Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Landerd

Legesverordening 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Landerd
Officiële naam regelingLegesverordening 2016
CiteertitelLegesverordening 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Legesverordening 2015

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet Artikel 156 2e lid h en Artikel 229 1e lid b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-01-201601-03-2016Nieuwe verordening

10-12-2015

Arena, 18 december 2015

Onbekend
01-01-201605-01-2016Nieuwe verordening

10-12-2015

Arena, 18 december 2015

Onbekend

Tekst van de regeling

Agendapunt: Registratienummer: 4081-2015

De raad van de gemeente Landerd;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Landerd d.d. 3 november 2015; gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid , en 7 van de Paspoortwet.

B E S L U I T:

Vast te stellen de Legesverordening 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van 1e dag in een kalendermaand tot en met de laatste dag in de kalendermaand;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalenderjaar tot en met de laatste dag in het kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten,

  • b.

    het verrichten van handelingen te behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument , dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    stukken, inlichtingen of nasporingen, waarvan de kosteloze afgifteverstrekking of verrichting bij enig wettelijk voorschrift aan de gemeentebesturen is opgelegd;

  • b.

    nasporingen en werkzaamheden als omschreven in hoofdstuk 7 van Titel 1 van de bijbehorende tarieventabel, die in het openbaar belang worden verricht;

  • c.

    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, lonen, bezoldiging en andere dergelijke periodieke uitkeringen;

  • d.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften terzake van

belastingen;

e.de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging,

vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

f.de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende

beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

  • g.

    één exemplaar van de stukken bedoeld in titel 1 hoofdstuk 7, onder 1.7.2.11 , van de bij deze verordening behorende tarieventabel, die worden verstrekt aan de raadsfracties;

  • h.

    vijf exemplaren van de stukken bedoeld in titel 1 hoofdstuk 7, onder 1.7.2.11, van de bij

deze verordening behorende tarieventabel, die worden verstrekt aan de raadsfracties

  • i.

    het afgeven van een monumentenvergunning voor objecten die op de door de gemeenteraad vastgestelde lijst van gemeentelijke monumenten staan vermeld.

  • j.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • k.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met

betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het

tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning,

ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

3.Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9 , eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een tariefsverlaging betreffen;

  • c.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.9 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen)

    • 5.

      hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet basisregistratie personen);

    • 6.

      onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 7.

      hoofdstuk 16 (kansspelen)].

Een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De verordening 2015, vervalt met ingang van in artikel 13 2e lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum van ingang van heffing hebben voorgedaan.

  • 2. De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn op artikel 11 van deze verordening.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van heffing.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2016.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 10 december 2015. De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

J.A.G. Huijs M.C. Bakermans

Tarieventabel leges 2016

Tarieventabel,behorendebijdeLegesverordening2016Indelingtarieventabel

Titel1Algemenedienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen (BRP) Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie Hoofdstuk 14 Standplaatsen en collectes Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

Hoofdstuk 16 Kansspelen

Hoofdstuk 17 Kinderopvang

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer Hoofdstuk 20 Diversen

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

Hoofdstuk 9 Sloopmelding

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Bijlagen

ROEB lijst

Titel 1 Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

  • 1.1.1

    Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap op:

    • 1.1.1.1

      maandag tot en met donderdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur € 222,05

    • 1.1.1.2

      op vrijdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur € 284,85 op zaterdag en andere tijden dan genoemd in 1.1.1.1. en 1.1.1.2 € 653,30

  • 1.1.2

    Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een

huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte op:

    • 1.1.2.1

      maandag tot en met donderdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur € 222,05

    • 1.1.2.2

      op vrijdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur € 284,85 op zaterdag en andere tijden dan genoemd in 1.1.2.1. en 1.1.2.2 € 653,30

  • 1.1.3

    Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een

partnerschap op een andere locatie dan het gemeentehuis in Zeeland of de raadszaal in Schaijk:

    • 1.1.3.1

      maandag tot en met donderdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur € 315,40

    • 1.1.3.2

      op vrijdag tussen 09.00 uur en 17.00 uur € 378,75 op zaterdag en andere tijden dan genoemd in 1.1.3.1. en 1.1.3.2 € 746,65

  • 1.1.4

    Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

    • 1.1.4.1

      een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering € 26,10

    • 1.1.4.2

      een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering € 35,50

  • 1.1.5

    vervallen

  • 1.1.6

    Het tarief bedraagt voor gebruik maken van een getuige van gemeentewege bij het voltrekken van een huwelijk of het registreren van een partnerschap, per

getuige € 17,75

1.1.7Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de

burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier € 20,90

  • 1.1.8

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

  • 1.1.9

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

    1.1.9.1het ten behoeve van de belanghebbende aanvragen van inlichtingen uit de registers van de burgerlijke stand in een andere gemeente in Nederland, alsmede

van afschriften of uittreksels uit de akten van de registers € 35,75

1.1.9.2het ten behoeve van de belanghebbende aanvragen van inlichtingen en bescheiden met betrekking tot de burgelijke stand in gemeenten en plaatsen

buiten Nederland € 35,75

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2.Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1tot het verstrekken van een nationaal paspoort, zakenpaspoort en faciliteitenpaspoort:

  • 1.2.1.1

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 64,40

  • 1.2.1.2

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18

jaar nog niet bereikt heeft € 51,20

1.2.2tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

  • 1.2.2.1

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 64,40

  • 1.2.2.2

    voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18

nog niet bereikt heeft € 51,20

  • 1.2.3

    van een reisdocument voor vluchtelingen of vreemdelingen € 51,20

  • 1.2.4

    van een Nederlandse identiteitskaart:

    • 1.2.4.1

      voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is € 50,40

    • 1.2.4.2

      voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van

18 jaar nog niet bereikt heeft € 28,45

De tarieven genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.4.2 alsmede

1.2.5

worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van € 47,30

1.2.6 Indien de aanvraag voor een document als bedoeld in artikel 1.2.1.1 tot en met

1.2.4.2 heeft plaatsgevonden op het woonadres van de aanvrager, kan dit document bezorgd worden tegen een tarief van € 10,- per document

Hoofdstuk3 1.3.1Rijbewijzen Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het  
 afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs38,45
1.3.2Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd    
 met35,00
1.3.3Bij een aanvraag in verband met vermissing van een eerder afgegeven rijbewijs    
 vermeerderd met24,00
1.3.4Indien de aanvraag voor een document als bedoeld in artikel 1.3.1,1.3.2 en 1.3.3    
 heeft plaatsgevonden op het woonadres van de aanvrager, kan dit document    
 bezorgd worden tegen een tarief van € 10,- per document    

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen (BRP)

  • 1.4.1

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

  • 1.4.2

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

    • 1.4.2.1

      tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking € 15,55

    • 1.4.2.2

      tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar

      • 1.4.2.2.1

        voor 100 verstrekkingen € 358,05

      • 1.4.2.2.2

        voor 500 verstrekkingen € 1397,55

      • 1.4.2.2.3

        voor 1.000 verstrekkingen € 2330,90

      • 1.4.2.2.4

        voor 5.000 verstrekkingen € 9318,55

  • 1.4.3

    voor de toepassing van onderdeel 1.4.2.2, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de

basisregistratie personen € 20,40

  • 1.4.4

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

    • 1.4.4.1

      tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking € 55,40

    • 1.4.4.2

      tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens gedurende de periode van één jaar:

      • 1.4.4.2.1

        voor 100 verstrekkingen € 358,05

      • 1.4.4.2.2

        voor 500 verstrekkingen € 1397,55

      • 1.4.4.2.3

        voor 1.000 verstrekkingen € 2330,90

      • 1.4.4.2.4

        voor 5.000 verstrekkingen € 9318,50

  • 1.4.5

    Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie

personen, voor ieder daaraan besteed kwartier € 24,85

1.4.6Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bewijs van opneming in de basisregistratie personen,

een bewijs van nederlanderschap en een bewijs van in leven zijn € 15,80

1.4.7Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verrichten van een nasporing in de registers van de burgerlijke stand, eventueel gevolgd door het geven van een inlichting daaruit, ongeacht het resultaat van de nasporing en nevens het in 1.4.2 bedoelde geregelde recht voor

het geven van een inlichting, per kwartier of gedeelte daarvan. € 20,90

1.4.8in afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid van het Besluit

basisregistratie personen € 23,15

1.4.9in afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid van het Besluit basisregistratie

personen € 2,27

1.4.10Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.10.1tot het verstrekken van lijsten met gegevens, welke verkregen zijn op basis van de door de aanvrager opgegeven selektiecriteria, waarvoor de basisregistratie

personen dient te worden doorlopen € 20,90

1.4.10.2tot het verstrekken van lijsten met gegevens, voorzover de verstrekking niet meer inhoudt dan hetgeen is vermeld in de Wet basisregistratie personen , welke verkregen zijn op basis van de door de aanvrager opgegeven selektiecriteria, waarvoor de basisregistratie personen dient te worden doorlopen

