Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rheden

Reglement van Orde voor de informatie-avond van de gemeenteraad van Rheden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRheden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van Orde voor de informatie-avond van de gemeenteraad van Rheden
CiteertitelReglement van Orde voor de informatie-avond van de gemeenteraad van Rheden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening is ingetrokken bij Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Rheden d.d. 27 november 2018

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 10, 11, 12, 13, 15, 25 en 86

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-10-201013-12-200713-12-2018Nieuwe regeling

27-11-2007

Regiobode, 13-10-2010

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van Orde voor de informatie-avond van de gemeenteraad van Rheden

De raad van de gemeente Rheden;

gelezen het griffievoorstel van 17 oktober 2007;

gelet op de artikelen 10, 11, 12, 13, 15, 25 en 86 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

in te trekken de Verordening op de raadscommissies van de gemeente Rheden 2003;

vast te stellen het Reglement van Orde voor de informatie-avond van de gemeenteraad van Rheden

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    lid: raadslid of raadsvolger die deelneemt aan de beraadslagingen van de informatie-avond;

  • b.

    voorzitter: voorzitter van een informatie-avond;

  • c.

    griffier: griffier van de raad of diens door de raad benoemde vervanger;

  • d.

    vergadering: de beraadslaging van raadsleden en raadsvolgers ook wel genoemd informatie-avond van de gemeenteraad van Rheden. De bepalingen over raadscommissies in de gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op de informatie-avond;

  • e.

    meerderheid: de meerderheid vertaald naar de zetelverdeling in de raad;

  • f.

    agendacommissie: vergadering zoals beschreven in het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Rheden, met als taak het opstellen van de conceptagenda’s van oriëntatie-, informatie-avonden, raadsvergaderingen en andere vergadering van de gemeenteraad.

Hoofdstuk 2 Doel en samenstelling informatie-avond
Artikel 2 Doel informatie-avond
  • 1.

    Een informatie-avond heeft als doel de leden in staat te stellen informatie te verzamelen over de geagendeerde onderwerpen. Deze informatie kan door de fracties gebruikt worden in het debat en standpuntbepaling tijdens de raadsvergadering.

  • 2.

    Teneinde informatie te verzamelen kunnen de leden vragen stellen aan insprekers, aan elkaar, aan het college van burgemeester en wethouders, aan ambtenaren die namens het college het woord voeren en aan andere door de vergadering daartoe aangewezen personen.

Artikel 3 Samenstelling

Er nemen maximaal twee leden per fractie deel aan een informatie-avond.

Artikel 4 Raadsvolgers
  • 1.

    Per fractie kunnen maximaal twee personen worden benoemd als raadsvolger. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een raadsvolger.

  • 2.

    Raadsvolgers dienen tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van de politieke groepering waarvoor zij raadsvolger zijn.

  • 3.

    Niet-raadsleden kunnen indien zij voldoen aan hetgeen in lid 1 en 2 is bepaald, als raadsvolger worden benoemd nadat zij de navolgende eed of belofte in handen van de burgemeester hebben afgelegd:

    ‘Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als raadsvolger naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat beloof ik)’.

Artikel 5 Voorzitter
  • 1.

    De voorzitters van informatie-avonden worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 2.

    De voorzitter is geen lid van de vergaderingen en neemt derhalve niet deel aan de beraadslagingen en stemmingen.

  • 3.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

  • 4.

    De zittingsperiode van de voorzitter eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 5.

    Een voorzitter kan te allen tijde ontslag nemen. Hij doet daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in.

  • 6.

    De raad kan een voorzitter ontslaan.

Artikel 6 Griffier
  • 1.

    De griffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 2.

    Bij afwezigheid wordt de griffier vervangen door diens plaatsvervanger, een griffiemedewerker of een daartoe door de raad aangewezen ambtenaar.

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid burgemeester en het college van burgemeester en wethouders
Artikel 7 Burgemeester en het college van burgemeester en wethouders
  • 1.

    De voorzitter nodigt de burgemeester, en het college van burgemeester en wethouders uit tijdens de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2.

    De meerderheid kan besluiten de burgemeester en/of het college van burgemeester en wethouders niet deel te laten nemen aan de beraadslaging.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding
Artikel 8 Vergaderfrequentie
  • 1.

    In de regel vinden de informatie-avonden tweemaal per maand plaats. De informatie-avonden vangen aan om 19.30 uur en vinden plaats in het gemeentehuis.

