De raad van de gemeente Ermelo;
gelezen het voorstel van het college van 3 november 2015, nr. 15040064;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING OP KABELS EN LEIDINGEN 2016
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
maand: een kalendermaand;
- b.
Artikel 2 – Belastbaar feit
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven voor het hebben van buizen, kabels, draden of leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.
Artikel 3 – Belastingplicht
- 1.
Voor buizen, kabels, draden of leidingen waarvoor op grond van de Gaswet of de Elektriciteitswet een netbeheerder is aangewezen, wordt de precariobelasting geheven van de door de minister aangewezen netbeheerder.
- 2.
In alle andere gevallen wordt de precariobelasting geheven van degene die de buizen, kabels, draden of leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
Artikel 4 – Vrijstellingen
De precariobelasting wordt niet geheven voor het hebben van:
- a.
voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende is krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;
- b.
buizen in de grond, tot aansluiting op het openbaar hemelwaterstelsel, het openbaarontwateringsstelsel of het openbaar vuilwaterriool
Artikel 5 – Maatstaf van heffing en belastingtarief
Het tarief voor het hebben van buizen, kabels, draden of leidingen bedraagt per strekkende meter perjaar € 2,36 met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 – Berekening van de precariobelasting
Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van een strekkende meter als een volledige strekkende meter aangemerkt.
Artikel 7 – Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 – Wijze van heffing
De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 – Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 – Aanslagqrens
Voor kabels en leidingen met een totale lengte van minder dan 50m¹ wordt geen aanslag opgelegd.
Artikel 11 - Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet
- 2.
De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.
Artikel 12 - Kwijtschelding
Bij de invordering van precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 (Stbl. 221).
Artikel 13 - Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 14 - Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
- 3.
Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening precariobelasting 2016".