Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
dag:
de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een
dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week:
een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand:
het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand
tot en met de (n-1)e dag in de volgende
kalendermaand;
- d.
jaar:
het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar
tot en met de (n-1)e dag in het volgende
kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar:
de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte
diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een
Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel
2, tweede lid, van de Paspoortwet; een en ander zoals
genoemd in deze verordening en de daarbij behorende
tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse
identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend
of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor het in behandeling nemen van aanvragen
van:
- a.
verklaringen omtrent inkomen en vermogen;
- b.
het afgeven van beschikkingen op aanvraag en bezwaarschriften ter
zake van plaatselijke belastingen;
- c.
de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of
afschriften daarvan ter zake van aanstelling, benoeming,
bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of
toelage dan wel verhoging hiervan, met betrekking tot enige
gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;
- d.
de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of
afschriften daarvan, houdende beslissing op een aanvraag om subsidie
uit de gemeentekas;
- e.
in de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemde
omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen die na tevoren reeds
verleend, doch vervallen respectievelijk ingetrokken te zijn
andermaal verleend worden en die welke dienen ter vervanging van
dezelfde doch voor bepaalde proeftijd verleende vergunningen, één en
ander indien geen uitbreiding of verandering van de oorspronkelijke
aanvraag heeft plaatsgehad, noch geheel of gedeeltelijk
terugbetaling heeft plaatsgevonden van de voor de eerste vergunning
geheven leges;
- f.
- g.
een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen voor een object
met een monumentenstatus waarvoor geldt dat indien het object geen
monumentenstatus bezat eveneens geen leges verschuldigd waren;
- h.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de
bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het
overigens in dit artikel bepaalde.
- 2.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een
projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel
2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de
som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd
zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander
besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het
project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging
van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de
Crisis- en herstelwet.
- 3.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de
tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een
gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een
stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt
mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijk
kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet
1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving
als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de
kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de
kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30
dagen na de dagtekening van de kennisgeving;
- 2.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
- 1.
Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges ter zake van een in de
tarieventabel omschreven dienst, wordt verleend op een aanvraag als
bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en
overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze
verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling;
- 2.
Artikel 10 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders
Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na
die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
- 4.
Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Legesverordening 2016’.
Tarieventabel
Tarieventabel, behorende bij de ‘Legesverordening 2016’
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
1.1.1 | Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een
huwelijk of de registratie van een partnerschap op: | | |
1.1.1.1 | werkdagen met uitzondering van de maandag- en dinsdagochtend
om 9.00 uur, indien de voltrekking plaatsvindt in de
trouwzaal van het gemeentehuis | | |
1.1.1.2 | werkdagen indien de voltrekking plaatsvindt in het
gemeentehuis of het servicepunt Nieuwleusen | € | 258,50 |
1.1.1.3 | Vervallen | | |
1.1.1.4 | Vervallen | € | |
1.1.1.5 | werkdagen indien de voltrekking plaatsvindt op een door de
aanvragers bepaalde locatie naar keuze niet zijnde de door
de gemeente hiertoe aangewezen ruimten | € | 328,05 |
1.1.1.6 | Zaterdag op de tijden zoals genoemd in het Reglement
burgerlijke stand | | |
1.1.1.7 | zaterdag indien de voltrekking plaatsvindt in het
gemeentehuis of het servicepunt Nieuwleusen | € | 488,75 |
1.1.1.8 | Vervallen | | |
1.1.1.9 | Vervallen | | |
1.1.1.10 | zaterdag indien de voltrekking plaatsvindt op een door de
aanvragers bepaalde locatie naar keuze niet zijnde de door
de gemeente hiertoe aangewezen ruimten | € | 429,05 |
1.1.1.11 | het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar
stellen van getuigen, per getuige | € | 23,15 |
1.1.1.12 | Het tarief bedraagt terzake van het omzetten van een
geregistreerd partnerschap in een huwelijk op
werkdagen: | | |
1.1.1.13 | Vervallen | | |
1.1.1.14 | Vervallen | | |
1.1.1.15 | Vervallen | | |
1.1.1.16 | Vervallen | | |
1.1.1.17 | Indien de omzetting plaatsvindt op zaterdag gelden de
tarieven als genoemd in 1.1.1.7, 1.1.1.8, 1.1.1.9,
1.1.1.10 | | |
1.1.1.18 | Vervallen | | |
1.1.1.19 | Vervallen | | |
1.1.1.20 | Vervallen | | |
1.1.1.21 | Vervallen | | |
1.1.1.22 | het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van: | | |
1.1.1.23 | een trouwboekje of een partnerschapsboekje | € | 24,60 |
1.1.1.24 | een duplicaat van het trouw- of het partnerschapsboekje | € | 24,60 |
1.1.1.25 | Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen in
de registers van de Burgerlijke stand, voor ieder daaraan
besteed kwartier | € | 11,40 |
1.1.1.26 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet
rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is
opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. | | |
1.1.1.27 | Het tarief genoemd in artikel 1.1.1.5, 1.1.1.10, 1.1.1.16
wordt verhoogd met het bedrag van | € | 51,00 |
| indien de voltrekking plaatsvindt tussen 17.00 en 20.00
uur. | | |
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
1.2. | Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten
behoeve van een aanvraag: | | |
1.2.1 | van een nationaal paspoort: | | |
1.2.1.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar
of ouder is | € | 64,40 |
1.2.1.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € | 51,20 |
1.2.2 | van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden
bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in
onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): | | |
1.2.2.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar
of ouder is | € | 64,40 |
1.2.2.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € | 51,20 |
1.2.3 | van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op
grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als
Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): | | |
1.2.3.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar
of ouder is | € | 64,40 |
1.2.3.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € | 51,20 |
1.2.4 | van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument
voor vreemdelingen | € | 51,20 |
1.2.5 | van een Nederlandse identiteitskaart: | | |
1.2.5.1 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar
of ouder is | € | 50,40 |
1.2.5.2 | voor een persoon die op het moment van de aanvraag de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt | € | 28,45 |
1.2.6 | voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en
met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde
leges vermeerderd met een bedrag van | € | 47,30 |
Hoofdstuk 3 RIJBEWIJZEN
1.3.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen
van een rijbewijs | € | 38,95 |
1.3.2 | Het tarief voor de afgifte van een nieuw rijbewijs, na
vermissing van een eerder afgegeven document, wordt voor de
extra werkzaamheden verhoogd met (per 1 januari 2016
vervallen) | € | |
1.3.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
spoedaanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van
een rijbewijs | € | 34,10 |
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie
persoonsgegevens
1.4.1 | Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van
de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking
verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor
de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. | | |
1.4.2 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag: | | |
1.4.2.1 | tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking | € | 5,20 |
1.4.2.2 | het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het eenmalig verstrekken van een
overzicht door middel van het geautomatiseerde systeem: | | |
| tot 100 verstrekkingen | € | 49,15 |
| voor elke verstrekking meer, per verstrekking | € | 0,45 |
1.4.3 | Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één
verstrekking verstaan, één of meer gegevens omtrent één
persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie
personen. | | |
1.4.4 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag: | | |
1.4.4.1 | tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking | € | 5,20 |
1.4.5 | Vervallen. | | |
1.4.6 | Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen
van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed
kwartier | € | 15,30 |
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister
1.5.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting
betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer,
bedoeld in artikel D4 van de Kieswet (Stb. 1989, 423) | € | 5,20 |
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming
persoonsgegevens
1.6.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35
van de Wet bescherming persoonsgegevens bij verstrekking op
papier, per pagina | | |
1.6.1.1 | bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat
uit: | | |
1.6.1.1.1 | ten hoogste 100 pagina’s, per pagina | € | 0,25 |
| met een maximum per bericht van | € | 5,15 |
1.6.1.1.2 | meer dan 100 pagina’s | € | 23,25 |
1.6.1.2 | bij verstrekking anders dan op papier | € | 5,15 |
1.6.1.3 | dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van
de verwerking, moeilijk toegankelijke
gegevensverwerking | € | 23,25 |
1.6.2 | Indien voor hetzelfde bericht op grond van de subonderdelen
1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen
worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd. | | |
1.6.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming
persoonsgegevens | € | 4,65 |
Hoofdstuk 7 bestuursstukken
1.7.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verstrekken van: | | |
1.7.2 | een exemplaar van een andere dan Algemene plaatselijke
verordening, met uitzondering van de in deze verordening
afzonderlijk genoemde verordeningen | € | 12,30 |
1.7.3 | een exemplaar van de door de gemeenteraad vastgestelde
verordening of door het College van Burgemeester en
Wethouders vastgestelde nadere regelen, per pagina | € | 0,45 |
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
1.8.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag: | | |
| tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals
bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan,
structuurplan, stadsvernieuwingsplan of bouwtekening: | | |
1.8.1.1 | in format A4 of kleiner, per bladzijde | € | 0,45 |
1.8.1.2 | in format A3 | € | 0,60 |
1.8.1.3 | tot het verstrekken van een lichtdruk van een plan, zoals
bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan,
structuurplan, stadsvernieuwingsplan of bouwtekening per
dm2 lichtdruk | € | 9,60 |
1.8.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verstrekken van: | | |
1.8.2.1 | een afschrift uit de gemeentelijke basisregistratie adressen
of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in
artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en
gebouwen | € | 6,05 |
1.8.2.2 | een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van een in het
gemeentelijke beperkingenregister ingeschreven besluit,
beslissing in administratief beroep of rechterlijke
uitspraak, dan wel vervallenverklaring | € | 6,05 |
1.8.2.3 | een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van in de
gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens
| € | 4,85 |
1.8.2.4 | een schriftelijke verklaring dat er blijkens de in de
gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens geen
publiekrechterlijke beperking van kracht is ten aanzien van
de daarbij aangegeven onroerende zaak | € | 6,05 |
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
1.9 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag: | | |
1.9.1 | tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het
gedrag | € | 41,35 |
1.9.2 | tot het verstrekken van een bewijs van in leven zijn
(Attestatie de Vitae) | € | 12,80 |
1.9.3 | tot het verkrijgen van een legalisatie van een
handtekening | € | 5,20 |
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief
1.10.1 | Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van
naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende
stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier | € | 11,40 |
1.10.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag: | | |
1.10.2.1 | een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief
berustend stuk, per pagina | € | 0,25 |
1.10.2.2 | een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend
stuk | € | 2,00 |
Hoofdstuk 11 winkeltijdenwet
1.11.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag: | | |
| tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de
Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit
Winkeltijdenwet | € | 85,95 |
1.11.2 | tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.11.1
bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander | € | 85,95 |
1.11.3 | tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.11.1
bedoelde ontheffing | € | 85,95 |
Hoofdstuk 12 Kansspelen
1.12 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in
artikel 30b van de Wet op de kansspelen geldt het tarief
zoals dat is opgenomen in artikel 3 van het
Speelautomatenbesluit 2000 (Stb. 2000, 223) | | |
1.12.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld
in artikel 3 van de Wet op de kansspelen
(loterijvergunning) | € | 17,90 |
Hoofdstuk 13 Telecommunicatie
1.13.1 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een melding in verband met het verkrijgen van instemming
omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van
werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de
Telecommunicatiewet | € | 144,45 |
1.13.1.1 | indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en
