Organisatie | Oldambt |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting centrum Winschoten 2016 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting centrum Winschoten 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 227 van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | Onbekend | 14-12-2015 | Onbekend |
Deze verordening verstaat onder:
waarde: de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ voor het kalenderjaar, als bedoeld in artikel 8, voor de onroerende zaak vastgestelde waarde. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ is vastgesteld, is de waarde de met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet WOZ vastgestelde waarde.
vestiging: 1. de onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ die, of een deel daarvan dat door één organisatie of bedrijf wordt gebruikt; 2. twee of meer onroerende zaken, als bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ, of delen daarvan, die direct naast of boven elkaar gelegen zijn en die tezamen door één organisatie of bedrijf voor één doel worden gebruikt.
Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt, met inachtneming van het gestelde bij of krachtens deze verordening, binnen het gebied als bedoeld in artikel 2, een directe belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen zichtbaar vanaf de openbare weg.
De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de vestiging waarop, waaraan, waarin of waarbij één of meer reclameobjecten zijn aangebracht dan wel zijn geplaatst.
De reclamebelasting wordt geheven per vestiging waarop, waaraan, waarin of waarbij één of meer reclameobjecten zijn aangebracht dan wel zijn geplaatst.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, wordt de verschuldigde reclamebelasting gesteld op het gedeelte van het totale bedrag aan reclamebelasting in dat tijdvak, dat gelijk is aan de verhouding tussen het aantal volle kalendermaanden dat resteert na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht en het totaal aan volle kalendermaanden in dat het betreffende tijdvak.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt op aanvraag van belastingplichtige ontheffing verleend voor het gedeelte van het totale bedrag aan reclamebelasting in dat tijdvak, dat gelijk is aan de verhouding tussen het aantal volle kalendermaanden dat resteert na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht en het totaal aan volle kalendermaanden in dat het betreffende tijdvak.
De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:
die korter dan 13 weken aanwezig zijn, tenzij deze openbare aankondigingen zijn aangebracht, getoond of vertoond in een voorziening waarin, waaraan of waarop wisselende openbare aankondigingen worden aangebracht, getoond of vertoond, die individueel korter dan 13 weken aanwezig zijn, maar waarbij de verschillende openbare aankondigingen gezamenlijk 13 weken of meer aanwezig zijn;
aangebracht door of namens winkeliersverenigingen, wijkorganen, het winkelcentrum of de Stichting Marketing Oldambt, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag, banier of zuil met de naam van de winkeliersvereniging, het wijkorgaan, het winkelcentrum of het logo van de Stichting Marketing Oldambt;
van instellingen, die door de rijksbelastingdienst zijn aangewezen als Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI) of die voldoen aan de criteria van de rijksbelastingdienst voor een Sociaal Belang Behartigende Instelling (SBBI), en die uitsluitend betrekking hebben op de functie van het gebouw of de naam van de instelling.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnbedragen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden na de eerste vervaldatum.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2015.
Pieter Norder Pieter Smit
griffier voorzitter
Als aangewezen gebieden als bedoeld in artikel 2 van deze verordening gelden de op onderstaande kaart afgebakende gebieden:
gebied 1: Binnenstad van Winschoten;
gebied 2: Overig centrumgebied van Winschoten.
Toelichting op gebied 1: dit gebied is het gebied dat gelegen is binnen de op de kaart aangegeven lijn met de aanduiding ‘gebiedsgrens 1’. Beide zijden van de straten waarin de lijn is getekend behoren ook tot gebied 1. De grens van gebied 1 loopt door de volgende straten:
Toelichting op gebied 2: het gebied 2 is het gebied dat gelegen is binnen de op de kaart aangegeven lijn voor zover dit niet onderdeel vormt van gebied 1. Indien de lijn is getekend door een straat, behoren beide zijden van deze straat ook tot deelgebied 2. De grens van gebied 2 loopt door de volgende straten: