Hoofdstuk 2 Vooroverleg | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: | |
2.2.1 | een verzoek om beoordeling van een schetsplan/vooroverleg in
verband met het verkrijgen van een indicatie of een
voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar
is: | € 150,00 |
2.2.2 | een verzoek om beoordeling van een conceptaanvraag om een
omgevingsvergunning: | 30,00% |
| van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om
een omgevingsvergunning voor het project zouden worden
vastgesteld. | |
2.2.3 | een verzoek om een quickscan voor het verlenen van
planologische medewerking voor een plan dat niet binnen het
bestemmingsplan past: | € 900,00 |
2.2.4 | een verzoek om beoordeling van een (bouw)plan of deze
vergunningsvrij gerealiseerd kan worden: | € 75,00 |
| | |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som
van de verschuldigde leges voor de verschillende
activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of
gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft
en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in
verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend
naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit
hoofdstuk en overige hoofdstukken van deze titel. In
afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit,
handeling of andere grondslag een legesbedrag worden
gevorderd. | |
| | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan 1.000,00 bedragen: | € 134,00 |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten 1.000,00 of meer bedragen, doch minder
dan 5.000,00: | € 206,00 |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten 5.000,00 of meer bedragen, doch minder
dan 10.000,00: | € 335,00 |
2.3.1.1.4 | indien de bouwkosten 10.000,00 of meer bedragen, doch minder
dan 25.000,00: | € 567,00 |
2.3.1.1.5 | indien de bouwkosten 25.000,00 of meer bedragen, doch minder
dan 50.000,00: | € 800,00 |
| vermeerderd met: (over het bedrag dat de 25.000,00 te boven
wordt gegaan) | 4,20% |
2.3.1.1.6 | indien de bouwkosten 50.000,00 of meer bedragen, doch minder
dan 100.000,00: | € 1.850,00 |
| vermeerderd met: (over het bedrag dat de 50.000,00 te boven
wordt gegaan) | 4,10% |
2.3.1.1.7 | indien de bouwkosten 100.000,00 of meer bedragen, doch
minder dan 200.000,00: | € 3.900,00 |
| vermeerderd met: (over het bedrag dat de 100.000,00 te boven
wordt gegaan) | 3,67% |
2.3.1.1.8 | indien de bouwkosten 200.000,00 of meer bedragen, doch
minder dan 500.000,00: | € 7.570,00 |
| vermeerderd met: (over het bedrag dat de 200.000,00 te boven
wordt gegaan) | 3,34% |
2.3.1.1.9 | indien de bouwkosten 500.000,00 of meer bedragen, doch
minder dan 1.000.000,00: | € 17.590,00 |
| vermeerderd met: (over het bedrag dat de 500.000,00 te boven
wordt gegaan) | 3,03% |
2.3.1.1.10 | indien de bouwkosten 1.000.000,00 of meer bedragen, doch
minder dan 2.000.000,00: | € 32.740,00 |
| vermeerderd met: (over het bedrag dat de 1.000.000,00 te
boven wordt gegaan) | 2,88% |
2.3.1.1.11 | indien de bouwkosten 2.000.000,00 of meer bedragen, doch
minder dan 5.000.000,00: | € 61.600,00 |
| vermeerderd met: (over het bedrag dat de 2.000.000,00 te
boven wordt gegaan) | 2,49% |
2.3.1.1.12 | indien de bouwkosten 5.000.000,00 of meer bedragen: | € 136.300,00 |
| vermeerderd met: (over het bedrag dat de 5.000.000,00 te
boven wordt gegaan) | 1,00% |
| | |
| Adviescommissie cultuurhistorische waardebepaling | |
2.3.1.2 | Een verzoek om een (formeel of informeel) plan voor te
leggen aan bovengenoemde commissie om advies uit te brengen
over de cultuurhistorische waarde van bestaande bebouwing,
per beoordeling worden de volgende kosten in rekening
gebracht: | € 150,00 |
| | |
| Adviescommissie agrarische bouwaanvragen | |
2.3.1.3 | Indien voor de aanvraag om een omgevingsvergunning een
advies van de “Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen”
omtrent agrarische dan wel agrarisch verwante
bedrijfsactiviteiten naar oordeel van het bevoegd gezag
noodzakelijk is, worden de legeskosten verhoogd met: | € 798,60 |
| | |
| Achteraf ingediende aanvraag | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2,
2.3.3 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel
bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang, gereedkomen
en/of in gebruik name met betrekking tot die
activiteit(en): | 115,00% |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | |
| Met een minimum verhoging van | € 50,00 |
| en een maximum verhoging van | € 1.500,00 |
| | |
| Beoordeling aanvullende gegevens | |
2.3.1.5 | Voor het beoordelen van aanvullende gegevens als gevolg van
een onvolledige aanvraag worden geen aanvullende leges
geheven. | |
| | |
| | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 258,00 |
| | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo bedraagt het tarief: | |
2.3.3.1.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 309,00 |
| Er worden geen leges voor een binnenplanse afwijking geheven
indien deze afwijking ziet op het toestaan van uitbreiding
van bebouwing ten dienste van een veehouderij en waarbij
getoetst wordt aan de nader gestelde regels in de
Verordening ruimte 2014 en/of de Brabantse
Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) zoals ook bedoeld in
artikel 2.3.18. Deze afwijking blijft bij de berekening van
de overige leges in 2.3.3 ook verder buiten
beschouwing. | |
2.3.3.1.2 | indien sprake van twee of meer binnenplanse afwijkingen in
één aanvraag wordt het tarief in 2.3.3.1.1 per extra
afwijking vermeerderd met: | € 103,00 |
2.3.3.2.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 412,00 |
2.3.3.2.2 | indien sprake van twee of meer binnen- en/of buitenplanse