sierbestrating, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de
werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond,
wordt het tarief zoals bedoeld in artikel 1.13.1, per
strekkende meter sleuf vermeerderd met | € | 1,45 |
1.13.1.2 | indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en
dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of
op openbare gemeentegrond, wordt het tarief, zoals bedoeld
in artikel 1.13.1, per strekkende meter sleuf vermeerderd
met | € | 0,35 |
1.13.1.3 | indien met betrekking tot een melding overleg moet
plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare
grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met | € | 36,15 |
1.13.1.4 | indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de
status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van
de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding
aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting
die ter zake door het college van burgemeester en wethouders
is opgesteld. | | |
1.13.1.5 | Indien een begroting als bedoeld in 1.14.1.4. is
uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de
vijfde dag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager
ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
1.13.1.6 | Indien het betreft werkzaamheden buiten de bebouwde kom,
voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare
gemeentegrond, en bij een kabellengte van 40.000 meter of
meer wordt het tarief zoals bedoeld in artikel 1.13.1
verhoogd met het bedrag, blijkend uit een ter zake
opgestelde begroting door het college van burgemeester en
wethouders. Voorafgaand aan het in behandeling nemen van de
melding wordt dit bedrag aan de melder meegedeeld. | | |
Hoofdstuk 14 Verkeer en Vervoer
1.14 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen
van een aanvraag: | | |
1.14.1 | tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel
87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 | € | 38,10 |
1.14.2 | tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel
9.1 van de Regeling voertuigen | € | 40,80 |
1.14.3 | tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel
22 lid 1 WVGS | € | 1267,35 |
1.14.4 | tot het verlenging van reeds verkregen ontheffing op grond
van artikel 22 lid 1 WVGS | € | 63,65 |
1.14.5 | tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als
bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake
het wegverkeer (BABW) | € | 67,20 |
1.14.6 | tot het verkrijgen van een duplicaat
gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve
bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) bij verlies of diefstal | € | 21,00 |
1.14.7 | tot het verkrijgen van een toekenning om een
gehandicaptenparkeerplaats incl. plaatsing en bebording | € | 168,70 |
1.14.8 | tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel
87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
van het bepaalde in artikel 25 van het RVV
(parkeerschijf-zone/blauwe zone) in de kern Dalfsen. | € | 92,70 |
Hoofdstuk 15 Diversen
| Ander sluitingsuur / geluidhinder | | |
1.15.1 | Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van
een aanvraag tot het vaststellen van een ander sluitingsuur
op grond van artikel 2.29 lid 4 van de algemene plaatselijke
verordening | € | 85,95 |
1.15.2 | Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van
een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing
geluidhinder op grond van artikel 4.6 van de algemene
plaatselijke verordening | € | 85,95 |
| Bemiddeling kalligraferen | | |
1.15.3 | Vervallen per 01-01-2016 | | |
| Klokken | | |
1.15.4 | Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van
een aanvraag voor het luiden van de klokken, eigendom van de
burgerlijke Gemeente Dalfsen | € | 31,95 |
| In deze titel niet benoemde vergunningen, ontheffing of
andere beschikking | | |
1.15.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde
vergunning, ontheffing of andere beschikking | € | 85,95 |
| Collectevergunning | | |
1.15.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een inzamel- of collectevergunning als bedoeld
in artikel 5.13 van de Algemene Plaatselijke Verordening
Dalfsen | € | 27,80 |
1.15.6.1 | Indien: | | |
| a.een aanvrager zijn aanvraag om vergunning als bedoeld
onder 1.15.6, intrekt terwijl deze reeds in ontvangst is
genomen door de gemeente, wordt 20% van het tarief van de op
grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit
verschuldigde leges in rekening gebracht. | | |
| b.op een aanvraag om een vergunning als bedoeld onder 1.15.6
afwijzend wordt beschikt, wordt op verzoek teruggaaf van de
geheven leges verleend van | | 15% |
1.15.6.2 | Ontheffing recreatief nachtverblijf buiten
kampeerterreinen (kamperen) | | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een ontheffing van het verbod tot recreatief
nachtverblijf buiten kampeerterreinen als bedoeld in artikel
4:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening Dalfsen | € | 85,95 |
1.15.6.3 | Standplaatsvergunning | | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel
5: 17 van de Algemene Plaatselijke Verordening Dalfsen | € | 85,95 |
1.15.6.4 | Marktvergunning | | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een marktvergunning als bedoeld in artikel 5:50
van de Algemene Plaatselijke Verordening Dalfsen | € | 85,95 |
1.15.6.5 | Terrasvergunning | | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een terrasvergunning als bedoeld in artikel 2:10
van de Algemene Plaatselijke Verordening Dalfsen | € | 85,95 |
Hoofdstuk 16 leegstandwet
1.16 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag: | | |
1.16.1 | tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur
van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste
lid, van de Leegstandwet | € | 85,95 |
1.16.2 | tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur
van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde
lid, van de Leegstandwet | € | 56,70 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/
omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | | |
2.1.1.1 | aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve
Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor
het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een
raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet
inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of
gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze
titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een
derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald
voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag
betrekking heeft; | | |
2.1.1.2 | bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve
Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989),
voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt
een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting,
bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit
normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Wijzigingen
op dit normblad kunnen door het college van Burgemeester en
wethouders van toepassing worden verklaard voor deze
verordening. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door
zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder
bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het
economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot
stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking
heeft; | | |
2.1.1.3 | sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in
paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve
Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor
het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een
raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet
inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door
zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder
sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou
moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk
waarop de aanvraag betrekking heeft; | | |
2.1.1.4 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn
omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens
de Wabo bedoeld. | | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de
Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op
activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander
wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde
betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | | |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag: | | |
2.2.1 | om vooroverleg / beoordeling van een conceptaanvraag in
verband met het verkrijgen van een indicatie of een
voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar
is | € | 236,45 |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende
activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of
gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft
en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in
verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend
naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit
hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de
vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere
grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | | |
2.3.1 Bouwactiviteiten
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten niet meer dan € 1.000 bedragen | € | 153,00 |
2.3.1.1.2 | bij bouwkosten van € 1.000 of meer, doch minder dan €
10.000 | € | 229,50 |
| vermeerderd met | | 1,64% |
| van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 1.000,00 te boven
gaat | | |
2.3.1.1.3 | bij bouwkosten van € 10.000 of meer, doch minder dan €
50.000 | € | 382,55 |
| vermeerderd met | | 1,6265% |
| van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 10.000 te boven
gaat | | |
2.3.1.1.4 | bij bouwkosten van € 50.000 of meer, doch minder dan €
100.000 | € | 1.275,15 |
| vermeerderd met | | 1,6200% |
| van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 50.000 te boven
gaat | | |
2.3.1.1.5 | bij bouwkosten van € 100.000 of meer, doch minder dan €
250.000 | € | 2.652,25 |
| vermeerderd met | | 1,6170% |
| van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 100.000 te boven
gaat | | |
2.3.1.1.6 | bij bouwkosten van € 250.000 of meer, doch minder dan €
500.000 | € | 5.497,70 |
| vermeerderd met | | 1,6135% |
| van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 250.000 te boven
gaat | | |
2.3.1.1.7 | bij bouwkosten van € 500.000 of meer, doch minder dan €
1.000.000 | € | 10.308,15 |
| vermeerderd met | | 1,6070% |
| van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 500.000 te boven
gaat | | |
2.3.1.1.8 | bij bouwkosten van € 1.000.000 of meer | € | 17.867,45 |
| vermeerderd met | | 1,4480% |
| van de bouwkosten waarmee die bouwkosten € 1.000.000 te
boven gaat tot een maximum van € 100.000 | | |
| Verhoging | | |
2.3.1.1.9 | De bedragen van de artikelen 2.3.1.1 tot en met 2.3.1.1.8 en
2.3.6.1 worden verhoogd met € 50,00. Als minimaal 2 dagen
voor de aanvang van de bouw- of sloopactiviteiten
meldingkaartje 1 door het college van burgemeester en
wethouders is ontvangen wordt € 25,00 terugbetaald. Als
minimaal 1 dag voor de voltooiing van de bouw- of
sloopactiviteiten meldingskaartje 2 door het college van
burgemeester en wethouders is ontvangen wordt de resterende
€ 25,00 terugbetaald. | | |
| Welstandstoets | | |
2.3.1.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het
tarief verhoogd met de advieskosten van de
welstandscommissie van ‘Het Oversticht’. Deze bedragen,
minimaal € 75,00, ongeacht of deze al dan niet gevolgd wordt
door het verlenen van een omgevingsvergunning, waarvoor
overigens de normale leges als boven vermeld onverkort
verschuldigd zijn, over de bouwkosten bepaald overeenkomstig
2.1.1.2. | | |
a. | € 0,-- tot € 230.000,-- | | 3,0 ‰ |
b. | € 230.000,-- tot € 455.000,-- | | 0,5 ‰ |
c. | € 455.000,-- tot € 680.000,-- | | 0,25 ‰ |
d. | € 680.000,-- of meer | | 0,125 ‰ |
2.3.1.2.1 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.1.2
wordt het tarief van de welstand genoemd in artikel 2.3.1.2
extra verhoogd met 150 % zijnde de advieskosten van de
monumentencommissie van ‘Het Oversticht’. Deze bedragen,
mimimaal € 25,00, ongeacht of deze al dan niet gevolgd wordt
door het verlenen van een omgevingsvergunning, waarvoor
overigens de normale leges als boven vermeld onverkort
verschuldigd zijn, over de bouwkosten bepaald overeenkomstig
2.1.1.2. Deze verhoging geldt alleen voor aanvragen waarbij
sprake is van een advies van de monumentencommissie van Het
Oversticht. | | |
| Verplicht advies agrarische commissie | | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het
tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in
dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische
commissie nodig is en wordt beoordeeld: | € | 1.061,50 |
| Achteraf ingediende aanvraag | | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het
tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt
ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit
verhoogd met 40 % van de op grond van dat onderdeel
verschuldigde leges. | | |
2.3.2 Aanlegactiviteiten
2.3.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 596,00 |
2.3.3 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een
bouwactiviteit
| Aanvraag principeverzoek | | |
2.3.3 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een principe uitspraak van het college tot
het al dan niet willen verlenen van medewerking aan een
omgevingsvergunning (al dan niet met afwijking), uitwerking,
wijziging of herziening van een bestemmingsplan in de zin
van de Wet ruimtelijke ordening | € | 367,85 |
2.3.3.1 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een principe uitspraak van het college tot
het al dan niet willen verlenen van medewerking aan een
omgevingsvergunning (al dan niet met afwijking), uitwerking,
wijziging of herziening van een bestemmingsplan in de zin
van de Wet ruimtelijke ordening met toepassing van rood voor
rood, VAB-beleid, boerenerf wonen, Kwaliteitsimpuls Groene
Omgeving of inbreidingslocaties in de categorie
‘stedenbouwkundige visie van toepassing’ | € | 785,70 |
2.3.3.1.1 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een ambtelijke beoordeling over de
haalbaarheid van een planologische maatregel voorafgaand aan
een verzamelplan | € | 204,00 |
2.3.3.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het
bepaalde in onderdeel 2.3.1: | | |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) bedraagt het
verschuldigde bedrag | € | 294,30 |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)
bedraagt het verschuldigde bedrag | € | 294,30 |
2.3.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) in combinatie
met een (voor)ontwerpbestemmingsplan voor hetzelfde plan,
waartegen geen (inspraak)reacties of zienswijzen of
opmerkingen zijn ingekomen, bedraagt het verschuldigde
bedrag; | € | 2.406,95 |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) bedraagt het
verschuldigde bedrag | € | 5.575,00 |
2.3.3.6 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo jo bijlage 2 artikel 4 lid 11 Bor wordt toegepast
(tijdelijke afwijking) bedraagt het verschuldigde
bedrag | € | 729,00 |
2.3.3.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan) bedraagt het
verschuldigde bedrag | € | 709,85 |
2.3.3.8 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving) | € | 5.575,00 |
2.3.3.9 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving); | € | 5.575,00 |
