Organisatie | Sliedrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening precariobelasting 2016 gemeente Sliedrecht |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2016 gemeente Sliedrecht |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikelen 216 en 228 van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 08-12-2015 Gemeenteblad, 24 december 2015 | Onbekend |
Versie geldig vanaf 1 januari 2016
Samenleving en Bestuur, team vergunningverlening, toezicht en handhaving
De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele situatie. Voor historische informatie hiervan kunt u contact opnemen met het Servicecentrum Drechtsteden, onderdeel Documentaire Informatievoorziening, e-mail: gemeente@sliedrecht.nl.
De raad van de gemeente Sliedrecht;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen artikel 216 en 228 van de Gemeentewet;
vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van precariobelastingen 2016.
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag dan wel bij wege van een gedagtekende kennisgeving waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien voor een belastbaar feit in de tarieventabel uitsluitend een jaartarief is opgenomen en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op vermindering voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijn van de betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 3.500,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in gelijke termijnen van minimaal € 5,--, waarbij de laatste termijn vervalt op de laatste dag van de tiende maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de eerdere termijnen telkens een maand eerder.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 8 december 2015.
De griffier, De voorzitter,
Mr. R.P.A. van Aalst drs. A.P.J. van Hemmen
Tarieventabel behorende bij de Verordening precariobelasting 2016
het hebben van banken, stoelen, tafels, windschermen en dergelijke behorende bij een terras, per 5 m² of een gedeelte daarvan:
2. Driehoeks- en sandwichborden (ex. artikel 2:5 van de APV Sliedrecht)
het hebben van driehoeks- en sandwichborden, per bord:
het voor commerciële doeleinden uitstallen van koopwaar ( goederen, waren, uitstalkasten, winkelwagentjes, reclame-uitingen niet aan de gevel):
per 5 m2 of een gedeelte daarvan:
4. Standplaatsen (ambulante handel)
het innemen van een standplaats met voorwerpen als bedoeld in de geldende standplaatsennotitie:
bij een oppervlakte boven 20 m2 worden de tarieven t/m 20 m2 verhoogd per 5 m2 of gedeelte daarvan met | |||
het hebben van een loods, keet, afschutting, steiger of stelling, en voor het plaatsen van bouwmaterialen en gereedschappen buiten de keet bij bouwverrichtingen:
het hebben van antennedraden, geleidingen, kabels, leidingen of buizen per m1 of een gedeelte daarvan: