Organisatie | Roosendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Klachtenregeling Jeugd |
Citeertitel | Klachtenregeling Jeugd |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2016 | Nieuwe regeling | 08-12-2015 Gemeenteblad 2015 nr. 123672; Roosendaalse Bode 20-12-2015 | 15-16173 |
Het college van de gemeente Roosendaal;
Overwegende dat het wenselijk is:
een klachtencommissie in te stellen die belast is met de behandeling van bovengenoemde klachten. Voor klachten over toegang heeft de klachtencommissie een adviserende rol in eerste instantie richting het bestuursorgaan op grond van het bepaalde in hoofdstuk 9 Awb. Voor klachten over de jeugdhulpverlening is de commissie op grond van het bepaalde in paragraaf 4.2a Jeugdwet bevoegd te beslissen in eerste en enige instantie (oordeel).
Gelet op paragraaf 4.2a van de Jeugdwet en hoofdstuk 9 van de Awb;
Klacht: een mondelinge of schriftelijke uiting van ongenoegen van een klager over de wijze waarop een bestuursorgaan, een lid daarvan of een medewerker zich in een bepaalde aangelegenheid heeft gedragen jegens een jeugdige, ouder, ouder zonder gezag, voogd, degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag over de jeugdige uitoefent of een pleegouder in het kader van toegang tot en de verlening van jeugdhulp heeft gedragen. Nadrukkelijk wordt hieronder niet verstaan een bezwaar of beroep tegen een inhoudelijk besluit;
De leden van de klachtencommissie worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college van de gemeente Roosendaal. De leden kunnen slechts van hun functie ontheven worden wegens verwaarlozing van hun taak of wegens andere redenen op grond waarvan handhaving als lid redelijkerwijs niet kan worden verlangd. Het lid maakt per direct geen deel meer uit van de commissie.
De leden van de klachtencommissie kunnen op enig moment tijdens hun benoemingsperiode zelf terugtreden. Zij stellen het college van de gemeente Roosendaal schriftelijk op de hoogte. Het vertrekkend lid blijft aan totdat in zijn of haar opvolging is voorzien, tenzij sprake is van ernstige onvoorzienbare omstandigheden.
De klacht wordt ingediend bij het bestuursorgaan en terstond doorgeleid naar de voorzitter van de klachtencommissie.
De klachtencommissie stelt de klager, de verantwoordelijk leidinggevende en degene over wie wordt geklaagd, binnen acht weken nadat de klager zich tot de klachtencommissie heeft gewend schriftelijk en met redenen omkleed in kennis van haar oordeel en/of advies over de gegrondheid van de klacht. Deze termijn wordt opgeschort gedurende de in artikel 5 genoemde bemiddeling.
Indien het voor de klachtencommissie niet mogelijk is haar oordeel en/of advies over de klacht uit te brengen binnen de in het vorige lid genoemde termijn, doet zij daarvan binnen die termijn schriftelijk met redenen omkleed mededeling aan de klager, de verantwoordelijk leidinggevende en degene over wie wordt geklaagd onder vermelding van de termijn waarbinnen zij een oordeel zal uitbrengen.
Binnen vier weken na de ontvangst van het oordeel van de klachtencommissie over de klacht over de jeugdhulpverlening deelt het college mede of het naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja welke. De beslissing wordt kenbaar gemaakt aan de klachtencommissie, de klager, de beklaagde en diens leidinggevende.
Artikel 9 Het niet (verder) be-/afhandelen van een klacht
De klachtencommissie c.q. het college is bevoegd een klacht niet (verder) te behandelen c.q. af te handelen indien blijkt dat vanwege de gedraging, waarop de klacht betrekking heeft strafvervolging is/wordt ingesteld.
Artikel 10 Het niet in behandeling nemen van een klacht in het kader van de toegang jeugdhulp
Gelet op het bepaalde in artikel 9:8 van de Algemene wet bestuursrecht worden klachten welke betrekking hebben op de volgende gedragingen niet in behandeling genomen. Het betreft hier gedragingen:
zolang ter zake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en terzake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is.