Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Marne

Treasurystatuut gemeente De Marne 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Marne
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTreasurystatuut gemeente De Marne 2016
CiteertitelTreasurystatuut gemeente De Marne 2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 212 Gemeentewet; Financiele verordening gemeente De Marne

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2016Nieuwe regeling

08-12-2015

Gemeenteblad 2015-128385

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut gemeente De Marne 2016

 

 

 

Treasurystatuut Gemeente De Marne

Artikel 1. Begrippenkader

In dit statuut wordt verstaan onder:

Daggeld Zeer kortlopende geldelijke lening die bovendien op elk moment opvraagbaar is;

Deposito Een spaarvorm met een vaste looptijd en een vaste rente;

Eurozone De ‘eurozone’ is de verzamelnaam voor alle landen van de Europese Unie die de euro als wettelijke munt hebben ingevoerd;

Financiering Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;

Financiële onderneming Een onderneming die in een lidstaat het bedrijf van kredietinstelling mag uitoefenen, beleggingsdiensten mag aanbieden;

Geldstromenbeheer Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten over te dragen zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (het zogenaamde betalingsverkeer);

Intern liquiditeitsrisico De risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsplanning en meerjareninvesteringsplanningen waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

Kasgeldlimiet Een bedrag op basis van de Wet Fido ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal (de totale lasten van de programmabegroting)van de gemeente bij aanvang van het jaar;

Koersrisico Het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

Kredietrisico De risico’s op de waardebepaling van een verordening ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit;

Liquiditeitenbeheer Het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;

Liquiditeitenplanning Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid;

Prudent Bedachtzaam, met inzicht, verstandig , voorzichtig

Rating taxatie van de kredietwaardigheid van een financiële onderneming of een land, bepaald door een ratingbureau;

Renterisico De mate waarin het saldo van rentelasten en rentebaten van de gemeente verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of langer;

Rente-risiconorm Een bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal van de gemeente bij aanvang van het jaar;

Rentetypische looptijd Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding;

Rentevisie Toekomstverwachting over de renteontwikkeling;

Saldobeheer Het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;

Solvabiliteitsratio van 0% Status die door een bancaire toezichthouder in een EER-lidstaat (Europese Economische Ruimte) aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend;

Toezichthouder De provincie die op grond van enige wettelijke bepaling is belast met het toezicht op de begroting van de gemeente;

Treasuryfunctie De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit vier deelfuncties: risicobeheer, gemeentefinanciering, kasbeheer en debiteuren- en crediteurenbeheer;

Uitzetting Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen op een periode van één jaar of langer;

Wet Fido Wet financiering decentrale overheden

Schatkistbankieren Het, door decentrale overheden, aanhouden van overtollige middelen in de schatkist bij het ministerie van financiën. (Wijziging wet Fido in 2013)

Artikel 2. Doelstellingen van de treasuryfunctie

Doelstellingen van de treasuryfunctie zijn:

  • 1.

    Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • 2.

    Het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;

  • 3.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • 4.

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet Fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit statuut.

Artikel 3. Uitgangspunten risicobeheer

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • 1.

    De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen waarbij vooraf informatie wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.

  • 2.

    Indien een andere voorziening beschikbaar is verstrekt de gemeente uitsluitend aanvullend een lening of garantie;

  • 3.

    Indien er enige discussie zou kunnen ontstaan over de vraag of een lening of garantie zou kwalificeren als ongeoorloofde staatssteun, wordt aangegeven waarom dat niet het geval is;

  • 4.

    De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd door de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut.

Artikel 4. Renterisicobeheer

  • 1.

    De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet Fido;

  • 2.

    De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet Fido;

  • 3.

    Overschrijding van de in leden 1 en/of 2 genoemde grenzen is alleen mogelijk met toestemming van de toezichthouder (Provincie) en wordt via de tussentijdse rapportages medegedeeld aan de gemeenteraad;

  • 4.

    Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning;

  • 5.

    De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zoveel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;

Artikel 5. Koersrisicobeheer

  • 1.