  • 2.

    Een informatie-avond wordt voorts belegd indien de agendacommissie het nodig oordeelt.

  • 3.

    De agendacommissie kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de griffier.

Artikel 9 Oproep
  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep aan de raadsleden en raadsvolgers verzonden.

  • 3.

    Indien een aanvullende agenda wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 10, tweede lid, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen of onderwerpen zo spoedig mogelijk aan de raadsleden en raadsvolgers gezonden.

Artikel 10 De agenda
  • 1.

    Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt de agendacommissie de agenda van de vergadering voorlopig vast.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot de aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 3.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de meerderheid de agenda vast. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de meerderheid bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren.

  • 4.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de volgorde van behandeling van de agendapunten door de meerderheid gewijzigd worden.

Artikel 11 Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. De voorzitter maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving.

  • 2.

    Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het gemeentehuis gebracht.

  • 3.

    Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier een lid inzage.

     

Artikel 12 Openbare kennisgeving
  • 1.

    De informatie-avond wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in ‘de Rhedenaar’ en zo mogelijk door plaatsing op de internetsite van de gemeente, ter openbare kennis gebracht.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt: 

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende stukken kan inzien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 14.

  • 3.

    Daarnaast worden de bij de voorlopige agenda horende stukken, indien digitaal beschikbaar, op de website van de gemeente geplaatst.

     

Paragraaf 2 Orde der vergadering

Artikel 13 Opening vergadeing; quorum

  • 1.

    De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien een meerderheid aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet aan het vereiste van lid 1 is voldaan, bepaalt de voorzitter op enig moment dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de schriftelijke oproep is gelegen.

     

Artikel 14 Spreekrecht
  • 1.

    Indien zij zich voor de vergadering bij de griffier hebben gemeld, kunnen insprekers gezamenlijk maximaal dertig minuten het woord voeren bij geagendeerde onderwerpen.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden over: 

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen door de inspreker bezwaar en/of beroep is aangetekend;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor de aanvang van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4.

    De voorzitter geeft insprekers per agendapunt het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5.

    Elke inspreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de insprekers als er meer dan zes insprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6.

    De inspreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de leden van de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 7.

    Het is aan de leden om te bepalen op welke wijze zij de inbreng van de inspreker al dan niet betrekken bij de behandeling van het geagendeerde onderwerp.

Artikel 15 Verslag
  • 1.

    Het ontwerpverslag van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, aan de leden toegezonden gelijktijdig met de schriftelijke oproep.

  • 2.

    Het verslag van, zo mogelijk, de vorige vergadering wordt aan het begin van de vergadering geagendeerd en voor kennisgeving aangenomen.

  • 3.

    De leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders, hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het verslag te doen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is.

  • 4.

    Het verslag moet inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de griffier, de burgemeester en de wethouders en de leden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van de conclusies uit het besprokene;

    • d.

      een voorstel tot verdere behandeling aan de raad. Indien dit voorstel niet unaniem is worden de minderheidsstandpunten en de namen van de fracties die een minderheidsstandpunt vertegenwoordigen vermeld;

    • e.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie door de meerderheid van de leden is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 5.

    Het verslag wordt opgesteld onder de zorg van de griffier.

Artikel 16 Aantal spreektermijnen
  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de meerderheid anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 3.

    Een lid mag in een termijn niet meer dan eenmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 17 Spreektijd

De voorzitter en een lid kunnen een voorstel doen over de spreektijd van de leden.

Artikel 18 Voorstellen van orde
  • 1.

    De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde wordt terstond een besluit genomen.

Artikel 19 Handhaving orde; schorsing
  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en -indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord- de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming van het voorstel verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 20 Beraadslaging
  • 1.

    De meerderheid kan op voorstel van de voorzitter of een lid beslissen om over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de meerderheid beslissen de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.

  • 3.

    De beraadslaging over bespreekstukken beperkt zich tot het inwinnen van informatie. Debat en besluitvorming over deze stukken vinden plaats tijdens de raadsvergadering.

  • 4.

    De beraadslaging over hamerstukken bevat zowel het inwinnen van informatie als het innemen van een standpunt. Besluitvorming over deze onderwerpen vindt, zonder verder debat, plaats tijdens de raadsvergadering.

  • 5.

    Een lid of de voorzitter kunnen voorstellen van het bepaalde in lid drie en vier af te wijken.

