvangende op 1
januari of 1 juli;
- c.
een maand : een kalendermaand;
- d.
een week : een periode van zeven achtereenvolgende dagen;
- e.
een dag : een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of
een gedeelte daarvan;
- f.
vergunning : een door het gemeentebestuur verleende en in een
gemeentelijke regi-stratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer
voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde
gemeentegrond mag hebben.
Artikel 4 Tarieven
- 1.
De belasting wordt geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij
deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het
overigens in deze verordening bepaalde.
- 2.
Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de
tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid
aangemerkt.
Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar
tijdsgelang
- 1.
In de gevallen bedoeld in artikel 6, eerste lid, is de
precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het
belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de
belastingplicht.
- 2.
In de gevallen bedoeld in artikel 6, tweede lid, is de
precariobelasting verschuldigd bij het einde van het
belastingtijdvak.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de
belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor
dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang
van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt,
bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van
de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het
einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden
overblijven.
Artikel 6 Heffingstijdvak
- 1.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor
het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor
de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak
de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande
dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de
vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
- 2.
In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het
belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het
belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.
Artikel 7 Wijze van heffing
- 1.
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
- 2.
In afwijking van het eerste lid wordt de voor een dag verschuldigde
precariobelasting geheven door middel van een mondelinge
kennisgeving, dan wel gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop
het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt
mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de
schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige
bekendgemaakt.
- 3.
Aanslagen van minder dan € 10,= worden niet opgelegd.
Artikel 8 Termijn van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990
moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk één maand na de
dagtekening van het aanslagbiljet.
- 2.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990
moet de precariobelasting worden betaald ingeval de kennisgeving
bedoeld in artikel 7, tweede lid, mondeling wordt gedaan, op het
moment van het doen van de kennisgeving.
- 3.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt dat de aanslag moet
worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste termijn
vervalt een maand na de dagtekening van de aanslag en elk van de
volgende termijnen telkens een maand later, met dien verstande dat,
indien na de kalendermaand, waarin de aanslag wordt opgelegd, minder
dan drie kalendermaanden in het kalenderjaar overblijven, de aanslag
moet worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand
van dagtekening nog kalendermaanden in het jaar overblijven, met een
minimum van één.
- 4.
In gevallen bedoeld in het derde lid geldt, in afwijking in zoverre
van het aldaar bepaalde, zolang de verschuldigde bedragen door
middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven,
dat de aanslag moet worden betaald in zoveel gelijke termijnen als
er na de maand van dagtekening van de aanslag nog maanden in het
kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal
termijnen ten hoogste drie bedraagt. De eerste termijn vervalt een
maand na de dagtekening van de aanslag en elk van de volgende
termijnen telkens een maand later.
- 5.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de
voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 9 Vrijstellingen
- 1.
De belasting wordt niet geheven:
- a.
voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare
grond door de gemeente Apeldoorn of door haar
bedrijven;
- b.
voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare
grond, die daar zijn ten behoeve van het houden van een
evenement;
- c.
voor het hebben van rijwielrekken.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en
wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de
precariobelasting.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De Verordening precariobelasting 2015, vastgesteld op 13
november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde
lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande
dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor
die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag
na die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening
precariobelasting 2016’.
TARIEVENTABEL behorende bij de Verordening
precariobelasting 2016
- 1.
- 1.
1 Het tarief bedraagt voor het hebben van schuttingen,
steigers,
het opslaan van bouwmaterialen, alsmede voor het hebben van
een directiewagen, een schaftwagen, werk- en bergloodsen per m²
ingenomen grond, per week € 0,82
1.2. Het tarief bedraagt voor het hebben van een container voor de aan-
en
afvoer van bouwmaterialen of afvalmaterialen bij renovatie,
verbouw, nieuwbouw of onderhoud per m² ingenomen grond,
per week € 0,82
- 2.
Benzinepompen, tanks,
etc.
Het tarief bedraagt voor het hebben van:
- a.
een bewaarplaats voor vloeistoffen met inbegrip van een
vulput en leidingen met een inhoud van:
maximaal 5000 liter, per jaar € 144,75
5000 liter en meer, per jaar € 289,50
- b.
een pomp voor benzine, gasolie e.d., per jaar €
289,50
een water- en/of luchtinstallatie per jaar €
144,75
Zijn meer dan één pomp in één mantel ondergebracht, dan
is het
recht voor elke pomp afzonderlijk verschuldigd.
- c.
een vulput en/of leidingen in verbinding met een
particulier terrein
gelegen bewaarplaats van vloeistoffen, per jaar €
28,65
- d.
een kiosk of andere overdekte ruimte, alsmede een
randbalk-
constructie, per m² ingenomen grond, per jaar €
14,35
- e.
een baken of lichtmast, per jaar € 14,35
- f.
een rek of ander verplaatsbaar voorwerp, per m²
ingenomen grond,
per jaar € 14,35
- 3.
Het tarief bedraagt:
- 3.
1 voor het hebben van uitstallingen, kledingrekken,
-bakken,
plantenbakken, kiosken, alsmede reclame- en verwijsborden
voor
commerciële doeleinden bij winkels en dergelijke per m²
ingenomen grond,
per jaar € 35,80
per half jaar € 17,90
per maand € 3,00
voor het hebben van een winkelwagen per
m² ingenomen grond, per jaar € 17,90
- 3.
2 voor het hebben van uitstallingen, kledingrekken,
-bakken,
plantenbakken, kiosken, alsmede reclame- en verwijsborden
voor
commerciële doeleinden bij winkels en dergelijke in het
voetgangersdomein per blok van 1,5 m² ingenomen grond,
per jaar € 54,28
per half jaar € 27,14
per maand € 4,53
- 4.
Het tarief bedraagt voor het hebben van een automatisch verkoop-,
weeg- of speeltoestel of chipknip-automaat, per jaar € 28,60
- 5.
Terrassen
Voor het hebben van banken, tafeltjes, stoelen, alsmede
windschermen
per m² ingenomen grond bedraagt het tarief:
- a.
indien het terras is gelegen binnen het, op de bij deze
verordening behorende tekening, in rood aangeven
gedeelte van
deze gemeente, per jaar € 71,75
- b.
indien het terras is gelegen binnen het, op de bij deze
verordening behorende tekening, in groen aangeven
gedeelte
van deze gemeente, per jaar € 43,30
- c.
indien het terras elders in deze gemeente is
gelegen,
per jaar € 28,60
- 6.
Luifels, erkers,
etc.
Voor het hebben van een luifel, erker, overbouwing en
dergelijke, per m² ingenomen grond, per jaar bedraagt
het tarief € 15,70
- 7.
Serres
Voor het hebben een serre of uitbouw per m² ingenomen grond
bedraagt het tarief:
- a.
indien de serre is gelegen binnen het, op de bij deze
verordening behorende tekening, in rood aangeven
gedeelte van
deze gemeente, per jaar € 94,35
- b.
indien de serre is gelegen binnen het, op de bij deze
verordening behorende tekening, in groen aangeven
gedeelte
van deze gemeente, per jaar € 56,65
- c.
indien de serre elders in deze gemeente is gelegen,
per jaar € 37,60
- 8.
Het tarief bedraagt:
- 8.
1 voor het hebben van reclameborden die zijn geplaatst aan
of
rond lantaarnpalen, straatnaampalen en dergelijke, per
bord,
per dag € 0,75
- 8.
2 voor het hebben van reclameborden, naamborden, vlaggen en
dergelijke, bevestigend aan gevels of luifels, per bord of
vlag,
per jaar € 35,25
- 9.
Spoorstaven, buizen, kabels,
enz.
Het tarief bedraagt:
- a.
voor het hebben van spoorstaven, niet dienende voor openbare
middelen van vervoer per stel rails per meter, per jaar €
3,85
- b.
voor het hebben van buizen, kabels, draden of andere leidingen,
per meter, per jaar € 2,75
- a.
voor het incidenteel hebben van kramen, tafels,
verkoopwagens
of andere verkoopmiddelen tot een maximum van 25 m²
ingenomen grond per dag € 91,55
- b.
voor elke vierkante meter die het aantal van 25 m² te boven
gaat per dag € 3,70
voor het periodiek hebben van kramen, tafels, verkoopwagens of
andere
verkoopmiddelen gedurende één jaar per m² ingenomen grond per dag
- a.
Indien de standplaats is gelegen op het raadhuisplein €
3,80
- b.
Indien de standplaats is gelegen in het regionaal
verzorgend
centrum, op een stadsdeelcentrum of bij of in de onmiddellijke
nabijheid van een toeristische attractie € 1,90
- c.
Indien de standplaats is gelegen op een wijkwinkelcentrum,
op een buurtwinkelcentrum, bij een buurtvoorziening, in een
dorpskernverzorgend centrum, bij een grootschalige
detailhandelsconcentratie of een perifere
detailhandelsconcentratie € 1,00
- d.
Indien de standplaats is gelegen op een andere locatie dan
genoemd onder 10.2 a tot en met 10.2 c € 0,75
10.3Het tarief bedraagt voor het innemen van grond voor de
verkoop van
Kerstdennen en koek en zopie per ingenomen m² per dag: € 1,90
11.Algemeen tarief
Het tarief wegens het gebruik of genot van voor de openbare
dienst bestemde grond en wegens het hebben van voorwerpen onder,
op of boven de voor de openbare dienst bestemde grond wordt, voor
zover in de vorige artikelen geen bijzonder tarief is vastgesteld,
geheven
per meter, m² ingenomen grond of m³:
- a.
gedurende een jaar € 18,50
- b.
gedurende een half jaar € 9,25
- c.
gedurende een maand € 1,55
- d.
gedurende een week € 0,40
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 26 november 2015.
De raad voornoemd,
drs. A. Oudbier drs. J.C.G.M. Berends MPA
raadsgriffier voorzitter