    De gemeente beperkt de koersrisico’s op eventuele uitzettingen door uitsluitend financiële producten te hanteren met minimaal hoofdsomgarantie (aan het einde van de looptijd) of gelden uit te zetten in vastrentende waarden;

  • 2.

    Tevens beperkt de gemeente de koersrisico’s door conform artikel 7 de looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitenplanning.

Artikel 6. Kredietrisicobeheer

Bij het uitzetten van middelen gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij:

    • a)

      Nederlandse Overheden en andere publiekrechtelijke lichamen voor wiens waardepapier een solvabiliteitsratio van 0% (solvabiliteitsvrije status) geldt;

    • b)

      Financiële instellingen met ten minste een AA-rating van één van de volgende erkende rating bureaus: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA;

  • 2.

    Bij het verstrekken van leningen of garantstelling uit hoofde van de publieke taak worden zoveel mogelijk zekerheden of garanties geëist;

  • 3.

    Er wordt geen gebruik gemaakt van derivaten;

  • 4.

    Bij nieuw te verstrekken geldleningen uit hoofde van de publieke taak wordt een opslagpercentage op het rentetarief van 1% gehanteerd voor risico en administratie.

Artikel 7. Intern liquiditeitsrisicobeheer

De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasury-activiteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar), evenals een meerjarige liquiditeitenplanning met een looptijd van minimaal 4 jaar.

Artikel 8. Valutarisicobeheer

Verstrekken, aangaan of garanderen van leningen geschiedt uitsluitend in euro.

Artikel 9. Financiering

Bij het aantrekken van financieringen (één jaar en langer) gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak;

  • 2.

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken om het renteresultaat te optimaliseren;

  • 3.

    Aangaan van leningen met enkel het doel de aangetrokken gelden tegen een hoger rendement uit te zetten (Near Banking) is niet toegestaan;

  • 4.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn onderhandse leningen.

  • 5.

    De gemeente vraagt offertes op bij minimaal 2 (financiële) instellingen alvorens een financiering wordt aangetrokken.

Artikel 10. Langlopende uitzettingen

Voor uitzetting voor een periode langer dan één jaar en uit hoofde van de publieke taak gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Uitzettingen worden uitsluitend gedaan onder de in artikel 3, 4, 5 en 6 genoemde voorwaarden;

  • 2.

    De gemeente vraagt offertes op bij minimaal 2 (financiële) instellingen alvorens een langlopende uitzetting wordt gedaan.

Artikel 11. Relatiebeheer

De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Financiële ondernemingen en hun condities worden beoordeeld;

  • 2.

    Financiële ondernemingen dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 6.

Artikel 12. Geldstromenbeheer

Om de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt:

  • 1.

    Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig worden nagekomen;

  • 2.

    Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd binnen één financiële onderneming (‘huisbankier’)

Artikel 13. Saldo- en liquiditeitenbeheer

Voor het saldobeheer en het liquiditeitenbeheer (maximaal één jaar) gelden de volgende specifieke richtlijnen:

  • 1.

    De gemeente streeft naar concentratie van de overtollige liquiditeiten;

  • 2.

    Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat dan kan de gemeente kortlopende middelen aantrekken. Hierbij wordt – conform artikel 4 lid 1 en 3 - de kasgeldlimiet niet overschreden;

  • 3.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeld, kasgeldleningen en kredietlimiet op rekening courant;

  • 4.

    Uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar gebeurt door middel van Schatkistbankieren (afromen).

Artikel 14. Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

  • 1.

    De uitvoering van de treasuryfunctie is rechtmatig en doelmatig;

  • 2.

    De treasuryactiviteiten worden adequaat uitgevoerd en bijgestuurd;

  • 3.

    De juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie is verzekerd;

  • 4.

    Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd.

Artikel 15. Informatievoorziening gemeenteraad

Met betrekking tot de treasury-activiteiten verstrekt het College van B&W tenminste inzicht in de vorm van een treasuryparagraaf in minimaal de programmabegroting en de programmarekening.

Artikel 16. Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit statuut treedt in werking op 1 januari 2016;

  • 2.

    Dit statuut vervangt het Treasurystatuut gemeente De Marne 2006;

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald onder de naam “Treasurystatuut gemeente De Marne 2016”.