Organisatie | Kapelle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | BESLUIT SUBSIDIEGRONDSLAGEN WELZIJN GEMEENTE KAPELLE 2016 |
Citeertitel | Besluit subsidiegrondslagen welzijn gemeente Kapelle 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 20-05-2021 | Onbekend | 24-11-2015 Scheldepost, 30 december 2015 | 45/4 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Kapelle;
de gemeenteraad van Kapelle bij besluit van 14 mei 2013, nummer 2013/14, de Deelverordening subsidiegrondslagen welzijn gemeente Kapelle 2010 met een aantal wijzigingen heeft vastgesteld;
de raad in voornoemde verordening heeft bepaald dat het college ter uitwerking van die verordening nadere regels dient te stellen;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
BESLUIT SUBSIDIEGRONDSLAGEN WELZIJN GEMEENTE KAPELLE 2016
het college van burgemeester en wethouders heeft op 24 november 2015 het volgende besloten:
de gemaakte afspraken met de gebruikers van de buitensportaccommodaties ten aanzien van artikel 14 van de Deelverordening subsidiegrondslagen welzijn gemeente Kapelle 2010, blijven gehandhaafd. Artikel 14 betreft de compensatieregeling in verband met onevenredig hoge lasten.
Hoofdstuk 2. Programma leren en leven
Artikel 2. Structurele subsidiëring amateuristische kunstbeoefening
De structurele subsidie amateuristische kunstbeoefening plaatselijke instellingen heeft de volgende berekeningstoeslag:
een bijdrage van 63% in de ten laste van de instelling komende kosten voor het volgen van een cursus of opleiding voor kadervormende activiteiten door de leden. Deze bijdrage wordt niet verstrekt indien het betreffende lid reeds op enigerlei wijze voor activiteiten ten dienste van de organisatie een vergoeding of onkostenvergoeding ontvangt;
Artikel 3. Structurele subsidiëring amateuristische kunstbeoefening regionale instellingen
De structurele subsidie amateuristische kunstbeoefening regionale instellingen heeft de volgende berekeningstoeslag:
Artikel 5. Subsidiëring in investeringen van bijzondere aard (de 2-3 / 1-3- regeling)
Het in artikel 13 van de deelverordening bedoelde minimum bedrag per voorziening bedraagt € 2.250,--.
Artikel 7. Structurele subsidiëring belangenbehartiging ouderen plaatselijke instellingen
Indien de in artikel 17 bedoelde belangenbehartiging en ondersteuning plaatsvindt in de vorm van het aanbieden van welfareactiviteiten aan groepen ouderen met (dreigende) vereenzameningsproblematiek met een minimum van 10 personen en op locatie (per kern) bedraagt de subsidie € 132,-- per jaar per kern.
Artikel 8. Structurele subsidiëring instellingen ter behartiging van het plaatselijk belang
Het in artikel 18 van de deelverordening bedoelde subsidie bedraagt € 728,-- per instelling per jaar.
Artikel 10. Structurele subsidiëring sport- en jeugdverenigingen
De structurele subsidie plaatselijke sport- en jeugdverenigingen heeft de volgende berekeningsgrondslag:
een bijdrage van 63% in de ten laste van de instelling komende kosten voor kadervormende activiteiten door de leden, een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders. Deze bijdrage wordt niet verstrekt indien het betreffende lid reeds op enigerlei wijze voor activiteiten ten dienste van de organisatie een vergoeding of beloning (met uitzondering van onkostenvergoeding) ontvangt.
Artikel 11. Structurele subsidiëring amateuristische kunstbeoefening regionale instellingen
De structurele subsidie regionale sport- en jeugdvoorzieningen heeft de volgende berekeningsgrondslag:
Artikel 12. Subsidiëring sportstimulering
Het in artikel 24, tweede lid, van de deelverordening genoemde minimum bedraagt € 50,-- per activiteit, terwijl het genoemde maximum € 440,-- per activiteit bedraagt.
Artikel 16. Terugvorderen bijdrage cursus- en opleidingskosten
Bijdragen als bedoeld in artikel 2, tweede lid, subI, onder c, artikel 2, tweede lid, sub II, onder c, en artikel 11, tweede lid, sub c, van dit besluit kunnen worden teruggevorderd, indien blijkt dat het lid waarvoor een dergelijke subsidie is verstrekt binnen twee jaar na afloop van de gevolgde opleiding geen activiteiten voor de onderhavige instelling meer uitoefent, terwijl deze als zodanig hiervoor een subsidie heeft ontvangen.