Artikel 21 Deelname aan de beraadslaging door anderen
  • 1.

    De meerderheid kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 22 Verdere behandeling
  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is besproken, sluit hij de beraadslaging, tenzij de meerderheid anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, wordt door de meerderheid een voorstel voor verdere behandeling van het onderwerp bepaald. Hiervoor bestaan de volgende opties:

    • a.

      geen verdere behandeling; het onderwerp wordt voor kennisgeving aangenomen;

    • b.

      debat- en besluitvorming tijdens de raadsvergadering (behandeling als bespreekstuk);

    • c.

      besluitvorming tijdens raadsvergadering (behandeling als hamerstuk, indien tijdens informatie-avond overeenstemming over een onderwerp wordt bereikt);

    • d.

      andere mogelijkheden tot vervolg van behandeling worden door de meerderheid van de vergadering bepaald (bijv. wijziging voorstel, aanhouden voorstel etc.).

  • 3.

    Indien het voorstel tot verdere behandeling niet unaniem gesteund wordt, worden de minderheidsstandpunten in het voorstel tot verdere behandeling vermeld.

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

Artikel 23 Algemeen

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van artikel 86 Gemeentewet en de bepalingen van deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 24 Verslag
  • 1.

    Het verslag van een besloten vergadering worden niet rondgedeeld, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2.

    Dit verslag wordt zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de vergadering bij meerderheid een beslissing over het al dan niet openbaar maken van dit verslag.

Artikel 25 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de meerderheid overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De meerderheid kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 26 Opheffing geheimhouding

De raad kan op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet de geheimhouding opheffen.

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers
Artikel 27 Toehoorders en pers
  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.

Artikel 28 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 29 Verbod gebruik mobiele telefoons

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 30 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de meerderheid op voorstel van de voorzitter.

Artikel 31 Inwerkingtreding
  • 1.

    Dit reglement treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    Op het tijdstip genoemd in artikel 1 vervalt de Verordening op de raadscommissies van de gemeente Rheden 2003, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 januari 2003, nr. 10.

     

    Vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 27 november 2007, nr. 7A B.

De Steeg, 27 november 2007

De raad voornoemd,

voorzitter.

griffier.

Toelichting

In de Gemeentewet wordt onderscheid gemaakt tussen raadscommissies, bestuurscommissies en andere commissies (resp. artikel 82, 83 en 84 Gemeentewet). Raadscommissies bereiden de besluitvorming in de raad voor en voeren overleg met het college en de burgemeester. Bestuurscommissies zijn commissies waaraan bevoegdheden van de raad, het college of de burgemeester worden overgedragen. Andere commissies kunnen alle mogelijke denkbare taken hebben. Er kan gedacht worden aan adviescommissies, ad hoc commissies en wijkraden. De gemeenteraad van Rheden heeft echter besloten niet langer raadscommissies in te stellen. In de plaats hiervan zijn er informatie-avonden voor de raad. Het functioneren van een informatie-avond is vergelijkbaar met het functioneren van een raadscommissie. De wettelijke bepalingen die gelden voor een raadscommissie worden van toepassing verklaard op de informatie-avond (artikel 1, sub a). Voor het opstellen van dit reglement van orde is dan ook teruggegrepen op de modelverordening op de raadscommissies van de Vereniging Nederlandse Gemeenten.

 

Wijzigingen

Het reglement van orde voor de informatie-avond is in samenhang met het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad opgesteld. Ten opzichte van de verordening op de raadscommissies zijn dit de belangrijkste wijzigingen: 

  • -

    de termen raadscommissie, agendacommissie en commissielid zijn geschrapt, en vervangen door informatie-avond, agendacommissie resp. raadsvolger;

  • -

    de taak van de raadscommissie is vervangen door het doel van de informatie-avond;

  • -

    het aantal afgevaardigden per fractie is niet langer afhankelijk van de omvang van de fractie; iedere fractie mag maximaal twee leden leveren;

  • -

    de regels over aanwezigheid van collegeleden zijn vereenvoudigd;

  • -

    de plaatsing van stukken op internet is opgenomen;

  • -

    het algemene spreekrecht is verplaatst naar het raadsspreekuur van de oriëntatie-avond. Tijdens de informatie-avond kan er alleen worden ingesproken over geagendeerde onderwerpen;

  • -

    het onderscheid tussen hamerstukken en bespreekstukken is in het reglement opgenomen;

