Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Overig besluit van algemene strekking van de gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant houdende subsidies voor biodiversiteit Subsidieregeling biodiversiteit Noord-Brabant |
Citeertitel | Subsidieregeling biodiversiteit Noord-Brabant |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | flora en fauna, subsidies, financieel kader |
Externe bijlage | Bijlage I behorende bij de Subsidieregeling biodiversiteit Noord-Brabant |
Deze regeling is vervangen door de Subsidieregeling natuur Noord-Brabant.
art. 2 Algemene subsidieverordening Noord-Brabant
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-06-2016 | 18-12-2015 | 03-02-2017 | artikel 2.4, 2.5, 2.8 | 14-06-2016 | S0313391 |
18-12-2015 | 16-06-2016 | nieuwe regeling | 15-12-2015 | S0306991 |
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,
Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;
Overwegende dat Provinciale Staten op 21 september 2012 in de nota “Brabant uitnodigend groen” hebben bepaald dat de uitvoering van het soortenbeleid binnen de provincie Noord-Brabant uitgaat van een leefgebiedenbenadering met als doel behoud en herstel van biodiversiteit;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 24 september 2013 het Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit en Leefgebieden hebben vastgesteld, waarin ook alle leefgebiedsplannen en maatregelkaarten zijn opgenomen.
Overwegende dat Gedeputeerde Staten op 5 november 2013 de Subsidieregeling biodiversiteit en leefgebieden Noord-Brabant hebben vastgesteld;
Overwegende dat Gedeputeerde Staten die regeling op enkele onderdelen inhoudelijk wensen te wijzigen en daarbij tevens van de mogelijkheid gebruik willen maken om de regeling flexibeler in te richten;
Overwegende dat die ombouw tot een groot aantal technische wijzigingen leidt en Gedeputeerde Staten het derhalve wenselijk achten een geheel nieuwe regeling vast te stellen; Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
§ 1 Biodiversiteit en leefgebieden bedreigde soorten
Artikel 1.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het behoud of herstel van leefgebieden van prioritaire plant- of diersoorten, in de vorm van:
Artikel 1.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 1.7 komen de kosten voor reguliere beheer- en onderhoudswerkzaamheden in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 1.9 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 1 januari 2016 tot en met 17 februari 2016.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 1.4, voor de tenderperiode, genoemd in artikel 1.9, vast op 2.800.000.
De hoogte van de subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 750.000 per project.
Indien de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 1.10, te boven gaan, maken Gedeputeerde Staten voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende aanvragen op basis van de volgende afwegingscriteria:
Artikel 1.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
§ 2 Biodiversiteit en Natura 2000/PAS
Artikel 2.4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op het behoud of herstel van:
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.4 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 2.8 Niet subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 2.7 komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 2.9 Vereisten subsidieaanvraag
Subsidieaanvragen voor subsidies als bedoeld in artikel 2.4, worden ingediend in de tenderperiode van 1 januari 2016 tot en met 17 februari 2016.
Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 2.4, voor de tenderperiode, genoemd in artikel 2.9, vast op € 5.500.000.
Indien de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het vastgestelde subsidieplafond, genoemd in artikel 10, te boven gaan, maken Gedeputeerde Staten voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie, een afweging tussen de verschillende aanvragen op basis van de volgende afwegingscriteria:
Artikel 2.13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
De subsidieontvanger heeft in ieder geval de volgende verplichtingen:
Gedeputeerde Staten zenden in 2020 en vervolgens telkens na vier jaar aan Provinciale Staten een verslag over de werking van deze regeling.
’s-Hertogenbosch, 15 december 2015
Gedeputeerde Staten voornoemd,
de voorzitter prof. dr. W.B.H.J. van de Donk
de secretaris mw. ir. A.M. Burger
Toelichting behorende bij de Subsidieregeling biodiversiteit Noord-Brabant.
Aanleiding De provincie heeft in de nota “Brabant Uitnodigend Groen” de ambities voor de Noord-Brabantse biodiversiteit benoemd. De aanpak is gebaseerd op de leefgebiedenbenadering. Het betreft een integrale en gebiedsgerichte aanpak gebaseerd op systeemherstel. Voor de analyse en aansturing van de uitvoering zijn leefgebiedsplannen en maatregelkaarten gemaakt.
Juridisch kader Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in deze subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. In de Asv staat onder meer waar de aanvraag moet worden ingediend, wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de subsidieontvanger, zoals de meldingsplicht. Ook de Algemene wet bestuursrecht bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling.
Artikel 1.6 Subsidievereisten Onderdeel c, onder 2 verbetering leefgebied Als subsidievereiste is hier bepaald dat het project een aantoonbare verbetering oplevert voor de plant- of diersoorten waarvoor het project wordt uitgevoerd. Hiermee wordt bedoeld dat in het leefgebied van de betreffende soorten maatregelen worden uitgevoerd, waarvan op basis van kennis en inschatting van experts bekend is dat dat positieve effecten heeft voor die soorten. In het desbetreffende leefgebiedsplan is een analyse te vinden over de leefgebieden van de prioritaire soorten en het scala aan maatregelen dat verbeteringen voor het soortenspectrum zal opleveren. Op de maatregelkaarten zijn de maatregelen te vinden die gesubsidieerd kunnen worden. Onderdeel d, onder 2 Ondersteunend kaartmateriaal Als subsidievereiste is hier bepaald dat tevens ondersteunend kaartmateriaal moet worden meegezonden. Hiermee wordt bedoeld dat aangegeven wordt op welk gebied het project gericht is en welke maatregelen op welke plek in het gebied uitgevoerd gaan worden.
Artikel 1.7 Subsidiabele kosten Doordat op grond van artikel 1.4 uiteenlopende projecten voor subsidie in aanmerking kunnen komen, kunnen de subsidies op grond van deze regeling in het eerste, tweede of derde arrangement vallen (zie de artikelen 20, 21 en 22 van de Asv). Indien sprake is van subsidies tot € 125.000 gaat het in dit artikel om de begrote kosten en in geval van subsidies vanaf € 125.000 om de daadwerkelijke kosten. Zie voor verdere regels hierover de Asv.
Gedeputeerde Staten van Noord Brabant,
de voorzitter de secretaris prof. dr. W.B.H.J. van de Donk mw. ir. A.M. Burger