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

1.5 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als

€ 20,90

kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet € 15,55

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

1.6.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:  
1.6.1.1bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:
1.6.1.1.1ten hoogste 100 pagina’s, per pagina0,20
 met een maximum per bericht van5,20
1.6.1.1.2meer dan 100 pagina's23,30
Hoofdstuk7 1.7.1Bestuursstukken Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het  
1.7.1.1verstrekken van: een afschrift van de programmabegroting22,45
1.7.1.1.1een afschrift van de beheersbegroting28,05
1.7.1.1.2een afschrift van de produktenbegroting22,25
1.7.1.2een afschrift van de beleidseditie van de gemeenterekening24,05
1.7.1.3een afschrift van de beheerseditie van de gemeenterekening24,05
1.7.2Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:    
1.7.2.1tot het verstrekken van een abonnement per jaar:    
1.7.2.1.1op de agenda's, voorstellen en notulen van de openbare vergaderingen van de voorbereidende vergadering van de raad120,90
 Indien de belastingplicht in de loop van een belastingjaar ontstaat worden voor dat jaar de leges slechts over zoveel twaalfde gedeelten van een jaar berekend als er nog maanden overblijven, waarbij gedeelten van een maand voor een gehele maand worden gerekend.    

1.7.2.2Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van:

1.7.2.2.1afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, gevraagd in het kader van de

Wet openbaarheid van bestuur € 0,50

    • 1.7.2.2.1.1

      per pagina op papier van A4-formaat € 0,50

    • 1.7.2.2.1.2

      per pagina op papier van een ander formaat € 0,80

    • 1.7.2.2.1.3

      per pagina op papier van A4-formaat in kleur € 0,80

    • 1.7.2.2.1.4

      per pagina op papier van een ander formaat in kleur € 1,15

  • 1.7.3

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

    • 1.7.3.1

      een afschrift van de Algemene plaatselijke verordening exc. toelichting € 14,00

    • 1.7.3.2

      een afschrift van de Algemene plaatselijke verordening incl. toelichting € 20,00

    • 1.7.3.3

      een exemplaar van een andere dan de onder 1.7.3.1 genoemde strafverordening

    • 1.7.3.4

      aanvullingen van de onder 1.7.3.1 en 1.7.3.2 bedoelde verordeningen, per

€ 14,00

bladzijde € 1,50

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

nvt

Hoofdstuk9 1.9Overigepubliekszaken Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:  
1.9.1tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag30,05
1.9.2tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening15,70
1.9.3het ter legalisatie zenden van stukken aan een andere gemeente in Nederland, in het persoonlijk belang van de aanvrager31,00
1.9.4het afgeven van een verklaring, dat het portret op een stuk, het portret is van degene te wiens name het stuk is gesteld of van degene, die in het stuk wordt bedoeld15,70
1.9.5het waarmerken van registers en overige daartoe aangeboden stukken15,70
1.9.6voor het verstrekken van inlichtingen uit bestanden m.n. bevolkingstatistiek voor ieder kwartier10,85

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het

gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier € 8,85

  • 1.10.2Het tarief bedraagt voor het afgeven van een exemplaar van de inventaris van het archief van:

  • 1.

    10.2.1 de voormalige gemeente Schaijk van 1942-1970 € 14,30

de voormalige gemeente Schaijk van 1971-1993 € 14,30

de voormalige gemeente Zeeland van 1529-1928 € 14,30

de voormalige gemeente Zeeland van 1929-1970 € 14,30

de voormalige gemeente Zeeland van 1971-1993 € 14,30

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

nvt

Hoofdstuk12 1.12Leegstandwet Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:  
1.12.1Tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijk verhuur van een woonruimte
 als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Leegstandswet119,70
1.12.2Tot verlenging van een vergunning tot tijdelijk verhuur van woonruimte als    
 bedoeld in artikel 15, vijfde lid van de Leegstandswet79,85

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

nvt

Hoofdstuk 14 Standplaatsen en collectes

1.14Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot het verlenen van een vergunning/ontheffing:

1.14.1voor het collecteren, of het mogen innemen van een standplaats buiten de wekelijkse markt.

1.14.1.1Geldig voor een dag of een gedeelte daarvan voor een organisatie met ideële

doeleinden € 0,00

1.14.1.2Geldig voor een dag of een gedeelte daarvan voor een organisatie met

commerciële doeleinden € 16,95

1.14.2Geldig voor ten hoogste een kalendermaand of een gedeelte daarvan, dat langer duurt dan 6 dagen, voor een organisatie met ideële doeleinden

1.14.2.1Geldig voor ten hoogste een kalendermaand of een gedeelte daarvan, dat langer

€ 0,00

duurt dan 6 dagen, voor een organisatie met commerciële doeleinden € 33,75

1.14.3Geldig voor een kalenderjaar of gedeelte daarvan, dat langer duurt dan 5

maanden, voor een organisatie met ideële doeleinden € 0,00

1.14.3.1Geldig voor een kalenderjaar of gedeelte daarvan, dat langer duurt dan 5

maanden, voor een organisatie met commerciële doeleinden € 50,80

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

1.15Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot het verlenen van :

1.15.1een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit

Winkeltijdenwet € 30,25

1.15.2tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.15.1 bedoelde

ontheffing over te dragen aan een ander € 13,50

1.15.3tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing € 13,60

Hoofdstuk 16 Kansspelen

  • 1.16.1Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning die geldt voor een tijdvak van 12 maanden, is de aanvrager een vergoeding als bedoeld in artikel 30d, derde lid, van de wet verschuldigd ten bedrage van:

  • 1.

    16.1.1 indien de vergunning voor één speelautomaat geldt, ten hoogste € 56,50

  • 1.

    16.1.2

Indien de vergunning voor twee of meer speelautomaten geldt, ten hoogste € 22,50 vermeerderd met het produkt van het aantal speelautomaten, waarvoor de

vergunning geldt, en een bedrag van ten hoogste € 34,00 Onder een jaar wordt verstaan belastingjaar. Indien de belastingplicht in de loop

van een belastingjaar ontstaat, worden voor dat jaar de leges slechts over zoveel twaalfde gedeelten van een jaar berekend als er nog maanden overblijven, waarbij gedeelten van een maand voor een hele maand worden gerekend.

1.16.2Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

  • -

    voor een organisatie met ideële doeleinden € 0,00

  • -

    voor een organisatie met commerciële doeleinden € 8,50

Hoofdstuk 17 Kinderopvang

1.17.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot opname in het Landelijk Register Kinderopvang, zoals bedoeld

in artikel 1.45 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen:

1.171.1 voor kinderopvang, buitenschoolse opvang en gastouderbureau € 790,00

  • 1.17.1.2

    voor gastoudersvoorziening (via gastouderbureau) € 490,00

  • 1.17.1.3

    voor een verhuizing van een locatie kinderopvang en buitenschoolse

opvang € 395,00

1.17.1.4voor een verhuizing van een gastoudervoorziening (via gastouderbureau)

of extra opvanglocatie van gastouder € 395,00

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie

Aanvraag/Melding voor instemming/vergunning voor werkzaamheden aan kabels

1.18

en/of leidingen

1.18.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid Telecommunicatiewet, dan wel een aanvraag voor een vergunning voor het aanleggen van overige kabels en/of leidingen, gezamenlijk benoemd in artikel 4 eerste en tweede lid van

de AVOI € 377,10

1.18.1.1Het bedrag genoemd in 1.18.1 wordt, bij aaneengesloten graafwerkzaamheden over een lengte van 25 meter of meer, voor het uitvoeren van coördinatie en toezicht met een toeslag over de bemeten sleuflengte per strekkende meter sleuf

verhoogd met € 1,20

1.18.1.2Het bedrag genoemd in 1.18.1 wordt, indien overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het

netwerk, verhoogd met € 80,80

1.18.1.3Het bedrag genoemd in 1.18.1 wordt, indien de aanvrager verzoekt om inhoudelijke afstemming bij de beoordeling, of het bijwonen van een

bouwvergadering per vergadering verhoogd met € 80,80

    • 1.18.1.4

      Het bedrag genoemd in 1.18.1 wordt, indien met betrekking tot een aanvraag/melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college is opgesteld.