  • -

    er is opgenomen dat de behandeling van agendapunten wordt afgesloten met een voorstel voor verdere behandeling, in plaats van een advies aan de raad.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

Om te voorkomen dat de omschrijving van terugkerende begrippen in de verordening moeten worden herhaald, zijn in deze bepaling een aantal begrippen eenmalig gedefinieerd. Het meerderheidsbegrip wordt als volgt gedefinieerd: de meerderheid vertaald naar de zetelverdeling in de raad. Tijdens de informatie-avond is bepalend welke fracties voor of tegen zijn en of zij een meerderheid in de raad vormen. Het aantal tijdens de informatie-avond aanwezige raadsleden en raadsvolgers is niet van invloed op het bepalen van de meerderheid. Het voordeel van deze meerderheidsdefinitie is dat besluitvorming tijdens de informatie-avond normaliter zal corresponderen met besluitvorming tijdens de raadsvergadering.

 

Hoofdstuk 2 Doel en samenstelling informatie-avond

 

Artikel 2 Doel informatie-avond

Het doel van de informatie-avond zit reeds besloten in zijn naam: het vergaren van informatie. Deze informatievergaring heeft betrekking op de geagendeerde onderwerpen. Doorgaans zullen dit onderwerpen zijn waar de raad, op voorstel van het college, een besluit over moet nemen. Teneinde dit besluit afgewogen te kunnen nemen dienen de fracties in de gelegenheid gesteld te worden om informatie te vergaren. Zij kunnen dit doen door tijdens de informatie-avond vragen te stellen aan insprekers, aan elkaar, aan het college van burgemeester en wethouders of aan ambtenaren die namens het college het woord voeren.

Tijdens de informatie-avond wordt er geen politiek debat gevoerd en worden er geen besluiten genomen. Over zaken die van politiek gering gewicht zijn kan wel reeds in de informatie-avond worden geconcludeerd dat er zonder verder debat besluitvorming in de raad plaats kan vinden. Dit zijn de zogenaamde hamerstukken (zie artikel 20 en 22 lid 2 sub c).

 

Artikel 3 Samenstelling

De raad bepaalt de samenstelling van de informatie-avond. Wel schrijft artikel 82, derde lid, van de Gemeentewet voor dat de raad moet zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen. De verhoudingen in raadscommissies hoeven overigens blijkens jurisprudentie niet exact overeen te komen met de verhoudingen in de raad. Voor de informatie-avond, waar geen besluitvorming plaatsvindt, geldt dit in nog mindere mate. Om fracties vrij te laten in het afvaardigen van leden en om ook de inzet van raadsvolgers de moeite waard te laten zijn, kunnen er per fractie maximaal twee leden worden afgevaardigd naar een informatie-avond. Tijdens de behandeling van dit reglement in de raadsvergadering van 27 november is aangegeven dat dit artikel zo moet worden verstaan dat er per agendapunt maximaal twee leden per fractie mogen deelnemen aan de discussie.

 

Artikel 4 Raadsvolgers

Zoals ook uit artikel 1, a blijkt, hoeven de leden van een informatie-avond geen raadslid te zijn. Wel moeten de fracties de leden voordragen en moeten de raadsvolgers door de raad worden benoemd.

 

Op grond van het eerste lid moeten raadsvolgers, evenals raadsleden, voldoen aan hetgeen is bepaald in de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet. Dit betekent onder andere dat zij achttien jaar moeten zijn, over een geldige verblijfstitel moeten beschikken, hun nevenfuncties openbaar moeten maken, geen functie als bedoeld in artikel 13 mogen vervullen en niet in strijd mogen handelen met artikel 15.

 

Artikel 5 Voorzitter

Artikel 82, vierde lid, van de Gemeentewet schrijft voor dat de voorzitter van een raadscommissie raadslid moet zijn. Om die reden bepaalt artikel 5, eerste lid, dat de raad de voorzitters ‘uit zijn midden’ benoemt.

 

Op basis van het tweede lid, is de voorzitter geen lid van de informatie-avond. Dit is een bewuste keuze, op deze wijze kan de voorzitter zich concentreren op zijn taak als (technisch) voorzitter en zijn tijd en energie aanwenden voor het bewaken van de orde en het goede verloop van de informatie-avond. Hij hoeft zich niet te bekommeren om de inbreng van zijn fractie.

 

Het ligt voor de hand dat de voorzitters van de informatie-avond in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling worden benoemd, aangezien de zittingsperiode van de voorzitters einde van de zittingsperiode van de raad eindigt (vierde lid).