2.3.3.10 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): bedraagt
het verschuldigde bedrag; | € | 709,85 |
2.3.3.11 | Indien voor een wijziging, ontheffing, afwijking of
vaststelling van het bestemmingsplan of bij een
omgevingsvergunning volgens artikel 3.1 of 3.6 van de Wet
ruimtelijke ordening of artikel 2.12 Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht, zoals omschreven in de artikelen 2.3.3.2 tot
en met 2.3.3.10 (advies-)werkzaamheden moeten worden
verricht (onderzoek, externe adviezen stedenbouwkundige
opzet) worden de in 2.3.3.2 .tot en met 2.3.3.10 genoemde
bedragen verhoogd met een bedrag van schriftelijk aan de
aanvrager meegedeelde advieskosten, blijkend uit een
begroting die terzake door of vanwege burgemeester en
wethouders is opgesteld. Indien de werkelijke kosten minder
bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde
bedrag, wordt het verschil gerestitueerd. | | |
2.3.3.12 | Als een aanvraag als bedoeld in 2.3.3.5, is voorafgegaan
door een principeverzoek als bedoeld in artikel 2.3.3.1,
worden de voor artikel 2.3.3.1 geheven leges in mindering
gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de
aanvraag als bedoeld in 2.3.3.5. Het bedrag van vermindering
bedraagt het verschil in het tarief genoemd in de artikelen
2.3.3 en 2.3.3.1. Voorwaarde is dat de aanvraag als bedoeld
in artikel 2.3.3.5 binnen 12 maanden is ingediend nadat de
uitspraak op het principeverzoek als bedoeld in artikel
2.3.3.1 is gedaan en het dezelfde ontwikkeling betreft of
slechts ondergeschikt is gewijzigd. | | |
2.3.3.13 | Indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): bedraagt het verschuldigde bedrag; | € | 4.903,00 |
2.3.3.14 | Als een aanvraag waarbij een verantwoording groepsrisico
moet worden gemaakt in het kader van een omgevingsvergunning
(al dan niet met afwijking), uitwerking, wijziging of
herziening van een bestemmingsplan wordt het onder 2.3.3.11
bedoelde tarief verhoogd met | € | 490,85 |
2.3.4 Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een
bouwactiviteit
| Aanvraag principeverzoek | | |
2.3.4 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een principe uitspraak van het college tot
het al dan niet willen verlenen van medewerking aan een
omgevingsvergunning (al dan niet met afwijking), uitwerking,
wijziging of herziening van een bestemmingsplan in de zin
van de Wet ruimtelijke ordening | € | 367,85 |
2.3.4.1 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een principe uitspraak van het college tot
het al dan niet willen verlenen van medewerking aan een
omgevingsvergunning (al dan niet met afwijking), uitwerking,
wijziging of herziening van een bestemmingsplan in de zin
van de Wet ruimtelijke ordening met toepassing van rood voor
rood, VAB-beleid, boerenerf wonen, Kwaliteitsimpuls Groene
Omgeving of inbreidingslocaties in de categorie
‘stedenbouwkundige visie van toepassing’ | € | 785,70 |
2.3.4.1.1 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een ambtelijke beoordeling over de
haalbaarheid van een planologische maatregel voorafgaand aan
een verzamelplan | € | 204,00 |
| Aanvraag omgevingsvergunning | | |
2.3.4.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder
a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de
Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) | € | 546,50 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) | € | 546,50 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) | € | 5.575,00 |
2.3.4.5.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de
Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) in combinatie
met een (voor)ontwerpbestemmingsplan voor hetzelfde plan,
waartegen geen (inspraak)reacties of zienswijzen of
opmerkingen zijn ingekomen, bedraagt het verschuldigde
bedrag; | € | 2.383,10 |
2.3.4.6 | Vervallen | € | |
2.3.4.7 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van exploitatieplan) | € | 1.122,10 |
2.3.4.8 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn
gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c,
van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale
regelgeving): bedraagt het verschuldigde bedrag; | € | 5.575,00 |
2.3.4.9 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft,
de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld
krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke
ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo
wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
bedraagt het verschuldigde bedrag; | € | 5.575,00 |
2.3.4.10 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): bedraagt
het verschuldigde bedrag | € | 1.094,25 |
2.3.4.11 | Voorbereidingsbesluit | | |
| Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het nemen
van een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van
de Wet ruimtelijke ordening | € | 1.052,20 |
2.3.4.12 | Indien voor een wijziging, ontheffing, afwijking of
vaststelling van het bestemmingsplan of bij een
omgevingsvergunning volgens artikel 3.1 of 3.6 van de Wet
ruimtelijke ordening of artikel 2.12 Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht, zoals omschreven in de artikelen 2.3.4.2 tot
en met 2.3.4.10 (advies-)werkzaamheden moeten worden
verricht (onderzoek, externe adviezen stedenbouwkundige
opzet) worden de in 2.3.4.2 .tot en met 2.3.4.10 genoemde
bedragen verhoogd met een bedrag van schriftelijk aan de
aanvrager meegedeelde advieskosten, blijkend uit een
begroting die terzake door of vanwege burgemeester en
wethouders is opgesteld. Indien de werkelijke kosten minder
bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde
bedrag, wordt het verschil gerestitueerd. | | |
2.3.4.13 | Als een aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.4.4, 2.3.4.5,
2.3.4.5.1, is voorafgegaan door een principeverzoek als
bedoeld in artikel 2.3.4.1 worden de voor artikel 2.3.4.1
geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in
behandeling nemen van de aanvraag als bedoeld in 2.3.4.4,
2.3.4.5, 2.3.4.5.1. Het bedrag van vermindering bedraagt het
verschil in het tarief genoemd in de artikelen 2.3.4 en
2.3.4.1 Voorwaarde is dat de aanvraag als bedoeld in artikel
2.3.4.4, 2.3.4.5, 2.3.4.5.1 binnen 12 maanden is ingediend
nadat de uitspraak op het principeverzoek als bedoeld in
artikel 2.3.4.1 is gedaan en het dezelfde ontwikkeling
betreft of slechts ondergeschikt is gewijzigd. | | |
| Verhoging in verband met Wet geluidhinder | | |
2.3.4.14 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij het
noodzakelijk is de gevelbelasting ten gevolge van
wegverkeer-, railverkeer en/of industrielawaai te beoordelen
dan wel waarvoor verzoek tot ontheffing moet worden
ingediend wordt: | | |
a. | voor het beoordelen of voldaan kan worden aan de
voorkeursgrenswaarden van artikel 82, lid 1 Wet geluidhinder
bij verbouw/uitbreiding van woningen en andere
geluidsgevoelige bestemmingen vermeerderd met | € | 106,15 |
b. | voor het beoordelen of voldaan kan worden aan de
voorkeursgrenswaarden van artikel 82,lid 1 Wet geluidhinder
bij nieuwbouw van woningen en andere geluidsgevoelige
bestemmingen vermeerderd met | € | 122,45 |
c. | voor aanvragen waarvoor een procedure voor een hogere
grenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder moet worden
gevolgd vermeerderd met het bedrag onder a en b vermeerderd
met | € | 1.337,55 |
d. | het tarief als bedoeld onder a en b wordt bij woongebouwen
per wooneenheid verhoogd met | € | 37,10 |
2.3.4.15 | Indien een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd in
het kader van een
bestemmingsplanherziening/-wijziging/-afwijking, dan wel een
aanvraag om omgevingsvergunning wordt het onder 2.3.4.12
bedoelde tarief verhoogd met de werkelijke kosten door een
externe adviseur aan de gemeente in rekening gebracht.