(kleine) afwijkingen in één aanvraag wordt het tarief in
2.3.3.2.1 per extra afwijking vermeerderd met: | € 103,00 |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 2.575,00 |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 309,00 |
2.3.3.5 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): | € 309,00 |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 309,00 |
2.3.3.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 309,00 |
| | |
2.3.4 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot
brandveiligheid | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief voor een
bouwwerk met een gebruiksoppervlakte van: | |
2.3.4.1 | - minder dan 100 m2 | € 386,00 |
2.3.4.2 | - 100 m2 of meer, doch minder dan 500 m2 | € 386,00 |
| vermeerderd met € 1,29 per m2 van de gebruiksoppervlakte
boven de 100 m2 | |
2.3.4.3 | - 500 m2 of meer, doch minder dan 2.000 m2 | € 902,00 |
| vermeerderd met € 0,51 per m2 van de gebruiksoppervlakte
boven de 500 m2 | |
2.3.4.4 | - 2.000 m2 of meer, doch minder dan 5.000 m2 | € 1.667,00 |
| vermeerderd met € 0,21 per m2 van de gebruiksoppervlakte
boven de 2.000 m2 | |
2.3.4.5 | - 5.000 m2 of meer, doch minder dan 50.000 m2 | € 2.297,00 |
| vermeerderd met € 0,04 per m2 van de gebruiksoppervlakte
boven de 5.000 m2 | |
2.3.4.6 | - 50.000 m2 of meer | € 4.097,00 |
| vermeerderd met € 0,02 per m2 van de gebruiksoppervlakte
boven de 50.000 m2 | |
2.3.4.7 | Het tarief als vermeld onder 2.3.4.1 tot en met 2.3.4.6
wordt afgerond op hele euro’s naar beneden. | |
2.3.4.8 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,
onder d, van de Wabo afwijkend van c.q. aanvullend op een
eerder afgegeven omgevingsvergunning voor deze activiteit,
wordt voor wat betreft het gewijzigde c.q. aanvullende
gedeelte berekend volgens de onder 2.3.4.1 tot en met
2.3.4.7 vermelde tarieven. Het vorenstaande vindt geen
toepassing indien de afwijking zodanig is dat in feite van
een nieuwe omgevingsvergunning dient te worden
gesproken. | |
2.3.4.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag voor de afgifte van een verklaring van overdracht
van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder d, van de Wabo aan een nieuwe
eigenaar | € 103,00 |
| | |
2.3.5 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde
stads- of dorpsgezichten | |
2.3.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd
monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f,
van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een
krachtens provinciale verordening of in de gemeentelijke
monumentenverordening aangewezen monumenten, waarvoor op
grond van die provinciale verordening of de gemeentelijke
monumentenverordening een vergunning of ontheffing is
vereist, bedraagt het tarief: | |
2.3.5.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht
wijzigen van een monument: | € 257,00 |
2.3.5.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een
monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in
gevaar gebracht: | € 257,00 |
2.3.5.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads-
of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een
krachtens provinciale verordening of in de gemeentelijke
verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in
artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op
grond van die provinciale verordening of de gemeentelijke
verordening een vergunning of ontheffing is vereist,
bedraagt het tarief: | € 257,00 |
| | |
2.3.6 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd
stads- of dorpsgezicht | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat
in een bestemmingsplan, beheersverordening of
voorbereidingsbesluit is bepaald, zoals bedoeld in artikel
2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo: | € 257,00 |
| | |
2.3.7 | Aanleggen of veranderen weg | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in
de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een
bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:11 van
de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en
eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 257,00 |
| | |
2.3.8 | Kappen | |
2.3.8.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor
op grond van een bepaling in een provinciale verordening of
artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een
vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt
het tarief: | € 77,00 |
| | |
2.3.9 | Opslag van roerende zaken | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald
gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond
van een bepaling in een provinciale verordening of artikel
2:10 en 2:19 van de Algemene plaatselijke verordening een
vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het
tarief: | |
2.3.9.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van
roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j,
van de Wabo: | € 155,00 |
2.3.9.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt
gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of
gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld
in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | € 155,00 |
| | |
2.3.10 | Projecten of handelingen in het kader van de
Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.3.10.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die
schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de
natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of
planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de
Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | € 155,00 |
2.3.10.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen
met gevolgen voor habitat en soorten in een door de minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied
als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de
Natuurbeschermingswet 1998 | € 155,00 |
| | |
2.3.11 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75,
derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is,
bedraagt het tarief | € 155,00 |
| | |
2.3.12 | Andere activiteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het verrichten van een andere activiteit of
handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk
bedoeld en die activiteit of handeling: | |
2.3.12.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen
zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 155,00 |
2.3.12.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke
verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie
activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke
leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de
Wabo, bedraagt het tarief: | € 155,00 |
2.3.12.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag
dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende
vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit
zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de
activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder
omgevingsvergunning bedraagt het tarief: | € 155,00 |
2.3.12.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft:
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen
van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager
meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het
college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien
een begroting als bedoeld in de eerste volzin is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de
vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de
aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor
deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.13 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in
twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste
lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.13.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de
eerste fase betrekking heeft; | |
2.3.13.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag
dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit
hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de
tweede fase betrekking heeft. | |
| | |
2.3.14 | Beoordeling onderzoeksrapporten | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens
wettelijk voorschrift of naar beoordeling van het bevoegd
gezag voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een
onderzoeksrapport wordt beoordeeld: | |
2.3.14.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 206,00 |
2.3.14.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € 206,00 |
2.3.14.3 | voor de beoordeling van een akoestisch
onderzoeksrapport | € 460,00 |
| | |
2.3.15 | Advies | |
2.3.15.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke
verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie
advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van
de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning,
als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het
bedrag van de voorafgaand aan het aanvragen van het bedoelde
advies aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een
begroting die door het college van burgemeester en
wethouders is opgesteld. | |
2.3.15.2 | Indien een begroting zoals bedoeld in 2.3.15.1 is
uitgebracht, wordt een aanvraag (verder) in behandeling
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting
aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag
voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.16 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.16.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen
bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet
afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend,
als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.16.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen
moet afgeven: | € 412,00 |
2.3.16.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan
het aanvragen van het bedoelde advies aan de aanvrager
meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het
college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.16.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1.2 is
uitgebracht, wordt een aanvraag (verder) in behandeling
genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting
aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag
voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.17 | Procedure vaststelling hogere grenswaarde Wet
Geluidhinder | |
| Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een verzoek tot het starten van een procedure ter
vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de
Wet Geluidhinder | € 412,00 |
| | |
2.3.18 | Toetsing zorgvuldige veehouderij (Verordening ruimte
2014)/Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde elders in deze titel bedraagt het
extra tarief, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning
op grond van de Verordening ruimte 2014 en/of het
bestemmingsplan getoetst moet worden aan de Toetsing
zorgvuldige veehouderij en/of de Brabantse
Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV): | € 1.803,00 |
| | |
2.3.19 | Cumulatieve geurhinder | |
2.3.19.1 | Indien in het kader van de in deze titel betreffende
onderdelen een berekening van de cumulatieve geurhinder
uitgevoerd en/of getoets dient te worden, wordt onverminderd
het bepaalde elders in deze titel, het legesbedrag verhoogd
met: | € 625,00 |