 

Artikel 6 Griffier

Iedere informatie-avond wordt ondersteund door de griffier, diens plaatsvervanger, een griffiemedewerker of een daartoe door de raad aangewezen ambtenaar.

 

De griffier of diens vervanger is altijd bij de vergaderingen van de informatie-avond aanwezig. In principe neemt hij geen deel aan de beraadslagingen, behalve bij de behandeling van griffievoorstellen of als de vergadering op grond van artikel 21 van deze verordening hiertoe besluit.

 

Hoofdstuk 3 Aanwezigheid burgemeester en college van burgemeester en wethouders

 

Artikel 7 Burgemeester en college van burgemeester en wethouders

Het is normaliter gewenst dat de portefeuillehouders aanwezig zijn tijdens de informatie-avonden om vragen te beantwoorden van de leden en zo deel te nemen aan de beraadslagingen. Dit geldt zowel voor openbare als voor besloten vergaderingen. Het staat de meerderheid echter vrij te besluiten dat burgemeester en/of het college van burgemeester en wethouders niet deelnemen aan de beraadslagingen. 

 

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

 

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen en voorbereiding

 

Artikel 8 Vergaderfrequentie

De informatie-avond vindt in de regel tweemaal per maand plaats. Indien er onvoldoende agendapunten zijn zal de tweede informatie-avond komen te vervallen. De agendacommissie neemt hierover een besluit. Als de agendacommissie het nodig oordeelt wordt er een extra informatie-avond georganiseerd.

 

Artikel 9 Oproep

De raadsleden en raadsvolgers ontvangen een oproep inclusief de agenda voor een vergadering en de stukken ten minste een week voor de vergadering. De stukken ten aanzien waarvan geheimhouding is opgelegd worden niet toegezonden, maar kunnen bij de griffier worden ingezien (artikel 11, derde lid).

 

Artikel 10 De agenda

Voor het verzenden van de oproep, stelt de agendacommissie de agenda voorlopig vast. Het versturen van de agenda is geregeld in artikel 10.

Indien in spoedeisende gevallen een aanvullende agenda wordt vastgesteld bedraagt deze termijn minimaal 48 uur voor een vergadering.

Uiteindelijk bepaalt de vergadering zijn eigen agenda. De agenderende rol van de leden van de informatie-avond komt tot uitdrukking in het derde en vierde lid. Dit betekent onder andere dat de meerderheid kan bepalen dat een onderwerp aan de agenda wordt toegevoegd of van de agenda wordt afgevoerd. In beginsel zal de vergadering vervolgens een voorstel doen in welke vergadering een afgevoerd onderwerp opnieuw geagendeerd wordt en niet het college. Uiteraard zal hierover wel overleg gevoerd moeten worden met het college.

 

Artikel 11 Ter inzage leggen van stukken

Naast de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, worden stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, op een vaste plaats voor een ieder ter inzage gelegd. In de openbare kennisgeving wordt hiervan melding gedaan. Originele stukken moeten uiteraard bij de gemeente blijven berusten. Stukken ten aanzien waarvan geheimhouding wordt opgelegd kunnen raadsleden en raadsvolgers bij de griffie(r) inzien.

 

Artikel 12 Openbare kennisgeving

Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet moet de voorzitter van een raadscommissie tegelijkertijd met de schriftelijke oproep de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering ter openbare kennis brengen. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep en op een bij openbare kennisgeving aan te geven plaats ter inzage gelegd. Deze bepaling geeft hier een regeling voor. Bij de herziening van deze verordening en van het reglement van orde voor de raad is tevens de verplichting opgenomen op de agenda en stukken ook op internet te plaatsen. Vanuit het oogpunt van service aan de burger is dit een voor de hand liggende regeling die ook praktisch uitvoerbaar is. Dit is echter niet verplicht op grond van de Gemeentewet.

 

Paragraaf 2 Orde der vergadering

 

Artikel 13 Opening der vergadering en quorum

Artikel 20 van de Gemeentewet regelt het vergaderquorum van de raad. Voor de raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet. Dit artikel voorziet hierin. Indien meer dan de helft van de raad vertegenwoordigd is, kan worden vergaderd.