Voorafgaande aan de opdrachtverstrekking wordt hiervan aan
betrokkenen een begroting overlegd. De aanvraag wordt in
behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de
aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is
ingetrokken. | | |
2.3.4.16 | Indien een besluit Hogere grenswaarden Wet geluidhinder
ingeschreven moet worden in het Kadaster en hiervoor op
basis van de verplichting van artikel 110i Wet geluidhinder
een onderzoek moet worden uitgevoerd wordt het onder
2.3.4.14 of 2.3.4.15 bedoelde tarief verhoogd met de
werkelijke kosten door een externe adviseur aan de gemeente
in rekening gebracht. Voorafgaande aan de
opdrachtverstrekking wordt hiervan aan betrokkenen een
begroting overlegd. De aanvraag wordt in behandeling genomen
op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de
aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor
deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.4.17 | Als een aanvraag waarbij een verantwoording groepsrisico
moet worden gemaakt in het kader van een omgevingsvergunning
(al dan niet met afwijking), uitwerking, wijziging of
herziening van een bestemmingsplan wordt het onder 2.3.4.12
bedoelde tarief verhoogd met | € | 490,85 |
2.3.5 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot
brandveiligheid
2.3.5 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste
lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief indien de
vergunning betrekking heeft op een bouwwerk waarin: | | |
2.3.5.1 | 11 tot en met 25 personen verblijven | € | 796,80 |
2.3.5.2 | 26 tot en met 100 personen verblijven | € | 1.195,15 |
2.3.5.3 | meer dan 100 personen verblijven | € | 1.593,50 |
2.3.5.4 | Indien een aanvraag betrekking heeft op het wijzigen van een
omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik
dan bedraagt het tarief. | € | 183,15 |
2.3.6 Sloopactiviteiten bij monumenten of in beschermd stads- of
dorpsgezicht of bestemmingsplan
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat
in een bestemmingsplan, beheersverordening of
voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 276,35 |
2.3.7 Aanleggen of veranderen weg
2.3.7 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in
de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een
bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van
de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en
eerste lid, onder d, van de Wabo, | | |
| bedraagt het tarief: | € | 29,30 |
2.3.8 Uitweg/inrit Vervallen
2.3.9 Kappen
2.3.9 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor
op grond van een bepaling in een provinciale verordening of
artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een
vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel
2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, | | |
| Bedraagt het tarief | € | 96,55 |
2.3.10 Opslag van roerende zaken
2.3.10 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald
gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond
van een bepaling in een provinciale verordening of artikel
2.10 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning
of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | |
| indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van
roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j,
van de Wabo | € | 85,95 |
2.3.10.1 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt
gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of
gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld
in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo | € | 85,95 |
2.3.11 Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet
1998
2.3.11.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die
schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de
natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of
planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de
Natuurbeschermingswet 1998, bedraagt het tarief: | € | 419,15 |
2.3.11.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen
met gevolgen voor habitats en soorten in een door de
minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen
gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de
Natuurbeschermingswet 1998 | € | 419,15 |
2.3.12 Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
2.3.12 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75,
derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is,
bedraagt het tarief | € | 72,80 |
2.3.13 Andere activiteiten
2.3.13 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op het verrichten van een andere activiteit of
handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk
bedoeld en die activiteit of handeling: | | |
2.3.13.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen
zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1,
eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € | 29,30 |
2.3.13.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke
verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie
activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke
leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de
Wabo, bedraagt het tarief: | € | 29,30 |
2.3.13.3 | als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag
dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende
vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit
zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de
activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder
omgevingsvergunning bedraagt het tarief: | € | 29,30 |
2.3.13.4 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft:
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen
van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager
meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het
college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de
vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de
aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor
deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.14 Omgevingsvergunning in twee fasen
2.3.14 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in
twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste
lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.14.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de eerste fase: | | |
| het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in
dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor
de eerste fase betrekking heeft; | | |
2.3.14.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een
beschikking met betrekking tot de tweede fase: | | |
| het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in
dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor
de tweede fase betrekking heeft. | | |
2.3.15 Beoordeling bodemrapport
2.3.15 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens
wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde
aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | | |
2.3.15.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € | 330,00 |
2.3.15.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € | 170,90 |
2.3.16 Advies
2.3.16.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke
verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie
advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van
de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning,
als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het
bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van
de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager
meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het
college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.16.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht,
wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde
werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter
kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde
werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
2.3.17 Verklaring van geen bedenkingen
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van
dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij
wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen
bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet
afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend,
als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | |
2.3.17.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen
moet afgeven: | € | 1.620,00 |
2.3.17.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen
bedenkingen moet afgeven: | | |
| het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen
van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager
meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het
college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1.2 is
uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de
vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de
aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor
deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
Hoofdstuk 4 Vermindering
2.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is
voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling
van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop
de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter
zake van het vooroverleg of de beoordeling van de
conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de
leges voor het in behandeling nemen, indien binnen 12
maanden, een aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in
hoofdstuk 3 is ingediend. | | |
2.4.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking
heeft op meer dan drie activiteiten, bestaat aanspraak op
vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel
in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen
als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De
vermindering bedraagt: | | |
2.4.2.1 | bij 3 tot 5 activiteiten: | | 5% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | | |
2.4.2.2 | bij 5 tot 10 activiteiten: | | 10% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | | |
2.4.2.3 | bij 10 of meer activiteiten: | | 15% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges. | | |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
| Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | | |
2.5.1 | Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning
voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit
bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de
onderdelen 2.3.1 (2.3.1.1 t/m 2.3.1.1.8) , 2.3.2, 2.3.6 en
2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen
door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een
deel van de leges.(Excl. Leges Welstand) | | |
| De teruggaaf bedraagt: | | 50% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges. | | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | | |
2.5.2.1 | Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een
project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-,
aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen
2.3.1 (2.3.1.1 t/m 2.3.1.1.8), 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7,
intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat
aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze
aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de
vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.
(Excl. Leges Welstand) | | |
| De teruggaaf bedraagt: | | 10% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges. | | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een
omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten | | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat
geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1
(2.3.1.1 t/m 2.3.1.1.8), 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert,
bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
(Excl. Leges Welstand) | | |
| De teruggaaf bedraagt: | | 25% |
| van de op grond van die onderdelen voor de betreffende
activiteit verschuldigde leges. | | |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede
verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de
vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | | |
2.5.3.3 | Ingeval het college besluit niet mee te werken aan de
aanvraag zoals bedoeld in artikel 2.3.3.5 en 2.3.4.5 bestaat
aanspraak op teruggaaf van de leges van 50% van het bedrag
als genoemd in de artikelen 2.3.3.5 en 2.3.4.5. | | |
2.5.4 | Minimumbedrag voor teruggaaf | | |
| Een bedrag minder dan € 35,00 wordt niet teruggegeven. | | |
2.5.5 | Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen
bedenkingen | | |
| Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16
en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend. | | |
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
2.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid,
onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing
is: | € | 29,30 |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging
project
2.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als
gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe
wijziging in het project | € | 153,00 |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
| Aanvraag principeverzoek | | |
2.8.1 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een principe uitspraak van het college tot
het al dan niet willen verlenen van medewerking aan een
omgevingsvergunning (al dan niet met afwijking), uitwerking,
wijziging of herziening van een bestemmingsplan in de zin
van de Wet ruimtelijke ordening | € | 367,85 |
2.8.2 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een principe uitspraak van het college tot
het al dan niet willen verlenen van medewerking aan een
omgevingsvergunning (al dan niet met afwijking), uitwerking,
wijziging of herziening van een bestemmingsplan in de zin
van de Wet ruimtelijke ordening met toepassing van rood voor
rood, VAB-beleid, boerenerf wonen, Kwaliteitsimpuls Groene
Omgeving of inbreidingslocaties in de categorie
‘stedenbouwkundige visie van toepassing’ | € | 785,70 |
2.8.2.1 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een ambtelijke beoordeling over de
haalbaarheid van een planologische maatregel voorafgaand aan
een verzamelplan | € | 204,00 |
| Stedenbouwkundige visie | | |
2.8.3 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het
opstellen van een stedenbouwkundige visie volgens de notitie
inbreidingslocaties geldt het vaste bedrag van | € | 2.335,30 |
2.8.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke
ordening voor een normale ontwikkeling | € | 6.781,40 |
2.8.4.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke
ordening voor een grote ontwikkeling | € | 8.454,00 |
2.8.4.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke
ordening voor een normale ontwikkeling waarvan is
overeengekomen dat deze wordt opgenomen in een
‘verzamelplan’ | € | 4.179,40 |
2.8.4.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke
ordening voor een grote ontwikkeling waarvan is
overeengekomen dat deze wordt opgenomen in een
‘verzamelplan’ | € | 5.447,00 |
2.8.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als
bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet
ruimtelijke ordening | € | 4.610,00 |
2.8.6 | Indien voor een wijziging, uitwerking, ontheffing, afwijking
of vaststelling van het bestemmingsplan of bij een
omgevingsvergunning volgens artikel 3.1 of 3.6 van de Wet
ruimtelijke ordening of artikel 2.12 Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht, zoals omschreven in de artikelen 2.8.4 tot
en met 2.8.5 (advies-)werkzaamheden moeten worden verricht
(onderzoek, externe adviezen stedenbouwkundige opzet),
worden de in 2.8.4 tot en met 2.8.5 genoemde bedragen
verhoogd met een bedrag van schriftelijk aan de aanvrager
meegedeelde advieskosten, blijkend uit een begroting die
terzake door of vanwege burgemeester en wethouders is
opgesteld. Indien de werkelijke kosten minder bedragen dan
het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt het
verschil gerestitueerd. | | |
2.8.7 | Voor het in behandeling nemen van een aanvraag waarbij het
noodzakelijk is de gevelbelasting ten gevolge van
wegverkeer-, railverkeer en/of industrielawaai te beoordelen
dan wel waarvoor verzoek tot ontheffing moet worden
ingediend wordt: | | |
a. | voor het beoordelen of voldaan kan worden aan de
voorkeursgrenswaarden van artikel 82, lid 1 Wet geluidhinder
bij verbouw/uitbreiding van woningen en andere
geluidsgevoelige bestemmingen vermeerderd met | € | 106,15 |
b. | voor het beoordelen of voldaan kan worden aan de
voorkeursgrenswaarden van artikel 82,lid 1 Wet geluidhinder
bij nieuwbouw van woningen en andere geluidsgevoelige
bestemmingen vermeerderd met | € | 122,45 |
c. | voor aanvragen waarvoor een procedure voor een hogere
grenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder moet worden
gevolgd vermeerderd met het bedrag onder a en b | € | 1.337,55 |
d. | het tarief als bedoeld onder a en b wordt bij woongebouwen
per wooneenheid verhoogd met | € | 37,10 |
2.8.8 | Indien een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd in
het kader van een
bestemmingsplanherziening/-wijziging/-afwijking, dan wel een
aanvraag om een omgevingsvergunning bouwactiviteit wordt het
onder 2.8.7 bedoelde tarief verhoogd met de werkelijke
kosten door een externe adviseur aan de gemeente in rekening
gebracht. Voorafgaande aan de opdrachtverstrekking wordt
hiervan aan betrokkenen een begroting overlegd. De aanvraag
wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag
waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht,
tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is
ingetrokken. | | |
2.8.9 | Als een aanvraag als bedoeld in de artikelen 2.8.4, 2.8.4.1
of 2.8.5, is voorafgegaan door een principeverzoek als
bedoeld in artikel 2.8.2, worden de voor artikel 2.8.2.
geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in
behandeling nemen van de aanvraag als bedoeld in artikel
2.8.4, 2.8.4.1 of 2.8.5. Het bedrag van vermindering
bedraagt het verschil in het tarief genoemd in de artikelen
2.8.2 en 2.8.1. Voorwaarde is dat de aanvraag als bedoeld in
artikel 2.8.4., 2.8.4.1 en 2.8.5 binnen 12 maanden is
ingediend nadat de uitspraak op het principeverzoek als
bedoeld in artikel 2.8.2 is gedaan en het dezelfde
ontwikkeling betreft of slechts een ondergeschikte wijziging
is. | | |
2.8.10 | Als een aanvraag als bedoeld in de artikelen 2.8.4 en 2.8.5,
een provinciaal belang betreft en de activiteit in strijd is
met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde
lid, van de Wet ruimtelijke ordening (afwijking van
provinciale regelgeving) worden de leges vermeerderd
met | € | 5.575,00 |
2.8.11 | Als een aanvraag waarbij een verantwoording groepsrisico
moet worden gemaakt in het kader van een omgevingsvergunning
( al dan niet met afwijking), uitwerking, wijziging of
herziening van een bestemmingsplan wordt het onder 2.8.6
bedoelde tarief verhoogd met | € | 490,85 |
| Teruggaaf | | |
2.8.12 | Ingeval het college of de raad besluiten niet mee te werken
aan de aanvraag zoals bedoeld in artikel 2.8.4, 2.8.4.1 en
2.8.5 bestaat aanspraak op teruggaaf van de leges van 50%
van het bedrag als genoemd in de artikelen 2.8.4, 2.8.4.1 en
2.8.5. | | |
Hoofdstuk 9 Sloopmelding Vervallen
Hoofdstuk 10 overschrijving omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen
vervallen
Hoofdstuk 11 Ontheffing op basis omgevingsverordening
Overijssel
2.11 | Indien voor het behandelen van een aanvraag om een
vergunning, een aanvraag om ontheffing op basis van de
Omgevingsverordening Overijssel noodzakelijk is wordt het
desbetreffende legesbedrag verhoogd met het bedrag van: | € | 504,85 |
Hoofdstuk 12 In deze titel niet benoemde beschikking
2.12 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde
beschikking | € | 85,95 |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese
dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Horeca
3.1.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van
artikel 3 van de Drank- en Horecawet | € | 269,40 |
3.1.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en
Horecawet | € | 70,90 |
3.1.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld
in artikel 35 van de Drank- en Horecawet | € | 38,45 |
3.1.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
melding voor het bijschrijven van nieuwe leidinggevenden op
het aanhangsel bij de vergunning op grond van artikel 3 van
de Drank- en Horecawet | € | 70,90 |
3.1.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van
artikel 2:28 van APV (aanvraag vergunning exploitatie
openbare inrichting). | € | 269,40 |
3.1.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een structurele ontheffing
schenktijden op grond van de APV (artikel 2:34b lid 5,
drank- en horecaverordening) | € | 38,45 |
3.1.7 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een incidentele ontheffing
schenktijden op grond van de APV (artikel 2:34b lid 5,
drank- en horecaverordening) | € | 38,45 |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen
3.2.1 | het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een
evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de
Algemene plaatselijke verordening. | € | 43,85 |
3.2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het vaststellen van een ander sluitingsuur op
grond van de beleidsregel evenementen | € | 43,85 |
3.2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing geluidhinder
op grond van artikel 4.6 van de algemene plaatselijke
verordening inclusief het tarief voor het in behandeling
nemen van een aanvraag om een vergunning voor het
organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25,
eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening. | € | 87,65 |
3.2.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van
artikel 3 lid 1 en artikel 4 lid 1 van de zondagswet
inclusief het tarief voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een
evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de
Algemene plaatselijke verordening. | € | 87,65 |
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
3.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een exploitatievergunning of wijziging van een
exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste
lid, van de Algemene plaatselijke verordening | € | 2009,50 |
3.3.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een wijziging van een exploitatievergunning in
verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een
seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel
3.16, tweede lid, van de Algemene plaatselijke
verordening | € | 139,50 |
Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening
3.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met
betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting,
als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de
Brandbeveiligingsverordening; | | |
| 75 tot en met 1.000 personen | € | 49,40 |
| meer dan 1.000 personen | € | 98,90 |
Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere
beschikking
3.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde
vergunning, ontheffing of andere beschikking | € | 85,95 |
Behoort bij raadsbesluit van 14 december 2015.
De raadsgriffier van de Gemeente Dalfsen,