Organisatie | Leerdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van precariobelastingen 2016 van de gemeente Leerdam |
Citeertitel | Precarioverordening 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2021 | Nieuwe wijziging | 26-11-2015 | Onbekend |
De raad van de gemeente Leerdam,
gelezen de aangeboden Programmabegroting 2016 en het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2015;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende:
Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2016
Onder de naam ‘precariobelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid van dit artikel wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid van dit artikel, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven voor het hebben van:
voorwerpen, voor het gedurende éénmaal per jaar organiseren van een evenement of activiteit, met een duur van maximaal twee dagen en georganiseerd door een niet commerciële of ideële
instelling. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om deze termijn te verlengen tot maximaal zes dagen.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarieven
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat
geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing is.
Indien in de tarieventabel behorende bij deze verordening voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak begint, is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het begin van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Precarioverordening 2015’, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van
11 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de genoemde datum van ingang van de heffing in het derde lid van dit artikel, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de
belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
De raad van de gemeente Leerdam,
gelezen de aangeboden Programmabegroting 2016 en het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2015;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet en artikel 5 van de Precarioverordening 2016;
besluit vast te stellen de volgende:
Tarieventabel behorende bij de Precarioverordening 2016
De precariobelasting bedraagt voor:
Rubriek Omschrijving van de voorwerpen Tarief
Aldus besloten in de openbare vergadering