Het tweede lid voorziet in een regeling voor een nieuwe vergadering indien het quorum niet aanwezig is, anders zou de afwezigheid van leden van een informatie-avond de voortgang van werkzaamheden kunnen belemmeren. Overigens ligt het in de rede dat de voorzitter overlegt met de agendacommissie over de datum van een nieuwe vergadering.

 

Artikel 14 Spreekrecht burgers

Het spreekrecht van burgers kan bijdragen aan het vergroten van de betrokkenheid van de burgers bij het lokaal bestuur, één van doelstellingen van de vernieuwing van het lokaal bestuur.

Het spreekrecht is beperkt gehouden tot geagendeerde onderwerpen, omdat burgers op die manier een doeltreffende bijdrage kunnen leveren aan de beraadslagingen van een informatie-avond. Als een burger zich meldt voor een onderwerp dat niet geagendeerd staat, verwijst de griffie hem/haar naar het raadsspreekuur tijdens oriëntatie-avond. Dan kan de raad worden toegesproken over niet geagendeerde onderwerpen. Daarnaast bestaat het instrument van het burgerinitiatief voor burgers om een niet-geagendeerd onderwerp op de agenda van de informatie-avond te plaatsen.

 

In het tweede lid zijn drie onderwerpen opgenomen, waar het spreekrecht niet voor geldt. Het spreekrecht geldt niet voor een besluit van het gemeentebestuur waartegen door de inspreker bezwaar en/of beroep is aangetekend. In dit geval is het aan de Commissie bezwaarschriften resp. de rechtbank om een advies te geven resp. een uitspraak te doen. Verder zijn de benoemingen, keuzen, voordrachten en aanbevelingen van personen uitgesloten van het spreekrecht van burgers. Omdat inspraak over de benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen -de belangen van- kandidaten al dan niet in de uitoefening van hun ambt of functie kan schaden, kunnen burgers hierover geen uitlatingen doen. Als laatste kunnen burgers zich ook niet uitlaten over onderwerpen, waar zij op grond van artikel 9:2 Algemene wet bestuursrecht een klacht over kunnen indienen. Deze procedure gaat voor het spreekrecht van burgers.

 

De burgers die wensen in te spreken moeten zich voor de vergadering melden bij de griffier.

 

In het zesde lid is ervoor gekozen om een burger eenmaal het woord te geven. Vervolgens krijgt hij gelegenheid vragen te beantwoorden, maar er volgt geen tweede spreektermijn.

 

Artikel 15 Verslag

Het conceptverslag wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep verstuurd aan de raadsleden en raadsvolgers. Het recht om aanpassing voor te stellen (derde lid) komt ook toe aan de voorzitter, een lid en een collegelid, dat bij de desbetreffende vergadering niet aanwezig was. Het is aan de meerderheid om te beslissen of een voorgestelde wijziging of aanvulling geaccepteerd wordt. Het verslag wordt voorts voor kennisgeving aangenomen.

 

Artikel 16 Aantal spreektermijnen

Het stellen van vragen dient ook als een spreektermijn beschouwd te worden. Een spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten. Dit hoeft overigens niets te veranderen aan de praktijk dat een portefeuillehouder antwoordt na de inbreng van de raadsleden in de eerste en tweede termijn. Een verzoek van een lid na afloop van de tweede termijn om nog een korte reactie te geven, dient de voorzitter niet te honoreren. Indien de meerderheid van mening is, dat na de tweede termijn verdere beraadslaging nodig is, kan hij daartoe uitdrukkelijk besluiten.

 

Artikel 17 Spreektijd

Dit artikel strekt ertoe te benadrukken dat een vergadering op eigen initiatief regels kan stellen over de spreektijd van de leden. Hetzelfde geldt voor de spreektijd van overige sprekers. De voorzitter hoeft dit niet voor te stellen. De voorzitter kan in het kader van zijn taak om de orde tijdens de vergadering te handhaven wel voorstellen de spreektijd te beperken.

 

Artikel 18 Voorstellen van orde

Ieder lid heeft te allen tijde het recht een voorstel van orde te doen. De beslissing of er inderdaad sprake is van een voorstel van orde is aan de meerderheid. Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten. Bij staken van stemmen is het voorstel niet aangenomen, (artikel 32, vierde lid Gemeentewet is hierop niet van toepassing). Een voorstel van orde betreft bijvoorbeeld het schorsen van de vergadering voor een (overleg) pauze.

 

Artikel 19 Handhaving orde; schorsing

Het eerste lid verzekert dat leden van een informatie-avond vrijelijk kunnen spreken. Wel zijn interrupties uiteraard toegestaan voor zover de voorzitter bij een overvloed aan interrupties of in het belang van de voortgang van de beraadslagingen niet bepaalt dat een spreker zijn betoog zonder verdere interrupties afrondt. Om te bevorderen dat leden van de informatie-avond zich niet belemmerd voelen om hun mening te uiten bepaalt artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet bovendien dat artikel 22 van overeenkomstige toepassing is op leden van raadscommissies, en dus ook op leden van de informatie-avond (artikel 1 sub e). Hierdoor zijn leden van informatie-avonden niet in rechte te vervolgen, aan te spreken of verplicht getuigenis af te leggen over hetgeen zij in de vergadering zeggen of schriftelijk overleggen. Dit geldt voor zowel raadsleden als niet-raadsleden.

 

Op basis van het tweede lid kunnen alle sprekers in bepaalde gevallen door de voorzitter tot de orde worden geroepen en kan hen zo nodig over het aanhangige onderwerp het woord worden ontzegd. Ook kan de voorzitter de vergadering schorsen en bij herhaling van de verstoring van de orde, kan hij de vergadering sluiten. In het uiterste geval kan hij een lid het verdere verblijf ontzeggen en hem uit de vergadering doen verwijderen. Indien een lid blijft volharden in zijn gedrag kan hem de toegang tot de vergadering voor ten hoogste drie maanden worden ontzegd. Het vierde lid sluit aan bij artikel 26, derde lid, van de Gemeentewet, die een dergelijke regeling geeft ten aanzien van raadsleden.

 

Onder interruptie is overigens niet te verstaan het geven van tekenen van goed- of afkeuring; deze uitingen worden beschouwd als verstoringen van de orde. Voor wat betreft de handhaving van de orde op de publieke tribune wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van deze verordening.

 

Artikel 20 Beraadslaging

Om de duur van vergaderingen niet onnodig te verlengen wordt over een voorstel dat in onderdelen of artikelen is verdeeld, in principe in zijn geheel beraadslaagd. In het eerste lid is een uitzonderingsmogelijkheid opgenomen. Zowel de voorzitter als de leden hebben het recht om voor te stellen een voorstel gesplitst te behandelen. Het eerste lid brengt daarmee tot uitdrukking dat een vergadering zijn eigen werkwijze bepaalt. Het recht wordt aan ieder individueel lid toegekend. Dit past in het streven naar dualisering, aangezien dualisering versterking van de vertegenwoordigende en daarmee agenderende rol van een informatie-avond veronderstelt. Hiertoe dienen ook individuele leden en kleine fracties over adequate instrumenten te beschikken.

Indien de schorsing als bedoeld in het tweede lid aan het einde van de tweede termijn plaatsvindt, zijn er vervolgens twee mogelijkheden: er wordt direct tot stemming overgegaan of aan de beraadslagingen wordt een derde termijn toegevoegd (zie artikel 16).

Voorts is in dit artikel het onderscheid tussen bespreekstukken en hamerstukken geregeld. Dit onderscheid wordt op voorstel van de agendacommissie in de agenda aangebracht. Beraadslaging over bespreekstukken houdt in dat er informatie ingewonnen kan worden maar dat er geen debat en besluitvorming tijdens de informatie-avond plaatsvindt. Debat en besluitvorming over deze onderwerpen dient plaats te vinden in de raadsvergadering. Voorstellen waarvan de agendacommissie inschat dat zij van politiek minder gewicht zijn en waarover overeenstemming wordt verwacht worden als hamerstuk geagendeerd. Over deze voorstellen kan tijdens de informatie-avond informatie worden ingewonnen en kunnen standpunten worden ingenomen. Indien er overeenstemming bestaat dan kan zonder verder debat tijdens de raadsvergadering besluitvorming plaatsvinden.

 

Artikel 21 Deelname aan beraadslaging door anderen

Deze bepaling is noodzakelijk in verband met het in artikel 22 Gemeentewet geregelde verschoningsrecht, dat in artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op leden van raadscommissies en andere personen die aan de beraadslagingen deelnemen. Het is uiteraard ook mogelijk dat de meerderheid bepaalt dat een bepaalde functionaris in bepaalde gevallen altijd aan de beraadslaging mag deelnemen. Het gaat in deze bepaling om anderen dan de leden, de voorzitter, de burgemeester en de wethouders. Deze hebben op grond van artikel 7 van deze verordening reeds het recht om aan de beraadslagingen deel te nemen. Uiteraard hebben deze andere sprekers niet dezelfde rechten als de leden. Een andere spreker heeft onder meer geen recht om een voorstel te doen tot wijziging van het verslag, een voorstel over de spreektijd of over de orde van de vergadering.

