Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a. | jaar | : | een kalenderjaar; |
b. | maand | : | een kalendermaand; |
c. | onroerende zaak | : | een onroerende zaak als bedoeld onder hoofdstuk III van
de "Wet waardering onroerende zaken"; |
d. | eigenaar | : | degene die aan het begin van het kalenderjaar het genot
heeft van de onroerende zaak krachtens eigendom, bezit
of beperkt recht als bedoeld in hoofdstuk IV van de "Wet
waardering onroerende zaken" |
e. | gebruiker | : | degene die aan het begin van het kalenderjaar de
onroerende zaak al dan niet krachtens eigendom, bezit,
beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt als bedoeld
in hoofdstuk IV van de "Wet waardering onroerende
zaken"; |
f. | exploitant | : | een natuurlijk- of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt
van het ten behoeve van derden aanbrengen van openbare
aankondigingen op door hem daartoe beschikbaar staande
c.q. gestelde onroerende zaken, werken, ruimten en/of
terreinen; |
g. | tussenpersoon | : | een natuurlijk- of rechtspersoon die zijn bedrijf maakt
van het verlenen van bemiddeling bij het tot stand
brengen en sluiten van een overeenkomst in opdracht en
op naam van personen tot wie hij niet in vaste dienst
staat.; |
h. | openbare aankondiging | : | alle tot het publiek gerichte mededelingen die erop zijn
gericht de belangstelling van het publiek te trekken
voor hetgeen wordt aangekondigd. |
Artikel 2 Gebiedsomschrijving
Deze verordening is van toepassing op de straten en het gebied binnen het
centrumgebied van Drachten zoals aangegeven op de bij deze verordening
behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart. Het betreft de volgende
straten:
Museumplein 1 t/m 3 2 t/m 8
Zuiderbuurt 1 t/m 65 2 t/m 82
Noorderbuurt 1 t/m 95 2 t/m 78b
Moleneind NZ 2 t/m 34 (doorlopend)
Moleneind ZZ 3 t/m 69a (doorlopend)
Noordkade 1 t/m 22a (doorlopend)
Zuidkade 1 t/m 18 (doorlopend)
Pier Panderstraat 4
JG van Blomstraat 4 t/m 22
Oude Nering 1 t/m 5
Markt 1 t/m 67 2 t/m 134
Oudeweg 19 t/m 25 4 t/m 34A
Westerstraat 1 2 t/m 58
Houtlaan 1 t/m 31a 2 t/m 26
Kleine Beurs 3 t/m 3b 2
Oosterstraat 1 t/m 27 2 t/m 24
Kerkstraat 13 t/m 13a
Raadhuisplein 1 t/m 91
De Marke 1 t/m 49
Artikel 3 Belastbaar feit
Onder de naam reclamebelasting wordt een directe belasting geheven ter zake
van openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.
Artikel 4 Belastingplicht
- 1.
De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van een
onroerende zaak waar het belastbaar feit zich voor doet.
- 2.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt, ingeval er
geen gebruiker valt aan te wijzen, de reclamebelasting van de
eigenaar van de onroerende zaak geheven waar het belastbaar feit
zich voordoet, indien de eigenaar de openbare aankondigingen voor
zichzelf dan wel als exploitant doet, dan wel het aanbrengen van de
aankondiging(en) gedoogd.
- 3.
In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt,
indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van
openbare aankondigingen, zichtbaar vanaf de openbare weg, de
reclamebelasting geheven van degene aan wie de vergunning is
verleend.
- 4.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid en het tweede lid
wordt de reclamebelasting ter zake van openbare aankondigingen die
door tussenkomst van een exploitant of tussenpersoon zijn
aangebracht, geheven van die exploitant of tussenpersoon.
Artikel 5 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak loopt van 1 januari 2016 tot en met 31 december
2016.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
De belastingschuld ontstaat bij het begin van het
belastingtijdvak.
- 2.
Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het
belastingtijdvak, bedraagt de belasting zoveel twaalfde gedeelte van
het over het tijdvak verschuldigde bedrag als er na aanvang van de
belastingplicht nog volle kalendermaanden resteren.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak
eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde
gedeelte van de voor het tijdvak verschuldigde belasting als er in
dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle
kalendermaanden resteren.
- 4.
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing als de
belastingplichtige binnen het gebied dat aan de reclamebelasting
onderhevig is, verhuist en aldaar een andere onroerende zaak in
gebruik neemt waarvoor de belastingplicht geldt.
Artikel 7 Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
De belasting voor het hebben van een openbare aankondiging wordt
geheven naar een vast bedrag per onroerende zaak.
- 2.
Het tarief is opgenomen in de bij deze verordening behorende
tarieventabel.
Artikel 8 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor:
- 1.
het hebben van openbare aankondigingen, waarvan de aanwezigheid
ingevolge wettelijk voorschrift moet worden gedoogd;
- 2.
door de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond, de ANWB of een
daarmee vergelijkbaar lichaam aangebrachte of geplaatste openbare
aankondigingen uitsluitend ten behoeve van een vlotte doorstroming
van het verkeer of ten dienste van openbare ruimten;
- 3.
openbare aankondigingen, die door publiekrechtelijke rechtspersonen
zijn aangebracht of geplaatst, indien en voor zover de openbare
aankondiging geschiedt ter uitvoering van de aan deze rechtspersoon
opgedragen publiekrechtelijke taak;
- 4.
Openbare aankondigingen die door (semi) overheden of
cultureel-maatschappelijke instellingen of politieke partijen zijn
aangebracht of geplaatst en die betrekking hebben op door hen
georganiseerde tijdelijke activiteiten met een cultureel,
maatschappelijk, charitatief of ideëel belang;
- 5.
Openbare aankondigingen van religieuze, cultureel- maatschappelijke,
ideële of charitatieve aard, aangebracht of geplaatst op onroerende
zaken die in gebruik zijn bij de religieuze,
cultureel-maatschappelijke, ideële of charitatieve instellingen die
de aankondiging doen;
- 6.
Openbare aankondigingen van scholen, verzorgingstehuizen,
ziekenhuizen, en daarmee vergelijkbare instellingen;
- 7.
Openbare aankondigingen die zijn aangebracht op bouwterreinen voor
zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat
terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;
- 8.
Openbare aankondigingen die zijn aangebracht door een tussenpersoon
in verband met de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien
deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen
of de te verhuren zaak.
Artikel 9 Wijze van heffing
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel 10 Betalingstermijn
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990
moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan
de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand
die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede
twee maanden later.
- 2.
Indien voor de inning van de gemeentelijke belastingaanslagen een
machtiging wordt afgegeven, is betaling van het totaalbedrag van
deze aanslag in acht termijnen mogelijk, mits het totaalbedrag van
de aanslag meer bedraagt dan € 80. De eerste vervalt dan op de
laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening
van het aanslagbiljet is vermeld en de overige termijnen steeds een
maand later.
- 3.
Indien de machtiging wordt ingetrokken, de rekening waarvoor de
machtiging is afgegeven onvoldoende saldo bevat of als
afschrijvingen worden geweigerd of gestorneerd, wordt het restant
van de belastingschuld conform de termijnen genoemd onder 1, direct
opeisbaar.
- 4.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de
voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding
verleend.
Artikel 12 Aanmeldingsplicht
De belastingplichtige bedoeld in artikel 4 is gehouden, indien hij na het in
werking treden van deze verordening belastingplichtig wordt, zulks
schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en
wethouders aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid,
onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met
betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.
Artikel 14 Overgangsrecht
De "Verordening reclamebelasting 2015" wordt ingetrokken met ingang van de
in het artikel 15, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met
dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die
zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na
die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
- 3.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening reclamebelasting
2016.
TARIEVENTABEL 2016
Behorende bij de “Verordening reclamebelasting 2016”.
De belasting als bedoeld in artikel 3, bedraagt per onroerend zaak €396,00
Behoort bij raadsbesluit van 1 december 2015.
De griffier van de gemeente Smallingerland.