    • 1.18.1.5

      Indien een begroting als bedoeld in 1.18.1.4 is uitgebracht, wordt een aanvraag/melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

  • 1.18.2

    Indien het betreft werkzaamheden van niet ingrijpende aard bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de melding de helft van het bedrag genoemd

in 1.18.1. € 188,55

  • 1.18.2.1Indien het betreft de melding voor een proefsleuf wordt het legesbedrag verrekend met de aanvraag of melding waartoe deze proefsleuf dient, indien en zodra de aanvraag of melding wordt ingediend conform 1.18.1

  • 1.18.3

    Indien het betreft spoedeisende werkzaamheden dan wel calamiteiten bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van de melding de helft van het bedrag genoemd in 1.18.1.

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

1.19Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.19.1voor het verrichten van publicaties in dag,- nieuws- of advertentiebladen, indien door belanghebbende een verzoek is ingediend om medewerking tot het

onttrekken van een weg aan het openbaar verkeer, per publicatie € 237,65

1.19.2tot het verkrijgen, verlengen of vernieuwen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het

wegverkeer (BABW) € 29,55

Hoofdstuk 20 Diversen

1.20.1.1tot het verkrijgen van de navolgende vergunningen of ontheffingen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor geluidhinder voor een organisatie met

ideële doeleinden € 0,00

1.20.1.2tot het verkrijgen van de navolgende vergunningen of ontheffingen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor geluidhinder voor een organisatie met

commerciële doeleinden € 20,80

1.20.1.3Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing sluitingsuur van de Algemene plaatselijke verordening:

verstrekken van:

tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

wijze vermenigvuldigde stukken, voor zover de voorraad strekt, per bladzijde of

opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1aanlegkosten:

de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken2012 (UAV 2012) voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting is inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2bouwkosten:

Bij het bepalen van de bouwkosten wordt uitgegaan van een bouwkostenraming als bedoeld in NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd artikel 3.2 onder a. Hierbij wordt voor de kosten per aan het gebruik gerelateerde eenheden(bepaald volgens NEN 2580) uitgegaan van de kosten inclusief omzetbelasting zoals genoemd in de lijst van het ROEB (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht) en deze lijst is als bijlage in de tarieventabel opgenomen.

2.1.1.3sloopkosten:

de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting is inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • 2.1.1.4Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • 2.1.2

    In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

  • 2.1.3

    In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

  • 2.1.4

    Vooroverleg: dit overleg is bedoeld voor concrete, inhoudelijke vragen over voorgenomen plannen met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is. Het verzoek om vooroverleg moet schriftelijk aangevraagd worden. Dit

kan via een schriftelijke verzoek of via het formulier vooroverleg.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg

2.2Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: om vooroverleg:

2.2.1in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het

kader van de Wabo vergunbaar is € 388,65

2.2.2indien na vooroverleg geen formele aanvraag volgt, blijven de in rekening gebrachte kosten voor vooroverleg verschuldigd. Dit geldt ook in het geval van een weigering.

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

Externe kosten GGD

2.3.1Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt, indien de aanvraag een veehouderij betreft waarvoor een GGD-advies gevraagd is, het verschuldigde bedrag verhoogd met de werkelijke kosten van het uitgebrachte advies

2.3.2Bouwactiviteiten

  • 2.3.2.1

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

  • 2.3.2.2

    indien de bouwkosten minder dan € 100.000,- bedragen, 2,65 % van die bouwkosten met een minimum van € 265,-

  • 2.3.2.3

    indien de bouwkosten € 100.000,- tot € 500.000,- bedragen: € 2650,00 vermeerderd met 2,13 % van het bedrag waarmee die bouwkosten de

2.3.1€ 100.000,- te boven gaan;

2.3.2.4indien de bouwkosten € 500.000,- tot € 1.000.000,- bedragen: € 11170,00 vermeerderd met 1,84 % van het bedrag waarmee die bouwkosten de € 500.000,-

2.3.1te boven gaan:

2.3.2.5indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen: € 20370,00 vermeerderd met 1,58 % van het bedrag waarmee die bouwkosten de