 

Artikel 22 Verdere behandeling

De voorzitter kan de beraadslaging sluiten, als hij vaststelt dat een onderwerp voldoende is toegelicht, tenzij de meerderheid anders beslist. Tijdens een informatie-avond worden geen formele besluiten genomen, maar wordt wel een voorstel tot verdere behandeling van een onderwerp geformuleerd. Ten behoeve van het debat in de raad en om recht te doen aan minderheidsstandpunten, worden de minderheidsstandpunten in het verslag opgenomen. Het ligt voor de hand dat indien een lid het niet eens is met het fractiestandpunt, hier, indien hij dit wenst, afzonderlijk melding van wordt gemaakt.

 

Hoofdstuk 5 Besloten vergadering

 

Artikel 23 Algemeen

Bij bepalingen die van overeenkomstige toepassing zijn kan onder meer gedacht worden aan de bepalingen omtrent het tijdig verzenden van stukken, het vergaderquorum en voorstellen van orde. De bepalingen van deze verordening zijn echter niet van toepassing, voorzover de toepassing van die bepalingen strijdig is met het besloten karakter van de vergadering. Zo zullen er bijvoorbeeld geen beeld- en geluidsregistraties voor openbaar gebruik gemaakt kunnen worden. Ten aanzien van de stukken die betrekking hebben op een besloten vergadering en het behandelde zullen de leden moeten besluiten of geheimhouding als bedoeld in artikel 86 van de Gemeentewet wordt opgelegd dan wel opgeheven.

 

Artikel 24 Verslag

Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet is artikel 23 van de Gemeentewet overeenkomstige toepassing. Het vierde lid van artikel 23 van de Gemeentewet schrijft voor dat van een besloten vergadering een afzonderlijk verslag wordt opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raad en in casu een informatie-avond anders beslist. In aanvulling hierop bepaalt het tweede lid van dit reglement dat het verslag van een besloten vergadering ter inzage ligt bij de griffier. De informatie-avond beslist over het openbaar maken van dit verslag.

 

Artikel 25 Geheimhouding

Hetgeen besproken wordt in een besloten vergadering, valt niet van rechtswege onder de geheimhoudingsplicht. Daarvoor is toepassing van de procedure volgens artikel 86 van de Gemeentewet nodig. Niet alleen de meerderheid kan geheimhouding opleggen, ook de voorzitter van een informatie-avond, het college en de burgemeester kunnen geheimhouding opleggen. Overigens kan de meerderheid ook geheimhouding opleggen aan de raad of het college ten aanzien van stukken die zij aan de raad of het college overlegt (artikel 25, tweede lid, en artikel 55, tweede lid, van de Gemeentewet). De geheimhouding geldt ten aanzien van een ieder die aanwezig is bij een besloten vergadering of die kennis draagt van stukken ten aanzien waarvan geheimhouding geldt. De geheimhouding geldt totdat het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd of de raad (artikel 26), haar opheft.

 

Artikel 26 Opheffing geheimhouding

Zoals uit de toelichting op artikel 25 blijkt kan de raad de geheimhouding die aan de raad wordt opgelegd, opheffen.

 

Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers

 

Artikel 27 Toehoorders en pers

Artikel 26, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet regelen dat de voorzitter van de raad toehoorders die de orde verstoren, kan doen vertrekken en bij volharding in hun gedrag de toezegging kan ontzeggen. Voor raadscommissies/informatie-avonden ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet, het derde lid voorziet hierin.

 

Artikel 28 Geluid- en beeldregistraties

Aangezien de vergaderingen van een informatie-avond in principe openbaar zijn, kunnen radio- en tv-stations geluid- en beeldregistraties maken. Dit is uiteraard niet het geval als het een besloten vergadering betreft.

 

Artikel 29 Verbod gebruik mobiele telefoons

Dit artikel heeft betrekking op het mobiele telefoonverkeer. Het afgaan van mobiele telefoons werkt verstorend tijdens de vergadering.

 

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

 

Artikel 30 en 31 Uitleg verordening en inwerkingtreding

Deze artikelen behoeven geen toelichting.