Organisatie | Veenendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Veenendaal houdende regels omtrent heffing en invordering precariobelasting 2016 (Verordening precariobelasting 2016) |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 228 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2019 | 01-01-2020 | bijlage | 12-11-2018 | ||
01-01-2018 | 01-01-2019 | tarieventabel | 26-10-2017 | Onbekend | |
01-01-2017 | 01-01-2018 | Onbekend | 27-10-2016 Gemeenteblad | Onbekend | |
01-01-2016 | 27-12-2016 | Onbekend | 29-10-2015 Gemeenteblad | Onbekend |
De raad van de gemeente Veenendaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 september 2015, nummer 2015.00070-6;
Overwegende dat in de Kadernota 2016 is besloten de tarieven aan te passen;
Gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
Besluit Vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2016 (Verordening precariobelasting 2016)
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien in de tarieventabel voor het hebben van voorwerpen zowel een jaar-, maand-, week- als dagtarief is opgenomen, is voor de berekening van de precariobelasting het tarief van toepassing dat het meest aansluit bij een ter zake door de gemeente verleende vergunning. In de gevallen waarin geen vergunning is verleend, geldt het tarief voor de kleinste tijdseenheid.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 29 oktober 2015,
mevrouw drs. F.A. van Hooijdonk
griffier
de heer mr. A.W. Kolff
voorzitter
Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting 2016