Organisatie | Smallingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | De verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2016 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2015 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 01-12-2015 Gemeenteblad, 22-12-2015 | 01-12-2015, volgnr. 5 |
VERORDENING PARKEERBELASTINGEN
De raad der gemeente Smallingerland;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van november 2015;
gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2016;
vast te stellen DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2016
Deze verordening verstaat onder:
Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat
1. indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;
2. indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Wijze van heffen en termijn van betaling
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, als het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon inloggen op de centrale computer.
Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Aldus vastgesteld door de raad voornoemd
in zijn vergadering van 1 december 2015
griffier, voorzitter,
behorende bij de "Verordening Parkeerbelastingen 2016"
1. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a,
- € 1,45 per uur met een minimum van € 0,10;
2. Het tarief voor een parkeervergunning om te parkeren op een belanghebbendenplaats als bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt:
a. voor een 1e vergunning (per adres) € 35,35
b. voor een 2e vergunning (per adres) € 70,30
c. voor een 3e vergunning (per adres) € 105,50
3. Het tarief voor een bezoekersvergunning om te parkeren (maximaal 3 uur) op een belanghebbendenplaats als bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt:
a. voor 1 bezoekersvergunning (maximaal 1 per adres) € 35,35
4. Het tarief voor een parkeervergunning om te parkeren op de in de vergunning aangewezen parkeerapparatuurplaatsen als bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt:
5. Het tarief voor een ontheffing als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:
a. ontheffing voor parkeren blauwe zone € 35,35
b. ontheffing inrijden centrum (zie legesverordening) € 28,85
6. De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting
bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 60,00
7. De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de
8. De kosten voor de overbrenging en bewaring bedragen:
- voor het overbrengen € 171,35
- alsmede per gereden kilometer voor het overbrengen € 0,80
- en voor het bewaren per dag € 55,80
- indien het overbrengen op werkdagen geschiedt tussen
18.00 en 08.00 uur wordt het bedrag voor het overbrengen
- geschiedt het overbrengen op een zaterdag, zondag of
algemeen erkende feestdag, dan wordt het bedrag voor
het overbrengen verhoogd met € 171,35
- neemt het overbrengen meer tijd in beslag dan 3/4 uur,
dan wordt het bedrag voor het overbrengen bovendien
waarbij een gedeelte van een uur voor een vol uur
Behoort bij raadsbesluit van 1 december 2015