2.3.1€1.000.000,- te boven gaan, met een maximum van € 100.000,-

2.3.2.6Extrawelstandstoets Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien zich  
 tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen
 voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk
 is:241,65
 Verplichtadviesagrarischecommissie    
2.3.2.7Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt,    
 indien de aanvraag van een omgevingsvergunning krachtens wettelijk voorschrift    
 slechts kan worden afgehandeld wanneer een advies van de agrarische    
 commissie wordt vereist, het verschuldigde bedrag verhoogd met de werkelijke    
 kosten van het uitgebrachte advies.    
2.3.2.8AdviesBZV Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk wordt,    
 indien de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de activitet bouwen    
 krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een    
 extern advies is gevraagd voor de beoordeling van een geur -en    
 fijnstofberekening, het verschuldigde bedrag verhoogd met de werkelijke kosten    
 van het uitgebrachte advies.    
  • 2.3.2.9

    Onverminderd het bepaalde in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkt uit een begroting die door het College van burgemeester en wethouders is opgesteld.

  • 2.3.2.10

    Indien de begroting als bedoeld in artikel 2.3.2.9 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

  • 2.3.2.11

    Indien de advieskosten minder bedragen dan aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

2.3.1Achterafingediendeaanvraag

2.3.2.12Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien de in

2.3.1dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

2.3.1van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges: 10%

2.3.1Beoordelingaanvullendegegevens

2.3.2.13Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in

2.3.1dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: € 165,35

2.3.3Aanlegactiviteiten

2.3.1Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo

2.3.1bedraagt het tarief: € 248,00

2.3.4Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

2.3.1Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1:

2.3.12.3.4.1

2.3.12.3.4.2

2.3.12.3.4.3

2.3.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

2.3.1naast het op grond van onderdeel 2.3.2.1 verschuldigde bedrag; € 309,45 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast

2.3.1(buitenplanse kleine afwijking):

2.3.1naast het op grond van onderdeel 2.3.2.1 verschuldigde bedrag; € 309,45 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast

2.3.1(buitenplanse afwijking en tijdelijke afwijking):

2.3.1naast het op grond van onderdeel 2.3.2.1 verschuldigde bedrag; € 4398,35

2.3.12.3.4.4 vervallen

2.3.12.3.4.5

2.3.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

2.3.1naast het op grond van onderdeel 2.3.2.1 verschuldigde bedrag; € 263,90

2.3.12.3.4.6 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): naast het

2.3.1op grond van onderdeel 2.3.2.1 € 263,90

2.3.12.3.4.7

2.3.12.3.4.8

2.3.1 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

2.3.1naast het op grond van onderdeel 2.3.2.1 verschuldigde bedrag; € 263,90 indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking

2.3.1van voorbereidingsbesluit):

2.3.1naast het op grond van onderdeel 2.3.2.1 verschuldigde bedrag. € 263,90

2.3.5Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

2.3.1Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.5.1indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast

2.3.1(binnenplanse afwijking): € 309,45

2.3.5.2indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast

2.3.1(buitenplanse kleine afwijking): € 309,45

2.3.5.3indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast

2.3.1(buitenplanse afwijking): € 4398,35

  • 2.3.5.4

    indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

  • 2.3.5.5

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking

2.3.1€ 351,80

2.3.1van exploitatieplan): € 263,90

2.3.5.6indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt

2.3.1toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): € 263,90

  • 2.3.5.7

    indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

  • 2.3.5.8

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking

2.3.1 € 263,90

2.3.1van voorbereidingsbesluit): € 263,90

2.3.6In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.3.6.1Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het

2.3.1tarief: € 310,92

  • -vermeerderd met een toeslag voor een inrichting met een oppervlakte

  • -

    tot en met 100 m 2 € 148,93

    -van meer dan 100 m2 tot en met 500 m2 per m2 € 1,49

  • -

    van meer dan 500 m2 tot en met 2.000 m2 € 1.045,60+ per m2 € 0,50

  • -

    van meer dan 2.000 m2 tot en met 5.000 m2 € 1.807,28+ per m2 € 0,12

  • -

    van meer dan 5.000 m2 € 2.178,92 + per m2 € 0,03

    2.3.6.2Indien de aanvraag betrekking heeft op een inrichting met een tijdelijk karakter, zoals een tent e.d. dan bedragen de leges 10 % van het volgens artikel 2.3.6.1 berekende bedrag.

  • 2.3.7Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

    2.3.7.1Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een

2.3.1activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening 2010 Gemeente Landerd aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

2.3.7.2voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een

2.3.1monument: € 330,60

2.3.7.3voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze

2.3.1waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: € 330,60

2.3.8Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.8.1Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen

2.3.1van een bouwwerk bedraagt het tarief: € 330,60

2.3.8.2in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de

2.3.1Wabo: € 330,60

2.3.8.3in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en

2.3.1onder a, van de Wabo: € 330,60

2.3.8.4Asbesthoudendematerialen

2.3.1Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.8.3 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin

2.3.1asbest of een asbesthoudend product aanwezig is. € 413,35

2.3.9Gedoogbeschikking bewoning recreatieverblijven

2.3.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het

2.3.1verkrijgen van een gedoogbeschikking voor bewoning van een recreatieverblijf € 279,30

2.3.10Overschrijven vergunning/ontheffing

2.3.1Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een omgevingsvergunning

2.3.1bedraagt € 39,90

2.3.11Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998

2.3.11.1Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998

2.3.1bedraagt het tarief: € 347,65

2.3.12.3.11.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Lanbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de

2.3.1Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: € 347,65

2.3.12HandelingeninhetkadervandeFlora-enFaunawet Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief347,65
2.3.13Andereactiviteiten Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het    
 verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande    
 onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:    
2.3.14.1behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie    
 activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in    
 artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:82,60
2.3.14.2behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of    
 waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed    
 kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van    
 de Wabo, bedraagt het tarief:165,35
2.3.14.2.1als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze    
 tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de    
 activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in    
 geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt    
 het tarief:165,35
2.3.14.2.2als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de    
 voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een    
 omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een    
 begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.    
 Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een    
 aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de    
 begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze    
 vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.    
2.3.15Omgevingsvergunningintweefasen    
 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen    
 plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:    
2.3.15.1voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met    
 betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de    
 tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste    
 fase betrekking heeft;    
2.3.15.2voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met    
 betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de    
 tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede    
 fase betrekking heeft.    
2.3.16Beoordelingbodemrapport    
 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk    
 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel    
 bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:    
2.3.16.1voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport165,35
2.3.16.2voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport :    
2.3.16.2.1-indien het betreft een bureaustudie248,75

2.3.12.3.16.2.2 -indien het betreft een inventariserend veldonderzoek (booronderzoek) inclusief Plan van Aanpak € 373,10

2.3.12.3.16.2.3 -indien het betreft een proefsleuvenonderzoek, inclusief voorafgaand Programma van Eisen € 497,50

2.3.12.3.16.2.4 - indien het betreft een Programma van eisen voor opgraving en begeleiding € 373,10

  • 2.3.17vervallen

  • 2.3.18Verzoek Hogere Grenswaarden

    2.3.18.1Het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek tot het starten van een procedure ter vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de

2.3.1Wet Geluidshinder € 459,05

2.3.19Advies

  • 2.3.19.1

    Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27 eerste lid, van de Wabo:

  • 2.3.19.2

    indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: € 267,10

  • 2.3.19.3

    indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

  • 2.3.19.4

    Indien een begroting als bedoeld in 2.3.19.3 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Hoofdstuk 4 Vermindering

  • 2.4.1

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg de geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

  • 2.4.2

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

    2.4.2.1bij 5 tot 10 activiteiten: 10%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.2bij 10 of meer activiteiten: 15%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1Teruggaafalsgevolgvanintrekkingaanvraagomgevingsvergunningvoorbouw-

, aanleg- of sloopactiviteiten

 Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project  
dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als  
bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.5, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze  
reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op  
teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:  
2.5.1.1indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde50%
 leges;  
2.5.1.2indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in  
 behandeling nemen ervan35%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.1.3 indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken en binnen 26 weken na het in

behandeling nemen ervan 25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende acitiviteit verschuldigde leges.

  • 2.5.2

    Nietvantoepassing

  • 2.5.3

    Teruggaafalsgevolgvanhetweigerenvaneenomgevingsvergunningvoorbouw-

, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7,2.3.8 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf

van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde

leges.

  • 2.5.3.2Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

  • 2.5.4

    Minimumbedragvoorteruggaaf

Een bedrag minder dan € 84,45 wordt niet teruggegeven.

2.5.5Geenteruggaaflegesdeeladvies/verklaringvangeenbedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.19 wordt geen teruggaaf verleend.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6 Niet van toepassing

Hoofdstuk7Wijzigingomgevingsvergunningalsgevolgvanwijzigingproject  
2.7Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:165,35

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1Het tarief bedraagt minimaal (behoudens de nader te bepalen en overeen te komen kosten voor externe advisering) voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1,

eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening € 4398,35

2.8.2Het tarief bedraagt minimaal ( behoudens de nader te bepalen en overeen te komen kosten voor externe advisering) voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6,

eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 4398,35

Hoofdstuk 9 Sloopmelding

2.9vervalt

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een

andere, in deze titel niet benoemde beschikking: € 82,20

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

3.1.1een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3

van de Drank- en Horecawet € 388,65

  • 3.1.2

    een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank - en Horecawet € 79,85

  • 3.1.3

    een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van

de Drank- en Horecawet € 39,90

3.1.4een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een

openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:28 van de APV € 388,65

3.1.5een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde

lid, van de Drank- en Horecawet € 79,85

3.1.6een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a,

tweede lid, van de Drank-en Horecawet € 79,85

Hoofdstuk2 2.1Organiserenevenementenofmarkten Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:  
2.2tot het verkrijgen van de navolgende vergunningen of ontheffingen op grond van
 de Algemene Plaatselijke Verordening voor kleine evenementen (meldingsplicht)
 voor een organisatie met ideële en commerciële doeleinden0,00
2.3tot het verkrijgen van de navolgende vergunningen of ontheffingen op grond van    
 de Algemene Plaatselijke Verordening voor reguliere evenementen voor een    
 organisatie met ideële doeleinden0,00
2.4tot het verkrijgen van de navolgende vergunningen of ontheffingen op grond van    
 de Algemene Plaatselijke Verordening voor reguliere evenementen voor een    
 organisatie met commerciële doeleinden250,00
2.5tot het verkrijgen van de navolgende vergunningen of ontheffingen op grond van    
 de Algemene Plaatselijke Verordening voor bijzondere evenementen voor een organisatie met ideële doeleinden0,00
2.6tot het verkrijgen van de navolgende vergunningen of ontheffingen op grond van    
 de Algemene Plaatselijke Verordening voor bijzondere evenementen voor een    
 organisatie met commerciële doeleinden388,65
2.7tot het verkrijgen van de navolgende meerjarenvergunningen of ontheffingen op    
 grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor kleine evenementen    
 (meldingsplicht) voor een organisatie met ideële en commerciële doeleinden0,00
2.8tot het verkrijgen van de navolgende meerjarenvergunningen of ontheffingen op    
 grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor reguliere evenementen    
 voor een organisatie met ideële doeleinden0,00
2.9tot het verkrijgen van de navolgende meerjarenvergunningen of ontheffingen op    
 grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor reguliere evenementen    
 voor een organisatie met commerciële doeleinden250,00
 verhoogd met 25% van € 250,-    
2.10tot het verkrijgen van de navolgende meerjarenvergunningen of ontheffingen op    
 grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor een bijzondere    
 evenementen voor een organisatie met ideële doeleinden0,00
2.11tot het verkrijgen van de navolgende meerjarenvergunningen of ontheffingen op    
 grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor bijzondere evenementen    
 voor een organisatie met commerciële doeleinden388,65
 verhoogd met 25% van € 388,65    
Hoofdstuk3Prostitutiebedrijven  
3.3Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van de Algemene plaatselijke verordening voor:    
3.3.1.voor een seksinrichting526,75

3.3.2 voor een escortbedrijf € 388,65

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

nvt

Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening

nvt

Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 24,85

BIJLAGE

behorende bij en deel uitmaken van de Tarieventabel behorend bij de Legesverordening Landerd 2016.

ROEB-Lijst (als bedoeld in artikel 2.1.1.2 van de tarieventabel).

Behorende bij Raadsbesluit van 10 december 2015

Roeb 2016 1Roeb 2016 2Roeb 2016 3