Organisatie | Zevenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | nr 04.21 Verordening op de heffing en invordering van baatbelasting riolering gemeente Zevenaar2007 |
Citeertitel | Verordening baatbelasting riolering 2007. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | gemeentelijke belastingen, retributies en heffingen. |
Geen
artikel 147,149,222 Gemeentewet. Bekostigingsbesluit riolering nog aan te sluiten percelen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-01-2008 | 01-01-2008 | nieuwe regeling | 19-12-2007 Zevenaar Post, 2-1-2008 | 07-112 |
De raad van de gemeente Zevenaar;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Zevenaar:
Gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het “Bekostigingsbesluit riolering nog aan te sluiten
percelen” vastgesteld bij raadsbesluit van 28 september 2005, nr. 05-083;
Verordening op de heffing en invordering van baatbelasting riolering gemeente Zevenaar
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
4.een samenstel van twee of meer van de onder 1 of 2 bedoelde eigendommen [of onder 3
bedoelde gedeelten daarvan] die naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen.
1.Onder de naam 'Baatbelasting riolering 2007' wordt in de vorm van een heffing ineens een
directe belasting geheven ter zake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente Zevenaar,
zoals gemeld op de Bijlage gebate adressen, die op 31 december 2007 zijn gebaat door de in
het tweede lid genoemde voorzieningen die tot stand zijn of worden gebracht door of met
medewerking van het gemeentebestuur.
2.De in het eerste lid bedoelde voorzieningen omvatten de aanleg van een rioleringsstelsel met de
daarbij behorende technische werken voor nog aan te sluiten percelen in de gemeente
1.De belasting wordt geheven van degene die van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 2,
eerste lid, het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.
2.Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of
beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de
belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het
belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip
geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Indien de lasten die zijn verbonden aan de voorzieningen genoemd in artikel 2, tweede lid, ter
zake van een onroerende zaak krachtens overeenkomst zijn of worden voldaan, wordt de
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De maatstaf van heffing is een bedrag per onroerende zaak als bedoeld in artikel 1 van deze
verordening, gedifferentieerd naar woningen en woningen met bedrijf.
Artikel 6 Regeling inzake heffing in de vorm van een jaarlijkse belasting
1.In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting
geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende 10 jaren. Het verzoek genoemd in de
eerste volzin dient binnen 6 weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk bij de in artikel
231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden
een periode van 10 jaren en een rentevoet van 6%.
4.De belasting over de nog niet verstreken belastingjaren kan elk jaar worden afgekocht. De
afkoopsom wordt bepaald op de contante waarde van de op 1 januari van het belastingjaar,
waarin de afkoop plaatsvindt, nog te verschijnen belastingbedragen berekend naar een
5.a. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en de
belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak als bedoeld in het eerste lid eindigt of
wijzigt als gevolg van het overdragen van eigendom, bezit of beperkt recht, wordt de nieuwe
genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht met ingang van het
eerstvolgende belastingjaar een aanslag ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren
van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het vierde lid van dit artikel.
b.In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op verzoek van de in dat onderdeel
bedoelde belastingplichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig het eerste lid gecontinueerd.
Het verzoek daartoe dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag ingevolge
onderdeel a, schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet
bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend.
6.Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en in de loop van het
belastingtijdvak de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van de onroerende
zaak wordt overgedragen, wordt, voor de verdeling van de resterende belastingschuld, de
maatstaf van heffing als bedoeld in artikel 4 voor de betreffende onroerende zaak opnieuw
Artikel 8 Termijnen van betaling
De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op
de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing